Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.
Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht vleesvervangers. Sorteren op datum Alle posts tonen
Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht vleesvervangers. Sorteren op datum Alle posts tonen

09 april 2009

Varkens in Nood hekelt supermarkt

Supermarkten adverteren massaal met goedkoop industrievlees

Persbericht Supermarktmonitor Varkens in Nood: biologisch vlees en vleesvervangers worden in reclamefolders nauwelijks aangeprezen.
Supermarkten benadrukken graag dat ze dierenwelzijn hoog in het vaandel hebben. Hun reclamefolders zijn echter gevuld met aanbiedingen van dieronvriendelijk vlees. Biologisch vlees en vleesvervangers zijn in de folders niet of nauwelijks te vinden. ‘Vlees eten is slecht voor de dieren en slecht voor het milieu. Reclame maken voor goedkoop vlees is onethisch’, stelt Hans Baaij, directeur van Stichting Varkens in Nood.

Met het paasfeest voor de deur, dat van oudsher wordt gevierd met een veelheid aan dierlijke producten, is Varkens in Nood een onderzoek gestart naar de frequentie waarmee supermarkten industrievlees, biologisch vlees en vleesvervangers aanprijzen. In 92 procent van de aanbiedingen bleek het om industrievlees te gaan.

Albert Heijn gaat er prat op de grootste te zijn op het gebied van vleesvervangers. De supermarkt zegt de consument aan te moedigen om minder vlees te eten. Loze woorden, zo blijkt uit het onderzoek van Varkens in Nood. Albert Heijn maakte in de onderzochte periode 24 keer reclame voor gangbaar industrievlees. Biologisch vlees en vleesvervangers waren in folders van de supermarkt niet te vinden.

C1000 deed het in de zes weken die het onderzoek besloeg niet beter. De supermarkt heeft in de onderzochte periode 39 keer industrievlees onder de aandacht gebracht. Biologisch vlees en vleesvervangers bleven in de folders van de supermarkt achterwege. Ook Jumbo, Dekamarkt, Aldi en Lidl maakten louter reclame voor vlees van dieren die onder erbarmelijke omstandigheden zijn gehouden en geslacht.

Van de dertien supermarkten onderscheidde alleen Dirk van de Broek zich in positieve zin wat betreft het aanprijzen van biologisch vlees. De supermarkt maakte in haar folders 23 keer reclame voor biologisch vlees tegenover 52 reclames voor industrievlees. Varkens in Nood hoopt dat de supermarkt die voortrekkersrol ook in de toekomst blijft vervullen.

Biologisch vlees speelt een ondergeschikte rol in supermarktfolders, maar vleesvervangers lijken werkelijk producten waarvoor supermarkten zich schamen. Samen maakten de dertien supermarkten slechts tien keer reclame voor vleesvervangers, tegenover 609 reclames voor vlees.

Supermarkten kunnen veel betekenen als het gaat om het uitbannen van dierenleed in de vee-industrie. Ze hebben immers veel invloed op het koopgedrag van de consument. Varkens in Nood ziet graag dat supermarkten hun diervriendelijke producten promoten. De stichting zal daarom haar onderzoek voortzetten en elk kwartaal een supermarktmonitor publiceren.

Zie ook deze video over hoe supermarkt marketing werkt.

26 april 2013

Vleesvervangers te kust en te keur

Zonder het te weten eten veel mensen al jaren vleesvervangers. Zij zijn nu eenmaal goedkoper dan vlees en de smaak kan vrijwel gelijk worden gemaakt. De markt is de laatste 10 jaar meer dan verdubbeld.
De basis voor vleesvervangers kan zijn: soja, lupine, tarwe- en erwteneiwit, magere melk, algen of paddenstoelen. Sommige vleesvervangers zijn verrijkt met vitamine B-12, een belangrijke vitamine die wel in vlees zit, maar niet in plantaardig voedsel of zijn verrijkt met ijzer. Een deel van de vleesvervangers dat dierlijke producten bevat is niet geschikt voor veganisten.

Producenten van vleesvervangers geschikt voor vegetariërs en veganisten

Alpro soya is gemaakt van soja. www.alpro.com
De vegetarische slager maakt producten van beeter (sojameel en water) en lupine. www.devegetarischeslager.nl
Provamel is gemaakt van soja. www.provamel.nl
Tivall is gemaakt van tarwe en soja en is verrijkt met B12 en ijzer. www.tivall.nl
Vivera is gemaakt van soja en is verrijkt met B12 en ijzer. www.vivera.com

Vleesvervangers niet geschikt voor veganisten
Valess is gemaakt van magere melk en algen. www.valess.nl
Quorn is gemaakt van een eiwit verwant aan een paddenstoel en bevat kippen-ei. www.quorn.nl

11 januari 2010

Supermarktmonitor: Promotie fout vlees neemt toe

Gezamenlijk persbericht Varkens in Nood en Milieudefensie: Vomar als slechtste getest door Varkens in Nood en Milieudefensie
AH slechte score ondanks groen imago

Uit de Supermarktmonitor Vlees en Vleesvervangers, die ieder halfjaar door Varkens in Nood en Milieudefensie wordt gepubliceerd, blijkt dat in de folders van de supermarkten de aanbiedingen van goedkoop vlees uit de vee-industrie alleen maar toenemen. Bij de aanbiedingen voor Kerst 2009 waren 19 van de 20 vleesaanbiedingen milieu- en dieronvriendelijk. Ook Albert Heijn, dat in 2009 een nieuw assortiment duurzame producten lanceerde, laat verantwoord vlees links liggen. Varkens in Nood en Milieudefensie verwijten supermarkten onethisch gedrag.

19 van de 20 aanbiedingen zijn onverantwoord voor dier en milieu
Supermarkten benadrukken graag dat ze dierenwelzijn en milieu belangrijk vinden, maar hun reclamefolders laten een geheel ander beeld zien. In de tweede helft van 2009 betrof 94% van de vleesaanbiedingen in folders gangbaar vlees. In de vorige meting van juli 2009 was dit nog 89%. Slechts 6% van de reclame in supermarktfolders werd gewijd aan biologisch vlees en vleesvervangers.

Jumbo de beste, Vomar de slechtste
De tweede editie van de Supermarktmonitor laat zien dat Jumbo net als vorig jaar met kop en schouders boven de andere supermarkten uitsteekt, zowel wat betreft het aanbod en de prijs van biologisch vlees en vleesvervangers. Dirk van de Broek doet het deze keer veel beter dan de vorige keer en steeg van de 6e naar de 2e plaats. Zo nam het assortiment en de aanbiedingen voor biologisch vlees toe en werd het prijsverschil met industrievlees kleiner. Vomar zakte naar de laatste plaats vanwege een karig aanbod van vleesvervangers en vanwege duur biologisch vlees.

AH ondanks groen imago slechte score
Ook Albert Heijn stelt teleur. De grootste supermarktketen van Nederland daalt in de ranglijst naar de vijfde plaats. Ondanks het groene imago dat de supermarkt zich heeft aangemeten met het Puur en Eerlijk assortiment, blijft het biologische vleesassortiment achter bij dat van de concurrentie en blijven de prijzen hoog. Zo is biologische biefstuk bij de AH tot 30 procent duurder dan bij andere supermarkten.
Het promoten van gangbaar vlees gaat onverminderd door. De supermarktketen trapte vorige week de Hamsterweken af met een twee-voor-de-prijs-van-één actie, waarbij industrievlees gratis wordt weggegeven. Volgens Varkens in Nood en Milieudefensie illustratief voor het gebrek aan morele verantwoordelijkheid bij supermarkten.

