14 augustus 2008

Boeren grenzen stellen maakt misselijk

In de Stentor het volgende bericht:

Boer vindt dreigende onteigening voor geul 'een misselijke zaak'


Een aantal citaten:
De nu nog ontoegankelijke uiterwaarden van Welsum krijgen binnen een decennium een ruige natte natuur.
Die wordt wel toegankelijker met wandel- en fietspaden. Het kon een boer, die land zal moeten afstaan, niet opbeuren. Dat dit gepaard kan gaan met onteigening, bezorgt hem 'een verkeerd gevoel.'

Het ergerde de boer dat in de jaren negentig sprake was van vrijwillige grondverwerving, toen het de overheid alleen ging om natuurontwikkeling. Die is minder urgent. Nu de geulen ook belangrijk worden geacht voor de waterafvoer van Rijn en IJssel, is grondonteigening mogelijk.
,,Een misselijke zaak'', luidde zijn harde slotoordeel. Projectmedewerkers van de Dienst Landelijk Gebied (DLG), die dit beleid uitvoert, legden uit dat deze gang van zaken uit en ten treure is besproken en door het parlement bevestigd. Volgens Gerrit Mosterd, een agrarisch adviseur uit Wijhe leert de praktijk dat bij onteigening de vergoedingen altijd hoger zijn.

Tot zover de citaten.

Boeren vinden het niet leuk dat hun onderneming conflicteert met maatschappelijke belangen. Ze vinden zichzelf als producent van voedsel eerder een partij die steun verdient dan kritiek. Als sector is de veehouderij zo machtig dat afstaan van grond voor natuurontwikkeling tot nu toe alleen op vrijwillige basis kon worden geregeld.
Nu landbouwgrond door de toenemende behoefte aan gewassen voor energie niet langer braak hoeft te liggen is ook de bereidheid bij boeren om grond af te staan verdwenen. Hij kan gewoon meer verdienen door de grond te benutten.
Maar er wordt in ons land veel meer grond gebruikt voor landbouw dan nodig is. Er is sterke behoefte aan toepassingen die niet alleen de natuur ten goede komen maar ook de reiniging van afvalwater en de opvang en afvoer van hemelwater. Dit laatste heeft te maken met klimaatverandering en de veehouder is daaraan mede schuldig. Het is de te grote vleesproductie en vleesconsumptie die als belangrijkste factor ten grondslag ligt aan de toegenomen neerslag in ons land.