Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Bij de Stichting Animal Freedom leest u over de gedachte achter dierenrechten.
Hier leest u over ontwikkelingen in de agrosector en de gevolgen voor dieren(rechten).
Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.
Posts tonen met het label politiek. Alle posts tonen
Posts tonen met het label politiek. Alle posts tonen

11 januari 2016

Wanbeleid en overschrijding fosfaatplafond

Overheid moet nu ingrijpen.

Persbericht Milieudefensie. Amsterdam, 11 januari 2016. Milieudefensie is niet verbaasd over de cijfers van CBS die aangeven dat Nederland in 2015 het fosfaatplafond heeft overschreden door toename van de mestproductie. Deze toename komt vooral voor rekening van de melkveehouderij, die ongebreideld heeft kunnen groeien. Milieudefensie vindt dat staatssecretaris van Economische Zaken Martijn van Dam snel moet ingrijpen en moet kiezen voor een grondgebonden veehouderij.
Nederland heeft in 2015 het fosfaatplafond van 172,9 miljoen kilo ruimschoots overschreden. De productie groeide met 4,6 miljoen kg tot 176,3 miljoen kg fosfaat, meldt het CBS. Door het einde van de melkquotering op 1 april 2015 is de melkveestapel gegroeid. Jacomijn Pluimers campagneleider Milieudefensie: “Die groei is eerder begonnen en iedereen heeft aan zien komen dat we het fosfaatplafond zouden gaan overschrijden. De overheid heeft niet op tijd en niet met juiste beleid ingegrepen. We hebben te maken met wanbeleid”.

Volgens Milieudefensie is dit het moment om de groei van de veestapel verplicht te koppelen aan de oppervlakte grond waarop mest wordt uitgereden. Grondgebondenheid moet uitgangspunt worden van het beleid, zodat voer en mest in een lokaal gesloten kringloop van maximaal 20 kilometer wordt geproduceerd en afgezet. Bedrijven die verder uit willen breiden kunnen dat alleen als er voldoende grond beschikbaar is voor de mest.

Groei van de melkveestapel leidt tot veel meer problemen dan overschrijding van fosfaatplafond. De groei gaat gepaard met verdergaande schaalvergroting. Het aantal megastallen neemt toe, volgens het CBS zijn dat er nu 355, en er staan steeds minder koeien in de wei. Het ammoniakplafond komt in gevaar en met de verdergaande intensivering zal de biodiversiteit verder afnemen. De grutto, bij uitstek een Hollandse weidevogel, wordt ernstig bedreigd.

Klik hier om meer te lezen over fosfaat.

08 januari 2016

Hypocriete oproep Bleker over kalveren

Op Nieuwsgrazer het volgende bericht:
Henk Bleker, voorzitter van Vee & Logistiek Nederland, waarschuwt melkveehouders voor hun houding ten opzichte van jonge kalveren.
Dat schrijft hij in het maandelijks magazine van de organisatie. Volgens hem worden jonge kalveren vaker als nutteloos bijproduct bestempeld. Deze houding van melkveehouders kan vernietigend zijn voor het imago van de hele Nederlandse melkveehouderij.
Bleker verwijst daarbij naar de situatie in Australië waar jonge kalveren worden afgevoerd naar de slachterij. Het leidt volgens hem tot grote verontwaardiging en imagoschade.
De groei van de melkveebedrijven is volgens hem debet aan deze houding. De voorzitter pleit voor een goede zorg van het kalf en het voorkomen van slachten van jonge gezonde kalveren.
Tot zover Nieuwsgrazer.

Kalveren van melkkoeien worden verwekt en geboren om de melkgift van de moederkoe op te wekken. Nadat een kalf is geboren heeft de melkveehouder drie bestemmingen voor het dier:
1. Op te groeien als vervanger van haar moeder tot melkproducent
2. Op te groeien als mestkalf om geslacht te worden wanneer het is uitgegroeid
3. Direct naar de slacht te worden afgevoerd

Kalveren die voor de slacht worden aangeboden zijn per definitie jonge gezonde kalveren. Overigens geldt het hetzelfde voor hun moeders. Ook die worden op relatief jonge leeftijd naar de slacht afgevoerd wanneer hun melkgift begint af te nemen.
Het leven van een mestkalf in een groep binnen in een stal met geen toegang tot een weide is een leven met weinig sjeu, hoe goed een boer ook zorgt voor eten, drinken en warmte.
Qua dierenwelzijn maakt het weinig uit of een kalf direct wordt geslacht of eerst nog een aantal maanden leeft in verveling terwijl het gemest wordt.
De verwijzing van Bleker naar Australië is mede hypocriet omdat Nederland massaal pas geboren kalveren importeert uit het buitenland om gemest te worden. De omstandigheden tijdens het langdurige vervoer leveren regelmatig problemen op.

Niet alleen de groei van de melkveebedrijven is debet aan de verontwaardiging bij het publiek, het is ook het onnatuurlijke leven van productiedieren in de intensieve (melk)veehouderij.

16 september 2015

Banken frustreren kansen diervriendelijke kippenhouderij

Journalist Jarl van der Ploeg meldt in de Volkskrant op 14 september het volgende.
Nederlandse banken hebben tientallen miljoenen euro's uitgeleend aan een van de grootste kippenboerderijen ter wereld, in Oekraïne. Het goedkopere vlees dat hier op de markt is een rechtstreekse concurrent van vlees van de Nederlandse boeren, die zich aan veel meer regels moeten houden.
Het Oekraïense Myronivsky Hliboproduct (MHP) is in handen van Yuriy Kosiuk, een van de rijkste mannen van Oekraïne. Op 380 duizend hectaren land ten zuidwesten van Kiev produceert MHP eigen kippenvoedsel en worden jaarlijks 332 miljoen kippen geslacht, ingevroren, verpakt en uiteindelijk geëxporteerd. Ter vergelijking: in Nederland worden jaarlijks 465 miljoen kippen geslacht.

Rabobank en ING hebben miljoenen euro's geïnvesteerd in de kippenfabriek. Rabobank maakt in de periode 2008-2018 127,1 miljoen euro over aan MHP, ING investeert 42,8 miljoen.