Hans Baaij, directeur Varkens in Nood: "De concurrentie tussen supermarkten bepaalt voor de meeste supermarkten het beleid. Het resultaat is een ongeremde exploitatie van dieren, natuur en milieu. Door de lage inkoopprijzen worden ook de boeren tot op de laatste cent uitgeperst. Ethische waarden bestaan bij de meeste supermarkten kennelijk niet. Het enorme aanbod van dieren uit de vee-industrie voor Kerst 2009 en nu weer de nieuwste actie van de AH waarbij een tweede stuk vlees gratis is, bewijst deze sombere conclusie weer eens ten overvloede."

16 december 2010

Doe toch maar een lekkere vleesvervanger

'Een vleesvervanger hoeft op zichzelf niet zo lekker te zijn, als het product maar goed in een complete maaltijd past. Producenten van vleesvervangers kunnen daarom het beste kant-en-klaarmaaltijden met nepvlees op de markt brengen'.
Dat zegt voedingsdeskundige Hanneke Elzerman van de Wageningen Universiteit, die begin december 2010 promoveerde op een onderzoek naar de mate waarin vleeseters producten als quorn en tofoe accepteren. Overigens vond de meerderheid van de proefpersonen de maaltijden die Elzerman hun liet proeven, sowieso niet zo lekker, zo blijkt uit de vragenlijsten die zij invulden, aldus de onderzoekster.

Bovenstaande bericht is een merkwaardig bericht. Vleesvervangers vervullen in het algemeen twee functies. Voor mensen die geen vlees willen eten, maar toch gezond, kan een vleesvervanger, het woord zegt het al, vlees vervangen. Vlees is duur, daarom wil een voedselproducent graag vlees vervangen door een vleesvervangers als de consument het verschil toch nauwelijks proeft. Het is ironisch om te bedenken dat de meest verstokte vleeseters al halve vegetariërs zijn zonder zich dat te beseffen.

Zou Hanneke Elzeman bedoelen dat het meeste vlees tegenwoordig toch niet zo lekker is dat een vleesvervanger niet lekker hoeft te zijn om de smaak van vlees te kunnen vervangen?

Wil een vleeseter omschakelen naar een vegetarisch levensstijl dan zal hij eerst kijken naar een vleesvanger die hem nog meest doet denken aan vlees. Maar om de omschakeling effectiever te maken dan is een andere manier van koken aantrekkelijker. En dan kan een lekkere vleesmaker motiverend werken. Maar ja, anders leren koken kost wel wat moeite. Maar wanneer je de vegetarische kookkunst eenmaal beheerst dan heb je er de rest van je leven plezier van.

05 oktober 2017

Wat als we al het vlees vervangen?

De wereld is onderhand te klein geworden om al haar bewoners te voeden met vlees. Vlees is gemakkelijk na te maken op basis van plantaardige grondstoffen dat je het niet zou proeven als je het niet weet. De Vegetarische Slager gaat ingaande 2018 deze vleesvervangers op nog grotere schaal produceren in een nieuwe fabriek: 3500 verkooppunten in vijftien landen en de groei zit er al 7 jaar in.
Het ligt voor de hand om de veehouderij af te bouwen en de productie van vleesvervangers mondiaal op te schalen zodat op de niet al te lange duur al het vlees kan worden vervangen. ‘Voor het produceren van één kilo kip is drie kilo soja nodig, wij maken drie kilo kip van één kilo soja’.

Wat zijn daarvan de voordelen? Vleesvervangers op biologische basis hebben niet de ongezonde stoffen als antibiotica, groeihormonen, pesticiden, ze hebben minder milieubelasting, geen dierenleed, hebben minder bijdrage aan klimaatopwarming en minder aanslag op de biodiversiteit. Ze hebben dezelfde voedingswaarde, bevatten dezelfde proteïnen en eiwitten en er kleven minder gewetensbezwaren aan: er worden geen dieren geslacht, getransporteerd over grote afstanden, er worden geen dierenrechten geschonden.
Vitamine B-12 kan worden toegevoegd en op de verpakking kan precies worden vermeld wat de samenstelling is. Er is minder van het land nodig om het te produceren, waardoor ook wilde dieren een ruimere en aaneengesloten biotoop kan worden geboden.

Is het daarmee een morele plicht om over te stappen? Omdat na opschaling de prijs van vleesvervanger minder hoog zal zijn dan van vlees, is eigenlijk de vraag overbodig. Je bent gewoon een dief van je portemonnee en een bedreiging van je eigen gezondheid wanneer je het niet doet.
Doordat (imitatie)vlees nu zonder dieren te gebruiken kan worden geproduceerd, wordt het eerder een morele plicht van de Vegetarische Slager om dit product zo breed mogelijk aan te bieden.

Ook de opwarming van het klimaat kan met deze omslag naar dierloos voedsel worden vertraagd.

31 oktober 2008

Volkskrantverslaggeefster skeptisch over relatie vlees en broeikaseffect

Verslaggeefster Kim van Keken schrijft donderdag 30 oktober in de Volkskrant over “Megatonnen broeikasgas door eten vlees en vis”.

Zij heeft echter weinig zin om deze kwestie serieus te beschrijven.
Zo schrijft zij:

“De productie van een Nederlands kippenboutje veroorzaakt veel minder broeikasgassen dan een Braziliaanse biefstuk. Daar staat tegenover dat een koe in Brazilië veel meer ruimte heeft in de wei, dan een Nederlands dier in een hok.”

Voorgaande is een waarheid als een koe. Een kip is nu eenmaal heel wat kleiner als een koe. Zelfs als we het hebben over een lapje vlees van gelijk gewicht is het onzin: door het gesleep van veevoeder uit (de regenwouden van) Brazilië naar Nederland is het broeikaseffect groter.

Zij schrijft verder:

De bio-industrie is in die zin beter voor het milieu: meer dieren op één plek werkt energiebesparend, zegt onderzoeker Hans Blonk. `Maar we hebben natuurlijk graag dat dieren het goed hebben.' Minder vlees eten kan dus de uitstoot van CO2 verminderen, hoewel ook in veel vleesvervangers dierlijke producten zijn verwerkt.

Zo! Zitten in Vleesvervangers dierlijke producten? Dat zal dan zeer gering zijn. Het zou wat zijn als een vleesvervanger evenveel vlees zou bevatten als gewoon vlees!

Verder maar weer:

Als iedereen de hele week veganistisch eet bedraagt de reductie aan kooldioxide waarschijnlijk zes megaton per jaar, meldt het rapport. Maar ook plantaardige voeding leidt tot C02-uitstoot. `Als iedereen plantaardig eet, heb je de sojaproblematiek nog niet opgelost.' Blonk verwijst hiermee naar het kappen van regenwoud, onder meer voor het aanleggen van sojaplantages.

Het zal ongetwijfeld zo zijn dat bureau Blonk een rapport) heeft gemaakt dat de vleesindustrie niet al te hard afvalt, maar de suggestie dat er nog een substantiële kap van het regenwoud doorgaat als er geen soja meer voor veevoeder voor ons land wordt geteeld, maar alleen voor Vleesverlaters is wel erg onwaarschijnlijk. De soja die rechtstreeks voor vleesvervangers wordt ingezet, is maar een fractie van de hoeveelheid die voor de omweg via het vlees benodigd is. Dus als alle wereldbewoners vegetariër worden is de kap van het regenwoud niet meer nodig, maar kan de gehele wereldbevolking worden gevoed via de gewone landbouwgronden.

