12 oktober 2007

Verburg draagt niet bij aan dierenwelzijn

Minister van LNV, Gerda Verburg, maakt zich niet geliefd onder dierenbeschermers. Ze is niet van zins om de nertsenhouderij te verbieden, legbatterijen worden (ook in 2012) niet echt uitgeband, de drukjacht wordt niet verboden en ze ziet kinderen voor het plezier hazen vangen (Volkskrant magazine, eind september).
Wat is hier aan de hand? Al deze activiteiten zijn bepaald niet in het (economische) landsbelang, handhaving van de status quo is alleen in belang van een beperkte groep Nederlanders. Hoe kan het dat deze kleine groep, die geld verdient en plezier heeft aan activiteiten die duidelijk niet diervriendelijk zijn, tegen de wens van de meerderheid in zijn zin krijgt van de minister?
Onlangs sprak prinses Maxima over de ontbrekende identiteit van de Nederlander. Het niet rekening houden met gevoeligheden van grote groepen Nederlanders en de weergaloze brutaliteit waarmee deze groep zijn elitaire zin doordrijft, lijkt toch wel degelijk op bepaald type mens in de samenleving. Een type dat niet alleen in onze samenleving leeft, maar ook in die van Engeland, bijvoorbeeld, waar de “edelen” sterk hechten aan de geneugten van de vossenjacht.
Misschien staan ministers, prinsessen, “grote” boeren en jagers nog steeds te ver weg om ook tegenwoordig niet te zien welke schade zij met hun gedrag en uitlatingen aan het welzijn van hun slachtoffers toebrengen.
Hoeveel handtekeningen tegen de bio-industrie moet Milieudefensie verzamelen om serieus genomen te worden? Eigenlijk is hun wens om de nationale veestapel te halveren nog bescheiden. Wanneer gaat het maken van winst en plezier ten koste van dierenwelzijn een ethische grens over?

Het lastige is dat er zo weinig algemeens valt te zeggen over dierenwelzijn. Het welzijn van een paling wordt op een andere manier bedreigd dan het welzijn van een haas of heideschaap, laat staan een leghen. Het mooiste zou zijn om het dieren zelf te laten uitzoeken hoe zij hun welzijn bevorderen. Hoe het ook zij, of je nu pleit voor dierenrechten of voor dierenwelzijn, het belang van dieren wordt verwoord in de vijf vrijheden die al jaren de basis hiervoor zijn:
  1. Vrijheid van honger en dorst
    - direct toegang tot vers water en voedsel om gezond te blijven
  2. Vrijheid van ongemak
    - door een comfortabel onderdak en rust te bieden
  3. Vrijheid van pijn, verwonding en ziekte
    - door dit te voorkomen of snel te diagnosticeren en te behandelen
  4. Vrijheid om normaal gedrag te vertonen
    - door voldoende ruimte, mogelijkheden en gezelschap van soortgenoten
  5. Vrijheid van angst en spanning
    - door voor omstandigheden te zorgen die lijden vermijden
Het wordt tijd dat Verburg als een haas haar beleid gaat toetsen aan deze uitgangspunten.