20 mei 2019

In dieren kunnen invoelen heeft ethische gevolgen

Primatoloog Frans de Waal heeft een nieuw boek uitgebracht over de overeenkomst van emoties bij mens en dier.

De woordeloze pijn van de vis aan de haak en het kalf zonder moeder. Het is niet alleen lichamelijk lijden, maar ook geestelijk lijden.

Uit een interview met Trouw.
Hoe kunnen we nu weten wat dieren voelen? Dat wordt toch onwetenschappelijk speculeren? De Waal stelt dat gevoelens alleen kenbaar zijn door degene die ze ervaart, maar maakt een onderscheid met emoties, die zeker wel waarneembaar zijn. Een opgetrokken lip, een blozende wang, een overslaande stem, het zijn gebaren en houdingen bij mens en dier die wijzen op emoties.

Olifant in de kamer.
Het laatste dier dat De Waal behandelt is de olifant in de kamer. Want als dieren angst, pijn, verdriet en empathie kennen, wordt het des te gruwelijker wat we ze aandoen. Kalveren die direct na de geboorte bij hun moeder worden weggehaald, apen die dienen als proefkonijn in een laboratorium, kreeften die we levend koken en ja, ook de vis die kronkelt aan de haak door zijn lip. Het is niet alleen lichamelijk lijden, maar ook geestelijk lijden.
De Waal noemt het een ‘woordeloze pijn’ en het is voor het eerst dat hij zich zo duidelijk in zijn werk uitspreekt over hoe we met de dieren omgaan, in de agrarische industrie, thuis, en in het wild. Hij pleit voor transparantie in de sectoren waar dieren worden gebruikt. Boerderijen en proefdiercentra moeten toegankelijk worden voor het publiek. Hij oppert een scancode voor vlees in de supermarkt waarmee je met de smartphone (onafhankelijk gemaakte) beelden kunt ­ophalen van de omstandigheden waaronder dieren worden gehouden. Beslis dan maar of je dat kipfiletje nog steeds wilt kopen.
Tot zover Trouw.
Uit een interview met het Parool.

Stoort het u dat mensen de intelligentie en emoties van dieren niet erkennen?
“We komen uit een periode waarin emoties en intelligentie bij dieren koste wat kost werden ontkend. We zagen dieren lang als simpele stimulus-responsmachines, heel anders dan de complexe, intelligente mens. Tegenwoordig is er veel kennis die die scheiding tegenspreekt, maar desondanks zijn er nog steeds wetenschappers die dat denken”.
“Ik wind me er niet over op, maar ik merk wel dat er twee soorten mensen zijn. Als je een hond met zijn baasje vergelijkt, vindt het baasje dat meestal niet erg. Maar er zijn ook mensen die het vreselijk vinden om met een dier vergeleken te worden. ‘Ik ben toch geen beest!’ zeggen ze dan. Alsof dat iets ergs is. Hun zelfbeeld is verweven met het zich beter voelen dan die ‘domme’ dieren. Ik vind dat een nogal beperkte visie”.



Frans de Waal over emoties bij dieren en wat ze ons zeggen over onszelf (bol.com).

17 mei 2019

Gelijk hebben en krijgen in de strijd om dierenbelangen

In onze maatschappij staan belangengroepen op verschillende platforms tegenover elkaar op het onderwerp “hoe om te gaan met dieren”. Het gesprek dat plaatsvindt heet een twistgesprek, debat, discussie, gesprek of een dialoog.
Voor belanghebbenden in de media zal het worst zijn welke vorm wordt gekozen zolang het kijkcijfers oplevert ook al verzandt het in een kakofonie. De belangengroepen gaan daarin mee. Ook negatieve aandacht is aandacht.
Met waarheidsvinding heeft het alles niets te maken. Er is zelfs sprake van opzettelijke spraakverwarring. Eigenlijk zijn er alleen maar verliezers, maar de mensen pikken er de kersen uit die hen het meest bevallen, de dieren blijven achter, gehuisvest in de gevangenis, die stallen heten.

Er zijn in de veehouderij zoveel niveaus waarop er sprake kan zijn van misstanden dat bijna niemand bereid is te zoeken naar het overzicht waar de bron van de misstanden ontspringt. Ieder mens en dier hecht aan zijn vrijheid. Dat is een recht dat ook het welzijn bepaalt. Voor een veehouder, die economisch wil overleven, is het van belang om vrijheid te hebben in de levensomstandigheden waaronder hij dieren houdt. Zijn er te veel eisen waaraan de huisvesting moet voldoen, dan kan zijn veehouderij niet uit. Alleen wanneer hij failliet gaat zal hij andere vormen van inkomsten verwerven overwegen.
Een veganistische activist gaat het liefst uit van de situatie waarin helemaal geen dieren meer gebruikt worden door mensen. Maar die stip op de horizon ligt zover weg dat het voor tegenstanders veel gemakkelijke is om te wijzen op het onrecht dat hen wordt aangedaan vlak voor zijn voeten. Er wordt huisvredebreuk gedaan, er moet een fatsoenlijk gesprek worden gevoerd, er moet keuzevrijheid zijn om te kiezen waarmee je je voedt, een boer moet ook geld verdienen om zijn gezin te onderhouden, etc..

