11 september 2006

ChristenUnie pleit voor een duurzame landbouw en zorg voor dieren

In het verkiezingsprogramma van de ChristenUnie staat over (landbouw)dieren:

Duurzame landbouw en zorg voor dieren
De spanning tussen de noodzaak tot kostenverlaging en de gewenste vermindering van de regelgeving enerzijds en het realiseren van ‘goede doelen’ op het gebied van dierenwelzijn, milieu en landschap anderzijds, kan worden verminderd door boeren meer te belonen voor hun bijdrage aan verantwoorde landbouw.
De productie en consumptie van duurzaam voortgebrachte landbouwproducten wordt krachtig gestimuleerd. De omschakelingsregeling naar biologische landbouw gaat gelden voor alle landbouwsectoren. De consument wordt, behalve door voorlichting, door financiƫle prikkels (zoals prijskortingen) gestimuleerd om duurzaam geproduceerd voedsel te kopen.

De ontwikkeling en toelating van milieuvriendelijker bestrijdingsmiddelen wordt versneld. Doel van het beleid is een verminderde afhankelijkheid van chemische bestrijdingsmiddelen door stimulering van milieuvriendelijke middelen en methoden en van het ontwikkelen van resistente rassen. Import van landen tuinbouwproducten waarop residuen van in Europa verboden bestrijdingsmiddelen worden gevonden, wordt geweerd.

De boer wordt zoveel mogelijk keuzevrijheid gelaten bij het behalen van de doelstellingen van het mineralenbeleid. In het bestaande beleid worden stimulansen ingebouwd. Het stelsel van mesten dierrechten blijft bestaan, onder andere voor een verdere vermindering van de ammoniakemissie.
Inkrimpingen van de veestapel vinden uitsluitend plaats via warme sanering, bijvoorbeeld door opkoopregelingen. Nieuwe productiesystemen met minder uitstoot worden gestimuleerd als het welzijn van de dieren er niet op achteruit gaat.

Om massale doding van vee en vernietiging van vlees te voorkomen, wordt bij het uitbreken van besmettelijke dierziekten preventieve vaccinatie mogelijk gemaakt. Bij uitbraak van een dierziekte blijft het preventieve doden in beginsel beperkt tot het besmette bedrijf. Gevaccineerde dieren mogen voor de binnenlandse en Europese consumptie beschikbaar komen.

Het gebruik van hormonen en vergelijkbare groeiversnellende en productieverhogende middelen in de veehouderij blijft verboden. Internationale afspraken en controle daarop worden verscherpt, zodat geen oneigenlijke concurrentie op kan treden.

Ter voorkoming van de verspreiding van dierziekten worden de regels voor het transport van levende dieren verder aangescherpt. Transport van levende dieren over grote afstand wordt slechts bij uitzondering toegestaan.

De batterijhuisvesting in de pluimveehouderij wordt afgeschaft.
In plaats van de zogeheten "verrijkte kooi” stimuleert de overheid de huisvesting van pluimvee in scharrel, veranda en uitloopsystemen.

Het wordt de melkveehouderij aantrekkelijk gemaakt de weidegang in stand te houden, onder meer door waar nodig grondruil en herverkavelen van land van (melkvee)bedrijven te stimuleren. Weidegang is een voorwaarde om in aanmerking te komen voor premies voor duurzaam ondernemen.