De banden tussen MHP en Nederland zijn stevig. Nederland is een van de belangrijkste afnemers: vorig jaar werd ruim 12 duizend ton kippenvlees geïmporteerd vanuit Oekraïne - hoofdzakelijk van MHP. Nederlandse bedrijven leverden techniek voor bijvoorbeeld de Oekraïense slachterijen.
Tot zover de Volkskrant.

Voor de goede verstaander: Nederland is vooral een doorvoerland voor kippenvlees. Agropolitici gebruiken de exportcijfers van deze verwerkingsindustrie graag om de omvang van de productie van de sector groter te doen lijken.
In eigen land worden veel meer kippen gehouden dan worden geconsumeerd. Daarbovenop importeert Nederland kippenvlees met als doel deze te exporteren na verwerking. Men noemt dat valorisatie: het toevoegen van waarde van een product ongeacht waar het vandaan komt of naar toegaat. Het gaat in de verwerkende industrie vooral om de export.
De banken die zowel investeren in binnen- als in buitenlandse kippenhouders snijden zich een beetje in eigen vlees, wanneer Nederlandse kippenhouders door de buitenlandse concurrentie failliet dreigen te gaan en zo hun schulden bij de bank niet kunnen betalen. Het is ook hypocriet en in tegenspraak met het eigen beleid.
Maar de kans dat boeren met schulden aan de bank failliet gaan, wordt weer verkleind door de EU die –met geld van de belastingbetaler- de sector met financiële hulp ondersteunt zonder daarvoor een wederdienst te vragen. Alzo worden de risico’s voor de banken gespreid door internationale investering en verkleind door de belastingbetaler. Lachende derde is de Nederlandse kippenvleesverwerkende industrie die uit binnen- en buitenland goedkope grondstoffen krijgt.
Verliezer is de kip, omdat de banken dieronvriendelijke kippenhouderij in het buitenland in het zadel helpen, kunnen Nederlandse kippenhouders die willen investeren in diervriendelijker systemen dit nauwelijks bekostigen.

Voor de goedwillende, diervriendelijke consument zijn er een aantal mogelijkheden om deze situatie helpen aan te pakken:
• Van bank te wisselen wanneer je bankiert bij de ING of RABObank.
• Een diervriendelijke(r) partij stemmen bij verkiezingen.
• Geen kippenvlees meer eten.
• Deel uw mening met anderen.

Klik hier wanneer je meer wilt weten over wat je als individu voor dieren kunt doen.

Oorzaak: hypocrisie en onverschilligheid.
Gevolg: dierenleed, milieuvervuiling.
Verband: demagogie, overproductie.

26 juli 2015

Race to the bottom in de melkveehouderij

Door de schaalvergroting in de melkveehouderij verdwijnen er steeds meer bedrijven. De groten slokken de kleintjes op. De concentratie in megabedrijven is gemakkelijk voor de verwerkende industrie. Een melkauto hoeft minder adressen te bezoeken om met een volle tank op de fabriek te komen en de voederfabrikant kan meer op minder adressen afleveren. De verwerkende industrie koopt bij de boer de grondstoffen zo goedkoop mogelijk in en probeert bij de afnemer zoveel mogelijk de suggestie te wekken dat er zoveel waarde aan is toegevoegd dat het een grote marge rechtvaardigt.

Voor de koeien is er niet direct een bedreiging in een megastal. Niet meer in de wei kunnen is een achteruitgang in dierenwelzijn, maar een koe die kan kiezen, kiest soms ook voor de stal. Vanwege de temperatuur, regen, wind of het voedsel.
Een melkrobot is geen directe aantasting van dierenwelzijn. Het geeft de boer en de koe vrijheid. Het is pech voor de koe die niet goed past in het concept, bijvoorbeeld omdat de vierde speen onderontwikkeld is. Die gaat naar de slacht. Of de maximale productie wordt minder en dat is al relatief op jonge leeftijd.

De schaalvergroting, het opheffen van het melkquotum, de overproductie voor de export en de vrije markt zorgt ervoor dat boeren binnen de landsgrenzen en over de landsgrenzen elkaars concurrenten worden.
De boer die de laagste kostprijs weet te combineren met het juiste tempo van investeren overleeft het langst. Dit proces gaat ten koste van diversiteit in de weide, de kwaliteit van leven voor de koe en de vrijwel onzichtbare gevolgen voor de onoplettende belastingbetaler die de nadelen betaalt. Een biologische boer is meer verantwoord bezig, krijgt meer voor zijn melk per liter, maar gemiddeld is zijn inkomen lager. Zijn bestaan zorgt ervoor dat het beeld van een alleen maar op geld beluste boer niet eenduidig is. Gezond voedsel bestaat niet, er is alleen verschil in meer of minder gezonde levensstijlen. Minder kunstmest en “gewasbeschermingsmiddelen” voorkomt milieuschade, maar levert minder kilo’s.

Het is de PR-machine die de duur en de loop van de race-to-the-bottom bepaalt. De consument is zich nauwelijks bewust van de balans in voor- en nadelen die goedkope zuivel als voedselbron biedt. De inhoud van het consumentenbewustzijn over de achtergrond van het voedsel wordt mede bepaald door oude mythes, onverschilligheid en halve waarheden. Het is niet zo moeilijk voor alle betrokken marktpartijen om naar een ander te wijzen als reden voor het niet veranderen van het nadelige gedrag.

De ontwikkelingen in de melkveehouderij kunnen geschetst worden als uitholling over de hele linie. Wie de ontstane ruimte in de voedselvoorziening invult, is degene die meer toegevoegde waarde weet te leveren in combinatie met een goed verhaal, smaak en een lage prijs. Is dat het veganisme? Voor velen ongetwijfeld. Velen zullen ook genoegen nemen met een combinatie van dierlijk voedsel en lookalikes op plantaardige basis.

De noodzaak en neiging om dieren in eten te stoppen verdwijnt langzaam. Dat is een bevrijdend proces waarvan de aard en tempo van de verandering weinig mensen bevredigt.


Klik hier om meer te lezen over het (afschaffen van het) melkquotum.

02 juli 2015

Gemiste kans bij beteugeling mesthoop

Persbericht van Milieudefensie.

Dijksma mist kans om melkveehouderij uit de stront te trekken.

