29 juli 2008

Een bos verfraaien

Twee berichten de laatste tijd kunnen een win-win-situatie opleveren. De basis daarvoor is het saaie productiebos. Winnaar kunnen zijn de dieren en de energieproducenten.
Uit onderzoek van Alterra (onderdeel van Wageningen UR) en het European Forest Institute uit Finland blijkt dat het huidige Europese bos zo’n 4% van de totale energiebehoefte van Europa kan dekken: 78 miljoen ton olie-equivalenten (Mtoe) op een totaal gebruik van 1767 Mtoe. Daarbij is al rekening gehouden met de bestaande vraag naar hout voor papier en houtproducten, en ook met de gewenste instandhouding van de natuurwaarden van het bos.

Het Voorsterbos in de Noordoostpolder is van een saai productiebos uitgegroeid tot een paradijs voor vlinders. Meest bijzondere nieuwkomer is de grote weerschijnvlinder, een in Nederland zeer zeldzame vlinder die hier deze zomer meerdere malen is gezien.
Vlindersoorten staan in Nederland momenteel zwaar onder druk. Veel soorten verdwijnen of gaan hard achteruit. Natuurmonumenten wil het tij keren door de vlinders in ons land meer leefruimte te bieden, zoals in het Voorsterbos.

Tien jaar geleden was dit polderbos het eerste natuurgebied in ons land waar de kennis van De Vlinderstichting op grote schaal is geïntegreerd in het natuurbeheer. Er zijn speciale vlinderstroken aangelegd met veel zonnige plekken in de luwte en kruidenrijke vegetaties. Ook elders in het bos krijgt de zon meer kans door het maken van zestig open plekken in het bos van verschillende afmetingen. Daarnaast zijn er zestig poelen aangelegd waar bepaalde vlindersoorten op afkomen.

Ook andere soorten hebben geprofiteerd van de veranderingen in het beheer, waaronder libellen, amfibieën, vogels, vleermuizen en bijzondere orchideeën. En de recreant gaat er ook op vooruit, want het gebied is nu veel aantrekkelijker geworden.

Een saai productiebos maak je tot een paradijsje door hier en daar stroken bomen weg te halen. Deze kun je gebruiken voor biobrandstoffen. Bomen en takken die elders vallen, kunnen blijven liggen om insecten, vogels en paddenstoelen een kans te geven.

De Volkskrant meldt op 25 juli 2013:

Bijna helft minder vlinders in Europa sinds 1990

De populatie van vlinders in Europa is sinds 1990 met bijna de helft afgenomen. Dat meldden het Europees Milieuagentschap (EEA) en De Vlinderstichting in een dinsdag gepresenteerd rapport. Ook in Nederland loopt het aantal vlinders terug. Dat is zorgelijk, want het is een teken dat het niet goed gaat met andere insecten en het ecosysteem in het algemeen, schrijven de onderzoekers. In negentien Europese landen namen de onderzoekers zeventien soorten vlinders onder de loep. Duizenden vrijwilligers telden de vlinders die ze zagen gedurende een periode van 22 jaar. Slechts één soort nam toe in aantal. Twee bleven gelijk en van acht soorten nam het aantal af. Van zes soorten werd niet duidelijk hoe het bestand zich ontwikkelde.

Tot zover de Volkskrant

2013 is door het koude voorjaar een goed vlinderjaar. De daling met name onder de graslandvlinders komt vooral door intensieve landbouw en het verlaten van graslandgebieden in het Oostblok. Dat wordt snel overwoekerd door bos en kreupelhout, geen geschikte omgeving voor vlinders.

Misschien is het handig om u als lezer te realiseren dat de onaantrekkelijke graslanden het gevolg zijn van de behoefte om te exporteren door de Nederlandse intensieve melkveehouderij. Twee derde van de productie is bestemd voor de export. Graslanden worden alleen nog ingezaaid met Engels raaigras om de koeien in de stal mee te voeren en de mest op uit te rijden. Wanneer de politiek dit zou stoppen, dan zouden de boeren weer kunnen produceren met alle koeien in de wei en voor de eigen bevolking. Dit maakt het platteland aantrekkelijker.