09 november 2008

Is onze landbouw deel van de oplossing of juist het probleem?

Edwin Timmer schrijft op E-farm.nl zondag 09 November 2008 onder de titel ‘Hollandse boer klimaatkampioen’ (gedeeltelijk geciteerd).

Het meest klimaatbewuste vlees komt van Nederlandse varkens- en kippenbedrijven. Minister Verburg (Landbouw) wil daarom wereldwijd de boer op met het concept van onze intensieve pluimvee- en varkenshouderij. Geen enkele andere vorm van vleesproductie is zo zuinig met ruimte en grondstoffen, aldus onderzoek naar milieueffecten van de consumptie van eiwitproducten. Dat is aanlokkelijk voor landen die hun CO2-uitstoot willen beperken. „Onze landbouw is een deel van de oplossing”, zegt Verburg. „Waarom zouden we niet proberen onze kennis in de rest van de wereld te verkopen”?

De studie van Blonk Milieu Advies zet het klimaatvraagstuk en de Nederlandse landbouw „eindelijk in het juiste perspectief”, verzucht Verburg. In tegenstelling tot alle lelijke aantijgingen van de Partij voor de Dieren, blijkt de Nederlandse boer de ware klimaatkampioen. Kost de productie van een kilo Braziliaans rundvlees 59 kilo CO2, Nederlands varkensvlees zit op 4,5 kg CO2. Onze kip doet het zelfs beter dan tofu, omdat deze vleesvervanger meer fossiele brandstof vereist. O ja, en als je echt bevreesd bent voor klimaatverandering, kun je biologisch vlees het beste laten liggen.

Het geheim achter onze lage CO2-uitstoot is dat kippen en varkens met weinig voer en in korte tijd slachtrijp worden. Daar doet een rund op de Braziliaanse pampa’s jaren over. Die langzame groei geeft aan de andere kant wel een subliem dierenwelzijn. „Kleinere bedrijven zouden beter zijn voor het dierenwelzijn. Maar nieuwe, moderne intensieve veeteeltbedrijven kennen vaak een zorgvuldiger dierenwelzijn”.

De CO2-zuinigheid neemt toe als gas uit mest binnenkort de eerste stadswijken verwarmt. Verburg: „Dat begint in Leeuwarden. Ook stadsbussen gaan erop rijden. Ik zie dat een heel hoge vlucht nemen”. Verder zouden zowel consumenten als producenten minder moeten ’morsen’ op weg van het land naar het bord. Ongeveer een derde gaat nu nog verloren. „Kleinere porties, de schijf van vijf en minder voedsel weggooien, scheelt bijna evenveel uitstoot als het laten staan van een gehaktbal”.

De CO2-uitstoot die vrijkomt bij productie van vlees, vis of vleesvervangers loopt ook te sterk uiteen om simpele conclusies uit te trekken. „Eén stuk vlees per week minder eten is geen oplossing. Want wanneer je als alternatief meer zuivel gaat eten of vleesvervangers als quorn of valess, dan blijkt de verandering in CO2-uitstoot minimaal. Bij kaas ligt het zelfs hoger dan bij kip of varken”. Alleen een veganistisch dieet, zonder vlees, zuivel, eieren of vis – maar met af en toe een gefrituurd krekeltje – is echt CO2-zuinig.
Tot zover Edwin Timmer.

In haar rapport komt Blonk Milieu Advies (BMA) echter tot totaal andere bevindingen. De laatste aanbeveling wordt overgeslagen, want deze is onbegrijpelijk geformuleerd. BMA concludeert als volgt.

Zowel de producten vanuit de melkveehouderij als de producten uit de extensieve en intensieve veehouderij hebben een substantiële bijdrage aan het broeikaseffect en het ruimtebeslag vanwege Nederlandse consumptie.
  • Het vervangen van dierlijke eiwitproducten door plantaardige producten geeft een reductie in het broeikaseffect. De hoogte van die reductie is afhankelijk van de keuze van plantaardige alternatieven. Geraamd wordt dat met de huidige op de markt zijnde plantaardige product alternatieven een besparing van maximaal ca. 6 Mton CO2-eq. per jaar kan worden behaald. Daarvoor zou heel Nederland moeten overschakelen op een volledig plantaardige voeding. Op die manier wordt ook het ruimtebeslag van de Nederlandse consumptie teruggebracht met ca. 12.500 km2.
  • Deze aanzienlijke potentiëlen gelden voor een extreem scenario dat in ieder geval op de korte termijn niet realistisch is. Meer realistische scenario’s zoals een dag geen vleesconsumptie geeft een reductie van 0,4 tot 1,1 Mton, afhankelijk van de mate van “plantaardigheid” van de vervanging. De hoogste besparing van ca. 1,1 Mton wordt behaald door een dag geen zuivel, geen eieren en geen vlees(waren). Alleen een dag geen zuivel geeft een besparing van 0,4 Mton en een dag geen vlees bij de warme maaltijd een besparing van 0,6 Mton. Vervanging van vleesproducten door zuivelproducten geeft gemiddeld genomen geen besparing.
  • Het verschuiven in de consumptie van typen vlees heeft eveneens een hoog reductiepotentieel. Het broeikaseffect van eiwitrijke producten zou wanneer de vleesconsumptie nog slechts zou bestaan uit uitsluitend de minst broeikasintensieve vleessoort (kip) 3,5 Mton CO2-eq. per jaar lager zijn. Het ruimtebeslag zou op die manier teruggebracht kunnen worden met ca. 11.000 km2.
  • Consumptie van eiwitrijke producten conform de richtlijnen goede voeding geeft een besparing van ca. 1,4 Mton CO2-eq. per jaar en een besparing op ruimtebeslag van ca. 5900 km2. Gezonder eten ten aanzien van eiwitproducten (wat minder vlees, wat meer vis en iets meer zuivel) geeft dus een bijdrage aan een verminderd broeikaseffect en een lager beslag op biodiversiteit. Een eerste kanttekening hierbij is dat het biodiversiteiteffect van verhoogde visconsumptie buiten beschouwing is gebleven. Een tweede kanttekening is dat dit potentieel wellicht groter is omdat de gehanteerde cijfers voor de consumptie van eiwitrijke producten mogelijk onderschat zijn.

Tot zover Blonk Milieu Advies.

De bevindingen van BMA onderschrijven de bevindingen van Timmer zeker niet, integendeel. Wanneer Timmer minister Verburg goed citeert dan moeten we concluderen dat de Agrosector haar financiële belangen probeert te verdedigen door in de aanval te gaan met halve waarheden, hele verdraaiingen en suggestieve redenaties. Het is een absurde stelling om de lengte van het kortere leven van een dier uit de bio-industrie aan te voeren als een factor die leidt tot lagere CO2 uitstoot dan van een ander dier dat langer mag leven. Vleesvervangers zijn er in soorten en maten. Valess is gemaakt van zuivel. Geen wonder dat die CO2 uitstoot groter is dan die van gewone zuivel. Een veganistische levenswijze heeft niets te maken met de consumptie van gefrituurde krekel. Veganisten zijn wel goed maar niet gek.
De boerensector en het ministerie van LNV worden blijkbaar in de praktijk zo weinig tegengesproken dat zij meent te kunnen volstaan met het aandragen van volstrekte onzin in de klimaatdiscussie om de belangen van de sector veilig te stellen. Het wordt tijd dat het publiek wakker wordt en haar electorale macht en invloed als consument aanwendt om de partijdige en onverantwoord besturende overheid paal en perk te stellen.

01 februari 2012

Waarom insecten in plaats van planten eten?

