Karen Soeters, directeur van de Nicolaas G. Pierson Foundation (NGPF), heeft gereageerd op de open brief van politiek activist Manfred Gerstenfeld aan de Tweede Kamer, zoals gepubliceerd op de site van de Volkskrant. Soeters stoort zich aan het feit dat er met halve waarheden geprobeerd wordt de Kamermeerderheid, die zich aftekent voor het verbod op het onverdoofd slachten, op andere gedachten te brengen.
Ook de pogingen kritiek op het onderzoek van Wageningen UR van een semi-officieel stempel te voorzien is volgens Soeters bedenkelijk. “Ze hadden wat mij betreft net zo goed in plaats van aan TNO een stempel kunnen vragen van de APK of de Bovag. TNO is op geen enkele wijze gekwalificeerd om peer reviewed onderzoek van de Universiteit Wageningen te becommentariĆ«ren”.
De reactie van Karen Soeters luidt als volgt:
Argumenten tegen verdoofd slachten zijn niet Koosjer.
De Joodse gemeenschap doet er alles aan het naderende verbod op het onverdoofd slachten in diskrediet te brengen. Dat is haar goed recht, maar het feit dat ze zich bedient van halve en hele onwaarheden is bedenkelijk en behoeft correctie. De 11 punten waarin Manfred Gerstenfeld het wetsvoorstel tracht te fileren, houden geen van allen stand voor wie zich ook maar even in de materie verdiept. Misschien goed om ze even door te nemen.
Stelling 1.
Er is een groot verschil tussen Koosjer en halal slachten.
Onjuist. Beide slachtmethoden zijn gebaseerd op dezelfde traditie en vertonen grote overeenkomsten. De voorzitter van de Joodse gemeenschap in Amsterdam, de heer Eisenmann heeft dat bevestigd in een uitzending van AT5 Nieuws. Het fragment is opgenomen in een film van de Nicolaas G. Pierson Foundation.
Stelling 2.
De indieners moeten maar bewijzen dat koosjere slacht slechter voor dierenwelzijn is dan slachten met bedwelming.
Onjuist. Dat bewijs is geleverd door onafhankelijke wetenschappers en wordt onderschreven door nationale en internationale organisaties van dierenartsen, zoals de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde (KNMvD).
Stelling 3
De Partij voor de Dieren baseert zich op een video van de Nicolaas G. Pierson Foundation.
Onjuist. Het wetsvoorstel is ingediend in 2008, de film van de NGPF dateert van 2010 en is een zelfstandige activiteit van het wetenschappelijk bureau.
Stelling 4
Onafhankelijk wetenschapper Prof. Joe Regenstein heeft het onderzoek van Wageningen UR en de inzichten van de KNMvD gediskwalificeerd als onwetenschappelijk.
Onjuist. De heer Regenstein is allesbehalve onafhankelijk. Hij is een fulltime pleitbezorger van het onverdoofd slachten en heeft daarin aanzienlijke belangen.
De heer Regenstein stelt zich zeer onwetenschappelijk op door in zijn contra-expertise te stellen dat de wetenschap bij de verbetering van dierenwelzijn zich slechts zou mogen bewegen binnen de kaders die de religieuze gemeenschap stelt. Dat maakt zijn wetenschappelijke status zeer verdacht. Bovendien geeft hij in zijn aanbeveling aan hoe de politiek over dit onderwerp zou moeten debatteren, hoewel hij als voedingswetenschapper geen enkele expertise heeft op dat vlak. Dat de KNMvD zich niet zou baseren op wetenschap mag een gotspe genoemd worden, het is juist Regenstein die religieuze kaders tot uitgangspunt verheft, waar de KNMvD waardenvrij kijkt naar het onderwerp.
Stelling 5
Regenstein heeft ook kritiek op andere aangehaalde rapporten wegens wetenschappelijke tekortkomingen.
Onjuist. Het is juist Regenstein die zich bedient van het onwetenschappelijke uitgangspunt dat de religieuze voorschriften het uitgangspunt van het wetenschappelijk onderzoek zouden moeten vormen. Daarbij zijn de gebruikte onderzoeken peer reviewed en dat maakt het nu juist wetenschappelijk.
Stelling 6
Twee Joodse instellingen hebben een Kortgeding aangespannen tegen Wageningen UR, de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde, alsmede de Nederlandse staat.
