Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.
Posts tonen met het label milieu. Alle posts tonen
Posts tonen met het label milieu. Alle posts tonen

30 juni 2010

PBL vraagt de overheid om aandacht voor de kwaliteit van de leefomgeving

Maatregelen om het welzijn van dieren te verbeteren kunnen negatieve gevolgen hebben voor het milieu, stelt het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) 9 juni 2010 in een rapport over tien jaar veehouderij in ons land.
De uitstoot van fijnstof is sinds 2004 weer gestegen, doordat pluimveehouders overschakelden op scharrelkippen, aldus het rapport. Bovendien produceren diervriendelijke houderijsystemen niet alleen meer fijnstof, maar vaak ook meer ammoniak. Ook het voerverbruik is hoger, waardoor meer landbouwgrond nodig is om het voer te produceren. Dat kan ten koste gaan van milieu en natuur elders.
Het PBL vindt dat de overheid deze strijdigheid aan de orde moet stellen en zo nodig een keuze moet maken. Dat geldt ook voor de vraag in hoeverre export ten koste mag gaan van de kwaliteit van de leefomgeving hier.
Tot zover het PBL.
De uitstoot van fijnstof en ammoniak van diervriendelijke houderijsystemen is alleen een probleem wanneer er grote hoeveelheden dieren worden gehouden. In dat kader is het terecht dat het PBL de overheid oproept om een keuze te maken ten aanzien van de export in relatie tot de kwaliteit van de leefomgeving in Nederland. Het is helder dat de overheid het beste kan streven naar een kleinere omvang dier(on)vriendelijke houderijen. Nu worden er in ons land 3x zo veel dieren gehouden als in eigen land worden geconsumeerd. Die overkill gaat ten koste van de kwaliteit van de leefomgeving.

21 april 2010

Varkenssector veroorzaakt voor meer dan 1,5 miljard euro maatschappelijke kosten per jaar

Persbericht Amsterdam, 21 april 2010 - Het instituut voor Milieuvraagstukken van de Vrije Universiteit heeft in opdracht van de Nicolaas. G. Pierson Foundation onderzoek gedaan naar de hoogte van werkelijke prijs van varkensvlees indien alle maatschappelijke kosten zouden worden meegerekend. In de studie zijn de milieueffecten van varkensvlees gekwantificeerd in de categorieën klimaatverandering, dierenwelzijn, biodiversiteit en dierziektes. Omdat niet alle effecten zijn meegenomen in de berekening kan de geschatte prijs nog steeds worden beschouwd als een onderschatting.

De totale maatschappelijke kosten voor conventioneel varkensvlees worden geraamd op minimaal €2,32 per kilo op een gemiddelde consumentenprijs van €6,69, ofwel 35%. Hierbij is dierenwelzijn de belangrijkste factor, gevolgd door biodiversiteit, klimaatverandering en dierziektes. Subsidies lijken een verwaarloosbaar kleine rol te spelen.

Voor biologisch varkensvlees zijn de maatschappelijke kosten naar schatting minimaal €1,26. Omdat de gemiddelde consumentenprijs van biologisch vlees minstens een kwart hoger ligt dan die van conventioneel vlees, zou de prijs dus €8,36 zijn. Dit betekent dat ook de maatschappelijke kosten van biologisch vlees dus minimaal 15% van de consumentenprijs bedragen. Klimaatverandering, biodiversiteit en dierziektes zijn hierbij de belangrijkste factoren.

Hoewel ook de ondergrens van de berekende maatschappelijke kosten onzekerheden bevat, betreft het totaal een conservatieve schatting. De totale jaarlijkse maatschappelijke kosten van in Nederland geslachte varkens bedroegen in 2008 minimaal €1,5 miljard per jaar, ofwel bijna €100 per Nederlander.