Vragen van het lid Hazekamp (Partij voor de Dieren) aan de staatssecretaris van Economische zaken, Landbouw en Innovatie over de subsidiëring van onderzoek naar het eten van insecten
  1. Kent u het bericht ‘Four legs good, six legs better? EU to spend 3 million Euros to promote eating insects 'as alternative source of protein’' ?
  2. Deelt u de mening van professor Marcel Dicke dat het eten van insecten vanaf 2020 onderdeel zal moeten zijn van een noodzakelijke eiwittransitie? Zo ja, waarom?
  3. Kunt u aangeven hoeveel geld de Nederlandse overheid in de afgelopen vijf jaar heeft besteed aan onderzoek en promotie van de consumptie van insecten? En kunt u ook aangeven hoeveel daarvoor voor het lopend jaar en het komend jaar gereserveerd is?
  4. Kunt u aangeven hoeveel in de afgelopen vijf jaar door de Nederlandse overheid is uitgegeven aan plantaardige eiwitconsumptie als alternatief voor dierlijke eiwitconsumptie? Kunt u ook aangeven hoeveel daarvoor voor het lopend jaar en het komend jaar gereserveerd is?
  5. Deelt u de mening dat binnen de noodzakelijke eiwittransitie plantaardige oplossingen de voorkeur verdienen boven dierlijke eiwitten? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze komt die opvatting binnen uw beleid tot uitdrukking?
  6. Deelt u de mening dat de acceptatie bij consumenten van plantaardige vleesvervangers bij gelijkwaardige voedingswaarde en kwaliteit hoger zal liggen dan voor producten gemaakt van insecten? Zo nee, waarom niet?
  7. Bent u bereid vanuit de Nederlandse inzet binnen de EU te pleiten voor meer middelen voor de ontwikkeling en promotie van plantaardige vleesvervangers en minder voor programma’s waarin insecten een rol spelen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn en wijze?

29 september 2023

Drie hoofdwegen om dierenleed te verminderen

Dierenwelzijn en principes

In een wereld waarin steeds meer aandacht wordt besteed aan dierenwelzijn en er steeds minder ruimte is voor dieren in het wild, zijn er verschillende benaderingen ontstaan om dierenleed in de veehouderij te verminderen. Dit artikel belicht drie belangrijke wegen die we kunnen bewandelen om een positieve impact te hebben op het leven van dieren.

  1. Op basis van het recht op vrijheid pleiten voor een vleesloze toekomst

    De eerste benadering richt zich op het fundamentele recht op vrijheid van dieren. Voorstanders van deze aanpak redeneren dat het houden en slachten van dieren voor voedselproductie indruist tegen dit recht. Ze pleiten voor een geleidelijke overgang naar diervriendelijke voedselalternatieven, zoals plantaardige diëten. Dit vereist een bewustwording van de morele implicaties van onze voedselkeuzes en de bereidheid om te evolueren naar een samenleving waarin dierenleed door voedselproductie wordt geminimaliseerd.
    Deze weg van geduld wordt onder anderen bewandeld door de Stichting Animal Freedom.

  2. Op basis van de intrinsieke waarde van dieren streven naar een respectvolle behandeling

    Een tweede benadering baseert zich op het idee dat dieren intrinsieke waarde bezitten en recht hebben op een goed leven. Hierbij ondersteunen voorstanders veehouders die streven naar diervriendelijke praktijken. Ze pleiten voor humane slachtmethoden en de bescherming en ondersteuning van dierenwelzijn gedurende hun hele leven. Deze aanpak vereist dat we als samenleving de normen voor dierenverzorging verhogen, de veestapel verkleinen en ethische overwegingen bij consumptie aanmoedigen. Dit pad is geschikt voor mensen die er geen been inzien om van het ene dier te houden en het andere dier op te eten.
    Deze snelle weg wordt bewandeld door de dierenwelzijnscoalitie.

  3. Op basis van plantaardige alternatieven vlees uitbannen

    De derde weg om dierenleed te verminderen omvat de ontwikkeling van plantaardige vleesvervangers en veganistische producten. Dit innovatieve pad richt zich op het verminderen van de vraag naar dierlijke producten door consumenten aantrekkelijke en smakelijke alternatieven te bieden. Door stapsgewijs traditionele vleesgerechten te vervangen door veganistische opties, kunnen we een positieve verschuiving teweegbrengen in de voedselindustrie en het dierenwelzijn verbeteren.
    Deze pragmatische weg wordt onder anderen bewandeld door de Vegetarische Slager en Those Vegan cowboys.

    Vleesvervangers kunnen ook gemaakt worden op basis van vlees ontwikkeld uit dierlijke stamcellen. Vooralsnog duur, maar er is geen ethisch bezwaar.

De kracht van het nemen van verantwoordelijkheid

Dierenwelzijn hangt nauw samen met de keuzes die we maken als individuen en als samenleving. Door te erkennen dat er verschillende wegen zijn om dierenleed te verminderen, kunnen we bewuster kiezen hoe we met dieren omgaan. Het is aan ons om na te denken over onze voedselkeuzes, over hoe veehouders te begrenzen die dieronvriendelijke praktijken omarmen, en als samenleving plantaardige alternatieven te ondersteunen. Samen kunnen we bijdragen aan een wereld waarin dieren met respect en mededogen worden behandeld, en waarin hun welzijn centraal staat in onze beslissingen.

Wat is effectief en duurzaam?

Het moge duidelijk zijn dat alleen de eerste hoofdweg zowel dierenwelzijn als dierenrechten behelst. Door de samenleving en ons voedselsysteem in te richten op basis van vrijheid slaan we het pad in van stoppen met het gebruiken van dieren en een deel van de vrijgekomen ruimte toewijzen aan dieren die van nature al vrij leven in de natuur. We hoeven dan alleen nog maar na te denken over waar de grenzen van onze eigen vrijheid liggen en deze te bewaken.

03 december 2005

Dumeco pleit voor natuurlijk geproduceerd vlees

Op Zibb het volgende, merkwaardige bericht:

Dumeco: consument wil geen kunstvlees

Vleesconcern Dumeco denkt dat consumenten niet zitten te wachten op vlees dat kunstmatig is gekweekt. Volgens een woordvoerder van Dumeco staat uit stamcellen gekweekt vlees ver af van de belevingswereld van de consument. ”Vlees is voedsel en eten is een positieve emotie”.
superpig
De woordvoerder reageert op Vitro Meat, een project waarin de universiteiten van Utrecht, Eindhoven en Amsterdam, vleesproducent Stegeman en octrooihouder Vitro Meat samenwerken. In het project worden stamcellen uit varkensembryo’s op kweek gezet. Door cellen te kweken die oorspronkelijk hadden moeten uitgroeien tot spieren, hopen de onderzoekers vlees te kunnen produceren. Volgens hen is dat veilig en dier- en milieuvriendelijk.

Dumeco vindt echter dat het kunstmatige product het imago van vlees kan beschadigen. ”Het is voor de consument belangrijk dat vlees op een natuurlijke wijze wordt geproduceerd. Het kweken van vlees uit stamcellen in een laboratorium strookt daar niet mee. We moeten niet aan vlees gaan knutselen”.
Tot zover Zibb.

Dumeco slacht vee, afkomstig van de bio-industrie. Onnatuurlijker kan een dier niet leven. De opvattingen van Dumeco zijn dus nogal hypocriet. Zouden ze misschien bang zijn dat deze manier van vlees produceren banen kost in het slachthuis?

Klik hier over vleesvervangers.