Amsterdam, 2 juli 2015. Milieudefensie is ongelukkig met de vandaag verschenen brief van staatssecretaris Sharon Dijksma aan de Tweede Kamer over het aantal koeien dat boeren mogen houden. Nog geen twee maanden na het einde van het melkquotum blijkt dat de groei van de melkveesector er voor te zorgen dat Nederland de mestlimiet voor 2015 overschrijdt. Deze mestlimiet is opgelegd door Brussel. Dijksma's plan om dit probleem op te lossen zorgt voor een verdere intensivering van de melkveehouderij. Dit zal de problemen alleen maar groter maken; meer grote stallen, minder koeien in de wei en hogere kosten voor boeren. Milieudefensie vindt het voorstel daarmee een gemiste kans voor boeren en milieu.

Met haar voorstel wil Dijksma de groei van de melkveehouderij beteugelen door een inperking van de hoeveelheid mest die de melkveestapel mag produceren. Zij voert daarvoor verhandelbare fosfaat(mest)rechten in en wil efficiëntie belonen. Boeren mogen dan meer koeien houden als ze aan kunnen tonen dat hun koeien minder mest produceren

Jacomijn Pluimers, campagneleider voedsel bij Milieudefensie: “Het is een gemiste kans de hoeveelheid koeien niet direct aan de beschikbare grond te koppelen. Hiermee voorkom je een verdere toename van het mestoverschot”. Het plan van Dijksma stimuleert een verdere intensivering van de melkveehouderij. Door de focus op efficiëntie worden de koeien de stal ingejaagd, en wordt inkoop van voer van buiten het bedrijf gestimuleerd. Boeren die niet kiezen voor de intensieve weg, maar kiezen voor meer extensieve weg en een brede meerwaarde bieden voor de maatschappij zoals natuur, landschap en gezondheid worden in de plannen van Dijksma niet beloond.

Al voor het einde van het melkquotum zijn Nederlandse melkveehouders meer vee gaan houden. De afgelopen twee jaar groeide de melkveestapel met zes procent. Meer koeien en meer melk betekent meer mest, en Nederland had al een mestoverschot. De verwachte problemen, zijn nu al werkelijkheid geworden. De enige structurele oplossing is door het aantal dieren aan de hoeveelheid beschikbare grond in Nederland te koppelen.

Bovendien zijn boeren economisch niet opgeschoten met de groei van het aantal koeien, omdat de prijs van melk is gedaald. Boeren krijgen op dit moment voor melk minder dan de kostprijs.

Dijksma heeft nu, na de Melkveewet die begin dit jaar van kracht werd, en de daarbij horende Algemene Maatregel van Bestuur die per 1 januari 2016 van kracht wordt, opnieuw de kans om beleid te maken voor een toekomstbestendige melkveehouderij met maatschappelijk draagvlak. Milieudefensie roept de Tweede Kamer en direct betrokken partijen op om te zorgen dat de plannen van Dijksma worden aangescherpt.

01 juli 2015

Voedsel niet in vrijhandel betrekken

Sjoukje, Lida en Laura zijn vrouwen van boeren. Samen maken zij een blog op "vrouwvanboer.nl".

De vrouwen zijn bang dat het vrije handelsverdrag TTIP desastreus zal uitvallen voor de positie van hun bedrijf.
Een citaat.
De Nederlandse Akkerbouw Vakbond (NAV) en de Nederlandse Melkveehouders Vakbond (NMV) zijn tegen TTIP, omdat het opheffen van de Europese bescherming naar verwachting zal leiden tot structureel onstabiele en te lage prijzen aan de boer. Deze vakbonden zetten zich binnen en buiten Platform Aarde Boer Consument al jaren in voor meer Europese marktregulering om te komen tot kostendekkende prijzen aan de boer, voor een product dat aan alle maatschappelijke eisen voldoet. TTIP zal dit definitief onmogelijk maken, verwachten zij. De melkveehouders die samenwerken binnen the Dutch Dairymen Board (DBB) delen dit standpunt. Voorzitter Sieta van Keimpema van de DDB wees ook op de grote nadelen van het CETA-verdrag tussen de EU en Canada. Hierdoor zal er namelijk veel meer Canadees rundvlees worden toegelaten, wat zogenaamd ‘hormoonvrij’ is, maar de controle hierop is minimaal. Bestuurslid Keimpe van der Heide van de NAV wil zelfs een stap verder gaan: voedsel zou volgens hem buiten alle vrijhandelsverdragen gehouden moeten worden. Voorzitter Ingrid Jansen van de Nederlandse Vakbond Varkenshouders (NVV) vreest dat het , bestaansrecht van Nederlandse familiebedrijven in het gedrang komt door oneerlijke concurrentie. De prijzen die varkenshouders krijgen, zullen volgens haar nog lager worden door het hogere aanbod van Amerikaans vlees. Daarbij is dit vlees geproduceerd tegen een lagere kostprijs, vanwege de lagere eisen waaraan de Amerikaanse boer hoeft te voldoen. Haar conclusie luidde dan ook ‘TTIP is desastreus voor de Nederlandse varkenshouderij’. Ook de landelijke vakgroep Pluimveehouderij LTO/NOP is tegen TTIP. Voorzitter Eric Hubers zegt dat TTIP het gelijke speelveld ondermijnt, doordat het Amerikaanse producten op de Europese markt gaat toelaten die met lagere voedselveiligheids-, milieu- en dierenwelzijnsstandaarden zijn geproduceerd. Deze producten mogen door wederzijdse erkenning van standaarden op de Europese markt worden toegelaten. Dit ondanks de belofte van minister Ploumen dat deze Europese standaarden niet verlaagd zullen worden. Iets vergelijkbaars gebeurt met de toelating van legbatterij-eieren uit de Oekraïne terwijl Europese pluimveehouders met een legbatterijverbod zijn geconfronteerd. Voorzitter Hennie de Haan van de Nederlandse Vakbond Pluimveehouders sluit zich hierbij aan. ‘Wat in Nederland mag worden geconsumeerd, moet ook in Nederland mogen worden geproduceerd. Het kan niet zo zijn dat in Nederland een verbod op bepaalde huisvestingssystemen geldt, maar dat producten afkomstig uit dergelijke huisvestingssystemen wel mogen worden geïmporteerd. Dat is de wereld op zijn kop’.

Tot zover "vrouwvanboer.nl".

