12 april 2006

Heeft de overheid de vrijheid om mens en dier te gijzelen tbv economie?


De Stichting Bescherming Hobbydierhouder Nederland schrijft in een persbericht over een aanstaand hoger beroep van 20 juli:

In 2003 hebben vijf hobbydierhouders zich persoonlijk opgeworpen om hun gezonde hobbydieren te beschermen tegen ruimingen. Ruimingen die onnodig en onjuist waren en rücksichtslos werden uitgevoerd door de AID. Tijdens deze crisis stond al vast dat geen enkele hobbykip besmet was met het H7N7 virus.

De stichting vond de werkwijze van het ministerie niet passen in deze tijd en vond tegelijkertijd dat er een daad gesteld moest worden. Namelijk, volledige ondersteuning geven aan de gedupeerde hobbydierhouder en de overheid wijzen op het feit dat gezonde dieren niet gedood mogen worden.

Tot zover het citaat.

Of het ruimen van hobbydieren wel of niet past in deze tijd is natuurlijk een kwestie van visie. Vroeger werd het niet gedaan en tegenwoordig vindt de overheid dat het bevolking, mens en dier, mag gijzelen wanneer dat het in het belang van de intensieve veehouderij is. Helaas is deze abjecte werkwijze tegenwoordig politiek geaccepteerd.
Ook de opvatting dat gezonde dieren niet gedood mogen worden dient nuancering. Juist in de intensieve veehouderij worden gezonde, jonge dieren massaal gedood ten behoeve van de consumptie.
Willen we als maatschappij dat niet meer toelaten dan blijft er weinig anders over dan zich af te keren van de consumptie van dieren. Op de politieke partijen kunnen we niet rekenen.
Het is de grondhouding ten opzichte van dieren die moet veranderen en dat kan alleen als de voorgangers daarin een aantrekkelijk voorbeeld zijn voor de onverschillige anderen. Vrijheid door het niet meer gebruiken van dieren in de brede zin van het woord is het adagium.

Zie ook de vrees van Thieme en Werner dat de overheid straks nog meer huisdieren laat ruimen.