Voor wie op een natuurlijke en verantwoorde manier kerst wil vieren, wordt hierbij verwezen naar een vegetarisch kerstdiner.

03 augustus 2013

Heeft kweekvlees toekomst?

Mac van Dinther schrijft in de Volkskrant over de presentatie van de eerste hamburgers die zijn gebakken met kweekvlees (begin augustus 2013).

Een citaat:
De menselijke lust naar vlees is een van de grootste uitdagingen van deze tijd. De vraag naar vlees stijgt razendsnel. Volgens de VN-landbouworganisatie FAO bedroeg de wereldvleesconsumptie vorig jaar 297 miljoen ton. Gezien het groeiende aantal wereldburgers en de toenemende vraag naar vlees wordt geschat dat in 2050 470 miljoen ton nodig zal zijn, ruim de helft meer.

Dat is vragen om problemen, want de vleessector is een van de meest vervuilende, land- en energieverslindende industrieën ter wereld. Bijna driekwart van de landbouwgrond staat nu al ten dienste van de vleesproductie.

De vleesindustrie is verantwoordelijk voor 18 procent van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen, meer dan alle vliegtuigen, auto's en schepen bij elkaar. En dan hebben we het nog niet over het dierenleed in de intensieve veehouderij.

Bij kweekvlees verdwijnen die problemen als bij toverslag. Voorlopige berekeningen laten zien dat bij de productie van vlees uit stamcellen 35 tot 60 procent minder energie nodig is, 80 tot 95 procent minder broeikasgas wordt uitgestoten en het landgebruik verwaarloosbaar is. Stamcellen lopen niet in de wei.
Tot zover.

Van Dinther sluit af met: En wie weet staan er tussen nu en 2050 ook wel verstandige mensen op die zeggen dat we ons vleesgebruik beter kunnen matigen. Dan hebben we dat hele kweekvlees niet nodig.
En zo is het maar net.

Het dier in de bio-industrie wordt in de huidige bio-industrie in hoge mate ontdaan van alle mogelijkheden tot een natuurlijk leven, maar is nog niet ontmanteld van zijn gevoelswereld. Kweekvlees kan in theorie aan dit bezwaar tegemoet komen, maar het is veel simpeler wanneer mensen maaltijden samenstellen op basis van plantaardige voeding. Dan is ook tegemoet gekomen aan allen door van Dinther genoemde bezwaren van vlees eten en kunnen er ook nog veel meer mensen worden gevoed. Het is allemaal een kwestie van goed politiek management en vergroting van bewustzijn.

In een opinie-artikel in de Volkskrant schrijft vegetarische slager Jaap Korteweg:
Inmiddels heeft het structureren van plantaardige eiwitten echter een zodanige vlucht genomen, dat kweekvlees de voorsprong nauwelijks meer kan ingelopen. Ook voor het op natuurlijke wijze evenaren van de smaak van rund, kip en bacon is niet langer kweekvlees of traditioneel geproduceerd vlees nodig.

Zelfde smaak
De nieuwe structureringsmethoden zijn niet veel ingewikkelder dan die van een geavanceerde pastamachine, maar leiden tot producten die zelfs voor kenners niet van vlees te onderscheiden zijn. Ze hebben dezelfde smaak, structuur, bite, beleving en voedingswaarde als echt vlees en onderscheiden zich hooguit in positieve productkwaliteiten: ze zijn malser, sappiger en botvrij, en worden vrij van pathogenen geproduceerd.

Ondertussen kondigt Korteweg in dagblad Trouw een Burger Battle aan:
Inmiddels heeft de ontwikkeling van plantaardige vleesvervangers een vrijwel niet meer in te halen voorsprong opgebouwd ten opzichte van stamcelvlees. De nieuwe generatie vegetarische hamburgers is in een blinde test niet meer te onderscheiden van een reguliere rundvleesburger. Daarnaast smaakt de nieuw ontwikkelde 100% plantaardige kip zoals echte kip volgens poeliers en culinaire fijnproevers zou horen te smaken.

Om die reden heeft de Vegetarische slager de makers van de stamcelburger uitgenodigd voor een Burger Battle. Direct na de presentatie van de kweekvleesburger, zal de vegetarische mc2burger van de Vegetarische Slager gepresenteerd worden aan de pers in Londen, voor een directe vergelijking van smaak, structuur, bite, voedingswaarde en beleving.

12 maart 2009

Kip en karbonade van Albert Heijn veroorzaken ontbossing

Campagne tegen 'drama achter goedkoop vlees'

Persbericht Milieudefensie Amsterdam, 12 maart 2009 -
Milieudefensie start een campagne om Albert Heijn te bewegen oerwouden in Zuid-Amerika te redden. Voor het vlees dat de grootste supermarkt in ons land verkoopt wordt nu veel veevoersoja gebruikt. De teelt hiervan leidt aan de andere kant van de wereld tot grootschalige ontbossing. Milieudefensie roept klanten van Albert Heijn op om hun supermarkt om verbeteringen te vragen.

Milieudefensie voert campagne met het beeld van een brulaap, verpakt als kiloknaller in de supermarkt. Dit dier staat symbool voor alle zeldzame planten en dieren die door de ontbossing voor veevoersoja verdwijnen.

Met een tour langs een groot aantal filialen in heel het land worden de komende weken klanten van Albert Heijn geïnformeerd over het drama achter goedkoop vlees. Belangstellenden wordt daarbij gevraagd een oproep aan Albert Heijn te onderschrijven. Vrijdag doet deze tour een supermarkt in Amsterdam aan.

Nederland is als doorvoerhaven de tweede grootste importeur van soja ter wereld. Ruim 90 procent van de soja die in ons land blijft wordt gebruikt als goedkoop veevoer, vooral voor kippen en varkens in de intensieve veehouderij. De productie van kipfilet en speklapjes veroorzaakt zo tot grootschalige ontbossing. Als grootste supermarkt heeft Albert Heijn hierbij een belangrijke rol.
Milieudefensie heeft de supermarktketen al herhaaldelijk gevraagd te zorgen voor meer vleesvervangers, beter veevoer en verantwoord vlees.
Echte verbeteringen bleven tot nu toe uit. De publiekscampagne moet hier
verandering in brengen.

Campagneleider Wouter van Eck van Milieudefensie: "Veel mensen verwachten dat Albert Heijn hen kwaliteitsproducten biedt. Helaas klopt dit niet, er schuilt een drama achter goedkoop vlees. Albert Heijn moet nu snel stappen zetten om de ontbossing voor fout veevoer stoppen."

08 november 2019

De varkenscyclus en de publieke opinie

Varkenscyclus is het verschijnsel in de economie dat overschotten en tekorten van een bepaald product elkaar afwisselen, doordat aanbieders massaal reageren op de hoogte van de prijzen, maar tegen de tijd dat deze reactie doorwerkt op het aanbod, is de prijs alweer omgeslagen.
Zoals in dit artikel valt te lezen over het verloop van het inkomen van een varkenshouder, kan er erg veel worden verdiend en kunnen verliezen behoorlijk oplopen.

Het houden van varkens kost niet altijd veel tijd. Veel is geautomatiseerd en sommige varkenshouders hebben er een baan bij om inkomsten te hebben in onzekere tijden. Een varkensbaron zet een Poolse arbeider aan het vuile werk en zoekt met de vrijgekomen tijd in binnen- en buitenland naar nog meer uitbreidingsmogelijkheden.
Zodra een vleesvarken is volgroeid kan deze naar de slacht en de varkenshouder moet beslissen om weer de stal te vullen of nog even te wachten. Het lijkt op gokken in het casino: zet ik nu in of laat ik de stal nog even leeg? De varkenshouder lijkt op een gokverslaafde, die zijn geweten onderdrukt.

