Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.
Posts tonen met het label klimaat. Alle posts tonen
Posts tonen met het label klimaat. Alle posts tonen

11 november 2009

Wanneer gaan we boeren behandelen als gewone ondernemers?

LTO vraagt alweer om geld, nu om geitenhouders te compenseren

In de aanloop naar het debat over maatregelen tegen de Q-koorts stelde LTO voor om besmette dieren te slachten, geen besmette dieren meer te gebruiken voor de fokkerij en om melkgeiten- en melkschapenbedrijven in Zuid-Oost-Brabant voorlopig niet te laten uitbreiden. LTO spreekt van een 'ultieme krachtsinspanning', alleen mogelijk met financiële bijdrage van het rijk. Over hoe hoog die moet zijn, en waarvoor, laat LTO zich niet uit.

Waarom zou een plan om iets niet meer te doen de overheid geld moeten kosten? De fracties uit de Tweede Kamer reageerden dan ook gereserveerd. Wanneer zou in ons land het besef doorbreken dat veehouders gewone ondernemers zijn, die zouden moeten functioneren op eigen kracht en met normale regels gericht op het voorkomen van overlast voor anderen?

Het is een bizarre ontwikkeling dat veeboeren aan de wortel staan van de opwarming van het klimaat, zowel bijdragen aan het produceren van voedsel als het in standhouden van de honger in de rest van de wereld en tegelijk een bijna onkreukbaar imago hebben van "natuurmensen". Maar willen de meeste boeren wel aan natuurbeheer doen? Friesland, bijvoorbeeld, biedt veel mogelijkheden voor agrarisch natuurbeheer, maar in hoeverre landbouw daarop in speelt hangt onder andere af van de vergoedingen die men daarvoor ontvangt. Friese boeren doen steeds minder aan natuurbeheer.

26 oktober 2009

Landbouwproductiviteit moet omhoog

Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) beveelt in haar rapport “Groei binnen grenzen” aan om de broeikasemissies terug te brengen en om de biodiversiteit te beschermen.
Om het verlies van biodiversiteit te bestrijden moet de landbouwproductiviteit omhoog, zodat er minder landbouwgrond nodig is. Naast een efficiënter grondgebruik betekent dit dat de consumptie van vlees omlaag moet.
Eigenlijk is dat een vreemde aanbeveling. Er is op de aarde meer dan genoeg voedsel, maar dat wordt grotendeels aan het vee gevoerd, waarna de mens het vee en de dierlijke producten consumeert. Wanneer de veeteelt en de consumptie van vlees sterk zou worden ingeperkt, dan hoeft de landbouwproductiviteit zeker niet omhoog, het zou alleen minder intensieve veehouderij moeten inhouden. Wanneer de akkerbouw ook nog eens zou gebeuren op gronden die niet helemaal bebouwd wordt, dan is er ook ruimte voor biodiversiteit, bijvoorbeeld in de vorm van akkerrandenbeheer. Minder koeien in de stal en meer op land, draagt bij aan de biodiversiteit. Grasland bindt CO2, maar wanneer het monotone grasland alleen wordt gebruikt om de koeien op stal mee te voeren, vormt het onderdeel van het broeikas die hardwerkende koeien produceren.
Koeien (en varkens en kippen) in de wei produceren ook nog wel broeikasgas, maar dragen wel bij aan biodiversiteit. Er moet dus zeker in de veehouderij niet efficiënter, maar vooral minder geproduceerd worden. Wanneer dat gekoppeld aan minder vlees eten is dat een logische koppeling. Er kan dus ook een kwalitatieve stap vooruit worden gemaakt naar meer dierenwelzijn en biodiversiteit.

28 mei 2009

Veehouder vraagt feiten maar brengt fictie

De heer Waalkens (PvdA) pleit in het Dagblad van zaterdag 23 mei dat de discussie over de intensieve veehouderij (bio-industrie) over feiten moet gaan zonder ook maar een feit te noemen. Bij dhr Waalkens, zelf veehouder, zou je kunnen aanvoeren dat hij zijn betoog houdt uit eigen belang. Het beeld dat de intensieve veehouderij duurzaam kan zijn klopt niet. 13 miljoen! hectaren oerwoud per jaar wordt gekapt om plaats te maken voor de productie van soja en graan dat gebruikt wordt als voer voor vooral varkens en kippen. Meer dan 5 kilo veevoer is nodig voor het produceren van 1 kilo vlees. Door deze kap sterven nu 1000x sneller als ooit waargenomen diersoorten uit. Nederland is na China de grootste importeur van soja. De klimaatveranderingen kunnen we makkelijker de baas als we onze (vlees) consumptie beperken. Vele duizenden kilo’s antibiotica worden preventief gevoerd aan kippen en varkens in de bio-industrie. Effectievere maatregelen ter voorkoming van dierziekten is het vermijden van grote concentraties van dieren op een plek. Dat lukt alleen in kleine veehouderijen.

