Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Bij de Stichting Animal Freedom leest u over de gedachte achter dierenrechten.
Hier leest u over ontwikkelingen in de agrosector en de gevolgen voor dieren(rechten).
Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.
Posts tonen met het label subsidie. Alle posts tonen
Posts tonen met het label subsidie. Alle posts tonen

26 juni 2009

Koeien gebruiken voor demonstraties is niet verboden

In antwoord op Kamervragen van Marianne Thieme van de Partij voor de Dieren antwoordt minister Verburg van LNV:
In beginsel is het niet verboden dieren bijeen te brengen. Indien het vervoer volgens de geldende regels heeft plaatsgevonden en bij de dieren die bij de genoemde demonstratie zijn ingezet geen sprake was van veroorzaking van pijn of letsel ofwel benadeling van de gezondheid of het welzijn, is een schending van artikel 36 van de GWWD niet aan de orde.
In dit geval ging het naar mijn mening niet om een onredelijk doel.

Tot zover de dubbele ontkenning van Gerda Verburg.

In Nederland worden koeien steeds meer het jaar rond binnen gehouden om een hogere productie mogelijk te maken. Een uitje naar een demonstratie 300 kilometer verderop (van Friesland naar Den Haag) zou voor mensen een goede manier zijn om hun ongenoegen over hun leefsituatie kenbaar te maken.
Gerda Verburg wil graag de melkveehouders steunen in het afnemen van hun overproductie van melk. Daarvoor vraagt ze zelfs EU-subsidie.
Zou het niet voor alle partijen beter zijn als er in Nederland wat minder de nadruk zou liggen op melkproductie voor het buitenland en dat koeien wat vaker rustig buiten op het land in de wei zouden lopen?

09 februari 2009

Duurzaamheid is het toverwoord om te bedelen voor subsidie

Nu in de landbouw door de kredietcrisis de buikriem wat dreigt te worden aangehaald probeert de Agrosector met oude wijn in nieuwe zakken weer eens een graai te doen in de subsidiepot. Het verzoek om steun van de overheid gaat onder het mom van duurzaamheid bevorderen.
Toen de vuilnisdienst een te lage status kreeg, werd de naam veranderd in milieudienst.
Toen het spuiten van landbouwgif door de consument met argusogen werd bekeken, hernoemde men het gif in gewasbeschermingsmiddelen.
Ordinair meer geld verdienen door te bezuinigen op dierenwelzijn en megastallen te bouwen heet nu rendementsverbetering.
Is mest een probleem? We voegen wat voedsel toe aan de mest en we wekken energie op via een biomassavergisting in een biogasinstallatie of we rijden meer uit op het grasland dan de EU verstandig vindt en noemen dat derogatie.
Wordt energie te duur? We vragen subsidie om maatregelen te nemen om energie te besparen en daarmee de concurrentiepositie te versterken en om nog meer buitenlandse boeren te kunnen beconcurreren.
Heeft het publiek problemen met het permanent houden van vee binnen de stallen? Geen probleem, we noemen het binnenshuis verzamelen van mest minder belastend voor het milieu.
Vindt het publiek de megastallen lelijk? We pleiten voor een betere inpassing van agrarische bedrijvigheid in het landschap.
Vindt het publiek dat varkens niet permanent tussen stangen moeten staan? We richten wat (zicht)stallen in met varkens in het stro en we laten het publiek binnen met de boodschap dat straks alle varkens zo gehuisvest zullen worden.

Kortom, de lijst met voorbeelden waarop de Agrosector de belastingbetaler in het ootje neemt is lang. Het gaat niet om de waarheid, maar om de geloofwaardigheid van het imago. En de sector weet dat het publiek zich graag in slaap laat sussen. Die heeft immers andere zorgen aan zijn hoofd dan het luisteren naar zijn geweten.

Het “verduurzamen” van de agrosector is allemaal uitstel van executie, want de Nederlandse veehouderij bevindt zich op een doodlopende weg. Dat de grote boeren, die het hardst doen aan schaalvergroting, het laatst zullen overblijven is geen argument om onder het mom van duurzaamheid belastinggeld over de agrarische hanenbalk te gooien.
Wat boeren hier in ons land doen, kunnen boeren in het buitenland op den duur veel goedkoper wanneer ze –gedwongen door valse concurrentie- de innovaties en het negeren van de belangen van mens, dier en milieu van ons overnemen.
Duurzaam beleid is de veestapel te verkleinen en over te laten aan die veehouders die minstens het eko-keurmerk of het Demeter-keurmerk voeren, maar liefst nog meer doen aan echt ecologisch verantwoorde maatregelen. Het kost de consument wel wat meer geld en levert gezondere voeding op, maar het bespaart de belastingbetaler bakken met geld.