Frank Kalshoven, directeur van de Argumentenfabriek schrijft in de Volkskrant.
Wie investeert er nu miljoenen euro’s in stallen, rechten, mestverwerking, afzuiginstallaties et cetera, om daar vervolgens zeven dagen in de week druk mee te zijn, voor een beloning die lager ligt dan een modaal salaris? Een beloning die dat ook nog eens als een malle fluctueert in de tijd, om redenen waar je als ondernemer helemaal niets aan kan doen. De varkensprijs, die het jaarresultaat bepaalt, komt tot stand op een wereldmarkt waarop je als individuele boer nul invloed hebt.

Een vergelijkbaar fenomeen als de varkenscyclus treedt op bij de publieke opinie in reactie op elke melding van dierenleed in de veehouderij, maar dan gespiegeld. De agrosector weet dat en heeft er al decennia geleden voor gezorgd dat er in de hoofden van het publiek ingehamerd wordt dat de agrosector onmisbaar is. Van tijd wordt de aandacht voor dierenleed gevangen door dierenactivisten. De sympathie voor de underdog staat in het onderbewustzijn gebeiteld en de underdog is afwisselend het leed van het dier in de veehouderij of zijn eigenaar. Helaas is er weinig oog en compassie voor het gebrek aan natuurlijke omstandigheden in de afgesloten stallen. En dat leed duurt het grootste deel van het korte leven van een dier in de veehouderij. Iedereen is tegen dierenleed en tegen de tijd dat de consument de relatie heeft gelegd tussen het leed en het eigen koopgedrag is de aandacht alweer verschoven naar de stress van alledag. De consument is verslaafd aan haar/zijn koopgewoonten en wil niet gokken of het leven er zonder vlees beter van wordt. De prijs om de moeite te doen het eigen geweten te volgen is (te) hoog.

Citaat uit de Volkskrant:
"Vraag een doorsneeconsument in een willekeurige supermarkt waar hij of zij op let bij het kopen van varkensvlees en je krijgt antwoorden als: ‘Dat er niet te veel vet aan zit’. ‘Dat het er fris uitziet’. En belangrijk: ‘Het moet niet te duur zijn’.
Het belang van dierenwelzijn wordt pas genoemd als daar expliciet naar wordt gevraagd".

De consument kiest op de korte termijn op basis van wat hij/zij ziet. Het in de stallen op- en verborgen dierenleed kan de consument niet inschatten. Wat is dierenwelzijn? Geen pijn lijden? Of zitten er meer aspecten aan? Het zal de consument worst zijn.

Zal er dan nooit een einde komen aan de bio-industrie? Vermoedelijk wel, doordat de markt van de vleesvervangers het tij kan keren. Het is de andere kant van de onverschilligheid van de consument: wanneer het vlees niet meer van een dier afkomstig is en het smaakt bijna hetzelfde en het heeft nog veel meer voordelen, waarom niet?

Omdenken, maar dan anders.
Eigenlijk interesseert het de burger in de stad weinig wat er echt gebeurt in de veehouderij op het platteland en in de natuur. Kleurschakeringen die hij ervaart, rijdend over de snelweg langs de groene woestijn dat vroeger weide was, verwart hij met natuurbeleving. Het gebrek aan interesse zorgt ervoor dat hij/zij afgaat op zijn primaire reactie: de boer moet wel gelijk hebben, waarom zou hij anders klagen?
Vrij naar Opland

Twijfelen aan wat er gezegd wordt door de boer doet de consument niet want hij meent er toch geen verstand van te hebben en het helpt dat de meeste protesten algemeen en indirect worden geformuleerd. "We hebben 25 jaar geleden onder druk van de overheid al zo veel gedaan om de ammoniakuitstoot te verminderen". De boer is standvastig in zijn weerstand en zelfs de (drog)redenatie “ik ben het er niet mee eens en daarom kunnen deze feiten niet kloppen” wordt door de burger braaf geslikt. Stemmenkanon Annie Schreijer-Pierik van het CDA appelleert, net als boer Koekoek vroeger, aan een soort underdog-gevoel bij een deel van de Nederlandse kiezer. Het praten met een regionaal accent en dialect suggereert authenticiteit. Wie kritisch nadenkt, prikt het zo door.

In een serie van vijf verhalen onderzoekt de Volkskrant Nederland varkensland.

Citaat vanuit het perspectief van de varkenshouder.

Stiphout (49), met 365 zeugen en 3.000 vleesvarkens de gemiddelde ­Nederlandse varkenshouder, lacht om die industriële interpretatie van zijn werk. ‘Ik verzorg ze ’s ochtends en ’s avonds, geef ze te eten, speeltjes en ik heb ze in hun leven zeker twee keer in mijn handen gehad’, zegt de varkensboer, die ook bestuurslid is van de Producenten Organisatie Varkenshouderij (POV). ‘Ik zie dat niet als een industrie’.

Vleesvarkens met speelketting als enige afleiding
Vleesvarkens met speelketting als enige afleiding

Citaat vanuit het perspectief van de consument.
Bij het zien van de nauwe kooien waarin zijn zeugen hun pasgeboren biggen voeden of de raamloze hokken waar vleesvarkens iets meer dan een vierkante meter hebben, zullen veel getuigen tot een andere conclusie komen. Zij schrikken als zij zien hoe varkens in hun ogen als productie-eenheden worden behandeld. Terwijl de boer oprecht in de overtuiging leeft dat hij er naar eer en geweten alles aan doet om de voedselveiligheid op een nette manier te waarborgen. Stiphout: ‘Je doet het goed, dat mogen mensen ook best eens tegen de boer zeggen’.

Citaat uit aflevering 2:
Biologische varkensboer Overesch is sceptisch over het varkensgeluk in de gangbare veehouderij. ‘De vraag is niet of het kan, maar of we het moeten willen’, zegt hij. ‘We moeten eens af van die wedloop naar steeds meer, steeds groter, steeds efficiënter, steeds goedkoper. Nederland hoeft de wereld niet te voeden. Ik geloof in kleinschalige kringlooplandbouw, waarbij de varkens met hun mest in dienst staan van de akkerbouw, net als vijftig jaar geleden. Waarom zouden wij als klein land varkensvlees aan China moeten leveren en daarvoor ook nog eens veevoer uit Zuid-Amerika halen’?

Meer lezen? Volg de Volkskrant of lees de opzettelijke spraakverwarring tussen boer, burger en ambtenaren.

Voor wie direct een oplossing zoekt voor zichzelf en een knagend geweten: Welke toekomstvaste beslissing kun je nu al nemen?

07 mei 2008

Vlees noch vis?