Waar ik het met het grond van hart mee eens ben is dat voedsel buiten vrijhandelsverdragen zou moeten blijven. Het gevolg is namelijk dat die export van landen die de minste welzijnseisen voor dieren stellen uit de hand gaat lopen. We kunnen dan tegen veel te lage prijzen voedsel kopen die niet verantwoord geproduceerd is.
Verder zou ook ons land haar export van vlees en zuivel moeten afbouwen en alleen moeten produceren voor eigen bevolking zodat boeren in het buitenland niet door onze export gedwongen mee te gaan in lage welzijnseisen voor hun dieren om te kunnen blijven concurreren. We kunnen dan duurzame eisen stellen aan landbouw en veeteelt die rekening houdt met dierenwelzijn, ecologie en milieu en menselijke gezondheid.

28 mei 2015

Technologische race om ganzenoverlast tegen te gaan

Ganzenoverlast: de een zijn dood is de ander zijn brood. Arie den Hertog van Duke Faunabeheer verdient zijn boterham met het vergassen van ganzen in de ruitijd. Dan zijn ze goed te vangen omdat ze tijdelijk niet kunnen vliegen. Ganzen doodschieten kost te veel tijd en hen met een bijl de kop af te hakken is te vermoeiend. Vandaar dat het bedrijf V&T Faunabeheer met een speciaal ontwikkeld apparaat 1.600 ganzen de nek gaat breken in 7 Gelderse natuurgebieden.
Pardon? Ganzen geven toch overlast bij Schiphol en op grasgronden bestemd voor de koeien in de stal?
Wanneer ze verjaagd worden naar een natuurgebied dan geven ze toch geen overlast meer? Of verstoren ze het natuurlijk evenwicht? In dat geval lijkt het logischer om de vos niet meer te bejagen. Hij houdt het natuurlijk evenwicht graag en gratis in stand.

De Partij voor de Dieren in Gelderland wil dat er een zelfsturende vliegende vogelverschrikker wordt ontwikkeld. Statenlid Luuk van der Veer denkt dat het voor universiteiten en hogescholen in Gelderland een koud kunstje moet zijn om een drone te maken die ganzen verjaagt. Maar ja, de Provinciale Staten is geen subsidiegever voor uitvindingen, dus die steunde het initiatief niet.

Ganzenoverlast is eigenlijk een politiek probleem. Het zijn de melkveehouders die hun koeien op stal laten staan in de race naar meer geld te verdienen met het produceren van exportproducten die de voor de ganzen grazige weides samenstellen.
Ook binnen de melkveehouderij wordt al jaren technologie toegepast om de kostprijs zo laag mogelijk en de productie zo hoog mogelijk. De gevolgen zijn desastreus voor het welzijn van de koe en de mest levert milieuproblemen op. De industrie eromheen profiteert, terwijl de belastingbetaler opdraait voor de negatieve gevolgen.

Veel problemen in Nederland hangen onderling samen. Het zou mooi zijn wanneer politici zouden onderkennen hoe met het beteugelen van hebzucht een deel hiervan kan worden aangepakt. Het zijn de politici die de wettelijke grenzen kunnen trekken en de controle op handhaving kunnen versterken.

Oorzaak: hebzucht en gemakzucht
Gevolg: dierenleed, milieuvervuiling
Verband: vangdrang, kostprijs

06 april 2015

Brutale boeren hebben fosfaat-ruimte ingepikt

Niko Koffeman en schrijven over de gevolgen van het loslaten van het melkquotum in relatie tot de melkveewet die leidt tot ongelijkheid.

Een citaat:

In de laatste twee jaar voor de beëindiging van het quotum heeft een groep melkveehouders aanzienlijk meer gemolken dan hun melkquotum toestond. Zij namen de te betalen superheffing voor lief. Voor een liter melk kregen ze 39 cent, maar moesten ze 27 cent superheffing betalen. Niet erg profijtelijk, dus was er kennelijk een ander oogmerk voor. Op die manier werd alvast een fosfaat-positie ingenomen voor de tijd na het melkquotum.

Deze strategie is dubbel beloond. In de melkveewet werd nog uitgegaan van een fosfaatreferentie-datum eind 2013, waarmee de extra fosfaatpositie werd gelegaliseerd. In deze AmvB wordt ook nog eens de overschrijding van 2014 gelegaliseerd.

In gewoon Nederlands: de brutalen hebben de halve wereld. Dat is uit een oogpunt van rechtvaardigheid binnen de sector kwalijk. Immers, de tegen de regels in ingepikte fosfaat-ruimte kan niet meer worden gebruikt voor een eerlijke verdeling onder melkveehouders die zich wel aan het melkquotum hebben gehouden. Kennelijk was de superheffing niet hoog genoeg om alle melkveehouders op het rechte pad te houden. Maar dat is geen reden om de overtreders nu extra te belonen door november 2014 als fosfaatreferentie te gebruiken.

Hele artikel lezen? Wie stuit de mest- en melktsunami?.

Zie voor meer voorbeelden van oneigenlijke bedrijfsvoering "Op uw kosten?".

03 april 2015

Opheffen van melkquotum als prisoner’s dilemma

Het melkquotum is ooit ingesteld om een melkplas te voorkomen. Nu het melkquotum is opgeheven dreigt een nieuw melkoverschot. Die situatie kan worden voorkomen als melkveehouders in eigen en buitenland gezamenlijk besluiten zich in te houden en niet eindeloos veel koeien gaan houden en zoveel melk proberen te produceren. Het gevaar is nog meer milieuvervuiling, mestoverschot en dierenleed dan er nu al was.

De situatie lijkt op een prisoner’s dilemma.
Wikipedia: meestal luidt de formulering daarvan ongeveer als volgt.
Er is een ernstig misdrijf gepleegd. Twee gewapende mannen worden gepakt en het lijkt erop dat het de daders zijn, maar het bewijs ontbreekt. Ze worden apart in de cel gezet en kunnen niet met elkaar communiceren. De openbaar aanklager doet elke verdachte het volgende voorstel:
  1. Als jullie allebei blijven zwijgen, kan ik jullie niet veel maken. Je krijgt dan alleen een geldboete wegens wapenbezit zonder vergunning.
  2. Als er één bekent is de zaak rond. Degene die bekent zal ik laten gaan omdat hij zo goed heeft meegewerkt. Degene die niet bekent kan minstens tien jaar gevangenisstraf verwachten.
  3. Als jullie allebei bekennen, krijgen jullie allebei vijf jaar.

