23 april 2008

Wagenings gedraai rond stront

Onderzoekers van de landbouwuniversiteit Wageningen hebben er maanden op gezwoegd, maar ze hebben geen fouten in Meat The Truth kunnen vinden. De feiten in de film, eerder als volstrekt onjuist door de agro-lobby van tafel geveegd, zijn volgens de onderzoekers juist. Maar, zo vinden de Wageningse wetenschappers: de interpretatie van die feiten kan genuanceerder.
Wat de dames en heren dus maar meteen hebben gedaan, en zo nuanceren ze de bijdrage van de Nederlandse veeteelt aan het broeikaseffect tot de helft van wat de veeteelt elders bijdraagt. Overal ter wereld is de bijdrage van de veeteelt 18%, behalve in Nederland. Daar bedraagt de bijdrage op miraculeuze wijze na de Wageningse studie ineens 9%.
Die lagere bijdrage is te danken aan de intensieve manier waarop in Nederland veeteelt wordt bedreven. Door luchtdichte stalsystemen is de emissie van broeikasgassen beperkt. Daar zullen ze in Londen van opkijken want in de Britse hoofdstad hangt een stank van mest die al dagen vanuit Nederland richting Engeland waait. Hoezo luchtdichte stalsystemen?
Het geneuzel van de hooggeleerde Wageningers is dan ook vrij snel door te prikken als broddelwerk.
Feit: de bijdrage van de veeteelt komt vooral door de mest. De mestproductie in Nederland ziet er als volgt uit: De rundveehouderij produceert per jaar bijna 50 miljard kilo mest. De varkenshouderij levert 11,7 miljard kilo. De kippenhouderij 1,3 miljard kilo. Varkenshouderij en kippenhouderij worden gerekend tot de intensieve veehouderij, en deze levert samen 13 miljard kilo mest. De rundveehouderij (voornamelijk melkvee) produceert dus bijna vier keer zoveel mest als de intensieve veehouderij.
Het klopt dat in de intensieve veehouderij met (vrijwel) luchtdichte stalsystemen wordt gewerkt. Maar! In de melkveehouderij zijn de afgelopen jaren de zijmuren juist uit de stallen gesloopt! De koeien zweten door hun hoge melkproductie zo hard dat die muren er wel uit moeten om het verblijf in de stal een beetje dragelijk maken. Daardoor vindt het overgrote deel van de Nederlandse mestproductie (75%) dus eigenlijk in de openlucht plaats.
De gevaarlijkste bijdrage aan het broeikaseffect komt van methaangas. Dit gas wordt vooral gevonden in de scheten die de koe laat. Dat, dankzij het merkwaardige menu dat de Nederlandse koe krijgt voorgeschoteld, in overvloed geproduceerde gas verdwijnt door open stalmuren direct in de openlucht.



Het ligt daarom eerder voor de hand om te veronderstellen dat de bijdrage van Nederlandse veeteelt eerder hoger dan lager is dan de 18% die in Meat The Truth wordt gemeld.
Inderdaad de Wageningse interpretatie van de feiten had wel wat genuanceerder gemogen.