23 januari 2009

Co-vergisting van mest brengt te weinig geld in het laatje

In het Agrarisch Dagblad valt te lezen (januari 2009):

Het aantal co-vergistingsinstallaties blijft ver achter bij de verwachting van het kabinet.
De reden hiervoor is dat veel initiatiefnemers die aanvankelijk belangstelling hadden, zich hebben teruggetrokken omdat zij het subsidiebedrag te laag vonden.

Met andere woorden co-vergisting brengt zo weinig energie en daarmee terugverdiengeld op dat er veel geld bij moet. De boeren willen de overheid en daarmee de belastingbetaler daarvoor laten opdraaien.

De hype van het vergisten van mest is vooral bedoeld om het publiek de indruk te geven dat het mestoverschot afdoende is aangepakt. De agrosector had daarom het plan opgevat om door de bouw van mestvergistingsinstallaties en het verbouwen van gewassen om te “co-vergisten” twee vliegen in één klap te slaan, mits de overheid bereid was te betalen om het een en ander economisch rendabel te maken.
Het scoort namelijk heel goed in de media om te roepen dat boeren met hun mest een deel van het dorp van elektriciteit kunnen voorzien. Dat de burgers hiermee een dure sigaar uit eigen doos krijgen, gaat de meesten toch boven de pet.

12 december 2008

Burger laat zich door de boer een oor aan naaien

De Nederlandse landbouw is er een meester in om haar ware gezicht te verhullen achter een sluier van hele leugens en halve waarheden. De rauwe werkelijkheid van de Nederlandse landbouw is dat er op nog nooit vertoonde schaal dieren worden mishandeld, het milieu wordt verpest, de biodiversiteit en de leefbaarheid op het platteland om zeep worden geholpen en dat aan het klimaat onomkeerbare schade wordt toegebracht.

Zoals bij de behandeling van de landbouwbegroting door fractievoorzitter Thieme van de Partij voor de Dieren werd opgemerkt: ‘Dierenleed en klimaatschade. Dat is het werkelijke exportproduct van de Nederlandse bio-industrie’.

Af en toe wordt een tipje opgelicht van de sluier die de Januskop van de Nederlandse landbouw doorgaans bedekt, maar dan nog is het voor de burger lastig om te zien wat er eigenlijk aan de hand is.

Wat te denken van de volgende krantenkop: ‘EU-rekenkamer: cross-compliance niet effectief’.

Niet bepaald een uitnodiging om er als lezer eens even goed voor te gaan zitten.
Dat is jammer, want de agro-geheimtaal achter deze krantenkop betekent dat de boeren directe inkomenssteun krijgen. In ruil daarvoor zouden ze een tegenprestatie leveren, maar dat doen ze niet.

Het gaat daarbij niet om klein bier. De Nederlandse boeren, akkerbouwers en melkveehouders, verdelen jaarlijks samen onderling zo’n €400 miljoen aan directe inkomenssteun. Die €400 miljoen is een jaarlijks terugkerend cadeautje, want ze doen er niets voor terug.

En de boerenvoormannen maar met een stalen gezicht volhouden dat de boeren geen subsidie meer krijgen.

Strikt genomen hebben ze daarin gelijk, maar ze vergeten er bij te zeggen dat de subsidies zijn vervangen door directe inkomenssteun. Doodgewone bijstand dus. Al wordt de vraag of men daarvoor in aanmerking komt voor boeren niet bepaald door een gemeente-ambtenaar, en een limiet aan de hoogte van de uitkering is er al helemaal niet.

Bovendien vinden boeren zichzelf geen steuntrekkers, maar agrarische ondernemers. En dus heet de bijstand voor de melkveehouders ‘melkpremie’ en heet de bijstand voor de akkerbouwers ‘hectare toeslag’.

Deze directe inkomenssteun is overigens binnen de kaders van internationale handelsverdragen verboden. Maar daar heeft de agrolobby de zogenoemde ‘cross-compliance’ voor uitgevonden.
Een deftige term die niet veel meer betekent dan 'voor wat, hoort wat'.

Omdat de boeren een tegenprestatie leveren is de inkomenssteun dus eigenlijk geen steun, maar een vergoeding voor geleverde diensten en dan mag het volgens de handelsverdragen weer wel. De Europese rekenkamer zegt nu echter dat er geen of een onduidelijke tegenprestatie wordt geleverd.

