Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.
Posts tonen met het label onderzoek. Alle posts tonen
Posts tonen met het label onderzoek. Alle posts tonen

08 juli 2009

De Staat van het Dier, oftewel dierenwelzijn gemeten

Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) laat op aandrang van de Tweede Kamer het dierenwelzijn en de dierengezondheid meten. Nederland is daarmee het eerste Europese land die dat doet. Jaarlijks gaat LNV het rapport ‘De Staat van het Dier’ uitbrengen. De eerste editie verschijnt in februari 2010.
In rapport 221 van de Animal Science Group uit Wageningen zijn de ambities van het LNV te lezen:

Nota Dierenwelzijn
De ambitie is, dat de samenleving de komende jaren:
• meer inzicht krijgt in en respect ontwikkelt voor het natuurlijk gedrag en de daaraan gerelateerde behoeften van dieren in hun omgeving; en
• haar omgang met en de wijze van houden van dieren daar op aanpast, inclusief het aankoopgedrag van dieren en dierlijke producten. De Nederlandse samenleving zal qua dierenwelzijn in de Europese voorhoede opereren.

Deze ambitie wil het kabinet in 15 jaar realiseren via de volgende vijf lange termijn doelstellingen, te weten:
1. Het perspectief van het dier is leidend bij de inrichting van stallen en de bedrijfsvoering, zonder dat andere aspecten als economie, milieu, diergezondheid, voedselveiligheid en arbeidsomstandigheden uit het oog worden verloren.
2. Gehouden dieren kunnen behoeften, voortvloeiend uit hun natuurlijk3 gedrag, uiten en krijgen daglicht, hebben voldoende ruimte en ondergaan geen fysieke ingrepen als gevolg van de wijze van houden.
3. Gehouden dieren zijn in principe zichtbaar voor burgers, ofwel in het landschap, ofwel op het bedrijf.
4. Houders van hobby) en gezelschapsdieren beschikken over voldoende kennis, informatie en ondersteuning om hun verantwoordelijkheden te nemen bij de aankoop, huisvesting en verzorging van de dieren en handelen hiernaar.
5. Consumenten beschikken over voldoende kennis informatie en ondersteuning om in redelijkheid een afweging te kunnen maken bij hun aankoop van dierlijke producten wat dierenwelzijn betreft.

De Nota Dierenwelzijn gaat voor dierenwelzijn uit van de ‘Vijf vrijheden’ als aangegeven door de Commissie Brambell. Deze vijf vrijheden:
1. Vrij van honger, dorst of onjuiste voeding
2. Vrij van thermaal en fysiek ongerief
3. Vrij van pijn, verwonding of ziekte
4. Vrij van angst en chronische stress
5. Vrij om soorteigen gedrag te uiten
worden wereldwijd als uitgangspunt voor dierenwelzijn gehanteerd. Lastig is, dat ze als zodanig niet zijn geoperationaliseerd en er dus geen eenduidige indicatoren voor bestaan. Intuïtief zijn ze goed te interpreteren, maar elke diersoort heeft in elke levensfase een eigen specifieke invulling.

Tot zover rapport 221.

De opmerking dat “het lastig is dat de vrijheden niet zijn geoperationaliseerd” moet zo worden gelezen dat de sector het maar al te comfortabel vindt dat niemand het ontbreken van de vrijheden in de praktijk als juridische onderbouwen kan aandragen voor de rechter om de bio-industrie te laten verbieden. Consumenten voelen op hun klompen aan (“kunnen intuïtief goed interpreteren”) dat het niet klopt in de intensieve veehouderij.
Het gebrek aan onomstotelijk bewijs over het ontbreken van dierenwelzijn maakt dat de agrosector voorlopig haar gang kan blijven gaan en nog lang zelfs het doen van onderzoek naar dierenwelzijn kan gebruiken om tegenstanders aan het lijntje te houden.
De vijf vrijheden hebben evenveel met welzijn als met grondrechten te maken. En deze constatering zou ogenblikkelijk moeten leiden tot inperking van de omvang van de intensieve veehouderij.

20 januari 2009

Openbare bespreking dierproeven

Het ministerie van LNV te Den Haag organiseert op gezette tijden openbare hoorzittingen over vergunningaanvragen voor dierproeven, waarbij genetische manipulatie betrokken is. Dit is de enige gelegenheid in Nederland om bijzonderheden te weten te komen over dierproeven, in een rechtstreekse discussie met onderzoekers en ambtenaren.
Vergunningaanvraag, deskundigenadvies en ontwerpbesluit van de minister staan die avond ter discussie.

