27 juli 2008

Hekken vroeger om natuur binnen te houden, nu om dieren buiten te houden

Vroeger was natuurbescherming het behouden van natuur. Nu is natuurbescherming natuur levenskrachtig houden door de gebieden met elkaar te verbinden. Hekken werden weggehaald en landbouwgrond opgekocht om verbindingszones te creƫren.

Hekken waren er om dieren binnen natuurgebieden te houden, en hekken en waterscheidingen dienen er nu hoogstens toe om dieren buiten landbouwgebieden te houden. Daarmee is er ook een verschuiving van probleemhouder van overheid naar particulier of boer.
De overheid zorgt voor aankoop van landbouwgronden en degenen die overlast ervaren van wild moet er maar voor zorgen dat het wild niet op het land kan komen.
So far so good, maar hoe moet een boer vogels van zijn land houden? Je kunt landbouwgrond moeilijk overkappen. Stille technologische oplossingen zijn ook hier voorhanden: bewegende draden en lasers werken afschrikwekkend. Nabootsingen van roofvogels en harde geluiden werken even en dieren raken eraan gewend. Het levert natuurlijk ook overlast op voor de omgeving.
Daarom is zijn stille technieken te prefereren.

Wat ook helpt tegen vogels is om de jacht op haar natuurlijke vijanden te beperken. Nu jagen jagers op prooidieren en roofdieren. De laatste worden schadelijk genoemd voor de stand van het eerste. Het is juist dit type jager dat schadelijk is, omdat hij de balans in de natuur verstoort.
Helaas is het in de wet nog zo geregeld dat een boer die schade probeert te voorkomen alleen wordt uitbetaald als hij een (ver)jager inzet. Dit betekent in de praktijk dat het hek van de dam is en de jager vrij spel heeft.