Er is in Brussel vastgelegd dat in ruil voor de inkomenssteun de boeren aan plattelandsbeheer moeten doen. Maar wat ze moeten doen is niet gedefinieerd, omdat de agrolobby dwars ligt over die definities.
En dus doen de boeren niets aan plattelandsbeheer, maar incasseren wel de steun.

Ook over de regels met betrekking tot dierenwelzijn, zorgt de agrolobby er voor dat het uiterst schimmig blijft wat onder die regels moet worden verstaan. En dus gaat de veehouderij onverminderd en ongehinderd door met grootschalige dierenmishandeling en incasseert wel de steun.

Er verandert dus in Europa op landbouwgebied helemaal niets. De geldkraan naar de boerenhoeven blijft, betaald door de burger, gewoon wagenwijd open staan. En de boeren hoeven er nog steeds geen fluit voor te doen.

Zo laat de Europese burger zich nog steeds door de boer een oor aan naaien.

11 november 2008

Demagogie en boerenlogica bij de waterschapsverkiezingen

In het Reformatorisch Dagblad werden twee kandidaten voor de waterschapsverkiezingen geportretteerd. Hun verhaal illustreert fraai de valse argumenten en demagogie waarmee de boerenlobby haar financiële belangen verdedigt.

Vonk Noordegraaf is niet blij met de deelname van politieke partijen aan de verkiezingen. „Politieke partijen hebben hun eigen belangen, waarbij ecologie waarschijnlijk meer aandacht krijgt dan veiligheid. In ons programma staat betrouwbaarheid van de dijken op nummer één. In een gebied dat 1,5 tot 7 meter onder de waterspiegel ligt, moet dat wel”.

CDA’er Heemskerk is het vreemd genoeg met Vonk Noordegraaf eens. „Ik sta niet te juichen over de deelname van het CDA. De kennis en ervaring van politici wegen niet op tegen de expertise van ervaren waterschapsbestuurders”. Dat Heemskerk zelf agrariër is, ziet hij als een groot voordeel. „Bij de VVD hebben ze één agrarische kandidaat, die ook nog eens op de achtste plaats staat”.

Het CDA en KodK hebben allebei moeite met de lobby voor projecten waarbij men probeert in cultuur gebracht landschap weer in de oude, natuurlijke staat terug te brengen. „Wat is er mooier dan het uitzicht vanaf de ringdijk de polder in?”, roept Heemskerk uit. „Ook polderlandschap is natuur”.

Vonk Noordegraaf benadrukt het belang van leefbaarheid. „De hoge waterstanden die natuurorganisaties creëren, zijn een aanslag op het milieu. Insecten komen er in groten getale op af en verspreiden ziektes onder het vee”. Teruggaan naar de oorspronkelijke natuur van Zuid-Holland is volgens de Stolwijker onmogelijk. „Dan komt Nederland onder water te staan en moeten we in Duitsland gaan wonen”.

De verschillen tussen het CDA en KodK zijn miniem. Heemskerk: „Het CDA onderscheidt zich door een breed blikveld. Wij zijn er ook voor mensen in de stad en voor bewoners van de Zuidplaspolder”. Ton Vonk Noordegraaf wil zich vooral inzetten voor de belangen van de boeren.
Tot zover het Reformatorisch Dagblad.

Er is een conflict tussen natuur- en boerenbelangen in de hoogte van het waterpeil. Boeren willen een lager peil, ten koste van natte natuur en waterverbindingen.
Het argument dat een hoger waterpeil zou leiden tot verspreiding van ziektes onder het vee is onzin. Boeren willen graag het areaal landbouwgrond dat gereserveerd is voor de Ecologische HoofdStructuur benutten omdat het tegenwoordig weer lucratief is om landbouwgrond te gebruiken voor biobrandstoffen en om mest op uit te rijden. Vroeger was er een braaklig-regeling, dat wil zeggen boeren kregen geld (subsidie) om landbouwgrond niet te gebruiken (braak te laten liggen).

06 september 2008

Subsidies maken actievoerder suf

Wakker Dier meldt op haar site:

Wakker Dier is zelf ook wel eens gesubsidieerd door de overheid. In haar 10 jarig bestaan ontving Wakker Dier 60.000 euro overheidssubsidie om de bio-industrie te bestrijden. Ter vergelijking: dat is 0.001% van de EU-subsidies aan de Nederlandse bio-industrie. Omdat de subsidievoorwaarden van de overheid een versuffend effect hadden op spraakmakende acties van Wakker Dier, vraagt Wakker Dier geen subsidies meer aan.

