07 februari 2013

Gebeurt het herintroduceren van dieren in de natuur onverantwoord?

Een selectie uit de beschrijving van de uitzending met de titel ‘Herintroduceren dieren niet volgens de regels’ op de website van Zembla:
Bij het verstrekken van vergunningen voor het opnieuw uitzetten van uitgestorven diersoorten als de otter en het korhoen houdt de Nederlandse overheid zich niet aan de regels die daarvoor gelden. Tot die conclusie komt professor F. Berendse, hoogleraar Natuurbeheer aan de Universiteit Wageningen, donderdag in de uitzending van ZEMBLA. 'Men vraagt zich niet af waarom die soort er niet meer is. Ook neemt men bij een aantal gevallen geen maatregelen om te voldoen aan de voorwaarden om die diersoort een echte toekomst te geven,' aldus Berendse.
Volgens professor Berendse is de herintroductie van de otter in Nederland dan ook mislukt. Zo leidt het autoverkeer, één van de belangrijkste oorzaken van het uitsterven van de otter, ertoe dat de otterpopulatie niet spectaculair toeneemt. Sinds 2002 zijn er veertig otters uitgezet, maar de populatie neemt maar mondjesmaat toe. Het aantal otters in Nederland wordt nu geschat op ongeveer honderd. Berendse: 'Als je otters blijft uitzetten om de hoge sterfte te compenseren, dan leg je de populatie aan het infuus. Dat kan nooit de bedoeling zijn geweest.'

Naast het feit dat het dierenwelzijn in de knel komt door het niet opvolgen van de IUCN-richtlijnen, zijn er ook aanzienlijke kosten verbonden aan het herintroduceren van dieren in de vrije natuur. Zo dreigt de herintroductie van de bever aan haar eigen succes ten onder te gaan. H. van Poelwijk, hoofd ongediertebestrijding van het waterschap Rivierenland, zegt in ZEMBLA dat als gevolg van de groeiende beverpopulatie de rivierdijken grote schade oplopen. “Bevers kunnen gaten van wel 15 meter diep in een dijk graven,” aldus Van Poelwijk.