Sinds ik mij heb aangesloten bij de Partij voor de Dieren en daar ook enige activiteit ontplooi ben ik (meer) gaan nadenken over de vraag wel of geen vlees eten. Dat nadenken heeft geresulteerd in het feit dat ik thans misschien nog maar een kwart aan vlees eet van wat ik vroeger consumeerde. Tevens wil ik alleen nog maar biologisch of scharrelvlees eten. Steeds vaker eet ik vegetarische producten, veelal zgn. vleesvervangers. Ik heb echter begrepen dat veel doorgewinterde vegetariërs daar hun neus voor ophalen. Waarom is mij niet geheel duidelijk, maar het zij zo! Ook kom ik wel eens mensen tegen die zich weliswaar vegetariër noemen maar tevens toegeven dat ze nog wel vis eten. Nou vind ik vis ook lekker maar ik vraag mij toch in gemoede af of het eten van een (ge)dode vis minder erg is dan een dito varken, lam, koe of kip. En eerlijk gezegd kom ik elke keer weer tot de conclusie dat geen verschil is. Gevangen vis komt op een zeer onaangename wijze aan zijn eind. Een kabeljauw heeft meer dan een uur nodig om op het droge te stikken. Ga er maar aan staan! In de viskwekerijen gaat het er evenmin vrolijk aan toe! Wanneer de tijd van de gekweekte vis is gekomen wordt het dier uit het relatief warme water gehaald en in ijskoud water gedompeld. Er volgt een lange kwellingvolle lijdensweg alvorens de vis uiteindelijk de geest geeft. Zelfs viskwekers zelf vinden het moeilijk deze gruwelijke doodstrijd te moeten aanzien en experimenteren nu met elektrische schokken waardoor de vis meteen het bewustzijn verlies en (hopelijk) zonder pijn sterft. Deze methode schijnt echter, hoewel "humaner", ook duurder te zijn, dus..............................
Ook de paling is een akelig lot beschoren alvorens deze op ons bordje verschijnt. Om de slijmlaag van de paling te verwijderen wordt het beest in een zoutbad gelegd. De pijnen die hij daar ondergaat moeten afschuwlijk zijn, te vergelijken met derdegraads brandwonden bij een mens. Ook deze lijdensweg is lang en smartelijk want als de paling uiteindelijk niet meer beweegt is het dier nog wel degelijk bij bewustzijn. Ik denk dan ook dat vegetariër zijn of worden inhoudt dat je geen enkel dood dier meer eet. Vlees noch vis!

13 oktober 2020

Probleemloos voedsel produceren in de toekomst

Twee derde van ons vaste land is in gebruik door boeren. In het buitenland is dat gemiddeld zo’n 30%. Daar is meestal meer natuur. Het overgrote deel van de gewassen op ons land wordt aan het vee gevoerd. Ruim de helft van het land gebruiken we voor de koeien. Nederlandse akkerbouwers en veehouders exporteren (via de verwerkende industrie) zo’n 80 procent van wat ze produceren. Voor die 80% Nederlandse export is heel veel import van veevoer vanuit het buitenland nodig, zo ongeveer 2x de oppervlakte van Nederland.

De Nederlandse boer werkt dus nauwelijks voor de Nederlandse consument, maar volgens de borden langs de weg vindt hij wel dat wij hem dankbaar zouden moeten zijn. Zijn bijdrage aan de economie is echter veel en veel lager dat hij ons wil doen geloven. Er is een disbalans in economie en ecologisch evenwicht.

Boer en ondernemer Jaap Korteweg vindt deze omweg om voedsel voor mensen te produceren niet efficiënt. Samen met PvdD senator Niko Koffeman heeft hij de Vegetarische Slager opgericht om vleesvervangers te maken die lijken en smaken als vlees. Dat doen zij omdat zij denken dat veel mensen uit zichzelf nauwelijks bereid zijn om vlees te laten staan, maar er uiteindelijk weinig bezwaar tegen zullen hebben wanneer hun vlees direct van planten is gemaakt. Voorwaarde is dan wel dat het ongeveer hetzelfde smaakt. Veel vegetariërs vinden het niet nodig om plantaardige producten te kopen die naar vlees smaken. Dat is ook niet de primaire doelgroep die zij willen bereiken, maar die wel zijdelings kan profiteren van de ontwikkelingen in plantaardige ingrediënten voor voedsel. Ze hoeven dan in recepten alleen het vlees te vervangen door de (bijna identiek smakende) vleesvervanger en ze kunnen dit probleemloos aan vleesetende gasten voorzetten. 

Koffeman en Korteweg zijn er van overtuigd dat wat met vlees kan ook met kaas en zuivel kan. Ze hebben een bedrijf opgericht dat melk zonder tussenkomst van koeien produceert: Those Vegan Cowboys. De boer van de toekomst is dan de leverancier van gras als grondstof voor plantaardige melk. Korteweg vindt ook dat het land niet meer hoeft te worden bemest met mest afkomstig van vee. Dat probeert hij direct met stikstofhoudende planten als bemesting te realiseren. Naast het gebruik van landbouwgrond voor gras, ziet hij toepassing van robots die het land bewerken, onkruidvrij houden en oogsten. En wanneer de technologie van deze robots en van drones verder ontwikkelt kunnen die zelfs voedselbossen onderhouden en oogsten. Voedselbossen bestaan uit gewassen en vruchtdragende struiken en bomen die jaren blijven staan. Er is dan geen jaarlijkse kaalslag. Dat bevordert de biodiversiteit en levenskansen van bijvoorbeeld insecten.

Zo kunnen voedselbossen een ecologische eenheid vormen waarin meer diersoorten in harmonie kunnen leven zonder de productie te verlagen. En daarmee de balans tussen natuur en economie herstellen. Deze manier van voedsel produceren, gericht op het niet meer gebruiken en consumeren van dieren, lost de meeste bedreigingen van het leven op aarde op.

Wie dit verhaal wil terughoren en terugkijken zij verwezen naar de VPRO uitzending De Boer van de Toekomst.

24 oktober 2017

Advies aan veganisten om geen energie te verspillen

Waarom zou iemand die gelijk heeft zijn gelijk nog een keer moeten halen? Dat roept weerstand op, actie is reactie, en waarom die energie verspillen?
Voor een veganist is dat een retorische vraag, immers het wordt er in de wereld een stuk gezelliger van wanneer meer mensen goed veganistisch leren koken en ook neemt het dierenleed met sprongen af.
Maar een vleeseter proberen te verleiden om geen enkel dierlijk product meer te gebruiken is als trekken aan een dood paard.
Het zelf moreel goed doen en je daarop voorstaan, zet kwaad bloed bij degene die zich aangesproken voelt en die kan het omdraaien als een aanval en weet zich zo slachtoffer in plaats van dader.
Goed voorbeeld doet goed volgen, maar dat is het voorbeeld van hen die zich niet laten voorstaan op hun goede gedrag. Doe het dan als veganist ook echt goed en kook lekker. Kun je niet lekker koken, overweeg dan een morele argumentatie achterwege te laten.
Mensen dwingen toe te geven dat zij fout gedrag vertonen is een brug te ver wanneer je zelf tot de kwetsbare minderheid behoort.
Wanneer je als veganist weer eens gevraagd wordt door een vleeseter waarom mensen geen dieren mogen gebruiken, antwoord dan dat je niet weet waarom, maar dat je niet snapt dat mensen zich niet bekreunen om wat er met dieren gebeurt in de bio-industrie. Je stelt je dan in jouw (schijnbare) onwetendheid ten minste gelijkwaardig op tegenover een ander die eigenlijk geen goede redenen heeft anders dan dat het lekker smaakt.
Grote kans dat mensen dan zelf komen met hun twijfels over wat er gebeurt achter de gesloten staldeuren. Die bekentenis is hun eerste stap op weg naar een diervriendelijke wereld. Met die stappen ben ik zelf ook bezig, maar wel op een door mijzelf gekozen tempo. En heb geduld, er wordt via verschillende wegen gewerkt aan goede en betaalbare vleesvervangers en dan doen die het werk.

Alle boeken van Tobias Leenaert op bol.com.