Dit onderzoekt toont wederom aan dat consumentenprijzen zelden een goed beeld geven van de werkelijke kosten die gemaakt worden om het product in de schappen te krijgen. Prijzen dekken vaak wel de directe kosten van productie maar negeren over het algemeen de maatschappelijke kosten van het product omdat deze meestal ongemerkt worden afgewenteld op het milieu. Zouden dit soort kosten wel worden meegenomen in de prijs, dan zou de consument aanzienlijk meer moeten betalen voor hun boodschappen en zodoende minder schadelijke producten kopen.

Een gebruikelijke manier om maatschappelijke kosten in prijzen op te nemen is het heffen van belastingen. Zo’n belasting zou het falen van de markt door het bestaan van maatschappelijke kosten kunnen corrigeren. In het geval van conventioneel varkensvlees zou het tarief van de belasting gemiddeld minimaal €2,32 moeten bedragen, dat is 35% van de consumentenprijs. Een verhoging van het BTW-tarief van 6% naar 19% – voorgesteld door VROM-topambtenaar Bernard ten Haar voor de Studiecommissie Belastingstelsel – is in ieder geval onvoldoende om alle maatschappelijke kosten te internaliseren.

Het volledige rapport is te downloaden op www.ngpf.nl en op www.partijvoordedieren.nl

10 april 2010

Is intensieve veehouderij milieuvriendelijk?

In de intensieve veehouderij worden veel dieren in een kleine ruimte bij elkaar gehouden. Omdat de mest wordt verzameld kan er invloed op worden uitgeoefend waar deze weer in het milieu teruggebracht wordt. Zouden alle dieren buiten lopen op een relatief klein terrein dan zou de natuur de belasting van hun mest niet aankunnen. Uit deze omstandigheid zou je kunnen concluderen dat de intensieve veehouderij het milieu minder belast dan diervriendelijkere veehouderij systemen waarbij de dieren in de wei lopen. Echter, de vergelijking gaat mank, want de huidige intensieve veehouderij houdt juist zoveel dieren het gehele jaar in de stal omdat zij een markt wil bedienen die veel groter is dan de veehouderij, gericht op de eigen regio, vroeger deed. Zou ons land net zoveel landbouwhuisdieren huisvesten als voor de Nederlandse voedselvoorziening nodig is, dan kan het milieu de mest gemakkelijk op een natuurlijke manier verwerken, vooropgesteld natuurlijk wanneer de boeren zich zouden houden aan het maximaal hoeveelheid dieren die een weide aankan.
Ons land wil graag via de export zoveel mogelijk vlees en zuivel op de buitenlandse markt afzetten. Om de veestapel te kunnen voeden moet het voer uit andere delen van de wereld worden aangevoerd en mag de mest niet meer volledig als bemesting over het eigen land worden uitgereden. Dit maakt dat het platteland steeds meer een industrieel karakter krijgt, waarbij voor mensen buiten de agrarische sector weinig meer valt te beleven. Het wordt er steeds minder aantrekkelijk, zelfs ongezond om te wonen.
Het is de vraag hoe lang burgers nog zullen toestaan dat zo’n groot deel van de beperkte ruimte in ons land wordt gebruikt voor exportdoeleinden, waarvan die burger zelf nauwelijks voordeel heeft. Het enige voordeel dat een consument heeft is dat vlees en zuivel goedkoper zijn dan wanneer er op een kleinschaliger en dier- en milieuvriendelijker manier dieren worden gehouden. Dat financiële voordeel van een lagere prijs in de schappen wordt ruimschoots teniet gedaan door de indirecte financiële nadelen en bedreigingen van de gezondheid en beleving van het landschap.
Het is natuurlijk in theorie denkbaar dat de Nederlandse politiek zou besluiten om de exportbelangen van de agrosector op te geven en de vlees- en zuivelproductie toch in handen te geven aan de intensieve veehouderij. Dan zou een handvol boeren de nationale behoefte kunnen dekken. Dan zouden er in wat afgelegen gebieden een paar megastallen over kunnen blijven. Maar het is veel aantrekkelijker voor boer, burger en dier om in ons land een veestapel te onderhouden die net groot genoeg is om de nationale voedselbehoefte te dekken en te laten leven in omstandigheden waarbij zowel de dieren een goed leven zouden leiden als dat buitenstaanders en omwonenden zouden kunnen genieten van een extensievere teelt in de wei.
Ook weidevogels hebben daar belang bij. Nu hebben de boeren het te druk met het voeren van hun grote veestapel om af en toe van de trekker te stappen om een nest te beschermen. LNV reageert hierop door die gebieden waar de boeren daartoe nog wel bereid zijn te steunen en de dieren in de overige gebieden vogelvrij te verklaren.
Het lijkt een dier- en milieuvriendelijk beleid, maar het is allemaal om de aandacht af te leiden van de werkelijke problemen die de grootschaligheid als gevolg van economisch hebzucht veroorzaakt.