De vraag is: wat kan een gevangene het beste doen (optimale strategie)?
De kern van het dilemma is dat het voor beide verdachten samen weliswaar beter is om te zwijgen, maar dat elke verdachte alleen aan zijn eigen voordeel denkt. Ongeacht wat de ander doet, is het voor elke verdachte beter om te bekennen. Immers: als de ander zou zwijgen, heeft bekennen het grootste voordeel, en als de ander bekent, heeft bekennen ook het grootste voordeel. Onderstaande tabel geeft de gedachtegang van elk van de verdachten weer.
Ik zwijg Ik beken
Hij zwijgt Ik krijg een geldboete Ik ben vrij
Hij bekent Ik krijg tien jaar Ik krijg vijf jaar
Vertaald naar de situatie van de boeren:
Ik ga meer melken Ik melk minder
Hij gaat meer melken De melkprijs daalt Ik ben de enige die minder gaat verdienen
Hij melkt minder Ik ga meer verdienen De marge tussen opbrengst en kostprijs wordt groter

Omdat het houden van koeien veel mest oplevert, geldt het dilemma ook voor de uitbreidingsmogelijkheden van varkenshouders en kippenhouders. Dus wanneer er meer gemolken gaat worden blijft er minder afzetruimte van mest voor boeren die andere dieren houden. In dat geval wordt de invoering van dierrechten of fosfaatrechten overwogen ook voor koeien.

Er wordt ook wel gesproken over de 'tragedie van (het uitputten van) de meent'. Individuele boeren handelen allemaal rationeel en in het eigen belang, maar kunnen niet komen tot een gezamenlijke aanpak die er voorkomt dat de voorraden en grondstoffen uitgeput raken.

De problemen die de boeren veroorzaken voor de samenleving en daarop afwentelen kunnen niet worden opgelost door de boeren zelf. Dat moet een niveau hoger gedaan worden door vertegenwoordigers van de kiezers, als waarnemer van burgerbelangen.

Zie ook "radicaal zijn of compromissen sluiten, een prisoners dilemma"?

Of: wie stuit de mest- en melktsunami?

Klik hier om meer te lezen over het (afschaffen van het) melkquotum.

22 november 2014

Vogelgriep weerspiegelt een zieke sector

Een onooglijke levensvorm, het vogelgriepvirus, genesteld in vrije en gevangen dieren decimeert de ambitie van de pluimveehouderij om de wereldmarkt te veroveren.
De sector is koortsachtig bezig de epidemie in te dammen en kijkt paniekerig om zich heen wie het de schuld in de schoenen kan schuiven. Dat moet, want waar moet anders de rekening voor de economische schade worden ingediend. Het leek de pelsdierhouderij ook te lukken, dus waarom zij niet?
Er is een alternatief, een gezonde koers. Laten u en ik, -wij-, er simpelweg voor kiezen om niet meer te geloven in de mooie praatjes over de “onschatbare” bijdrage aan de economie en welvaart van deze ten dode opgeschreven sector. Laten we zelf nadenken en voor gezonde voeding kiezen die geproduceerd is met meer dan alleen het doel om snel en veel geld te verdienen. En u hoeft er ook nog niet eens iets voor te doen, alleen bewust te worden wat te laten.

Voor wie geen idee heeft wat dat inhoudt, er is tijd genoeg. Het antwoord is overal te vinden voor wie het zien wil.

Redacteur van de Boerderij, Jan Vullings, schreef onder de titel "overtreffende trap in de schademeldingen".
"De voormannen hanteren de zwartste scenario's. Het is een ingeburgerd gebruik. Of het nu om noodweer, Russische boycot, voedselaffaire of dierziekte-uitbraak gaat. Het oogmerk is ook duidelijk: compassie, vergoeding, tegemoetkoming of versoepeling van regels. Begrijpelijk. Maar als iedereen het doet, nivelleert de impact. Zeker ook als later blijkt dat de échte bedragen lager uitvallen".

Zie ook het artikel "Burger laat zich door de boer een oor aannaaien".

11 november 2014

Dijksma negeert wensen Kamer over weidegang

Milieudefensie is verbijsterd dat staatssecretaris Dijksma in een brief aan de Tweede Kamer meldt dat zij de wens van de Kamer om alle koeien in de wei te laten grazen, naast zich neerlegt. De brede steun in de Kamer voor de motie weidegang weerspiegelt de wens van maar liefst 97% van de Nederlanders om koeien in de wei te laten en niet op te sluiten in megastallen. 12 november is er een debat over weidegang in de Tweede Kamer.

Dijksma geeft in de brief aan dat er “praktische bezwaren” voor melkveebedrijven zijn om koeien in de wei te laten. Veel melkveeboeren hebben hun veestapels uitgebreid omdat het melkquotum op 1 april 2015 wordt losgelaten. Koeien in megastallen gaan niet naar buiten omdat de boer daar onvoldoende land voor heeft. Hiermee kiest Dijksma voor schaalvergroting en verdere industrialisering van de melkveehouderij.
De staatssecretaris geeft ook nog ruimte in de melkveewet om melkveebedrijven meer mest te laten produceren dan ze op hun eigen bedrijf kwijt kunnen. Door dit toe te staan, komt er nog meer mest in Nederland, terwijl er nu al een overschot is. Het mestoverschot leidt tot vervuiling van bodem en grondwater, stankoverlast, achteruitgang van de biodiversiteit en risico's voor de volksgezondheid door antibioticaresistentie.

Jacomijn Pluimers, campagneleider Duurzaam Voedsel van Milieudefensie: "Als melkveebedrijven zonder grond mogen groeien, gaan de megastallen in hoog tempo de familiebedrijven van de markt drukken. Zo gaan de koeien de varkens en kippen achterna en is het gedaan met het Hollandse landschap met koeien in de wei. Milieudefensie wil dat staatssecretaris Dijksma de wens van de Kamer en burgers uitvoert en kiest voor een melkveehouderij met toekomst, deze is grondgebonden. Dat betekent dat een bedrijf voldoende grond heeft om de mest op kwijt te kunnen én om de koeien naar buiten te kunnen laten. Dit is beter voor dieren, mensen en het milieu".

Jacomijn Pluimers
campagneleider Duurzaam Voedsel.
Nederland kampt al 40 jaar met een mestoverschot met stankoverlast, achteruitgang van biodiversiteit en water- en bodemvervuiling tot gevolg. De nieuwe Melkveewet is de kans om deze zaken aan te pakken.

