30 maart 2008

Minder regels: goedkoop is duurkoop voor kwetsbare partijen

De agrosector heeft in het verleden aangedrongen op minder regels. Regels kosten tijd en geld en die zet de sector liever in op nog meer geld verdienen.
Een voorbeeld van minder regelgeving die ook nog eens door de sector zelf ter hand is genomen is de toezicht op de gang van zaken in en rond slachterijen.
De controle is toegewezen aan een particulier bedrijf (Kwaliteitskeuring Dierlijke Sector (KDS)) dat tevens de onkosten vergoedt wanneer een dier in een slachthuis niet in de voedselketen wordt toegelaten.
Ondertussen wordt in het slachthuis gewerkt met stukloon: hoe meer dieren verwerkt, hoe hoger het loon. Het gevolg is dat dieren in een hoog tempo worden verwerkt, waarbij ook dieren die niet geheel bewusteloos zijn geraakt worden verwerkt in onderdelen van de slachtlijn die zeer pijnlijk zijn voor dieren die nog kunnen voelen. Een voorbeeld is het kokend hete water waarmee varkens en kippen worden gereinigd en van respectievelijke haren en veren worden ontdaan.
Wanneer de controle en de uitbetaling van dieren die niet in de menselijke voedselketen terecht mogen komen in dezelfde hand zijn, is het logisch dat die organisatie probeert het aantal afgekeurde dieren zo laag mogelijk te houden. Immers afgekeurd vlees levert minder winst op.
Bij de controle in de veehouderij zou hetzelfde tripartiete systeem moeten gelden als bij de opzet van het Nederlandse rechtssysteem. Een partij maakt het beleid, een tweede voert het uit en een derde onafhankelijke partij controleert de uitvoering. De kosten van de werkzaamheden van de derde partij, als het ware de politie van de slachterij, zouden moeten worden opgebracht door de agrosector zelf, waarbij de omvang van deze kosten niet zouden mogen worden beïnvloed door de sector anders dan zoveel als mogelijk kwaliteit te leveren, zodat het proces niet stil komt te liggen door afkeuring van de gang van zaken.