11 april 2008

Dierenbelasting helpt ongelimiteerd gebruik van dieren te beperken

Hondenbezitters betalen hondenbelasting, maar andere dierenhouders niet (direct). Een deel van dat geld wordt gebruikt om de hondenpoep op te ruimen, maar eigenlijk zou elke dierenhouder belasting moeten betalen voor het opruimen van de gevolgen van dat dierenbezit. In de veehouderij is de sector er tot nu toe in geslaagd om de gevolgen van de mestproblematiek voor een deel af te wentelen op de belastingbetaler. Dat is niet rechtvaardig, want een vervuiler dient te betalen.
Het moge duidelijk zijn: niet veel mensen staan te springen om belasting te betalen en er is veel heffing die niet in relatie staat tot de compenserende maatregelen. Je kunt de accijnzen op rookwaren en alcohol moeilijk in balans zien met de maatregelen die de overheid treft om de negatieve gevolgen treft. Ook degenen die nog steeds wachten op het kwartje van Kok zijn nog nooit tevreden gesteld.
Wil het betalen van belasting op dierenbezit effectief zijn, dan zal er een transparante en directe relatie moeten zijn tussen het bezitten van een aantal dieren en de hoogte van de belasting.
Met de introductie van een dierentax zullen tegelijkertijd maatregelen gefinancierd moeten worden die nu nog afhankelijk zijn van vrijwillige bijdragen en initiatieven. Het castreren of steriliseren van huisdieren, de exploitatie van dierenambulances, het opvangen van gewonde wilde dieren en van ongewenste of verwilderde huisdieren.
Wat ook belangrijk is, is dat degene die juist opzettelijk weinig dieren gebruikt minder of niet wordt aangeslagen door de belasting. Een vegetariƫr die geen vlees eet, moet hoeven mee te betalen aan de gevolgen van de intensieve veehouderij.
Een veehouder die kiest voor schaalvergroting en meer dieren gaat houden zal daarmee ook meer belasting gaan betalen.
Op deze wijze wordt het financieel onaantrekkelijk gemaakt om veel dieren te houden en wordt de marktwerking ingezet om dierenleed te voorkomen. Een dergelijke maatregel zal het aantal dieren in gevangenschap verminderen en helpt misstanden op het gebied van dierenwelzijn te verhelpen.