07 februari 2008

Mest uit een bio-massa-vergister zonder mest mag geen mest heten



Er is in ons land veel biomassa. Voorbeelden zijn snoeihout, bermgras en afvalproducten uit de voedingsindustrie als bierbostel. Een deel hiervan wordt aan de varkens gevoerd, maar zou ook rechtstreeks in de vergister kunnen. Nu wordt vaak de omweg genomen via het varken en moet de mest daarvan in de vergister omdat we er teveel van hebben om het in en op het eigen land te kunnen uitrijden.
Het restant dat na vergisting overblijft is digestaat. Wanneer de mestvergister gevoed is met minstens 50% mest, mag het digestaat als meststof uitgereden worden als meststof over het land. Zit er geen mest in, dan mag het alleen over eigen land worden uitgereden als compost of moet het worden afgevoerd naar een vuilstort met de nodige kosten.
Met deze eisen dwingt LNV bedrijven die in biomassavergisting willen investeren om een deel van het mestprobleem over te hevelen naar de vergister. Daar is niet iedereen gelukkig mee. Sommigen vinden dat ook energieproductie van groene stroom gedaan moet worden met schone brandstoffen. Door de eis van LNV wordt de bruine instroom als het ware groen gewassen door de mestvergister. Daarnaast wordt de totale hoeveelheid mest door de toevoeging van andere biomassa groter dan zonder vergisting. Vergisting op basis van 100% mest is niet mogelijk, er zit domweg te weinig energie in mest. Sommige boeren voegen zelfs graan of maïs toe om de vergisting op gang te brengen. Dat is verspilling van voedingstoffen.
Door de eis van LNV dat er mest in de biomassavergisting moet, wordt het vuil van de bio-industrie onder het vloerkleed geveegd. Boeren die niet grondgebonden produceren, omdat zij alleen maar stallen hebben en geen veevoer verbouwen voor hun vee, kunnen toch worden aangemerkt als grondgebonden als zij een mestvergister bouwen en voedsel regionaal geproduceerd toevoegen aan die vergister.
Met dergelijke trucjes wordt een problematische sector als het ware omgekat tot een sector die zou voldoen aan de eisen van de critici om milieuvriendelijk te werken. Quod non!
Ons land zou veel efficiënter met haar energie kunnen omgaan als de veestapel werd verkleind en de boeren (daarom) niet meer mest produceren dan zij in de lokale kringloop kwijt kunnen. De biomassa kan dan vergist worden in installaties op een industrieterrein, wat ook op het platteland een veel mooier landschap oplevert. Dat is namelijk een landschap zonder vergisters en mestopslag.