07 april 2008

Rechtvaardigheid

Voor elke Nederlandse burger geldt het principe dat de vervuiler betaalt. Behalve wanneer deze burger vleeseter of boer is.
Dat is niet alleen merkwaardig. Het is ronduit discriminerend, want waarom zouden de biologische vleeseters en de 750.000 vegetariƫrs mee moeten betalen aan de schade die ten behoeve van de eters van gangbaar vlees wordt veroorzaakt?

Die schade is fors. Volgens het milieuonderzoeksbureau CE in Delft ging het in 2002 om tenminste €2 miljard. Verlies aan biodiversiteit en stankoverlast zijn moeilijk in geld uit te drukken en dus in die berekening niet meegenomen. De bijdrage van de vleesproducenten aan het broeikaseffect en de schade die dat veroorzaakt zijn niet meegenomen in die berekening. We kunnen dus veilig aannemen dat de jaarlijkse schade van €2 miljard een conservatieve schatting is.

Het repareren van de milieuschade die de vleesproducenten veroorzaken, wordt uiteindelijk betaalt uit de algemene middelen. Per belastingbetaler (ongeveer 7 miljoen in Nederland) betekent dat jaarlijks een bedrag van €285. Voor tweeverdieners (47% van de Nederlandse huishoudens) betekent dat een bedrag van €570.

Het zou niet alleen logisch, maar ook rechtvaardig zijn, om deze kosten door de boeren te laten betalen. Die kunnen dat dan vervolgens weer door berekenen aan hun klanten.

Een dergelijk systeem is heel eenvoudig op te zetten. Een boer die een dier bij de slachterij aanbiedt betaalt per kilo dier een heffing. Kleinschalige biologische boeren zijn van deze heffing vrijgesteld, zij belasten het milieu niet of nauwelijks.

De hoogte van de heffing is simpel te berekenen. Nederlandse boeren produceren met hun koeien, kalveren, kippen en varkens samen per jaar 2,5 miljard kilo vlees. De milieuschade van de vleesproductie bedraagt minimaal €2 miljard. Om die €2 miljard via het vlees betaald te krijgen, moet er om te beginnen dus een heffing van 80 eurocent komen. Mocht blijken dat de schade groter is, dan gaat de heffing omhoog.

Om de vervuiler echt te laten betalen, krijgt elke Nederlandse belastingbetaler een korting van €285 terug. De milieuschade van de vleessector wordt immers niet meer uit de algemene middelen betaald. De vleeseter betaalt per kilo vlees 80 eurocent meer, maar dat kan hij financieren uit de €285 belastingkorting die hij krijgt.
Zo is op een simpele manier een einde te maken aan een vreemde discriminatie. Voor de invoering hoeven geen ingewikkelde systemen te worden opgezet. De korting op de belasting moet niet veel meer dan een druk op de knop te zijn. De betaling van de heffing door de boeren is simpel: afrekenen bij het slachthuis.

Het systeem heeft nog een voordeel. Het maakt namelijk zichtbaar dat het gangbare vlees ten opzichte van vlees uit de biologische veehouderij tot nu toe kunstmatig goedkoper wordt gehouden door kosten weg te moffelen. Die worden nu in de schappen van de supermarkt zichtbaar.
Op die manier kan de consument doen wat tot nu toe onmogelijk was: een eerlijke keuze maken.