11 februari 2010

Meld landbouwmythen bij de site van Natuur en Milieu

Een groot deel van Nederland wil een duurzamer en diervriendelijker landbouw, die gezond en duurzaam voedsel produceert. Om dit te bereiken zal de landbouwsector de komende jaren flink aan de slag moeten. Politieke leiders en landbouwvoormannen verschuilen zich echter achter hardnekkige mythen om verduurzaming tegen te gaan. Op deze wijze wordt de sector een hand boven het hoofd gehouden.

Natuur en Milieu wil dat de discussie over landbouw en voedselproductie gevoerd wordt op basis van feiten en wil deze mythen doorprikken. We houden de komende tijd het landbouwdebat nauwlettend in de gaten en signaleren mythen die de feiten vertroebelen.

We roepen iedereen op om voorbeelden te sturen waarbij feiten worden verdraaid ten gunste van de huidige landbouwpraktijk. Daarnaast is de brochure Wat de boer niet kent uitgekomen, dat vijf mythen weerlegt. Ons toekomstbeeld omschrijven we in de brochure Schoon, eerlijk en waardevol.

Een aantal voorbeelden van mythen zijn:
1. Economische positie landbouw
2. Landbouw voedt de wereld
3. Landbouw is goed voor landschap (en milieu)
4. Klimaat
5. De Nederlandse landbouw is groener dan elders
6. Rol van de consument
7. Andere opmerkingen

Tot zover Natuur en Milieu.

Verdraaiing van de waarheid of het geven van de halve waarheid is de agrosector niet vreemd. Klik hier of op onderstaand label "demagogie" voor vele voorbeelden.

24 december 2009

Biodiversiteit in Natura 2000 gebieden bedreigd door intensieve veehouderij

Uit het persbericht van LNV van 23-12-2009
Minister Gerda Verburg van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) heeft over 18 Natura 2000-gebieden de definitieve aanwijzingsbesluiten genomen. Het gaat om Deelen, Wijnjeterper Schar, Elperstroomgebied, IJsselmeer, Markermeer & IJmeer, Zwarte Meer, Ketelmeer & Vossemeer, Veluwerandmeren, Eemmeer & Gooimeer Zuidoever, Oostvaardersplassen, Lepelaarplassen, Schoorlse Duinen, Coepelduynen, Donkse Laagten, Oudeland van Strijen, Oosterschelde, Westerschelde & Saeftinghe en Ulvenhoutse Bos.
Door de aanwijzing wordt duidelijk welke kwetsbare natuurwaarden in de gebieden bescherming krijgen. Het gaat onder meer om de bescherming van moerasgebieden die belangrijk zijn als broedgebied van moerasvogels, zoetwatermeren die van groot belang zijn voor veel watervogels, beekdalen, duinen en een grootschalig getijdenlandschap met een grote mate van natuurlijkheid. In de volgende fase, bij het opstellen van het beheerplan, wordt duidelijk welke maatregelen er nodig zijn om de kwetsbare natuur te beschermen.
Natura 2000 De natuur houdt niet op bij de grens. Het is onderdeel van een groter geheel. Daarom zijn er door de lidstaten van de Europese Unie regels opgesteld om de natuur te beschermen. Het gaat om de Vogel- en Habitatrichtlijn. De Vogel- en Habitatrichtlijn beschermen Europa’s natuurparels, de zogenoemde Natura 2000-gebieden. Stuk voor stuk gebieden met bijzondere planten en dieren. Ook minister Verburg wil voorkomen dat de natuur steeds eenvormiger wordt en dat bijzondere soorten verder in aantal afnemen. Uiteindelijk worden in Nederland 162 Natura 2000-gebieden definitief aangewezen.
Tot zover het persbericht.

