13 april 2008

Opgehokt op de kinderboerderij

Vandaag bezocht ik kinderboerderij IJsselstee in Nieuwegein, waar ik kennismaakte met de beheerder en een rondleiding kreeg door een stagiair, Bas, de zoon van een Partijlid. Bij aankomst viel ik met mijn neus in de boter: Bas had in een hok een dode kip gevonden. Waar hij er precies mee naartoe ging weet ik niet; in ieder geval moest er een ring van zijn poot gehaald worden. Er zaten ook nog andere kippen in dat kleine hok. Hopelijk is het geen vogelgriep.

IJsselstee is een gemeentelijke kinderboerderij op een mooi groen terrein van ongeveer 3 ha. Volgend jaar bestaat hij 30 jaar. Er zijn veel weiden. Het erbij behorende gebouwencomplex lijkt een vroegere boerderij; in één gebouw zetelt zelfs een historisch museum!

De beheerder woont op het terrein – dat is van onschatbare waarde. Hij wees me in de stal op een camera in de ‘kraamkamer’; daarmee zou hij zo nodig van huis uit de ontwikkelingen kunnen volgen.

Het spreekt wel vanzelf dat een goed oordeel over een kb onmogelijk kan berusten op één bezoek. Ik kreeg een certificaat te zien van “diervriendelijkste kinderboerderij”, uitgereikt aan IJsselstee in 2005 door de Dierenbescherming. Het hing in een prijzenkast vol bekers die de beheerder als geitenfokker in de wacht gesleept had, begreep ik. Er zijn veel dartele geiten en het moet gezegd: zij stelen de show. Zonder horens, dat wel; die zijn te gevaarlijk, dus die halen we eraf. Op een kb worden dieren aangepast aan het bezoek.

Het foksurplus wordt verkocht aan particulieren-niet slagers, of het gaat naar “andere kinderboerderijen”. Of ze daar soms niet fokken?

Mij viel op dat er erg veel dieren in kleine hokken zaten. De reden zou zijn dat het buiten nog te koud was en de weiden te nat zijn. In ieder geval hadden veel dieren wel de mogelijkheid bij goed weer naar buiten te gaan. Zij het in groepen en niet allemaal tegelijk, zei Bas, anders wordt het vechten. Zijn er dan toch niet wat teveel dieren?

Voor iedere kinderboerderij zijn de konijnen een testcase. Bas wees me twee mooie buitenverblijven aan, maar de dieren zaten voorlopig nog wel in hokken. Die stonden apart van de buitenverblijven, m.a.w. de konijnen kunnen niet zelf bepalen of ze binnen of buiten willen zijn.

De Vlaamse Reus is wel ongeveer de meest trieste diersoort die er is. Ik heb er nog nooit ergens een zien lopen. Hebben ze eigenlijk wel poten?!

De stalling van de koeien vormt steeds een steen des aanstoots. Ook hier. Volgens Bas kwamen er vaker klachten over binnen. Er stonden namelijk drie dieren naast elkaar vast in een zgn. grupstal. Ik begrijp niet dat een kinderboerderij koeien mag hebben als men niet over een loopstal beschikt.

De beheerder vond een loopstal ook beter maar hij dacht dat de koeien zich in de grupstal wel o.k. voelden. Ik zei hem dat ze toch erg blij zijn als ze eruit kunnen, de wei in. Tja dat kon hij niet ontkennen.

Positief punt was dat de dieren hun horens hadden; sommige kinderen zien ze daardoor voor stieren aan! Ook positief was dat er een van 13 jaar bij stond.

Binnen in een donkere schuur waren kleine hokken met kleine knaagdieren: cavia’s, muizen, ratten, degoes. Naar mijn mening volstrekt zinloos. Meer dan een vluchtige blik keurt niemand ze waardig. Hetzelfde geldt voor het aquarium.

Elders twee varkens in een hok: een Hollandse en een Piétrain. Niet geringd: ze kunnen wroeten, maar ja, dan moeten ze wel naar buiten. Daarnaast twee hangbuikzwijntjes.

Veel pluimvee in hokken (met rennen). Witte sierduifjes in een hok. Drie prachtige witte pauwen, in een hok. Enzovoort. Het geheel heeft m.i. meer weg van een expo-terrein dan van een boerderij.

Ik word niet vrolijk van een bezoek aan zo’n instelling. Maar misschien moet ik van de zomer nog eens gaan kijken, als de dieren allemaal buiten zijn. En ook niet ’s ochtends maar ’s middags. Om een beetje op te vrolijken ben ik later naar het schilderachtige Schoonhoven doorgereden, om op het terras van de Waag nog wat van de zon te genieten.

E.D.