09 mei 2007

Geef de nertsenhouderij geen vergoeding

De Raad van State is kritisch over een essentieel punt in het initiatief-wetsvoorstel van de SP voor een verbod op de nertsenhouderij.
Volgens haar kan niet én een beëindigingsvergoeding worden gegeven én een afbouwtermijn worden gesteld, anders geldt het als staatssteun.

Krista van Velzen, de indiener van het wetsvoorstel, legt zich niet bij deze kritiek neer. ”Ik ga op zoek naar een betere motivering van mijn voorstel,” zegt ze. ”Ik wil een goede beëindigingsregeling voor de nertsenhouderij, dus met een vergoeding en een afbouwtermijn. Dat is ook wat de sector wil, als mijn voorstel door het Parlement wordt aanvaard.”

De vraag is waarom er gezocht wordt naar een financiering van een vergoeding van de sector. Wanneer een politieke meerderheid het over eens is dat een bepaalde sector moet worden verboden, dan kan de streep worden getrokken na de laatste productie van nertsenvellen. Door simpelweg te verbieden om nieuwe nertsen te fokken vanaf een bepaalde datum zou de wet afdoende en rechtvaardig binnen een jaar kunnen worden uitgevoerd zonder de noodzaak om ook de nertsenhouder financieel te hoeven te compenseren.
Vergelijk dit met het verbieden van de wietproductie. Wanneer een wietplantage wordt opgerold, wordt de wietproducent ook niet financieel gecompenseerd voor het verlies aan inkomen. Een akkerbouwer moet elk jaar opnieuw besluiten wat hij gaat inzaaien. Als een gewas niet meer rendabel is of wordt verboden, kiest hij een andere bestemming voor zijn land.
Een nertsenhouder heeft zijn stallen. Stallen zijn gebouwen, je kunt simpelweg een andere bestemming kiezen, bij voorkeur een zonder dieren.