Openbare besprekingen van dierproefaanvragen – het blijft iets bovennatuurlijks. Op zo’n avond bijvoorbeeld rijden treinen en bussen ineens op allemaal tijd en sluiten ze op elkaar aan. Er zijn ineens geen files. Dierenvrienden trotseren regen, wind en duisternis om er maar bij te zijn. Nou ja, geen honderden hoor, of tientallen. Het was meer zo dat iedere grote stad in de regio zijn dierenvriend(in) had gestuurd. Alleen die uit Utrecht was thuisgebleven. En dan waren er nog enkele naburige dorpen vertegenwoordigd. Het blijft een eigenaardig fenomeen dat je voor straatacties meer mensen op de been krijgt dan voor huiskameracties. Mensen schreeuwen blijkbaar liever. Is er misschien toch een soort angst voor de rechtstreekse confrontatie met echte onderzoekers? Die mensen zelf hebben daar geen last van, althans voor zover ze niet geïntimideerd of bedreigd worden. De wetenschappelijke wereld leeft nu eenmaal van kritiek en debat.

Haagse organisaties als Dierenbescherming en Proefdiervrij nemen de bescherming van (proef)dieren al jaren niet meer serieus. In 2002, ten tijde van de eerdere vergunningaanvraag (F06), waren ze er nog bij, en hadden ze ook nog schriftelijke bedenkingen (tegenwoordig: ’zienswijzen’) ingediend. Maar daarna hebben ze het opgegeven. (Wat hebben ze niet opgegeven?!) Proefdiervrij publiceert alleen nog de kennisgeving van het ministerie op haar website. Maar verder wil ze er niets mee te maken hebben.

Van de deelnemers aan die vorige bijeenkomst, op 16 juli 2002, waren vanavond alleen de heer Schroten, voorzitter-CBD, en ikzelf aanwezig.

Dit zijn avonden waarop je probeert de waarheid over dierproeven boven tafel te krijgen. Want de procedure mag dan openbaar zijn, - niemand gaat ervan uit dat de aanvraag echt gelezen wordt, en de adviescommissie-CBD wel het allerlaatst. Die interesseert het al net zo weinig als de Hagenaars van LNV. De aanvraag wordt niet eens op de website geplaatst; wèl het - positieve - CBD-advies, en het ontwerpbesluit tot vergunningverlening. Het begin van de manipulatie.

Gevolg is een pak papier dat meer verhult dan openbaart. Het wrange is dat een van de onderzoekers dat helemaal met me eens is. Ook hij vindt de gang van zaken een aanfluiting. Van een verantwoording naar de maatschappij is geen sprake.

Zo vindt ook hij dat bij vervolgaanvragen zoals de onderhavige, ’afgerekend‘ dient te worden. En wel zo precies mogelijk. Hoeveel (en welke) dieren heb je de afgelopen vijf jaar exact misbruikt en gedood? Wat zijn de resultaten van je proeven? Die dienen toch zodanig te zijn dat er een zeker perspectief in zit, een bepaalde vooruitgang, om een nieuwe vergunning aanvaardbaar te maken. Al die gegevens zijn beschikbaar maar er wordt niet naar gevraagd!

Noch door de adviescommissie-CBD noch door de pekinezen van LNV.

Daarom vraag ik er maar naar. Ik lees voor uit aanvraagformulier punt 14. De onderzoeker vraagt vergunning voor 120 muizen per jaar per lijn. De rest moet je zelf uitrekenen.

Dat is (bij 5 jaar en 20 lijnen): 120 x 5 x 20. Totaal: 12.000 muizen. Hierbij komen nog eens 3.600 muizen voor de genetische modificatie. Totaal: 15.600 muizen. In de aanvraag van 2002 stond vrijwel hetzelfde aantal. Dan zijn we dus al over de 30.000 muizen en dit onderzoek loopt maar liefst al sinds 1994. Vraag: wat krijgt de maatschappij daarvoor terug?

Consternatie bij de onderzoekers. Zo moet ik dat niet lezen. Hoe dan wel wordt mij niet echt duidelijk. Ben ik misschien verdwaald op een literaire bijeenkomst? Is dit de categorie ‘Lees maar, er staat niet wat er staat’ (Nijhoff)?

