17 december 2012

De gestrande bultrug leidt tot verhitte discussie

In de wereld van dierenbeschermers is weinig controverse wanneer het gaat om het redden van zeldzame dieren. Wanneer de dieren talrijker zijn wijken de standpunten meer uiteen. Bijvoorbeeld Lenie ’t Hart zal zo veel mogelijk zeehonden in nood in Pieterburen opvangen en medewerkers van Ecomare op Texel zullen deze dieren eerder aan hun lot overlaten.
Grote zeezoogdieren die op een strand aanspoelen blijven niet onopgemerkt. Soms stranden ze per ongeluk, soms stranden ze omdat zij al stervende, drijvend het strand opspoelen. Hoe meer dieren er zijn, hoe groter de kans dat er ergens één opduikt.
Ook menselijke activiteiten doen dieren stranden. Ze zijn dan bijvoorbeeld in de war geraakt door lawaai onder water, waardoor ze zich niet goed meer kunnen oriënteren.
Het is de verantwoordelijkheid van de gemeente waar een dier in nood belandt hoe en of de hulpverlening wordt georganiseerd. Hulpverlening kost geld. Die investering is soms puur voor het dier, soms heeft het ook een commercieel tintje. Een potvis op een druk bevolkt strand gaat enorm stinken en zou moeten worden opgeruimd.
Een stervend dier in de Oostvaardersplassen kan dienen als voedsel voor andere dieren. Te veel van de honger stervende dieren als gevolg van fout beleid vraagt aanpassing van het beleid.
Voor zowel mens als dier geldt dat het een vrijwillige zaak is of je een dier in de vrije natuur helpt of niet, althans dat zou het moeten zijn. Voor aangereden dieren in een gemeente wordt het minder vrijblijvend. Hetzelfde geldt voor dieren die het slachtoffer zijn van andere menselijke activiteiten, bijvoorbeeld visserij of godsdienstige overwegingen bij de rituele slacht.
Op Twitter viel deze tweet van Mireille de Roo te lezen: “Dieren worden tot dingen gedegradeerd zodra de hebzucht vd mens om de hoek komt kijken”.
Het gevolg van de hebzucht is een onverschillige en dingmatige behandeling, alsof dieren geen gevoel of belangen hebben. Allerlei drogredenen worden vervolgens aangevoerd om zichzelf vrij te pleiten van een zorgplicht.

Voor mij is de meest bevredigende grondhouding om er in mijn handelingen voor te zorgen dat dieren geen nadelige gevolgen hebben. Daarom "bezit" ik geen huisdier(en) en eet ik geen vlees. Wanneer ik een dier in nood aantref, dan bel ik de dierenambulance of desnoods verlos ik het dier uit zijn lijden. Het uitgangspunt voor mij is dat dieren net als mensen vrijheid als grondrecht hebben. Voor het overige kunnen twee, met woorden strijdende partijen voor mij allebei gelijk hebben. Maar de betrokkenheid bij een dier daalt voor mij niet als er meer van zijn of stijgt niet naar mate deze zeldzamer wordt. Uiteraard wordt voor mij een zeldzaam dier wel sneller een individu.
De (intrinsieke) waarde van mens en dier is niet in geld uit te drukken, de moeite die je doet wel.