06 september 2008

Het dilemma ten aanzien van dierlijke eiwitten


Op de site van LNV was te lezen, ter voorbereiding van een bijeenkomst op 12 september van het Consumentenplatform over verduurzaming van de consumptie en productie van dierlijke eiwitten, het volgende:

Het dilemma ten aanzien van dierlijke eiwitten wordt door het kabinet omschreven als:
  • Productie van dierlijke eiwitten (vlees en zuivel) legt een groot beslag op het ecosysteem, onder meer door:
  • Ruimtebeslag;
  • Effecten op de biodiversiteit;
  • Grootschalig gebruik van water;
  • Broeikasgasemissies.
  • De gemiddelde consument is zich nog weinig bewust van deze effecten.
  • Export van veevoeder is een groeiende inkomstenbron voor ontwikkelingslanden, maar:
  • De groeiende vraag leidt in sommige gebieden tot niet-duurzame productie die ten
  • koste gaat van mens en milieu.
  • De mondiaal toenemende consumptie zal, bij ongewijzigd beleid:
  • De druk op het ecosysteem doen toenemen
  • Is van invloed op de voedselzekerheid.

Hoofdpunten
Door kabinet voorgestelde oplossingsrichtingen:
  • Niet alleen een efficiëntere productie nodig, maar naar verwachting ook een transitie (verschuiving) in de consumptie van:
  • Dierlijke eiwitten naar duurzaam geproduceerde dierlijke eiwitten;
  • Dierlijke eiwitten naar plantaardige eiwitten.

Concreet betekent dit:
  • Optimalisatie van de keten voor de productie van duurzamer dierlijk eiwit;
  • Consument verleiden tot een duurzamer consumptiepatroon, door bijvoorbeeld:
  • Minder consumeren;
  • Andere bronnen voor dierlijk eiwit.
  • Ontwikkeling van nieuwe, duurzame en hoogwaardige eiwitproducten;
  • Het mengen van dierlijke met niet-dierlijke eiwitten;
  • Vleesvervangers op basis van niet-dierlijke eiwitten.
  • Verduurzaming van de productie van grondstoffen elders op de wereld.

Tot zover LNV.

Misschien is het effectief als de deelnemers aan het symposium als huiswerk zich verdiepen in de drogredenen voor het eten dierlijke eiwitten.

28 september 2006

Vegetariers alle partijen, verenigt u!


Wordt u ook zo moe van vegetariërs die hun eigen opvattingen verloochenen door mensen in hun omgeving te bewegen tot het eten van biologisch vlees?
Of die roepen dat vegetariërs gezonder zouden zijn?
Biologisch vlees is afkomstig van dieren die biologisch voedsel hebben gekregen. Hun levensomstandigheden zijn niet per definitie beter dan die van de intensieve veehouderij.
Vegetariërs leven vaak gezonder dan mensen die veel vlees eten. Dat betekent niet dat een vegetariër gezonder is, het betekent dat een gemiddelde vegetariër ook bijvoorbeeld vaker beweegt en minder rookt. Het gezond zijn ligt aan zijn levensstijl, niet aan het laten staan van vlees.
Laat er geen misverstand over bestaan: het vegetarisme is een prima, gezonde en aangename levensstijl, mits de persoon lekker heeft leren koken en niet alleen met vleesvervangers. Het is niet het vlees dat moet worden vervangen, maar de oude ingesleten gewoontes, drogredenen en slaafse mentaliteit.

Een ander vreemd fenomeen is het aanprijzen van de diervriendelijkheid van politici die in hun gedrag nauwelijks valt te betrappen op diervriendelijk gedrag. De Landelijke Dierenbescherming (waar onevenredig veel vegetariërs werken) riep biologisch boer Harm Evert Waalkens uit tot dierenbeschermer van het jaar. Waarom niet Wouter Bos? Die is als vegetariër pas diervriendelijk bezig.
Maar nee, de Dierenbescherming moest weer de kool en de geit sparen. Dus een lijsttrekker is te veel partij, een politicus met een dun biologisch sausje op een onverkiesbare plaats kan weer wel.
Het middle-of-the-road-denken heeft D'66 ook uiteindelijk niets gebracht, behalve tijdelijk met een aansprekende, charismatische voorman (Terlouw, van Mierlo).

Op 22 november vinden weer de Tweede Kamerverkiezingen plaats. Vraag aan al die mensen die achter de stands proberen uw stem te krijgen eens of zij vegetariër zijn. U zult versteld staan door het aantal die dat wel is, maar daarvoor niet uitkomen of politici staan te promoten die het dierenwelzijn worst zal zijn.
Veel vegetariërs kiezen voor de partij waarvan ze denken dat die gaat winnen of voor een "lekker kontje", maar vergeten dat stemmen gaat over jouw mening en niet over jouw vermogen om te voorspellen wie de grootste partij wordt.
Verloochen jezelf niet, kies partij voor de dieren, ook als niet-vegetariër, dan bent u echt het meest zuiver bezig.

11 juni 2009

Supermarkten willen omschakelen naar duurzame soja

Supermarkten erkennen 'drama achter goedkoop vlees'
CBL wil omschakelen naar duurzame veevoersoja
Milieudefensie biedt hulp aan om plannen te verbeteren

Persbericht Milieudefensie Amsterdam, 11 juni 2009 - De Nederlandse supermarkten hebben vandaag bekend gemaakt om te willen schakelen naar duurzame soja voor de productie van vlees, zuivel en eieren. Milieudefensie juicht het toe dat de supermarkten stappen willen zetten om de problemen van de sojateelt in Zuid Amerika op te lossen. Duidelijk is wel dat de supermarkten daarvoor nog wat huiswerk zullen moeten doen, de vandaag gepresenteerde plannen zijn nog voor verbetering vatbaar.

Wouter van Eck, campagneleider Landbouw en Voedsel bij Milieudefensie:
“Nu supermarktkoepel CBL heeft aangekondigd de sojateelt te willen verduurzamen lijken verbeteringen mogelijk. De supermarkten zien echter belangrijke oplossingen nog over het hoofd. Door te zorgen voor meer en aantrekkelijker geprijsde vleesvervangers kan het gebruik van veevoersoja worden teruggedrongen. Daarnaast zorgt gebruik van meer Europese voedergewassen er voor dat er minder veevoer van de andere kant van de wereld gehaald hoeft te worden.”

Nederland is de tweede grootste importeur van soja ter wereld. Ruim 90 procent van de soja die in ons land blijft, wordt gebruikt als goedkoop veevoer, vooral voor kippen en varkens in de intensieve veehouderij. De productie van kipfilets en speklapjes is nu gebaseerd op goedkope veevoersoja die in ontboste gebieden wordt verbouwd. Milieudefensie startte dit voorjaar de campagne over het 'drama achter goedkoop vlees’, waarmee ze marktleider Albert Heijn wil bewegen oerwouden in Zuid Amerika te redden. Met de website www.stopfoutveevoer.nl, radiospotjes en een tour langs AH-filialen wist Milieudefensie al tienduizenden klanten te mobiliseren. De supermarkt weigerde tot nu toe echter te stoppen met het gebruik van fout veevoer.

Van Eck: “De supermarkten hebben de positie om iets te doen aan de problemen in Zuid Amerika. Maatschappelijk verantwoord ondernemen houdt in dat er echte stappen gezet zullen moeten worden tegen het drama achter goedkoop vlees. We gaan dan ook graag met de supermarkten in gesprek om bij te dragen aan de noodzakelijke verbetering van de vandaag gepresenteerde plannen.”

Leeswijzer


Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom.
Klik hier voor de laatste bijdragen op dit blog
.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.
Kijk op ook Facebook voor onze reactie op de actualiteit.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.