Laten we produceren voor onze eigen behoefte, niet voor onze hebzucht. Kies daarom ook voor een vleesvrije dag in week.

Johan de Leeuw

20 januari 2009

Naast openheid prijzen ook openheid over herkomst en mondiale voetafdruk voedsel gewenst

Citaat uit de Telegraaf:

Verburg wil meer openheid over landbouwprijzen


De consumenten merken nog te weinig van de sterk gedaalde prijzen van groente, vlees en andere landbouwproducten. Supermarkten en andere handelaren rekenen de prijsdaling slechts traag door aan consumenten. Dat in tegenstelling tot de sterke prijsstijgingen vorig jaar, aldus de Europese Commissie maandag bij een EU-beraad van landbouwministers.

Oplossing is om de consument beter zicht te geven in de prijzen van producten en grondstoffen, vindt ook minister Gerda Verburg (Landbouw). „Zet de spotlamp op die prijzen: dat zal helpen. Als het graan goedkoper wordt, mag je toch verwachten dat het brood ook goedkoper wordt”, zei ze.

Het idee moet nog vorm krijgen in concrete voorstellen. Verburg verzet zich alvast tegen suggesties voor een hele bureaucratie om de prijzen te monitoren.

Tot zover de Telegraaf.

Met het idee van meer openheid over de totstandkoming van prijzen in de supermarkt zou tegelijk zichtbaar gemaakt kunnen worden of de productie en herkomst van voedsel wel zo efficiënt en energiezuinig is geweest. Nu kan de consument dat nauwelijks achterhalen en zeker niet op het moment dat hij in de winkel voor de keuze staat.
Veel grondstoffen en voedsel wordt nodeloos over de wereld gesleept onder de vlag van de vrije markt. Dit kost energie, gaat ten koste van het milieu en dierenwelzijn en ook het klimaat wordt onnodig opgewarmd.
Een goede maat voor de energiekosten is de mondiale voetafdruk. Iedere persoon en ieder product gebruikt een gedeelte van de ruimte op aarde. Hoeveel ruimte hangt af van iemands consumptie en voor producten van de herkomst en de wijze van produceren. Met behulp van de Mondiale Voetafdruk kan met een getal, uitgedrukt in hectares, aan worden gegeven hoeveel oppervlakte aarde per persoon en product dat is. Dat getal kan worden afgedrukt op het etiket of via een streepjescode en een lezer in de supermarkt zichtbaar worden gemaakt. De lezer in de supermarkt kan een scherm zijn waarop een klant desgewenst steeds uitgebreider worden voorzien van informatie over het product. Dat zou zelfs zo ver kunnen gaan dat het bedrijf wordt getoond waar bijvoorbeeld het varken of kip heeft geleefd.

10 december 2008

Alleen gezond verstand kan uitbreiding melkquotum tegenhouden

Agriholland kopt het volgende.
'Berekeningen CLM-rapport staan uitbreiding melkquotum niet in de weg'.

Citaat:
Het CLM (Centrum voor Landbouw en Milieu) concludeert weliswaar dat een uitbreiding van het melkquotum negatieve gevolgen voor natuur, klimaat en dierenwelzijn heeft, maar daarbij is het CLM in haar scenario’s uitgegaan van ongewijzigd beleid van overheidszijde. Daarvan is echter geen sprake. Dat schrijft minister Cramer van Milieu mede namens haar collega Verburg van LNV in een brief aan de Tweede Kamer.

Tijdens het Algemeen Overleg van 26 november bleek er in de Tweede Kamer onduidelijkheid te bestaan over de percentages verruiming in de melkquota tot 2015 in relatie tot de berekeningen in het CLM-rapport. Daarin stelde het CLM dat het verhogen van de melkproductie tot meer uitstoot van broeikasgassen en hogere emissies van ammoniakgassen leidt.