De onderzoeker wil vier experimenten per jaar doen met transiënte embryo’s. Ik vraag waarom vier. Dat weet ze niet. Ik help haar: bedoelt ze misschien veertien? Nee dat niet.

Bedoeling van deze experimenten is een besparing van 120 muizen. De adviescommissie neemt dit nadrukkelijk over. Niet vermeld wordt weer dat wanneer die besparing niet gerealiseerd wordt, dit 30 muizen extra het leven kost: per experiment, per jaar.

Er wordt gevraagd naar de persoonlijke motivatie van de onderzoeker tot het doen van deze proeven. Het antwoord komt zonder nadenken: ik doe het voor de lijdende mens. Een schoolvoorbeeld van een gotspe, want het onderzoek heeft niet het minste verband met ook maar enige toepassing.

Wat is het rendement van de afgelopen vijf jaar bijvoorbeeld?

Vijf tijdschriftartikelen
, bij de aanvraag genoemd. En dan nog alleen genoemd - niet eens beschreven. Zoiets wordt geaccepteerd door LNV/CBD. Intussen weer paniek bij de onderzoeker. Ze houdt nu een lijst met 30 artikelen omhoog. Is het misschien de bedoeling dat de burger die even gaat lezen?! Is er al eens iemand genezen door tijdschriftartikelen?

En zo kan ik doorgaan. De avond vliegt om. De voorzitter had de eindtijd netjes op negen uur bepaald. Maar het is nog te kort. Diverse andere kritische vragen heb ik niet kunnen stellen.

E.D.

23 december 2008

Boeren bekritiseren moet

De LTO-voorman Albert Jan Maat reageert op de maandag bekend geworden inkomensramingen 2008 voor tuinders en boeren. Uit de cijfers van LEI Wageningen UR bleek dat sterk stijgende kosten voor kunstmest, veevoer en ook elektriciteit ervoor zorgen dat veel agrarische ondernemers weinig tot niets overhouden. Het gemiddelde inkomen van de boer daalt daardoor in 2008 met ruim 40 procent.
De totale productiewaarde van de sector ligt in dit magere jaar nog op 23,5 miljard euro. In 2007 was dat 23 miljard.

Tot zover Maat in Trouw.

Een boer is niet snel tevreden: “als een boer niet klaagt, dan is hij ziek”. De productiewaarde van de sector steeg met een half miljard en dit resultaat wordt toch mager genoemd. Het zal wel meer zitten in de inkomensdaling van 40% die inderdaad groot is. Eigenlijk is de agrosector ziek, maar taai.
Echter de factoren die bij het boereninkomen een rol spelen, zullen ook in de toekomst een rol blijven spelen. Weliswaar is de olieprijs sterk gedaald, maar de verwachting is toch dat deze weer zal stijgen. Dit betekent dat de toekomstige inkomensverwachtingen somber zullen zijn.
Het wordt tijd voor een duurzame omslag in de landbouw. In Nederland zijn domweg teveel agrarische producenten die niet alleen gemist kunnen worden, sterker nog als zij zouden stoppen of emigreren zou dat in ons land veel milieubelasting en dierenleed schelen.
Toch is het imago van de Nederlandse boer ijzersterk. Vermoedelijk is dit het gevolg van een aantal zaken die hem meezitten:
• Veel mensen hebben boeren in de familie of zijn afkomstig van boeren. Zij hebben romantische herinneringen aan het boerenleven
• De moderne stal is gesloten en pottenkijkers zijn niet welkom. Veel mensen zullen nog nooit binnen geweest zijn in een legbatterij, pluimvee- of kalvermesterij of een melkveehouderij met meer dan 100 koeien of een varkensbedrijf. Open dagen voor het publiek worden georganiseerd in schijnbaar diervriendelijke bedrijven.
• Veel consumenten zijn naïef, de boerenlobby (in het parlement en in Brussel) sterk en de reclamemakers niet principieel. Bovendien denkt de consument te profiteren van de overproductie. Hij of zij realiseert niet dat de nadelen van de intensieve veehouderij worden afgewenteld op de belastingbetaler.