De eenvormigheid die de minister van LNV wil voorkomen wordt deels veroorzaakt door depositie (neerslag) van ammoniak afkomstig uit stallen van intensieve veehouders. Deze stallen hoeven daarvoor niet heel dichtbij de natuurgebieden te staan. De ammoniak zorgt ervoor dat zuurminnende planten de overhand krijgen in natuurgebieden waardoor de oorspronkelijke vegetatie verschrompelt.
Boeren uit de omgeving van Natura 2000 gebieden dringen er op aan om de normen te versoepelen, zodat zij niet beperkt worden in het aantal dieren dat zij willen houden. Daarnaast zeggen zij de ammoniakuitstoot via luchtwassers te kunnen beperken. Maar omdat luchtwassers energie kosten, snel een verminderde werking hebben en de overheid niet controleert hoe groot de uitstoot van individuele bedrijven is, komt er toch meer vrij dan op papier wordt ingeschat. Daarnaast zetten veel boeren hun luchtwassers uit om energie te besparen.

18 augustus 2009

Maaibeleid maakt slachtoffers

Jan van der Meer is projectleider IVN-opleiding Noord Nederland, maar ook onbezoldigd boa bij de AID en toezichthouder voor landschapsbeheerder It Fryske Gea. Simon Bijlsma is senior beleidsmedewerker ecologie bij de Friese Milieufederatie.

In het het vakblad voor handhavers op het gebied van Dier en Milieu, augustus 2009/4 een vraaggesprek met hen in het kader van de voorlichtingscampagne Roofvogels in Beeld. Hieruit een fragement.

Van der Meer: "Het huidige moderne boerenbedrijf, dat rendabel moet zijn, kan eenvoudig weg geen rekening houden met weidevogels. Rond mijn eigen woonplaats geven de vogelwachters aan dat de weidevogelstand met 90% is afgenomen. Dit jaar zag ik zelf op een perceel vierentwintig nesten gemarkeerd. Vervolgens was er een loonbedrijf een paar nachten aan het werk en er was niets meer over van de nesten. Opvallend was dat er vervolgens in het verslag van de vogelwacht stond dat in het bewuste perceel tweeëntwintig nesten waren gepredeerd! Van der Meer vervolgt: in plaats van de huidige landbouwmethodes als belangrijkste oorzaak van de achteruitgang aan te wijzen, geeft men de predatoren de schuld. Er zijn kennelijk boeren die er belang bij hebben om de aandacht op de roofvogels te vestigen, zo blijven ze zelf verschoond van kritiek."
Bijlsma vult aan: "Zo is er ook een economisch motief aan te wijzen voor een deel van de vervolgingsgevallen, namelijk de subsidies in het kader van weidevogelbeheer. Natuurlijk pakt een buizerd naast muizen en vele tientallen andere prooisoorten ook wel eens een jonge kievit of grutto, zonder dat dit van grote invloed is op de weidevogelstand in Friesland. Resultaatbeloning eenzijdig gericht op weidevogels werkt binnen het agrarisch weidevogelbeheer helaas roofvogelvervolging in de hand. Een beloning op basis van de inspanning die de boer levert gericht op het behoud en versterken van integrale natuurwaarden -waartoe ook roofvogels behoren- zou een veel betere zijn."