Zoals in de aanbiedingsbrief bij het CLM-rapport is aangegeven, streven Verburg en Cramer naar een in alle opzichten duurzame veehouderij met een breed draagvlak in de samenleving. Verburg maakt in het traject daar naar toe afspraken met de sector. Eén van de uitgangspunten daarbij blijft dat een duurzame melkveehouderij zal moeten voldoen aan de vastgestelde milieueisen en afgesproken milieudoelstellingen.
Tot zover Agriholland.

Voor de goede verstaander: de huidige ontwikkelingen naar schaalvergroting waarbij nog meer dieren op stal blijven en kleine boeren, die dieren nog wel buiten laten lopen, verdwijnen, maakt het mogelijk dat op een bepaalde manier strategisch geformuleerde milieudoelstellingen nog wel kunnen worden gehaald. Maar dat gaat ten koste van dierenwelzijn: koeien komen niet meer in de wei en blijven het jaarrond binnen. Ook het landschap wordt verziekt door de bouw van megastallen die in feite enorme fabrieksruimtes zijn.
Ook de wijze van opvang en verwerking van mest uit de stallen maakt het mogelijk om politiek te schuiven in de belasting van het milieu.

Klimaateffect is vooral te verwachten van broeikassen en vlees- en zuivelconsumptie. Een verhoogde melkproductie gaat samen met verhoogde productie van broeikasgassen als methaan. Niet elke scheet van een koe komt terecht in een vergassingsinstallatie, maar draagt wel bij aan de opwarming van de aarde.
Waarom zou ons land meer zuivel moeten produceren dan we zelf afnemen?
Waarom moeten de melkveehouders uit Nederland produceren voor een wereldmarkt met producten die een mens niet eens nodig heeft als basisvoeding?
Waar zit het gezonde verstand van de zittende politici? Vermoedelijk in hun portemonnee.

Klik hier om meer te lezen over het (afschaffen van het) melkquotum.

09 november 2008

Is onze landbouw deel van de oplossing of juist het probleem?

Edwin Timmer schrijft op E-farm.nl zondag 09 November 2008 onder de titel ‘Hollandse boer klimaatkampioen’ (gedeeltelijk geciteerd).

Het meest klimaatbewuste vlees komt van Nederlandse varkens- en kippenbedrijven. Minister Verburg (Landbouw) wil daarom wereldwijd de boer op met het concept van onze intensieve pluimvee- en varkenshouderij. Geen enkele andere vorm van vleesproductie is zo zuinig met ruimte en grondstoffen, aldus onderzoek naar milieueffecten van de consumptie van eiwitproducten. Dat is aanlokkelijk voor landen die hun CO2-uitstoot willen beperken. „Onze landbouw is een deel van de oplossing”, zegt Verburg. „Waarom zouden we niet proberen onze kennis in de rest van de wereld te verkopen”?

De studie van Blonk Milieu Advies zet het klimaatvraagstuk en de Nederlandse landbouw „eindelijk in het juiste perspectief”, verzucht Verburg. In tegenstelling tot alle lelijke aantijgingen van de Partij voor de Dieren, blijkt de Nederlandse boer de ware klimaatkampioen. Kost de productie van een kilo Braziliaans rundvlees 59 kilo CO2, Nederlands varkensvlees zit op 4,5 kg CO2. Onze kip doet het zelfs beter dan tofu, omdat deze vleesvervanger meer fossiele brandstof vereist. O ja, en als je echt bevreesd bent voor klimaatverandering, kun je biologisch vlees het beste laten liggen.

Het geheim achter onze lage CO2-uitstoot is dat kippen en varkens met weinig voer en in korte tijd slachtrijp worden. Daar doet een rund op de Braziliaanse pampa’s jaren over. Die langzame groei geeft aan de andere kant wel een subliem dierenwelzijn. „Kleinere bedrijven zouden beter zijn voor het dierenwelzijn. Maar nieuwe, moderne intensieve veeteeltbedrijven kennen vaak een zorgvuldiger dierenwelzijn”.

De CO2-zuinigheid neemt toe als gas uit mest binnenkort de eerste stadswijken verwarmt. Verburg: „Dat begint in Leeuwarden. Ook stadsbussen gaan erop rijden. Ik zie dat een heel hoge vlucht nemen”. Verder zouden zowel consumenten als producenten minder moeten ’morsen’ op weg van het land naar het bord. Ongeveer een derde gaat nu nog verloren. „Kleinere porties, de schijf van vijf en minder voedsel weggooien, scheelt bijna evenveel uitstoot als het laten staan van een gehaktbal”.