AgriHolland meldt over de verwachtingen van de boeren voor 2009:
Van de ondernemers vreest 45% belemmeringen op het gebied regels op het terrein van ruimtelijke ordening en milieu en op het terrein van gewasbescherming. Daarnaast noemt 53% nieuwe regels in het mestbeleid als bedreiging voor het bedrijf. Eén op de drie boeren ziet vernieuwing in het dierenwelzijnbeleid als een grote dreiging voor de bedrijfsvoering.
Tot zover AgriHolland.

Met andere woorden: veel boeren doen nu te weinig voor dierenwelzijn en milieu.

Het is niet nodig om medelijden te hebben met de agrosector. Analoog aan de oproep van PvdA voorzitter Ploumen in het integratiedebat wordt het tijd voor “een confrontatie en een compromisloze verdediging van de belangen van het dier en het milieu”. Laat als burger het landschap niet langer volbouwen met megastallen die overbodig zijn en waarbinnen dierenleed heerst.
Boeren bekritiseren mag.
Veeboeren bekritiseren moet.

Politierechter doet halfslachtig onderzoek naar lijden varkens

Hoe erg een varken lijdt tijdens transport en hoe groot de risico’s zijn voor dieren die gewond op transport gaan, kun je niet afleiden aan foto’s of door te gaan kijken bij het in- en uitladen van de varkens.
Zou een politierechter echt willen weten wat een varken doormaakt, dan moet hij meegaan in de vrachtwagen.
Dat was natuurlijk teveel gevraagd, vandaar de volgende uitslag van een zitting.

Zutphen, 22 december 2008 – De economische politierechter spreekt twee varkenshouders en een varkenstransporteur vrij.

Het Openbaar Ministerie beschuldigde de Gelderse varkenshouders Van de K. uit Wilp, B. uit Beemte en varkenstransporteur P. uit Wilp ervan dat ze een varken hebben laten vervoeren op “een zodanige wijze dat zij dat varken daardoor waarschijnlijk letsel of onnodig lijden berokkende”.

Vrijspraak
De economische politierechter oordeelt dat de inhoud van de in deze zaak beschikbare bewijsmiddelen niet toereikend is om het hiervoor genoemde, wettig en overtuigend bewezen te verklaren. De verdachten zijn op die grond vrijgesproken.

Schouw
De economische politierechter oordeelde op de zitting van 21 juli 2008 dat hij zich een beter beeld wilde vormen. Daarom was er 22 september 2008 een schouw van een varkenstransport. Dat begon bij één van de varkenshouders met het inladen van de varkens en eindigde bij het uitladen van de dieren bij een slachterij.

De Stentor meldde 22 juli:

De varkenshouders, Van de K. uit Wilp en B. uit Beemte, worden ervan beticht varkens op transport te hebben gesteld, terwijl dat gezien hun conditie niet had gemogen. Het ging in beide gevallen om één varken in grotere koppels die werden vervoerd door transporteur P. uit Wilp. De vraag was of de varkens te ziek waren om vervoerd te (mogen) worden. Controleurs bij het slachthuis constateerden gebreken - mank lopen en verwondingen - waarop de AIVD proces-verbaal opmaakte. De beide boeren en de transporteur meenden dat de varkens nagenoeg niets mankeerden toen ze de laadklep op gingen. Zo weinig in ieder geval dat de chauffeur niets opmerkte, temeer omdat het donker was en de varkens in koppels liepen. Dat de varkens hinkten bij het uitladen had te maken met vermoeidheid door het urenlange transport, aldus de boeren.

De officier van justitie meende dat uit de verklaringen van de controleurs bleek dat de varkens niet vervoerd hadden mogen worden. Zij eiste 900 euro boete tegen beide boeren en 2700 euro tegen de transporteur. De eis sloeg in als een bom. ,,Dit gaat alle proporties te buiten'', zei de transporteur. Rechter P. Brouns kon uit de gemaakte foto's niet afleiden hoe erg de 'verwondingen' waren. Alvorens uitspraak te doen wil hij ervaren hoe lastig het is om de conditie te beoordelen van een varken dat op de grens zit van wel/niet vervoeren.

Tot zover de Stentor.
Opvallend is de laatste zin: de rechter wil ervaren hoe lastig is om de conditie te beoordelen. Er staat niet dat hij geïnteresseerd is of een varken lijdt tijdens het transport.

Meer lezen over dierenleed tijdens ellenlange transporten? Klik hier.

22 december 2008

Illegale praktijken in Europa's varkenshouderij wijd verbreid

PERSBERICHT
Nijmegen, 22 december 2008.

