12 oktober 2007

Onderzoekers zoeken niet echt naar alternatieven voor dierproeven

Op iedere hoorzitting-biotechnologie vragen dierenbeschermers naar alternatieven voor het onderzoek. Daarop wordt altijd hetzelfde antwoord gegeven. "Die zijn er niet".

Volgende vraag. "Hoe weet u dat"? (Op welke wijze heeft u naar mogelijke alternatieven voor de voorgenomen handelingen gezocht? )

Antwoord: "Communicatie met andere onderzoekers, het lezen van de literatuur, het bezoeken van congressen en het raadplegen van databestanden zorgen ervoor dat mogelijke alternatieven snel bekend zijn. Naar mening van de aanvrager bestaan er voor het beschreven onderzoek geen reële alternatieven voor de hier beschreven diermodellen. In de laatste decennia is er een voortschrijdend inzicht ontstaan dat kankercellen niet volledig autonoom zijn maar een innige communicatie aangaan met het omliggende normale weefsel (Tumor-Stroma interactie). De bestudering van complexe cellulaire processen zoals die van de levenscyclus van een kankercel zijn nochtans onmogelijk na te bootsen in in vitro systemen. Daarnaast is het evalueren en valideren van anti-kankermiddelen op spontane tumorprocessen onmogelijk buiten het organisme".

De waarheid is dat aanvrager/onderzoeker noch adviescommissie (CBD) noch - uiteraard – minister van LNV -Gerda Verburg- geïnteresseerd is in alternatieven.

Ik kan het sterker vertellen: zelfs als er wèl een alternatief is, dan is dat nog geen beletsel voor nieuwe dierproeven.

Dat wordt gemotiveerd met de uitdrukking: "meer ijzers in het vuur hebben".

Het is misschien teleurstellend maar noch op de vraag naar het lijden der dieren noch op de vraag naar alternatieven is een zinvol antwoord te verwachten. Wel wordt voortdurend en uitvoerig geprobeerd dierenbeschermers gerust te stellen, in feite: een rad voor ogen te draaien.

LIJDEN

Een dier is geen mens. Men spreekt in ons taalgebied niet over het lijden van dieren maar over “ongerief”. Met alle geweld wordt geprobeerd dieren een andere status te geven.
Dat maakt het gemakkelijker ze in proeven te gebruiken.
De Vlamingen maken dit onderscheid expliciet als volgt.
Onder ongerief verstaat men een toestand, waarbij de gezondheid van een dier wordt benadeeld en een noemenswaardige pijn, letsel of ander ongemak aan het dier wordt berokkend.

Lijden: een toestand waarbij de soort specifieke behoeften niet meer kunnen bevredigd worden. Zie ook de 5 vrijheden waarop dieren recht hebben en die mede hun welzijn bepalen.

Het lijden als gevolg van genetische manipulatie moet wel onderscheiden worden van niet-genetische.
Voor de laatste soort proeven bestaan aanvraagformulieren, in te dienen bij de dierexperimentencommisie (DEC).
Op dit formulier kun je ook zien dat gradaties van lijden (“ongerief”) worden onderscheiden, doorgaans gering; matig; ernstig; zeer ernstig.

BIJLAGE : Classificatie ongerief.

Gering ongerief.

- enkelvoudige bloedafname
- rectaal toucheren
- monstername vaginaalslijm
- dwangmatige toediening van op zichzelf niet-schadelijke stoffen
- maken van röntgenfoto's bij niet-geanestheseerde dieren
- doden zonder voorafgaande handeling
- terminaal experiment onder narcose
- fixatie in boxen (liggen en staan mogelijk)
- immunisatie (het immuun maken tegen infectieziektes of schadelijke stoffen) zonder adjuvans (stof die zonder zelf werkzaam te zijn de werking van een geneesmiddel ondersteunt)

Matig ongerief.

- frequente bloedafname
- pyrogeniteitstest
- aanbrengen van verblijfcanules e.d.
- gipsverbanden
- fixatie in toestellen
- huidtransplantatie
- keizersnede
- ontwaken uit narcose
- immunisatie met Freunds incompleet adjuvans (niet in de voetzool)

Ernstig ongerief.

- het verzamelen van ascites vloeistof
- totale verbloeding zonder narcose (geen decapitatie)
- genetisch bepaalde afwijkingen zoals spierdystrofie en hemofilie
- langdurig onthouden van voedsel, drinkwater of slaap
- immobilisatie (toestand van onbeweeglijkheid) door spierrelaxantia zonder sedantia
- sommige infectieproeven
- onderzoek carcinogene werking met tumor inductie
- toedienen pijnprikkels, opwekken convulsies (stuiptrekkingen)
- LD50 test en/of LC50 test (LD: Lethal Dosis; test: bij welke dosis sterft 50%?)
- immunisatie in de voetzool
- immunisatie met Freunds compleet adjuvans

Een aantal van de onder "gering" of "matig" vermelde voorbeelden kan, afhankelijk van tijdsduur van het berokkende ongerief, tot de categorie "ernstig" ongerief worden gerekend.

E.D.