14 juni 2018

Wolvenfobie



Pieter van Vollenhove slaakte eens de verzuchting: “Wij mensen zijn zo doodmakerig”. Jammer genoeg behoort hij zelf ook tot het doodmakerige soort want hij wordt regelmatig gesignaleerd in gezelschap van andere doodmakers, oftewel jagers.

Maar, zoals Godfried Bomans ooit stelde: “Een opinie verliest niet aan waarde omdat men er zelf tegen zondigt”.

Doodmakerig zijn we zeker. Niet alleen onze eigen soort, andere aardbewoners zijn ook absoluut niet veilig voor onze hang naar doden van alles wat ons tot voedsel kan dienen, onze belangen ‘schaadt’ dan wel een bedreiging voor ons lijkt te vormen.

Neem de wolf. Dit dier lijkt het vaste voornemen te hebben na zo’n 150 jaar weer binnen onze landsgrenzen een bestaan te zoeken. De reacties daarop zijn verschillend. Zij die de natuur kennen en/of een goed hart toedragen juichen de komst van dit prachtige dier van harte toe.

Anderen zien meer nadelen. Wolven vergrijpen zich wel eens aan een schaap en zelfs is onlangs in Duitsland een vaars als prooi verorberd.

Verscheurd worden door een wolf is natuurlijk een gruwelijk einde voor het prooidier, maar het past in de orde van de ‘schepping’. De natuur is geen paradijs en lijden en sterven is er  dagelijkse praktijk.

In de krant schreef iemand dat de schade die dieren veroorzaken door de belastingbetaler moet worden opgehoest. Hij vraagt zich af of dat geld niet beter kan worden besteed aan voor de mens nuttige zaken als voedselbanken, ouderenhulp e.d. Hij signaleert een tendens dat het dier boven de mens wordt geplaatst. Dat vind ik een vreemde opvatting. Immers de mens is ook een dier(soort), maar heeft zichzelf met een merkwaardige zelfoverschatting boven de andere soorten uitgetild (antropocentrisme/speciësisme). Gevolg: alle andere levende wezens worden slechts getolereerd wanneer en voor zover ze de menselijke belangen dienen dan wel niet nadelig beïnvloeden.

Schrijver en Nobelprijswinnaar Bertrand Russell: “Er is geen enkele objectieve reden menselijke belangen zwaarder te laten wegen dan belangen van (andere) dieren”.

De wolf komt en is wat mij betreft welkom. Hij zal zich niet laten uitroeien tenzij we een soort zoöcide (=genocide maar dan op dieren) tegen hem ontketenen, zoals we met eigen soortgenoten ook wel hebben gedaan. We hebben de wolf te accepteren en onszelf en onze eigendommen adequaat te beschermen tegen sommige gewoontes van het dier. Maar net zo min als we een inbreker mogen doodschieten zullen we ook het leven van de wolf hebben te respecteren en een beetje dienen op te schuiven om hem de ruimte te geven waar hij recht op heeft. De wereld is niet (alleen) van ons.

Herman Gallé