Undercover-onderzoek onthult:
illegale praktijken in Europa's varkenshouderij wijd verbreid.

Illegale praktijken, zoals routinematig staartknippen, komen in de Europese varkenshouderij vaak voor en veel dieren leven onder erbarmelijke omstandigheden. Dat blijkt uit een grootschalig undercover-onderzoek door Compassion in World Farming, dat werd uitgevoerd in 60 varkenshouderijen in 5 EU-landen. Tijdens het onderzoek werd vooral gekeken naar routinematig staartknippen en de beschikbaarheid van afleidingsmateriaal in de stallen. De bezochte Nederlandse bedrijven scoorden op beide punten slecht.

Tijdens het onderzoek filmden cameramensen van Compassion in World Farming in 60 varkenshouderijen in 5 landen: Nederland, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Spanje en Hongarije. In nagenoeg alle stallen was het welzijn van de dieren slecht. De meeste zeugen (moedervarkens) werden gehouden in ligboxen: krappe kooien die zo smal zijn dat de dieren zich niet eens om kunnen draaien. De meeste mestvarkens werden gehouden in overvolle kale, vaak vuile hokken.

De onderzoekers zagen:
varkens waarvan de staart routinematig geknipt was. Dit is verboden in de EU. Op alle bezochte Nederlandse bedrijven kwam routinematig staartknippen voor. Van de bezochte landen scoort Nederland samen met Spanje op dit punt het slechtst.

Wijd verbreid gebrek aan afleidingsmateriaal. Aanwezigheid van afleidingsmateriaal is verplicht in de EU. Op 88% van de bezochte Nederlandse bedrijven was geen, of onvoldoende afleidingsmateriaal voor de varkens. Nederland scoort op dit punt -op Spanje na- het slechtst.

Wijd verbreid gebruik van ligboxen en kraamboxen voor zeugen. Deze systemen beperken de dieren ernstig in hun bewegingen en zijn (deels) nog toegestaan in de EU.
“De levensomstandigheden van de varkens in de verschillende landen verschilden niet veel”, aldus een van de onderzoekers. “De varkens zagen er onverzorgd uit, ze gedroegen zich agressief en ze hadden niets te doen. De vloeren waren kaal, er was weinig ruimte en de hokken waren vies. Het is vreselijk je voor te stellen dat het meeste vlees dat in supermarkten, slagerijen en restaurants verkocht wordt onder dergelijke omstandigheden wordt geproduceerd”.

Geert Laugs, campagnecoördinator van Compassion in World Farming Nederland zegt in een reactie: ”Het onderzoek laat zien wat industriële veehouderij doet met intelligente en zeer gevoelige dieren. De meeste varkens in de EU lijden onder de harde werkelijkheid van de bio-industrie”.

Het 6 maanden durende onderzoek is in omvang ongeëvenaard. Het doel ervan was een momentopname te maken van de varkenshouderij in Europa. Daartoe filmden de onderzoekers in willekeurige bedrijven in de belangrijkste varkensgebieden van Nederland, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Spanje en Hongarije.

Compassion in World Farming roept de EU op de naleving van haar eigen regels af te dwingen. “We willen dat er niet alleen op papier maar ook in werkelijkheid een eind komt aan het op grote schaal routinematig knippen van biggenstaarten en dat alle dieren stro en afleidingsmateriaal krijgen, zoals de wet voorschrijft. Bovendien willen we dat de EU haar wetten aanscherpt en het gebruik van krappe kooien voor zeugen helemaal verbiedt”, zegt Geert Laugs.

In 2009 staat een herziening van de Europese richtlijn voor het welzijn van varkens op het programma.

Compassion in World Farming dringt bij de EU aan op de volgende besluiten.
  • Een volledig verbod van het gebruik van ligboxen voor zwangere zeugen vanaf 2013. Deze krappe kooien, waarin de dieren zich niet eens kunnen omdraaien, mogen nu nog de gehele zwangerschap gebruikt worden en vanaf 2013 alleen nog gedurende de eerste 4 weken. Deze uitzondering moet verdwijnen, vindt CIWF.
    • Een verbod van kraamboxen.

    • Een verbod van pijnlijke ingrepen, zoals castratie en staartknippen.

    • Handhaving van het verbod op routinematig staartknippen.

    • Handhaving en verbetering van de verplichting varkens afleidingsmateriaal te geven.

