13 augustus 2008

Onverschilligheid ten opzichte van dieren is achilleshiel van dierenactivist

Terwijl vrijwel iedereen tegen het berokkenen van dierenleed is, kan de houding van de mens tegenover het lot van dieren gekenschetst worden als onverschillig. Het lot van de meeste dieren is dat hun leven voortijdig eindigt. Dat voortijdige is in vergelijking met de mens. Is de mens niet meer economisch van nut, dan mag hij/zij rustig het “natuurlijke” einde afwachten. Voor dieren is een dergelijke oplossing zeldzaam, zoals het koeienrusthuis van stichting de Leemweg.
Dieren die een bepaalde leeftijd bereiken worden gedood om gebruikt te worden. Dat is economie en daar ligt bijna niemand wakker van.
De situatie in de natuur is weinig anders: het dier dat ziek, zwak of misselijk wordt, wordt prooi voor het dier dat snel of slim genoeg is om het dier te verschalken. Je kwetsbaarheid verbergen is een tweede natuur voor vele prooidieren. Medewerkers uit de dierenopvang komen dit fenomeen tegen wanneer zij aangeslagen dieren binnen krijgen. Binnen no time laten veel dieren hun kwetsbaarheid wel zien en sterven, terwijl de kans op overleven bij binnenkomst er nog zo duimendik bovenop leek te liggen. Net doen of je het gaat overleven is een overlevingsstrategie. Wat dat betreft lijken dieren ook op mensen.
Het zou mooi zijn als mensen hun mededogen met dieren niet pas gaan voelen wanneer dieren dood gaan, maar eerder met het leven van de dieren voor de dood. Daar hebben mensen door hun levensstijl veel meer mee te maken dan de meesten zich realiseren. Wanneer je vlees eet, ben je verantwoordelijk voor de manier waarop dieren worden gehouden. Wanneer je bont draagt, draag je bij aan de instandhouding van de bontfokkerij. Het heeft geen zin om je druk te maken over dat een dier gedood wordt voor deze beslissingen, hoogstens over de wijze waarop. Een voorbeeld is de palingrokerij, waar het voor de paling akelig lang duurt voordat het aan zijn eind komt.
Voor de dierenactivist die wil opkomen voor de belangen of het welzijn van dieren is belangrijk te realiseren waarop hij een ander aanspreekt. Een vleeseter moet je niet aanspreken op het feit dat het dier waarvan hij vlees eet, ooit is gedood. “Vlees eten is moord”. Een dergelijke activist pleegt eerder “social suicide”. Daar wil niemand naar luisteren.
Iemand die overweegt om een huisdier te nemen, spreek je aan op de nadelen die de aanschaf zal hebben. Er moet ook voor het dier worden gezorgd als je op vakantie wil. En bij kinderen die zeuren om een konijn of een zeldzaam huisdier is de vraag: “Zullen zij ook de verzorging willen blijven doen als het nieuwtje eraf is? “ Met andere woorden wat is de situatie als de onverschilligheid ook toeslaat bij de eigen kroost.
Een eerlijke communicatie over de nadelen van het rekening met de belangen van dieren is in eerste plaats van belang voor de mens, maar niet minder in het belang van het dier. Wil een dierenactivist effectief iets betekenen voor dieren dan moet hij of zij in de eerste plaats kunnen leven met de onverschilligheid van mensen over het lot van dieren. Kan hij dat niet dan raakt hij gefrustreerd en windt hij zich op over de verkeerde zaken. Dat is allemaal energie die verloren gaat om in te kunnen zetten voor wat wel effectief is, namelijk in gesprek te raken met de ander die een dier wil gebruiken.
Van de moordenaar van Pim Fortuyn wordt gezegd dat hij zich vreselijk opwond over de onverschilligheid van Fortuyn over het welzijn van nertsen. De frustratie werd omgezet in handelingen die principieel ingaan tegen waar het in leven omgaat, namelijk vrijheid. Gun je dat een ander niet, dan blokkeer je de voorwaarde waar het andere belangrijke in het leven het van moet hebben, namelijk liefde en betrokkenheid voor de ander. Vrijheid en betrokkenheid vormen weer de basis voor respect. Wil je als dieren(rechten)activist effectief blijven dan moet je snappen hoe onverschilligheid en respect zich verhouden. Onverschilligheid staat tegenover betrokkenheid, maar die tegenstelling is vaak schijn. De meeste mensen zijn wel betrokken (te maken) bij het welzijn van dieren voor de dood. Hoe de welzijn van dieren geregeld moet worden is bron van eindeloze discussies en ligt voor elke diersoort anders. Wat wel gemeenschappelijk is dat de vrijheid om een natuurlijk gedrag te kunnen vertonen voor elk levend wezen belangrijk is. Onverschilligheid voor dat belang is niet erg, zolang mensen zelf maar niet in hun gedrag dit principe schenden. Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doet dat ook een ander niet. Daarover moet het gesprek gaan.