Op geen enkele wijze wordt duidelijk waarom het aanspannen van een Kortgeding, het recht van elke rechtspersoon, ook maar iets zou kunnen zeggen over het wel of niet kloppen van de argumenten tegen onverdoofde slacht.
Stelling 7
De Rabbinical Assembly heeft nooit gesteld dat bedwelming voorafgaand aan de slacht geoorloofd zou zijn.
Onjuist. Rabbi Mayer Rabinowitz heeft in zijn rapport ‘A Stunning Matter’ duidelijk gemaakt dat binnen de Rabbinical Assembly verdoving voorafgaand aan de slacht wordt toegestaan. In een mail d.d. 12-04-2011 aan de Partij voor de Dieren bevestigt Rabbi Mayer Rabinowitz dat met de volgende woorden: ”The paper permits pre shitah stunning as well as post shitah stunning and bolting”. Of de Rabbinical Assembly betrokken wil worden in een politieke discussie is van geheel andere orde.
Stelling 8
Zes grote Amerikaanse Joodse organisaties hebben zich tot Premier Rutte gewend om hun zorg te uiten over de inperking van religieuze vrijheid.
Op geen enkele wijze wordt duidelijk wat deze interventie te maken heeft met het al of niet kloppen van de argumenten tegen onverdoofd slachten.
Stelling 9
Het wetsvoorstel van Mevr. Thieme vertoont overeenkomst met eerdere anti-Joodse acties in Europa door de eeuwen heen.
De stelling wordt op geen enkele wijze onderbouwd. Rabbijn Evers bood eerder in NRC ruimhartig excuses aan voor het poneren van een dergelijk onfatsoenlijke stelling. Er zit in het wetsvoorstel geen enkel anti-Joods of anti-islamitisch element. Het opkomen voor de rechten van dieren houdt op geen enkele wijze verband met het vermeend benadelen van mensen.
Stelling 10
Het aantal probleemgevallen bij het reguliere 'bedwelmde' slachten is minstens vele honderden malen groter dan het totaal aantal koosjer geslachte dieren.
Het vergelijken van volledig onvergelijkbare grootheden past mogelijk in de werkwijze van de politieke activist Manfred Gerstenfeld, maar vormt geen valide argument. Leedconcurrentie is de slechtst denkbare overweging om leed te laten voortbestaan. Het vergelijken van gevallen van ‘bad practice’ in de reguliere slacht met gevallen van ‘good practice’ in de koosjere slacht is onzuiver en onwetenschappelijk. De Nederlandse wet kent de verplichting om dieren verdoofd te slachten. Het wetsvoorstel voorziet in niets anders dan deze regel algemeen verbindend te maken, zodat het voor een dier in Nederland niet meer hoeft uit te maken welk geloof zijn slachter aanhangt, zoals D66-Kamerlid Van Veldhoven terecht opmerkte. Daarbij geven wetenschappers juist aan dat de kans op problemen bij de onverdoofde rituele slacht veel groter is.
Stelling 11
Dit wetsvoorstel raakt belangrijke aspecten van de vrijheid van de uitoefening van godsdienst in de rechtsstaat.
Onjuist. Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens heeft vastgesteld dat het kernrecht van gelovigen niet het onverdoofd slachten is, maar slechts het consumeren van vlees dat op een bepaalde wijze geproduceerd is. Dat recht blijft onaangetast met dit wetsvoorstel. Zoals Nederland een eigen verantwoordelijkheid genomen heeft bij het verbieden van de productie van foie gras, maar niet de import van dit product verboden heeft.
Elke gelovige heeft het recht zijn religie te beleven alsof die een universele norm belichaamt, maar de overheid heeft de grondwettelijke mogelijkheid beperkingen te stellen aan die vrijheid waar de belangen van anderen in het geding zijn. Dat is zo bij de discriminatie van homo’s, de discriminatie van vrouwen of inbreuken op de lichamelijke integriteit van mensen. Maar ook in het geval van onnodig lijden van dieren. Daar is bij het onverdoofd slachten van dieren sprake van, volgens de Nederlandse wetgever, ook de regering heeft dat onlangs andermaal erkend.
De heer Gerstenfeld besluit zijn open brief aan leden van de Tweede Kamer met de oproep om tegen het wetsvoorstel te stemmen, indien u bovengenoemde feiten en argumenten niet kunt weerleggen.
Voor zover die weerlegging nog nodig was, hoop ik dat dit artikel daar een bijdrage aan kan leveren.
Drs Karen Soeters, directeur Nicolaas G. Pierson Foundation