    • Stro of vergelijkbare bedding voor alle varkens en een verbod van roostervloeren.
    • Meer ruimte voor mestvarkens.

CIWF heeft videobeelden van het undercoveronderzoek in uitzendkwaliteit beschikbaar:



Verslag van een onderzoeker.



31 oktober 2008

Verslag van een hoorzitting over bio-technologie

HOORZITTING-BIOTECHNOLOGIE 30-10-2008

Het was weer een heerlijk avondje Manipuleren.

De vorige keer was al een half jaar geleden en menigeen die zich afvroeg of………. of er nog wel genetisch gemanipuleerd wordt. Aan de oproep voor de hoorzitting-biotechnologie gaf een ongekend groot aantal collega’s gehoor, uit alle windstreken.
De grootste verrassing kwam echter van professor Tjard de Cock Buning, die zelf lid geweest is van de adviescommissie (CBD) en nu met een groepje studenten van de VU de zitting kwam bijwonen. Ze moesten op stoelen tegen de muur zitten want aan tafel was geen plaats meer. Al met al een gezellig volle bak. Ook de nieuwkomers voelden zich vrij om opmerkingen te maken, vragen te stellen e.d..

Hèt onderwerp van de avond was natuurlijk de spierziekte van Duchenne. Maar omdat de andere aanvrager en z’n maat wat eerder weg moesten, werd zijn onderzoek eerst behandeld.
Dat is zo abject – daar wil je het eigenlijk niet eens over hebben. Een aanvraag van 3950 muizen voor het luie oog, al had de aanvrager liever dat je het wat groter zag. Nou goed dan, 7.000 muizen, vanaf 2000. Plus de belangrijke vraag – de 7.000 muizenvraag: hoe komt het dat de oudere mens niet meer zo makkelijk leert pianospelen?

In haar advies over deze aanvraag stelt de CBD drie keer dat de dieren geen schade aan gezondheid en welzijn zullen ondervinden. We hebben het dan – onder veel meer – over:
• Staartknip, onder narcose;
• Perfusie met paraformaldehyde, onder diepe narcose;
• Het dichthechten van een van de oogleden van vier weken oude muizen;
• Er wordt een venstertje geplaatst in de schedel, onder anesthesie;
• Dieren worden onder een microscoop geplaatst, onder verdoving.

Hierop zei de voorzitter van deze commissie: (geen schade….) “als gevolg van de biotechnische handelingen”.
Op zich correct, maar aangezien de biotechnische handelingen bij iedere aanvraag dezelfde zijn, hoeven we het dus vanaf nu niet meer te hebben over het lijden van de proefdieren.

Arnoud Koenen was ook weer eens van de partij. Hij kreeg van de voorzitter helaas geen gelegenheid een troefkaart uit te spelen. Hij vroeg namelijk aan de onderzoeker: “Als u één mensenleven zou moeten opofferen om hetzelfde te bereiken met bijv. 100.000 muizen, wat zou u dan doen?”
Dr. Levelt: “Ik vind een mensenleven belangrijker.”
Koenen (tegen mij): “En zo iemand is verantwoordelijk voor het lijden der dieren.”

Tegen de oorspronkelijke aanvraag heeft Proefdiervrij in 2002 geprocedeerd. Bij de vervolgaanvraag van vanavond was ze er weer niet.
Bestaat dat eigenlijk nog, Proefdiervrij? Dierenbescherming?

Duchenne

Het was voor mij wat moeilijk om aan te tonen dat dit onderzoek Russische roulette is, omdat ik de enige was die de oorspronkelijke aanvraag uit 2001 kende. Oorspronkelijk wilden de Leidenaren vooral onderzoek doen met de knock-out muis (zonder dystrofine-gen). En ze wilden experimenteel exon 46 skippen (d.i. laten overslaan in de aanmaak van het dystrofine-gen).
In de aanvraag van vandaag is daarvan niets meer terug te vinden: de Japanners waren de Leidenaren namelijk voor geweest met de knock-out-muis. In Leiden draait het nu ineens om de mdx-muis die eerder niet geschikt bevonden was. Van de 79 in aanmerking komende exons zetten ze nu maar eens in op nr. 51 in plaats van voorheen op nr. 46!

