12 juni 2018

Er is één principe dat ons allemaal verbindt

Boeren en insecten staan aan de voet van de voedselketen. Ze willen er beiden van (vr)eten. De overeenkomst tussen een boer en een insect is dat zij als individu weinig kwaad kunnen en dat als groep hun schadelijke handelingen optellen tot minimaal een verstoring van een evenwicht en maximaal een ramp. Ook in hun recht op vrijheid, dat voor alle levende wezens zou kunnen gelden, zijn zij gelijk.

Helaas is een boerenbedrijf zo ingericht dat niet-bestuivende insecten worden geweerd, vooral door deze te vergiftigen. Dat heeft twee nadelen: insecten etende dieren worden vervolgens bedreigd en omdat de omvang van het door boeren bewerkt land ongeveer de helft van ons land is, blijft er te weinig ruimte over voor natuur. En de kwaliteit van natuurgebieden heeft ook nog eens te lijden onder de uitstoot en neerslag van ammoniak van de intensieve veehouderij. In de natuurgebieden zou wel een ecologisch evenwicht moeten bestaan waar we in tijden van nood op terug kunnen vallen.

Willen we, waar ook ter wereld, het ecologisch evenwicht handhaven en herstellen dan zouden alle mensen over één principe eens kunnen zijn. Dat principe is daar waar alle levende wezens al sinds mensenheugenis meer of minder bewust vanuit gaan, namelijk de vrijheid om natuurlijk gedrag te kunnen tonen en beleven. Alle mensen verbinden in dit bewustzijn lijkt ambitieus, maar wie zich realiseert dat vrijheid wederkerigheid inhoudt, zal het belang daarvan beamen. Dit realiseren kan het keerpunt zijn van een geleidelijke gedragsverandering (emancipatie van het dier en geen dieren meer gebruiken) die uiteindelijk het ecologische evenwicht herstelt. Wat die gedragsverandering voor ieder individu inhoudt wordt hem of haar vanzelf duidelijk wanneer eenmaal het bewustzijn van het recht op vrijheid is ontwaakt.

Liefde kan vrijheid tot leven brengen, ongebreidelde vrijheid verstikt leven.