De CO2-uitstoot die vrijkomt bij productie van vlees, vis of vleesvervangers loopt ook te sterk uiteen om simpele conclusies uit te trekken. „Eén stuk vlees per week minder eten is geen oplossing. Want wanneer je als alternatief meer zuivel gaat eten of vleesvervangers als quorn of valess, dan blijkt de verandering in CO2-uitstoot minimaal. Bij kaas ligt het zelfs hoger dan bij kip of varken”. Alleen een veganistisch dieet, zonder vlees, zuivel, eieren of vis – maar met af en toe een gefrituurd krekeltje – is echt CO2-zuinig.
Tot zover Edwin Timmer.

In haar rapport komt Blonk Milieu Advies (BMA) echter tot totaal andere bevindingen. De laatste aanbeveling wordt overgeslagen, want deze is onbegrijpelijk geformuleerd. BMA concludeert als volgt.

Zowel de producten vanuit de melkveehouderij als de producten uit de extensieve en intensieve veehouderij hebben een substantiële bijdrage aan het broeikaseffect en het ruimtebeslag vanwege Nederlandse consumptie.
  • Het vervangen van dierlijke eiwitproducten door plantaardige producten geeft een reductie in het broeikaseffect. De hoogte van die reductie is afhankelijk van de keuze van plantaardige alternatieven. Geraamd wordt dat met de huidige op de markt zijnde plantaardige product alternatieven een besparing van maximaal ca. 6 Mton CO2-eq. per jaar kan worden behaald. Daarvoor zou heel Nederland moeten overschakelen op een volledig plantaardige voeding. Op die manier wordt ook het ruimtebeslag van de Nederlandse consumptie teruggebracht met ca. 12.500 km2.
  • Deze aanzienlijke potentiëlen gelden voor een extreem scenario dat in ieder geval op de korte termijn niet realistisch is. Meer realistische scenario’s zoals een dag geen vleesconsumptie geeft een reductie van 0,4 tot 1,1 Mton, afhankelijk van de mate van “plantaardigheid” van de vervanging. De hoogste besparing van ca. 1,1 Mton wordt behaald door een dag geen zuivel, geen eieren en geen vlees(waren). Alleen een dag geen zuivel geeft een besparing van 0,4 Mton en een dag geen vlees bij de warme maaltijd een besparing van 0,6 Mton. Vervanging van vleesproducten door zuivelproducten geeft gemiddeld genomen geen besparing.
  • Het verschuiven in de consumptie van typen vlees heeft eveneens een hoog reductiepotentieel. Het broeikaseffect van eiwitrijke producten zou wanneer de vleesconsumptie nog slechts zou bestaan uit uitsluitend de minst broeikasintensieve vleessoort (kip) 3,5 Mton CO2-eq. per jaar lager zijn. Het ruimtebeslag zou op die manier teruggebracht kunnen worden met ca. 11.000 km2.
  • Consumptie van eiwitrijke producten conform de richtlijnen goede voeding geeft een besparing van ca. 1,4 Mton CO2-eq. per jaar en een besparing op ruimtebeslag van ca. 5900 km2. Gezonder eten ten aanzien van eiwitproducten (wat minder vlees, wat meer vis en iets meer zuivel) geeft dus een bijdrage aan een verminderd broeikaseffect en een lager beslag op biodiversiteit. Een eerste kanttekening hierbij is dat het biodiversiteiteffect van verhoogde visconsumptie buiten beschouwing is gebleven. Een tweede kanttekening is dat dit potentieel wellicht groter is omdat de gehanteerde cijfers voor de consumptie van eiwitrijke producten mogelijk onderschat zijn.

Tot zover Blonk Milieu Advies.

De bevindingen van BMA onderschrijven de bevindingen van Timmer zeker niet, integendeel. Wanneer Timmer minister Verburg goed citeert dan moeten we concluderen dat de Agrosector haar financiële belangen probeert te verdedigen door in de aanval te gaan met halve waarheden, hele verdraaiingen en suggestieve redenaties. Het is een absurde stelling om de lengte van het kortere leven van een dier uit de bio-industrie aan te voeren als een factor die leidt tot lagere CO2 uitstoot dan van een ander dier dat langer mag leven. Vleesvervangers zijn er in soorten en maten. Valess is gemaakt van zuivel. Geen wonder dat die CO2 uitstoot groter is dan die van gewone zuivel. Een veganistische levenswijze heeft niets te maken met de consumptie van gefrituurde krekel. Veganisten zijn wel goed maar niet gek.
De boerensector en het ministerie van LNV worden blijkbaar in de praktijk zo weinig tegengesproken dat zij meent te kunnen volstaan met het aandragen van volstrekte onzin in de klimaatdiscussie om de belangen van de sector veilig te stellen. Het wordt tijd dat het publiek wakker wordt en haar electorale macht en invloed als consument aanwendt om de partijdige en onverantwoord besturende overheid paal en perk te stellen.