Tot zover het interview.

Elders in het blad het verslag van het proces-verbaal van een boer die (deels op tijd) werd gestopt bij het rücksichtslos maaien terwijl er vogels broeden in het gras.

04 juni 2009

Melkplas groeit

Wim Thus, afdelingsdirecteur landbouw van Rabobank Nederland, meldt in het Agrarisch Dagblad dat het niet ondenkbaar is dat het aantal melkveehouders de komende vijf jaar halveert van 20.000 tot 10.000. Thus constateert dat de slechte melkprijs ondernemers in moeilijkheden brengt, maar dat er toch flink wordt geïnvesteerd in stallen, dieren en melkquotum.

Merkwaardig zijn de volgende twee constateringen.
Een kleinere sector is volgens Thus niet per definitie slecht, aangezien een fors aantal nu nog hobbymatig dieren houdt. Daar komt bij dat schaalvergroting in landen als Brazilië de Nederlandse sector dwingt tot een antwoord.
Tot zover het AGD.

Bovenstaande redenering leidt tot de conclusie dat het Europese beleid tav de melkveehouderij niet effectief en duurzaam is: een groeiende melkplas leidt tot mest- en milieuproblemen en tot problemen in het dierenwelzijn. Daarnaast verdienen de boeren te weinig. Er is dus eigenlijk bijna niemand die belang heeft bij deze situatie of het moet de bouwsector zijn, die de stallen levert.
Zelfs als bovenstaande zaken je niet interesseren dan is er nog het volbouwen van het platteland met grote stallen, dat het landschap lelijker maakt.

Klik hier om meer te lezen over het (afschaffen van het) melkquotum.

10 december 2008

Alleen gezond verstand kan uitbreiding melkquotum tegenhouden

Agriholland kopt het volgende.
'Berekeningen CLM-rapport staan uitbreiding melkquotum niet in de weg'.

Citaat:
Het CLM (Centrum voor Landbouw en Milieu) concludeert weliswaar dat een uitbreiding van het melkquotum negatieve gevolgen voor natuur, klimaat en dierenwelzijn heeft, maar daarbij is het CLM in haar scenario’s uitgegaan van ongewijzigd beleid van overheidszijde. Daarvan is echter geen sprake. Dat schrijft minister Cramer van Milieu mede namens haar collega Verburg van LNV in een brief aan de Tweede Kamer.

Tijdens het Algemeen Overleg van 26 november bleek er in de Tweede Kamer onduidelijkheid te bestaan over de percentages verruiming in de melkquota tot 2015 in relatie tot de berekeningen in het CLM-rapport. Daarin stelde het CLM dat het verhogen van de melkproductie tot meer uitstoot van broeikasgassen en hogere emissies van ammoniakgassen leidt.

Zoals in de aanbiedingsbrief bij het CLM-rapport is aangegeven, streven Verburg en Cramer naar een in alle opzichten duurzame veehouderij met een breed draagvlak in de samenleving. Verburg maakt in het traject daar naar toe afspraken met de sector. Eén van de uitgangspunten daarbij blijft dat een duurzame melkveehouderij zal moeten voldoen aan de vastgestelde milieueisen en afgesproken milieudoelstellingen.
Tot zover Agriholland.

Voor de goede verstaander: de huidige ontwikkelingen naar schaalvergroting waarbij nog meer dieren op stal blijven en kleine boeren, die dieren nog wel buiten laten lopen, verdwijnen, maakt het mogelijk dat op een bepaalde manier strategisch geformuleerde milieudoelstellingen nog wel kunnen worden gehaald. Maar dat gaat ten koste van dierenwelzijn: koeien komen niet meer in de wei en blijven het jaarrond binnen. Ook het landschap wordt verziekt door de bouw van megastallen die in feite enorme fabrieksruimtes zijn.
Ook de wijze van opvang en verwerking van mest uit de stallen maakt het mogelijk om politiek te schuiven in de belasting van het milieu.

