15 februari 2008

Tette Hofstra en de feiten over de nationale melkkoe



De directe steun aan de melkveehouderij becijfert hij op 12 euro per inwoner. Niet juist, het is het dubbele. De melkpremie is 3,55 eurocent per kilo melk. Er wordt in Nederland 11 miljard kilo gemolken. 11 miljard keer 3,55 eurocent is 390,5 miljoen euro. Dat weer gedeeld door 16 miljoen euro: 24 euro. De indirecte steun is vele malen hoger: zuiveren van drinkwater, lage accijns op diesel, geen wegenbelasting voor trekkers.

Toevallig zijn nu de prijzen voor zuivel op de wereldmarkt hoog. Dus hoeft er geen exportsubsidie te worden gegeven. De afgelopen jaren was dat wel het geval, en bedroeg de steun niet ruim 200 mln euro, maar ruim het dubbele. Als volgend jaar de prijzen op de wereldmarkt kelderen worden de exportsubsidies weer actief.

Anders gezegd: een boer wil als het hem tegen zit wel vangen, maar als het hem mee zit niet geven. De hogere prijzen op de wereldmarkt worden immers gewoon aan de consument doorberekend. Bij lagere prijzen houdt de boer de hand weer op.

De indirecte kosten van het auto rijden rekent meneer wel (auto’s maken, wegen etc.) de indirecte kosten van de melkproductie niet (het bouwen van stallen, het maken van trekkers, het kapot rijden van wegen, het vervuilen van het drinkwater etc.). Dat is niet eerlijk.

Hij heeft een punt dat koeien veel afval eten, maar dat is niet optimaal want een koe hoort gras te eten.

De claim dat een koe op groene energie loopt wordt op geen enkele manier waar gemaakt. Meneer Hofstra kijkt alleen naar wat er bij de koe naar binnen gaat, niet naar wat er uit komt. Wat er naar binnen staat stijf van de fossiele energie, wat er uitkomt is een directe bedreiging van het klimaat.

De feiten zijn dat een koe per kilo melk ten minste drie kilo mest produceert. Die mest is de afgelopen broeikas-gevaarlijker geworden dan voorheen door het menu wat de koe nu krijgt voorgeschoteld.