Ik ben blij dat ik geen kind met Duchenne heb.
Er waren overigens geen ouders van zulke kinderen aanwezig. Eigenlijk onvoorstelbaar.
Inderdaad zouden wij, zoals Jasper uit A’dam suggereerde, contact moeten leggen met de patiëntenvereniging. Dit niet overlaten aan de onderzoekers. Het geld voor onderzoek komt voor een deel van patiëntenverenigingen.

Jasper bracht ook de Commissieleden (en onderzoekers) nog even in het nauw met zijn vraag naar het getal 150, d.i. het aantal dieren om een genetische gemodificeerde muizenlijn te maken. “Nou” zei de CBD-voorzitter, “dat staat in het advies: een dekman, nog een dekman (gevasectomeerd), een donor, een draagmoeder.”
“Precies” zei ik, “en dat maakt 150.”

De beide onderzoekers probeerden op een andere manier zand in de ogen te strooien. De ene zei lachend dat dat aantal al jaren gehanteerd wordt – kennelijk zonder te beseffen dat dat de zaak alleen maar ernstiger maakt. De andere zei dat als de modificatie eerder slaagt, ze dan stopt. M.a.w. maak je niet toch druk!

Ja,- manipuleren kun je aan ze overlaten!

En zo ging het door, tot kwart voor tien. Marijke wees erop dat men wel probeert patiënten te genezen, maar niet de ziekte zelf aanpakt, d.w.z. bij de erfelijke drager ervan.
Prenataal onderzoek kan namelijk vaststellen of de vrouw drager is.
Het blijft dus dweilen met de kraan open.

De onderzoekster deed er - ongewild - nog een schepje bovenop. Op een vraag daarover zei ze dat een (eventueel) geneesmiddel voor de farmaceutische industrie niet of nauwelijks interessant is: de doelgroep is te klein en het zijn ook nog eens kinderen (wat medicatie nog bemoeilijkt).

E.D.

06 augustus 2008

Nederlandse grond bevat te veel dioxine

Het is wonderlijk hoe Wageningse wetenschappers om de hete brij weten te dansen. De grond in Nederland bevat door luchtvervuiling teveel dioxine. Wanneer je kippen buiten laat lopen dan komt die dioxine terecht in de eieren en daarmee in degene die deze eieren eet. Voor koeien gold dat (vroeger ook) bij weides onder de rook van oude vuilverwerkingsovens.
Dit feit is niet prettig voor die boeren en consumenten die graag zuivel eten van dieren die buiten lopen. Vandaar dat de boodschap heel omzichtig wordt gebracht.

Lees maar eens het onderstaande bericht in het Agrarisch Dagblad van 5 augustus 2008:

Het dioxinegehalte in biologische eieren is te beïnvloeden via het uitloopgedrag van de leghennen.

In combinatie met een monitoringprotocol is het dioxineprobleem van biologische eieren in principe beheersbaar. Dat stellen onderzoekers van de Animal Sciences Group en het instituut Rikilt, beide onderdeel van de Wageningen Universiteit.

De universiteit doet al sinds zomer 2001 onderzoek naar dit fenomeen. Doelstelling was om meer te weten te komen over de achtergronden en om mogelijkheden te vinden het probleem van een hoge dioxinegehalte in biologische of uitloopeieren beheersbaar te maken.

Uit het onderzoek bleek dat grote biologische bedrijven minder last hebben van te hoge dioxinegehalten dan de kleinere bedrijven. Bij bedrijven met minder dan honderd leghennen is de kans op een normoverschrijding ongeveer 90 procent. Naarmate de koppels groter worden neemt de kans op een normoverschrijding af.

Volgens de onderzoekers komt dit doordat de dieren in grotere koppels minder in contact komen met de bodem. Naarmate de bedrijven groter worden komen de dieren minder buiten. Op veel van dergelijke bedrijven gaan de uitloopluiken pas later op de ochtend open en waardoor de dieren korter buiten kunnen lopen.

Een andere factor is het gedrag van de dieren zelf. Naarmate het aantal dieren in een stal groter is, maken de dieren minder gebruik van de uitloop.

De onderzoekers toonden verder aan dat het vervangen van vervuilde grond het gehalte in de eieren direct beïnvloedt. Een dioxineprotocol, waarbij de eieren regelmatig worden onderzocht op dioxinegehalte is onderdeel van de IKB Ei-regeling.

