12 januari 2008

Wat is een normale omgeving voor vee?

Er worden veel en veel meer dieren permanent in een stal gehouden dan op een manier die maar enigszins tegemoet komt aan hun natuurlijke manier van leven.
De meeste boeren runnen een familiebedrijf dat in het geval van het houden van varkens of kippen een intensieve veehouderij wordt genoemd. Melkveehouders spreken zelf liever niet intensieve melkveehouderij, desgewenst wel van grootschalig. Dat klinkt minder beladen.
Het dierenwelzijn in deze vormen van veehouderij valt het beste te kenmerken als “beroerd”, voornamelijk als gevolg van verveling en het ontbreken van mogelijkheden tot natuurlijk gedrag.
Wanneer vervolgens in de media wordt gesproken over nog verdergaande schaalvergroting wordt daarbij vaak gezegd dat die plannen in principe best zouden kunnen leiden tot verbetering van het dierenwelzijn. Het gaat immers om nieuwbouw en om boeren die iets meer te besteden hebben.
“Wat niet kan, is nog nooit gebeurd” en bij boeren geldt “veel kan, maar daarom doen we het nog niet als het extra geld kost”.
Hoe veel beter is de situatie bij sommige hobbyboeren. Het gaat hier niet om dat deel dat de reguliere veehouderij in het klein probeert na te bootsen, maar dat deel dat uit liefde voor het dier vee houdt. Die zijn niet te beroerd om kosten nog moeite te sparen om het dier het naar de zin te maken.
Een boer die voor zijn inkomen afhankelijk is van het houden van vee heeft daarmee nog niet het recht verworven om alles maar na te laten wat dierenwelzijn en de kostprijs vergroot. Het is reëel om een bedrijf te beëindigen als het teveel gevraagd is om afdoende te investeren in dierenwelzijn. Per slot van rekening wordt in ons land 300% meer geproduceerd dan in eigen land wordt afgezet. Kortom, we kunnen nog tweederde van de veestapel kwijt alvorens dat dierlijke producten moeten worden geïmporteerd.
In megastallen kan het dierenwelzijn iets minder beroerd uitpakken omdat veel is geautomatiseerd. Het welzijn van dieren is niet afhankelijk van de aanwezigheid van de boer bij zijn vee. Techniek kan veel doen om het leven van dieren te veraangenamen, maar niets kan de geur van een schone weide benaderen. Een stinkende uitloop naar een betonnen of modderige mestplaats is geen dierwaardige omgeving om te scharrelen, hoogstens om af en toe rond te hangen.
Willen mensen echt iets voor dieren betekenen, zoals veel hobbyhouders wel proberen, dan hebben dieren niets aan halfslachtige oplossingen maar meer aan echt schone en natuurlijke ruimte buiten in de wei.