11 oktober 2014

Ammoniakreductie werkt niet? Minder vee wel

Door de nodeloos grote Nederlandse veestapel wordt er te veel ammoniak geproduceerd. Na wat chemische omzetting leidt dit tot verzuring.
De Nederlandse veehouderij moest al jaren geleden maatregelen nemen, maar die werken nauwelijks meetbaar. De modellen die de relatie tussen maatregelen en de hoogte van de uitstoot voorspellen, werken onvoldoende betrouwbaar.
Volgens Commissie van Deskundigen Meststoffenwet (CDM) zijn de gebruikte modellen om ammoniak te meten goed maar zorgt de veehouderij voor een hogere uitstoot dat is berekend. Volgens de CDM zijn er ook signalen zijn dat meer mest wordt uitgereden dan is toegestaan volgens de gebruiksnormen. Dat zou leiden tot meer uitstoot van ammoniak.
Om zich aan de internationale afspraken te houden creëert de overheid allerlei administratieve constructies om op nationaal niveau de indruk te wekken dat alles onder controle is. Zo niet, dan wacht ons land boetes. We hebben al door de derogatie al een uitzonderingspositie. Derogatie betekent dat er onder bepaalde omstandigheden op bepaalde grondsoorten meer mest mag worden uitgereden dan het buitenland dat mag.
Boeren mogen onderling allerlei grondstoffen uitruilen. Het effect is dat er maximaal mineralen worden uitgereden op het schadelijke af.
Het maakt ook mogelijk dat de overheid een andere voor de hand liggende ingreep kan laten liggen: verplicht boeren om grondgebonden te produceren en zo zowel voer als mest op "eigen" grond te halen en te brengen. Boeren kunnen op papier van alles uitruilen zonder echt ecologisch verantwoord te werken. Zo worden vooral de boeren tevreden gesteld ten koste van wat de meeste belangengroepen zich niet direct realiseren.

In Eenvandaag werd aan de kaak gesteld dat boeren verplicht werden om bepaalde investeringen te doen, waarvan het effect minder is dan voorspeld.


Maar Eenvandaag noemt niet de meest voor de hand liggende ingreep: reductie van de veestapel.

Voor elke liter melk produceert een koe 4 kg mest.
Door de verwachte groei van de melkveepopulatie door het afschaffen van het melkquotum wordt het mestoverschot nog steeds erger. Het wordt steeds lastiger om op tijd te voldoen aan internationale afspraken om milieu- en klimaatdoelstellingen te halen. Het is een publiek geheim dat dit de belastingbetaler klauwen met geld kost. Het is een publiek geheim omdat het publiek zich niet verdiept in deze problematiek.

Ammoniak heeft invloed op kwaliteit van het bodemleven, grond- en drinkwater, de vitaliteit van de natuur en de biodiversiteit.
Dit zijn zaken die de kwaliteit van de beleving van de natuur aantasten ook voor de mens. Maar dan moet je de relatie wel willen zien en vooral wat daarvan het belang is. Uiteindelijk zetten we onze gezondheid op het spel om een kleine groep ondernemers vrijwel ongebreideld geld te laten verdienen.

Zie ook de geschiedenis van het ontstaan en de aanpak van het mestprobleem.


16 september 2014

Midas Dekkers over het afmaken van geredde zwijntjes

De brandweer redde in Weert wilde zwijntjes uit de Zuid-Willemsvaart. Lang konden de dieren niet van hun vrijheid genieten, want enkele minuten later werden ze alsnog afgeschoten door een jager.

De brandweerlieden hadden de jachtopziener zelf gebeld.
De een doet zijn taak door de dieren te redden, even later doet een ander zijn taak door de dieren te doden. Puur en alleen vanwege de plek waar de dieren terecht komen bij de redding. Op die plek gold een nuloptie voor zwijnen.

Midas Dekkers maakt een vergelijking met het onthoofden van mensen. Wanneer het zichtbaar is via video op Internet leidt het tot mondiale verontwaardiging, wanneer het via een bombardement onzichtbaar plaats vindt, maakt niemand er een probleem van.

Duidelijk is de parallel met slachterijen. Openlijke slacht (bijvoorbeeld ritueel slachten) leidt tot verontwaardiging, slachten achter gesloten deuren niet omdat we er niet mee geconfronteerd worden. De Dierenbescherming is ooit om deze reden opgericht om te voorkomen dat mensen aanstoot zouden nemen aan dierenmisbruik.


Voor het relatief kleine probleem van te water geraakte dieren, de volgende suggestie.
Misschien is het een idee dat de brandweer en andere dierenbeschermers de beschikking krijgen over een mobiele wildtrap waarmee dieren een kanaal kunnen verlaten op een plek waar ze wel mogen verblijven.

01 september 2014

Pluimveesector uitgebuit

Op Eenvandaag een uitzending over Poolse werkneemsters in de pluimveesector die vinden dat zij te laag worden betaald.
Gevraagd of zij zelf wel eens pluimvee eet, meldt ze "ik eet die rommel niet".

De uitbuiting geldt voor alle sectoren in de Nederlandse vee-industrie.

De agrarische sector kan in feite al jaren niet meer zijn eigen broek ophouden. De Russische importban is alleen maar de ‘spreekwoordelijke druppel’. Dat stelt FNV Bondgenoten in een brief aan staatssecretaris Dijksma.

FNV Bondgenoten constateert dat boeren door schaalvergroting en overproductie steeds minder verdienen aan hun productie. Maar ook in de keten zelf gaat het mis. ‘Grote retailbedrijven maken de dienst uit en draaien de duimschroeven bij telers en boeren aan, waardoor de inkoopprijs daalt.’ Volgens de bond is er meer nodig dan subsidies en tijdelijke crisismaatregelen om de land- en tuinbouwsector weer gezond te krijgen. De vakbond wil met Dijksma praten over een duurzamere sector, vooral op het gebied van arbeidsvoorwaarden.

25 juni 2014

Er is een andere weg dan verbieden van nertsenfokken

Het nertsenfokverbod is door twee rechtelijke uitspraken ongedaan gemaakt met een beroep op de Europese rechten van de mens.
Het is ook een gevolg van de politieke beslissing om economische activiteiten centraal in Brussel een juridische basis te geven. Besluiten uit landen binnen de EU kunnen worden overruled. Het gevolg is dat ondernemers geen strobreed in de weg wordt gelegd wanneer ze dieren houden louter en alleen om geldelijk gewin.

