23 maart 2007

Alternatieven voor dierproeven via Invitrom

Om de ontwikkeling, toepassing en acceptatie van proefdiervrije in-vitromodellen in het biomedisch onderzoek verder te bevorderen, is de vereniging Invitrom opgericht. Dat gebeurde half maart tijdens een symposium, waarin het gebruik van menselijk weefsel in het wetenschappelijk onderzoek centraal stond.
Voor de beoordeling van de veiligheid van chemicaliën, bijvoorbeeld die in voedings- of geneesmiddelen, en het verkrijgen van inzichten in biologische werkingmechanismen worden jaarlijks bijna 300.000 proefdieren gebruikt. Dit aantal kan naar beneden als onderzoek met in-vitromethoden beter wordt toegepast en geaccepteerd.
`In Nederland en België zijn er veel activiteiten die gericht zijn op het terugdringen van proefdieronderzoek; aldus Cyrille Krul van TNO Kwaliteit van Leven en tevens medebestuurder van de nieuwe vereniging. `In vergelijking met andere landen is er eigenlijk weinig samenhang tussen de mensen die hiermee bezig zijn, terwijl er steeds meer praktische en ethische vragen zijn rond proefdieronderzoek en het gebruik van humaan weefsel voor onderzoek. Wij streven ernaar dat invitromodellen en uitkomsten van onderzoek hiermee een betere basis krijgen en beter geaccepteerd worden door beleidsmakers en politici.'
Volgens de vereniging leiden in-vitromethoden tot vermindering van het proefdiergebruik en over het algemeen tot betere wetenschappelijke resultaten. Driekwart van de nu geaccepteerde methoden die leiden tot vervanging en vermindering van proefdieren zijn gebaseerd op cel- en weefselkweekinethoden.
Het bestuur van Invitrom is een samenwerkingsverband van de Universiteit Utrecht, NV Organon, NVI, TNO en Johnson&Johnson Pharmaceutical Research Development in België. Bron: Voeding Nu maart 2007