29 oktober 2008

Voor Nederlandse levensstijl zijn twee aardes nodig

VROM-rapport en Wereld Natuur Fonds steunen pleidooi Partij voor de Dieren

Minder vlees levert grote klimaatwinst op

PvddD Persbericht Den Haag, 29 oktober 2008-
Het vandaag gelekte rapport over de milieueffecten van de eiwitconsumptie in Nederland onderstreept het pleidooi van de Partij voor de Dieren dat het eten van minder vlees een belangrijke klimaatwinst op zal leveren. De onderzoekers stellen dat het gelijktijdig vervangen van vlees, zuivel en vleeswaren door plantaardige alternatieven zoals soja en andere peulvruchten grote besparingen oplevert. Niet alleen voor de uitstoot van broeikasgassen, maar ook voor het landgebruik en het waterverbruik. Het onderzoek is vorig jaar op verzoek van de Partij voor de Dieren door milieuminister Cramer geïnitieerd. De Partij voor de Dieren wil dat het kabinet met een spoedige reactie komt waarin zij aangeeft hoe zij de veelbelovende woorden in daden om zal zetten.

Vandaag kwam ook het Wereld Natuur Fonds (WNF) met het alarmerende bericht dat Nederlanders leven alsof ze twee aardbollen ter beschikking hebben. Nederland staat op de zevende plaats op de wereldranglijst voor vleesconsumptie, met gemiddeld 86 kilo vlees per persoon per jaar. De productie van vlees legt een groot beslag op de beschikbare landbouwgronden, de watervoorraad en de biodiversiteit, aldus het Living Planet rapport van WNF. Marianne Thieme heeft de regering vandaag via Kamervragen opgeroepen om net zoals bij de aanpak van de kredietcrisis daadkracht te tonen bij het aanpakken van de klimaatcrisis, natuurcrisis en voedselcrisis.

Marianne Thieme: “Het is al lang bekend dat er grote nadelen kleven aan het eten van vlees. De regering moet haar verantwoordelijkheid nemen en een meer plantaardig voedselpakket stimuleren. Het eten van vlees moet worden ontmoedigd. Het is moreel onaanvaardbaar dat wij willens en wetens zo’n grote aanslag plegen op de aarde. We benadelen met onze vleesconsumptie niet alleen het klimaat, de biodiversiteit en de allerarmsten in de wereld, maar leggen ook een grote hypotheek op de toekomst.”

Inmiddels zijn er al talloze onderzoeken verschenen over de negatieve effecten van vleesconsumptie. In 2006 kwam de wereldvoedselorganisatie FAO tot de conclusie dat de uitstoot van broeikasgassen uit de veehouderij met 18% veel hoger was dan de uitstoot van alle verkeer en vervoer (13%). Het wetenschappelijk bureau van de Partij voor de Dieren maakte in 2007 de film Meat the Truth over de effecten van de veehouderij op het klimaat, de beschikbaarheid van natuurlijke hulpbronnen en de biodiversiteit en ziet haar conclusies nu opnieuw bevestigd.

In juni bleek al dat het kabinet werk wilde maken van het verduurzamen van de eiwitproductie, maar tot concrete maatregelen kwam het nog niet. In september presenteerde het Planbureau voor de Leefomgeving het rapport ‘Vleesconsumptie en klimaatbeleid’ waarin de klimaatgevolgen van verschillende scenario’s met verminderde vleesconsumptie zijn doorgerekend. En ook Rajendra Pachauri, voorzitter van het International Panel on Climate Change (IPCC) en winnaar van de Nobelprijs voor de vrede, heeft begin september opgeroepen om tenminste één dag in de week geen vlees meer te eten omdat het een relatief makkelijke manier is om de broeikasgasemissies drastisch terug te dringen en andere milieuproblemen aan te pakken.

