29 juli 2008

Voorzitter pluimveehouders kakelt maar wat

Vooroplopers in de agrosector gaan soms ver in de behartiging van de belangen van hun achterban, maar op klinkklare leugens zijn ze moeilijk te betrappen. Het blijft meestal bij zolang kneden van de waarheid tot die hen bevalt. Jan Wolleswinkel, voorzitter van de Nederlandse Organisatie van Pluimveehouders vindt dat kennelijk maar ingewikkeld en loog er in een item van Op het land,tv vrolijk op los, niet gehinderd door enige kennis over het onderwerp van de interviewer.
Wolleswinkel werd ondervraagd over de stunt van Wakker Dier die de reclameslogan van de kippenboeren hebben gekaapt. Zij maakten van het deuntje ‘kip het meest veelzijdige stukje vlees’ de variant ‘kip het meest mishandelde stukje vlees’. Volgens Wolleswinkel is het leven van het mestkuiken echter zo slecht nog niet. Behagelijke temperatuur, altijd te eten en te drinken, en heel veel ruimte. Wat wil een kip nog meer?
Bezorgd informeerde de interviewer hoe Wolleswinkel aankeek tegen de Europese richtlijn mestkuikens die in 2010 ook in Nederland verplicht wordt. Volgens Wolleswinkel was er niets aan de hand, want het welzijn van het Nederlandse mestkuiken is meer dan voortreffelijk geregeld via het IKB-Kip. De nieuwe Europese richtlijn is volgens hem eigenlijk een voortzetting van wat in Nederland al lang dagelijkse praktijk is omdat 75% van de houders van mestkuikens bij het IKB-Kip is aangesloten. De overgang naar de Europese regels zal dus niet zo moeilijk zijn.
Welnu: Het IKB Iintegraal Keten Beheer) is helemaal geen regeling voor het welzijn van de mestkuikens. Het IKB-Kip is, net als alle andere IKB, een kwaliteitskeurmerk dat de sector zelf op het eigen vlees plakt. De controle er op heeft de sector in eigen beheer, dus hier keurt de slager letterlijk zijn eigen vlees. En verder is deelname aan het IKB-Kip vrijwillig.
Over de werkelijke stand van zaken in de kuikenmesterij deed de Rekenkamer eerder deze zomer in een rapport over de handhaving in de lanndbouw een boekje open. Over de Europese richtlijn die in 2010 in Nederland moet worden ingevoerd, schreef de Rekenkamer ‘Voor vleeskuikens bestaat nog geen Nederlandse regelgeving.’
Over de controle in de sector: ‘De door AID uitgevoerde controles in de pluimveesector hebben alleen betrekking op legkippen. Het Ingrepenbesluit is ook van toepassing op vleeskuikens. De AID controleert echter niet op ingrepen bij vleeskuikens.’
Over de stand van zaken in de mestkuikenhouderij citeerde de Rekenkamer de minister van landbouw: ‘De minister van LNV heeft de Tweede Kamer in 2007 laten weten dat de bezettingsgraad van de Nederlandse vleeskuikenhouders tot de hoogste van Europa behoort. Bijna 80% zou, als de richtlijn nu geïmplementeerd zou worden, niet aan deze nieuwe richtlijn voldoen.’
Dat is wel wat andere koek dan de bewering van Wolleswinkel dat het welzijn van het Nederlandse mestkuiken meer dan voortreffelijk is geregeld.