Klimaateffect is vooral te verwachten van broeikassen en vlees- en zuivelconsumptie. Een verhoogde melkproductie gaat samen met verhoogde productie van broeikasgassen als methaan. Niet elke scheet van een koe komt terecht in een vergassingsinstallatie, maar draagt wel bij aan de opwarming van de aarde.
Waarom zou ons land meer zuivel moeten produceren dan we zelf afnemen?
Waarom moeten de melkveehouders uit Nederland produceren voor een wereldmarkt met producten die een mens niet eens nodig heeft als basisvoeding?
Waar zit het gezonde verstand van de zittende politici? Vermoedelijk in hun portemonnee.

Klik hier om meer te lezen over het (afschaffen van het) melkquotum.

Staakt het vuurwerk ook omwille van de dieren en het milieu

Ieder jaar heeft het afsteken van dit vuurwerk weer ernstige gevolgen voor de gezondheid van mens, dier en milieu.
De Stichting Staakt het vuren meldt:
Wist u dat bij de jaarwisseling 2007-2008 :
  • Meer dan 1.100 gewonden zijn geregistreerd?
  • Er ongeveer 1.500 arrestaties zijn verricht?
  • De brandweer alleen al in Den Haag 800 keer is uitgerukt?
  • In 22 scholen brand is gesticht en enkele scholen in vlammen zijn opgegaan?
  • De uurconcentratie van fijnstof in de lucht op de ochtend van 1 januari 20 keer de maximaal toegestane hoeveelheid bedroeg?
  • Naar schatting voor minimaal 500 miljoen euro aan schade is veroorzaakt?
  • Er grote problemen zijn met de veiligheid rondom opslag en verpakking van vuurwerk?

En wist u dat :
  • De laatste jaren 600 jongeren en kinderen een ernstig oogletsel hebben opgelopen als toeschouwers bij het afsteken van vuurwerk?
  • Er gemiddeld per jaar één à twee doden vallen door consumentenvuurwerk?
Tot zover de Stichting.
Meer over de gevolgen voor dieren van het afsteken van vuurwerk via deze link.

17 november 2007

Nederlanders willen dat overheid milieumaatregelen neemt

70 procent van de Nederlanders wil dat de overheid de milieuproblemen oplost. Daarom werkt vrijwillige gedragsverandering niet, volgens het Milieu- en Natuurplanbureau (MNP).

Nederlandse burgers hebben gelijk als zij vinden dat de overheid vrij simpel milieuproblemen kan oplossen. De conclusie zou beter kunnen luiden: “alleen vrijwillige gedragsverandering zal milieuproblemen niet oplossen”.

Het instituut, dat zijn tweede Duurzaamheidsverkenning presenteerde, bepleit bijvoorbeeld meer heffingen op vlees en milieunormen voor auto's.
Volgens de verkenning is de aarde overbelast, de consumptie (in het Westen met name de aanschaf van luxe) zal wereldwijd toenemen. Ook in Nederland. De onderzoekers stellen dat de vervuiling vooral te maken heeft met inkomensgroei, dus niet met bijvoorbeeld het ontbreken van 'milieubesef’.

Deze nadere toelichting maakt duidelijk dat wanneer de overheid de consumptie van vlees duurder maakt en eisen stelt aan auto’s dat onze samenleving vrij simpel duurzamer is te maken. Dat moet je natuurlijk niet overlaten aan individuele burgers.

Zie ook: 100% biologische landbouw is mogelijk in Nederland

Leeswijzer


Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom.
Klik hier voor de laatste bijdragen op dit blog
.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.
Kijk op ook Facebook voor onze reactie op de actualiteit.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.