De Partij voor de Dieren is verheugd dat meer en meer belangrijke adviesorganen de boodschap om minder vlees te eten bevestigen en aanvullen. Marianne Thieme: “Al deze rapporten zijn een erkenning van ons werk. De wetenschappelijke feiten over de negatieve effecten van de vleesconsumptie zijn niet langer te negeren. We verwachten binnen nu en een jaar een grote doorbraak waarbij steeds vaker zal doorklinken dat het eten van vlees niet meer zo vanzelfsprekend is. In elk geval zal een zichzelf respecterende overheid niet langer reclame kunnen maken voor de consumptie van vlees en zuivel zoals op dit moment nog met miljoenenbudgetten gebeurt.”

01 juli 2008

Heilige koeien

Zowel fervente automobilisten als verstokte vleeseters kunnen nogal verbolgen reageren als ze worden gewezen op de schadelijke gevolgen die hun overmatige autogebruik of vleesconsumptie heeft voor de wereld waarin we leven. Hoe we ons verplaatsen, hoe vaak en hoe ver, wat we eten en hoeveel: het lijken onaantastbare rechten, het zijn persoonlijke vrijheden. Wie deze heikele onderwerpen aansnijdt, maakt zich niet populair.

Echter, de ‘heilige koe’ op ons bord blijkt het milieu nog zwaarder te belasten dan die op onze oprit. Zelfs Wageningen Universiteit – met zeven door de zuivel- en vleesindustrie gesponsorde professoren – heeft na maandenlang rekenen, en nog eens rekenen, met zichtbare tegenzin toegegeven dat de cijfers en conclusies van ‘Meat the Truth’, de door Marianne Thieme (PvdD) gemaakte aanvulling op de klimaatfilm van Al Gore, kloppen als een zwerende vinger. De veehouderij produceert wereldwijd meer broeikasgassen dan al het verkeer en transport bij elkaar en legt een onevenredig groot beslag op de beschikbare landbouwgrond en drinkwatervoorraden. De vleesproductie is bovendien een drama voor de wereldvoedselverdeling, omdat er véél meer kilo’s plantaardige eiwitten (soja en granen) in de magen van ‘productiedieren’ verdwijnen dan het aan kilo’s vlees oplevert.

Hoe leg je uit aan de bewoners van een Polynesisch eiland dat langzaam maar zeker onder de zeespiegel verdwijnt, aan een moeder in Ethiopië die geen eten heeft voor haar kinderen, of aan de Amazone-indianen die uit hun leefgebied worden verdreven door de sojagiganten die ons veevoer produceren, dat wij hén alles ontnemen omdat wij zélf menen recht te hebben op onze persoonlijke vrijheden? Het scheelt dat we hen niet in de ogen hoeven te kijken. En ach, die slordige 500 miljoen dieren die er jaarlijks in Nederland doorheen worden gejaagd in de bio industrie: ‘we’ hebben allang besloten dat we hen geen uitleg verschuldigd zijn.

Daniëlle Hutter, Lemmer

11 december 2007

Biefstuk of auto laten staan?

CO2 is het belangrijkste broeikasgassen dat wereldwijd wordt uitgestoten en bijdraagt aan de opwarming van de aarde. Wat minder bekende broeikasgassen zijn methaan (CH4) en lachgas (N2O). Hoewel er wereldwijd minder van deze gassen worden uitgestoten dan CO2 blijken ze wel degelijk van grote invloed op de opwarming van de aarde. Methaan en lachgas hebben per gram een veel groter klimaateffect dan CO2. Methaan is 21 keer sterker dan CO2 en lachgas maar liefst 310 maal.
In Nederland wordt ongeveer de helft van de uitstoot van methaan en lachgas door de landbouw (9 megaton methaan en 9 megaton lachgas). Methaanuitstoot komt vooral door spijsvertering van koeien en andere herkauwers en door mestopslag. Lachgas wordt veroorzaakt door het gebruik van mest op het land, het in de wei lopen van koeien en door het vrijkomen van stikstof uit mest.
De regering heeft in het klimaatprogramma Schoon en Zuinig voor de komende kabinetsperiode als doel gesteld dat de helft van deze emissie uit de veehouderij gereduceerd dient te worden. Hiervoor wordt vooral geïnvesteerd in technologische oplossingen zoals emissie-arme huisvesting voor koeien en andere voersamenstelling. Gevolg: nog meer koeien op stal en nog minder koeien in de wei. Ook wordt gewerkt aan technologische oplossingen zoals vuistgrote pillen voor de koeien die de boeren en scheten minder schadelijk zouden moeten maken.

Laten we daarom de biefstuk en/of de auto staan?

Leeswijzer


Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom.
Klik hier voor de laatste bijdragen op dit blog
.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.
Kijk op ook Facebook voor onze reactie op de actualiteit.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.