Onderzoeker Aize Kijlstra: "Het grootste probleem zit bij de kleine biologische bedrijfjes met huisverkoop die niet zijn aangesloten bij de IKB regeling. Die eieren hebben vaak te hoge dioxinegehalten."

30 januari 2006

Biologisch en gezondheid

Reactie op onderzoek Consumentenbond

Biologisch en gezondheid

De voordelen van biologische landbouw voor biodiversiteit, schone bodem en drinkwater, ofwel een gezond milieu zijn onomstreden. De biologische sector heeft duidelijke aanwijzingen dat er ook meer ‘gezonde stoffen in biologisch geteelde producten zitten’ maar heeft daar nooit een directe gezondheidsclaim aan verbonden. Belangrijk is wel dat de biologische landbouw geen chemische bestrijdingsmiddelen gebruikt en dat er daardoor praktisch geen pesticidenresiduen in biologische producten zitten. Dit wordt ook in de Consumentengids erkend. Recent Amerikaans onderzoek laat zien dat kinderen die gangbare groenten en fruit eten, pesticidenresiduen in hun urine hebben. Zodra de kinderen biologisch gingen eten, verdwenen de sporen bijna meteen uit hun urine. Vielen de kinderen vervolgens terug op hun normale dieet, dan kwamen de pesticiden ook terug.

Wereldwijd zijn er honderden onderzoeken gedaan naar het verschil in voedingswaarden tussen biologische en gangbare producten. Uit meer dan de helft van deze onderzoeken blijkt dat biologisch geteelde groenten en fruit meer gezonde stoffen, zoals vitamine C, bevatten dan gangbaar geteelde producten. Recente onderzoeken laten zien dat in biologische zuivel meer gezonde vetzuren (CLA en omega-3 vetzuren) zitten. Nu dus een onderzoek van de Consumentenbond waar de voordelen van meer gezonde stoffen niet duidelijk uitkomen. Natuurlijk jammer, en we zullen het onderzoek goed bekijken. In het licht van de tientallen onderzoeken die de voordelen van biologisch aangeven en het kleine aantal indicatoren waarop onderzocht is, is een genuanceerde conclusie op z’n plaats.

Bert van Ruitenbeek, directeur Biologica
Dr Ir Lucy van de Vijver, voedingsepidemioloog Louis Bolk Instituut

Naschrift: wanneer alle boeren biologisch zouden zijn, dan zou het milieu schoner worden. Biologische boeren worden belemmerd om hun idealen te bereiken door de reguliere sector. Resistente bacteriën kunnen ook op biologische groente terecht komen.

28 november 2005

Intomart over dierproeven

Hierbij een deel van de samenvatting van een onderzoek dat Intomart deed onder het publiek over hun kennis en opvattingen over dierproeven. Op de site van de landelijke dierenbescherming staat het hele rapport te lezen.

De meeste mensen denken dat dierenbeschermings-, consumenten- en milieubeschermingsorganisaties de waarheid (zouden) vertellen over dierproeven. Het minste vertrouwen heeft men in de farmaceutische industrie: volgens ruim driekwart van de mensen zou deze niet de waarheid vertellen over dierproeven. Mensen die ervaring hebben met een chronische en/of levensbedreigende ziekte hebben er minder dan andere mensen vertrouwen in dat universiteiten, artsenverenigingen, de Tweede Kamer, landelijke en internationale overheidsinstellingen en politieke partijen de waarheid zouden vertellen over dierproeven.

Circa drievijfde deel van de respondenten is van mening dat wetenschappers in het algemeen geen experimenten moeten doen op levende dieren. Iets meer dan de helft vindt dat het doen van dierproeven moet worden afgebouwd, zelfs als dat inhoudt dat mensen hiervoor een aantal voordelen moeten opgeven.

Ruim eenderde deel is het eens met de uitspraak dat veel mensen baat zullen hebben bij dierproeven; een kwart is het hier juist mee oneens. Drievijfde deel van de ondervraagden vindt niet dat de beslissing over dierproeven zo complex is, dat het tijdverspilling is om het publiek hierover te raadplegen. Tot slot is bijna driekwart het oneens met de uitspraak dat, in vergelijking met andere problemen waarmee we vandaag de dag worden geconfronteerd, het niet erg belangrijk is of er wel of geen dierproeven worden gedaan.

Leeswijzer


Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom.
Klik hier voor de laatste bijdragen op dit blog
.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.
Kijk op ook Facebook voor onze reactie op de actualiteit.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.