Deze uitspraak is zuur voor alle mensen die dierenwelzijn en dierenrechten serieus nemen en niet willen dat nertsen in extreem dieronvriendelijke hokken worden gehouden om hun huid te oogsten als basis voor modegrillen.
Weliswaar gaat staatssecretaris Sharon Dijksma in hoger beroep, maar van haar poging is weinig te verwachten. Politici heffen een glas, doen een plas en alles blijft zoals het was.
Wie graag de nertsenfokkerij uit alle landen in de wereld wil zien verdwijnen, te beginnen in Nederland en vervolgens in Europa kan het beste werken aan bewustzijnsverandering ten aanzien van ons gedrag dat gevolgen heeft voor dieren. Een diervriendelijke verschuiving in bewustzijn, dan in gedrag, vervolgens in politieke verhoudingen, leidt uiteindelijk tot diervriendelijke economische veranderingen.

Het is een lange weg, maar wel een die op alle denkbare terreinen een verbetering van en voor dierenwelzijn zal opleveren.
Voor wie dit een schrale troost vindt, ook bij de oude regeling mochten de nertsenfokker nog tot 2024 doorgaan om "schadevergoeding" te verdienen.

08 mei 2014

Waarom Ewald Engelen lijstduwer voor de Europese verkiezingen is

Naast financieel geograaf en polemist is Ewald Engelen sinds kort ook politiek actief, als lijstduwer voor de Partij voor de Dieren in Europa. Omdat de tijd van meedenken plaats heeft gemaakt voor tegendenken. En omdat de vleesindustrie opvallend veel parallellen vertoont met de financiële sector.

Op de site van De correspondent schrijft hij:

En laat er geen misverstand over bestaan: Nederland speelt in deze geografisch uitgedifferentieerde productieketens een sleutelrol. Niet alleen is Nederland met pakweg 12.000 miljard euro aan in- en uitstromend kapitaal een van de grootste belastingdoorvoerhavens ter wereld.Een eerder stuk over Nederland als belastingdoorvoerhaven. Met pakweg 550 miljoen kadavers per jaar, die ons ongeveer 7 miljard euro opleveren, zijn we ook een van de grootste slachthuizen van de wereld. Bloodlands en killing fields – maar dan op z’n Nederlands: dieren, om er aan te verdienen.

Meer lezen? Klik hier.

06 mei 2014

Waarom 22 mei PvdD stemmen gezond is voor natuur, milieu en dierenwelzijn

De speerpunten van de Partij voor de Dieren bij de Europese verkiezingen zijn:

• Stop de € 363.000.000.000 aan Europese landbouw subsidies. De Europese Unie kan zo bijna de helft goedkoper!
• Stoppen met bijengif en andere pesticiden, gentech en megastallen.
• De overbevissing onder EU vlag moet stoppen en natuur moet beschermd worden.
• Stop het gesleep met dieren: diertransporten maximaal twee uur.
• Het massaal doden van zwerfdieren in landen als Roemenië moet stoppen.
• Geen Europese bescherming van en subsidies voor wrede tradities als stierenvechten en foie gras.
• Landen zoals Denemarken die op de Faeröer eilanden jaarlijks de barbaarse jacht op dolfijnen toestaan moeten worden teruggefloten.
• De opwarming van de aarde moet stoppen, de EU moet eindelijk haar verantwoordelijkheid nemen.
• Stoppen met fossiele brandstoffen, investeren in duurzame energie.
• Geen vrijhandel ten koste van mens, dier en milieu en geen vrijhandelsakkoord met de VS.
• Geen focus op economische groei, maar op duurzame ontwikkeling.
• De Europese Unie is voor burgers in plaats van voor banken en bedrijven.
• Lobby van multinationals moet aan banden gelegd worden.

De partijen voor dieren die meedoen aan de verkiezingen komen, behalve uit Nederland (Partij voor de Dieren), uit Zweden (Djurens Parti), Duitsland (Tierschutz Partei), Spanje (PACMA), Portugal (PAN), Cyprus (APC) en Engeland (Animal Welfare Party).

20 februari 2014

Kunnen dierrechten beter gebruikt worden om duurzaamheid te bevorderen?

De Rabobank wil dat veehouders die duurzaam gaan werken, hun veestapel straks zonder verdere beperkingen mogen uitbreiden.

Veehouderij is per definitie niet duurzaam. Melk is, net als vlees, een volstrekt overbodig product dat een onevenredig grote aanslag doet op basisgrondstoffen als water, granen en andere eiwithoudende grondstoffen. Varkens en kippen worden in veel grotere aantallen gehouden dan voor de binnenlandse consumptie nodig is. In de huidige omvang van de veestapel is het een risico voor de volksgezondheid en een aanslag op natuur en milieu. Het doel van de meeste veehouders is niet om ons te voeden maar om via de export geld te verdienen.
De boeren en de banken gaan straks zelf bepalen wat onder duurzaam moet worden verstaan. De meeste betrokkenen in de veehouderij vinden dat ze al heel erg duurzaam bezig zijn, dus dat wordt lachen. Wedden dat ze er integraal duurzaam van gaan maken?
Hebben ze ook met de stallen gedaan. Dat werkt via een puntensysteem. Als er een dak op zit, een paar ramen en een deur, dan krijg je al punten, en dus subsidie. Ze hebben A-stallen en B-stallen. B-stallen zijn de meest duurzame. Het systeem is een paar jaar geleden ingevoerd. Het zwermt van de A-stallen, maar er staat, voor zover bekend, geen enkele B-stal.
De Rabobank heeft de afgelopen 50 jaar steeds de andere kant op gekeken als het om het milieu of dierenwelzijn ging. Zo lang het maar volgens de regels ging, was het de bank wel goed. Dat die regels niet deugden om het milieu en dierenwelzijn te beschermen is niet het pakkie-an van de bank. Nu niet, en straks niet.
Gemeenten bepalen hoe groot de stallen mogen worden. Melkveehouders mogen in 2015 net zoveel koeien houden als ze zelf willen. Varkens en kippenhouders houden voorlopig de dierrechten om een plafond in de aantallen aan te kunnen houden, maar dierrechten zijn a: te koop, en b: niemand controleert of zij stiekem niet meer dieren houden.
Merkwaardig, in de gemeenteraden en in Brussel wordt bepaald hoe ons platteland er uit gaat zien, en wat daar door boeren uitgespookt mag worden. En toch worden er zowel voor de raadsverkiezingen als de Europese verkiezingen een historisch lage opkomst verwacht.