Iedere belangengroep krijgt gelijk binnen de eigen bubbel en krijgt het nooit van de tegenstander wanneer standpunten diametraal tegenover elkaar staan.

Het argument "nood breekt wet" of "aan een onrechtvaardige wet mag je overtreden" kan slechts zeer spaarzaam worden ingezet en werkt snel tegen je.

Wat is de moraal van dit artikel? Wanneer het dier gebruikt wordt in een kapitalistisch systeem kun je vechten tegen het systeem of je pleit ervoor dat de regels rechtvaardig en voor iedereen gelijk worden toegepast. Dat betekent geen verkapte subsidies aan veehouders die niet volgens de regels willen werken of kunnen overleven. Een controlerend orgaan (de NVWA) die alle veehouders zo regelmatig en standvastig controleert dat niemand meer de wet overtreedt. Het vraagt ook actievoerders die het geduld kunnen opbrengen om het trage tempo van bewustwording te accepteren en er rekening mee te houden dat de weg naar een oplossing een andere afslag neemt. Bijvoorbeeld dat vleeseters in plaats van zich te bekeren tot het veganisme vlees gaan eten dat niet 100% gemaakt is van dieren, maar stapje voor stapje meer gemengd wordt met plantaardige ingrediƫnten.

Eerst eens zijn over de feiten.

08 mei 2019

Hoogproductieve koeien zijn snel uitgemolken

Boeren in het algemeen willen nog wel eens beweren dat zij hun dieren goed behandelen en dat hun koeien gezond zijn omdat zij anders minder snel zouden groeien en minder zouden produceren. De agrosector voert de hoge productie van een dier (veel melk, snelle vleesgroei) aan als bewijs dat het met het dierenwelzijn wel goed zit. Dat is niet zo omdat de productie bij een jonge melkkoe toch wel een paar jaar door gaat, ook als het niet goed wordt behandeld.
Als de stelling van de boeren zou kloppen, moeten hoog productieve koeien langer mee gaan, maar de productieve levensduur van de koe daalt, of blijft in het gunstigste geval gelijk.
Koeien worden gemiddeld na drie lactaties (drie keer kalveren) naar de slacht gebracht. De boeren vrezen anders hoge ziektekosten kwijt te zijn aan een dierenarts.
Koeien gaan veel melk produceren wanneer daarop is gefokt en hun voer daarop is afgestemd.
Beweren dat de hoge productie samenhangt met dierenwelzijn is een misvatting, die er bij helaas nog te veel toehoorders ingaat als zoete koek. De hoogproductieve Nederlandse koe gaat nog steeds jong naar de slacht ondanks het feit dat met veel minder kosten het dier gemakkelijk dubbel zo lang in de stal kan worden gehouden. Daarnaast kan een koe met gemak drie tot vier keer langer leven dan het nu gemiddeld wordt.
Maar veehouders hebben geen belang bij een lange levensduur. Ze willen een koe met zo min mogelijk kosten een zo hoog mogelijke productie laten geven. Wanneer zij die doelstelling niet zouden hebben en echt gericht zouden zijn op dierenwelzijn dan zouden ze andere type koeien houden die langer melk blijven geven en in hun levensjaren gemiddeld minder geld zouden kosten.
Maar zo denkt een gemiddelde veehouder om onbegrijpelijke redenen niet. Of het moet zijn dat hij graag een wedstrijdje houdt wie de grootste heeft. Boeren zijn nu eenmaal trots op hoge productie, grote veestapel, grote tractoren en veel hectares.
Om deze hoge productie vol te houden worden de koeien meer en meer binnen gehouden. De zuivel wordt op de wereldmarkt afgezet of gedumpt. Kleine boeren worden uit de markt gedrukt.
Ons land profiteert er niet van en het dierenwelzijn en het landschap (biodiversiteit) en de kwaliteit van het milieu (inclusief grond- en oppervlaktewater) zijn door de overdadige mestinjectie de dupe.

Tenslotte laat de agrosector een kans liggen om substantieel bij te dragen aan het voorkomen van de klimaatopwarming en het stoppen van de teloorgang van de natuur en aan het bevorderen van biodiversiteit.

Wanneer een mens geen weet heeft van wat wezenlijk het bezwaar is van het uitbuiten van dieren en van mening is dat dieren minder rechten hebben dan mensen dan heeft een gesprek over dierenwelzijn weinig zin. Ligt de reden in minachting van dieren en mensen die voor dierenrechten opkomen?
Meer lezen over de (opzettelijke) spraakverwarring tussen boeren, burgers en politici, klik hier.