Tot zover Wakker Dier.

Directe en indirecte subsidie van de intensieve veehouderij gaan op kosten van de belastingbetaler. Zou de bio-industrie alle gevolgen van haar bedrijfsvoering zelf moeten bekostigen dan was biologisch vlees en zuivel in de winkel even duur. Het verschil wordt nu dus bijgelegd door de belastingbetaler. Hierdoor betaalt de vleesverminderaar mee aan de productie en consumptie van vlees. Maar ook aan de gevolgen voor de volksgezondheid.
Stimulering van zuivel- en vleesproductie door de Europese Unie leidt mogelijk tot duizenden doden per jaar door hartziekten en beroerten.

Was de agrosector maar net zo principieel als Wakker Dier en betaalde ze zelf maar voor het opruiming van haar vuil. Hopelijk komt de kiezer nog eens tot inzicht en vraagt hij zijn volksvertegenwoordiger om de subsidies die de bio-industrie in stand houden te beëindigen. Dat zou hem veel geld besparen.

13 juni 2007

In agrarische sector wordt relatief veel gefraudeerd

In zes van de negen fraudeclusters die worden onderscheiden zijn ongewenste activiteiten in de land- en tuinbouw dominant. Het onderzoek is gedaan door het Platform bijzondere opsporingsdiensten, waarin de Algemene Inspectiedienst (AID), de Fiscale Inlichtingen en Opsporingsdienst (FIOD), de Sociale Inlichtingen en Opsporingsdienst (SIOD) en de Vrom-Inlichtingen en Opsporingsdienst zijn vertegenwoordigd.

Gesignaleerde problemen in de land- en tuinbouw zijn met name mest-fraude, veevoer-fraude, fraude in de sfeer van illegale arbeid, koppelbazen en identiteitsfraude, fraude met groeibevorderaars, fraude met EU-gelden en fraude met gewasbeschermingsmiddelen.

Bron: Agrarisch Dagblad

20 februari 2006

Kippenboutjes over: invriezen of dumpen?

In het nieuws wordt ietwat versluierend gemeld dat de kippenstapel weer is gegroeid naar minstens 92 miljoen. Het gaat hier om de permanent aanwezige populatie pluimvee, dus niet het aantal kippen (kalkoenen en eenden) dat op jaarbasis in ons land wordt geproduceerd. Dat ligt veel hoger door de lage gemiddelde leeftijd die een kip (lees vleeskuiken) in ons land haalt.
Door de verminderde belangstelling van de consument in binnen- en buitenland voor kippenvlees als gevolg van de vogelgriep ontstaat er een overschot aan kippenvlees. De sector zit nu met de vraag hoe dit overschot moet worden kwijtgeraakt. Is invriezen slim, zodat het later op de markt kan worden gebracht of zou het overtollige vlees tegen dumpprijzen afgezet moeten worden op bijvoorbeeld de Afrikaanse markt. Omdat de Afrikanen wel wat proteïnen kunnen gebruiken en Nigeria bijvoorbeeld te kampen heeft met vogelgriep zou dit mogelijk vraag opleveren. Twee problemen duiken op: door het dumpen van vlees worden de locale producenten brodeloos gemaakt en de Nigerianen dumpen zelf hun eigen kippenvlees op de markt uit angst dat het anders wordt vernietigd zonder voldoende financiële compensatie.

Een logische oplossing zou zijn om het vlees in te vriezen en pas op de markt te brengen wanneer er weer vraag naar is en ondertussen de stallen leeg te laten. Maar zo simpel werkt het helaas niet, want dan valt er minder te verdienen. De sector vult het liefst de stallen zo snel mogelijk en brengt de kuikens het liefst zo snel mogelijk (na 6 a 7 weken) naar de slacht onder het motto “kippenkoppen moet rollen zodat het geld blijft rollen”.
Aan de Nederlandse politiek het verzoek om de poot stijf te houden en de sector niet financieel te steunen. De sector produceert voornamelijk voor de buitenlandse markt en enige afslanking zou heel veel druk afhalen van de hoeveelheid dierenleed in eigen land, de hoeveelheid mest die wordt geproduceerd en de uitbreiding van lelijke en stinkende megastallen in het landschap.

Leeswijzer


Kijk op Facebook voor onze reactie op de actualiteit.
Aanbeveling: Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom. Klik hier voor de laatste bijdragen.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.