11 november 2013

CDA paait kleine boer met doorzichtige truc

asperges'CDA neemt afstand van bulkproductie', kopte de web editie van Nieuwe Oogst.
Het vakblad van de Nederlandse boerenlobby registreerde naar aanleiding van de behandeling van de landbouwbegroting in de tweede kamer zorgelijk een heuse trendbreuk bij het CDA.
De christendemocraten zien niets meer in grootschalige bulkproductie.

'Voor Nederlandse boeren biedt het op lange termijn geen perspectief om tegen de laagste kosten te produceren. Daarom moeten we naar een beter verdienmodel toe,' aldus Jaco Geurts die tegenwoordig woordvoerder landbouw voor het CDA is. In dat betere verdienmodel moet volgens Geurts toegevoegde waarde centraal staan.

Als voorbeeld noemt Geurts voorverpakte geschilde asperges met een klontje boter dat zo de magnetron in kan: 'in vijf minuten klaar!' jubelde de woordvoerder, die kennelijk nooit in de keuken staat. Asperges gaan doorgaans samen met een sausje, hardgekookte eieren en plakken ham. Dus die moeten er ook nog bij. Als dat maar goed gaat.
De boeren gaan natuurlijk niets verdienen aan de door Geurts bedachte toegevoegde waarde. De tussenhandel des te meer. Kijk maar even bij de sla in de supermarkt, waar Geurts zijn idee kennelijk gejat heeft. Voorgesneden sla kost ongeveer 1,50 per 100 gram. Een krop ijsbergsla van 800 gram kost ongeveer 1 euro.

Als een boer een krop sla aan de supermarkt verkoopt, mag hij blij zijn met 25 eurocent. En als hij zijn sla aan een tussenhandelaar verkoopt die de sla gaat bewerken, krijgt de boer nog steeds 25 eurocent. En dan mag de boer ook blij zijn, want voor met een beetje pech bedingt de handelaar kwantumkorting.
De zogenaamde toegevoegde waarde van Geurts zijn vooral toegenomen kosten voor een luie consument die zichzelf heeft wijs gemaakt dat hij zijn tijd beter kan besteden dan aan het klaar maken van eten.

De koerswijziging van het CDA, weg van de ongelimiteerde steun voor bulkproductie en dus de grootschaligheid, lijkt een slimme zet. Immers, binnen de boerenstand zelf is er, net als bij de burger, grote weerstand tegen mammoetbedrijven. Logisch, want zij drukken op termijn de kleintjes volledig uit de markt.

Hoewel het aantal boeren gestaag afneemt zijn de 'kleine' boeren getalsmatig nog steeds veruit in de meerderheid. Van alle Nederlandse boeren, nog zo'n 80.000, is minder dan 10% grootindustrieel aan het boeren. Zij nemen intussen wel ruim 70% van de productie voor hun rekening.
Met het oog op verkiezingen ligt de potentiële winst voor het CDA dus bij de kleine boer.
Voor de relatie van het CDA met de grote boeren is de koerswijziging risicoloos. Stel het onwaarschijnlijke geval dat er toch beperkingen voor de veehouderij komen in de vorm van dierrechten of een eis van grondgebondenheid.

Dan is er voor de grote jongens onder de boeren nog niets aan de hand. Iedere boer die zelfs maar vage uitbreidingsplannen had, heeft dat allang geregeld via een vergunningaanvraag waar de toekomstige uitbreiding al in verwerkt zit. En in de landbouw is het zo geregeld dat nieuwe wetgeving alleen van toepassing is voor nieuwe gevallen.

Zo kan het CDA rustig roepen dat ze tegen schaalvergroting is, want die is allang geregeld en daar is niets meer aan te doen.

05 november 2013

Moeten dierenactivisten terug het hok in?

In Trouw heeft VVD-er Helma Lodders de volgende opinie laten afdrukken:

Fanatieke organisaties die dier en milieu beschermen, brengen de agrarische sector schade toe. Dat moet stoppen, vindt Tweede Kamerlid Helma Lodders.
Het beeld dat de Nederlandse samenleving over de Nederlandse land- en tuinbouw heeft, wordt in grote mate bepaald door actiegroepen zoals Wakker Dier. Wie kent de schrijnende beelden niet op tv over de plofkip die niet meer kan lopen.

Ik wil de ernst van deze beelden niet bagatelliseren, maar deze voorstelling van zaken doet geen recht aan de werkelijke situatie van onze land- en tuinbouwsector. Namelijk dat de land- en tuinbouw in Nederland de beste is in de wereld. Wij zijn wereldkampioen in hoogproductieve, efficiënte en duurzame landbouw. De sector krijgt die eer echter niet. Als het in Nederland over de landbouw of over de boer gaat, dan hebben we het over de plofkip en megastallen. We praten over wat er allemaal niet mag en niet over wat er allemaal kán.
Tot zover de inleiding van haar opinie.

Haar opinie is typisch voor iemand die het dier als een productiefactor (ding) ziet zonder rechten. De argumentatie die zij aandraagt zit vol drogredenen en onwaarheden. De bijdrage van Nederlandse veehouderij aan onze economie is, wanneer de nadelen worden meegenomen, eerder negatief dan positief. Er is op de wereld geen echt tekort aan hoogwaardige voeding. Het probleem is dat we het beschikbare voedsel eerst aan dieren geven en mensen dieren laten eten. Dat kan efficiënter en met minder bezwaren.
Alle argumenten van mevrouw Lodders zijn en worden al jaren weerlegd, maar dan moet je wel bereid zijn ze willen te horen. Meer lezen over tegenargumenten voor de drogredenen, klik hier. Voor relativering economisch belang agrosector, klik hier.

Dit is de reactie van Wakker Dier.

Leeswijzer


Kijk op Facebook voor onze reactie op de actualiteit.
Aanbeveling: Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom. Klik hier voor de laatste bijdragen.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.