Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.
Posts tonen met het label bewustzijn. Alle posts tonen
Posts tonen met het label bewustzijn. Alle posts tonen

03 februari 2016

Bewustwording rondom dieren in de voedselproductie

Een boer verdient geld wanneer hij meer geld krijgt voor wat hij produceert dan hij er als kosten heeft ingestoken. Dat is logisch en hoe meer productie hoe meer inkomen. De Nederlandse markt is al vele decennia te klein om voldoende te verdienen, vandaar dat in ons land vooral geproduceerd wordt voor de wereldmarkt.
Boeren rekken letterlijk en figuurlijk graag de grens op en de discussie gaat vervolgens over hoeveel mest kan het milieu nog verdragen, hoe erg is dat biodiversiteit vermindert, hoeveel mag dierenwelzijn kosten, etc.. Daarmee wordt het praten over een simpele (ecologisch verantwoorde) balans tussen vraag en aanbod alleen gebaseerd op productie voor een binnenlandse markt vermeden. En dat is jammer, want met een kleinere veestapel zijn veel meer voordelen te behalen dan de bulk van kiezers zich realiseert. Als ergens onbeheerste groei kwaad kan dan is het wel in de veehouderij.

Wanneer te veel boeren hetzelfde produceren dan zakt de verkoopprijs onder de kostprijs. Een voorbeeld is de varkenscyclus. Boeren proberen dus vooruit te kijken en slim te investeren en kiezen politici die in het expansieve beleid boerenbelangen dienen. Tot zover lijkt het op gewone economie, maar er is een omstandigheid die maakt dat extra goed moet worden bewaakt of die agroproductie wel verantwoord gaat en dat is wanneer dieren het verdienmodel zijn. Het geldt ook voor akkerbouw en tuinbouw, maar dan kan het milieu meer in het geding zijn. Deze agrosector verjaagt vooral dieren van hun land, trekt ongewenste dieren aan of er is weinig diversiteit onder de dieren die je wel ziet.

De Nederlandse veehouderij wijkt af van die in de meeste andere landen ter wereld in die zin dat wij meer overproduceren. Het gevolg is dierenleed en mestoverschotten en als gevolg daarvan strengere controle en regelgeving. Het publiek realiseert zich niet goed wat de gevolgen van de overproductie voor zichzelf zijn, want de PR-machine van de agrosector is zeer effectief en het publiek is maar matig geïnteresseerd in het leed dat niet direct henzelf treft.
Natuurlijk, er zijn mensen die bij de beelden, hoe vee geslacht wordt, schrikken en ogenblikkelijk hun voedingspatroon veranderen uit compassie en om zich niet meer schuldig te voelen. Maar dierenleed is meer dan alleen het doden bij de slacht. Dat dieren gedood worden om te worden gegeten zal een vleeseter nauwelijks interesseren, vooral niet wanneer slachters zich gewoon aan de regels houden.

Willen we verbeteringen bewerkstelligen die minder dierenleed opleveren dan moeten er een aantal dingen samengaan. Boeren moeten beter kunnen verdienen met een werkwijze gericht op (levens)kwaliteit in plaats van kwantiteit en die ook nog eens minder dierenleed oplevert. Zij en de voedselverwerkende industrie moeten niet worden verleid tot steeds hogere productie die domweg meer geld oplevert, zoals na het afschaffen van het melkquotum gebeurde. Veel produceren (grotere veestapel bezitten) gaat samen met een hoge status. Grotere omzet is ook op managementniveau in de agrosector een aanjager van nog meer groei.
Dit regelen kan de sector niet zelf doen, want alle neuzen binnen de agrosector staan gericht op groei. En wie niet meedoet en uitvalt heeft het aan zichzelf te danken. De overgebleven boeren hebben het na uitdunning nog makkelijker om hun doelen te halen, immers “veel boeren maken de spoeling dun”.

Veranderingen kunnen ook nauwelijks beïnvloed worden door de consument want de grootste afzetmarkt ligt in het buitenland. Er is ook op korte termijn bekeken een schijnvoordeel van de grootschaligheid.
Praten met een boer over meer dierenwelzijn helpt ook niet, want hij vindt juist dat alle indicatoren -dat hij het goed doet- hem gelijk geven. De jonge dieren groeien toch omdat ze goed verzorgd worden? Boeren hebben niets aan zieke dieren en de ingrepen die hij doet zijn of onzichtbaar in een gesloten stal of worden afgedekt door de regelgeving en de zorgindustrie er omheen. Wat moet een burger inbrengen tegen het argument dat ons land hoogstaande kwaliteit levert, die ook nog eens veel afgenomen wordt in het buitenland? Het is de arrogantie van de macht. Wie deze drogredenen niet doorziet, klik hier.

Duurzaam en diervriendelijk producerende boeren in eigen land ondervinden concurrentie van binnenlandse en buitenlandse collega's. Kwetsbare binnenlandse markten mogen best worden afgeschermd op voorwaarde dat het land zelf niet buitenlandse markten bedreigt. En we zijn in Nederland ver weg van deze situatie. Toch kan het snel veranderen. Grootschalige boerenbedrijven lijken een concurrentievoordeel te hebben, maar zijn ook meer afhankelijk van toeleveranciers (grondstoffen / voer uit het buitenland en energieprijzen).

Veranderingen ten goede kunnen komen van politici die gekozen zijn door een bewust kiezerspubliek. Vandaar dat onze artikelen gericht zijn op die bewustwording. Dieren en mensen worden gelukkig wanneer zij natuurlijk kunnen leven in vrijheid. En die bewustwording daar werken we aan, gestaag en inspelend op de ontwikkelingen in de politiek.

Los van de onmacht van het individu om veranderingen af te dwingen is het nooit goed om afwachtend te zijn wanneer je kunt weten dat jouw eetgewoonte negatief uitpakt op de kwaliteit van leven van dieren en mensen.

17 september 2015

Juiste argumenten bij dierenrechten?

Op 2 januari 2015 schreef Ana van Es over het verbieden van wilde dieren in het circus. Dat verbod ging 15 september in. Circusmensen protesteren heftig tegen het verbod, omdat zij nu gedwongen zijn om uit te wijken naar het buitenland of de dieren in een permanent verblijf moeten onderbrengen. Het is maar de vraag of zij het geld willen opbrengen om dit te bekostigen.

Hoewel het geen twijfel lijdt dat het verbod terecht is, is het wel de vraag of staatssecretaris Dijksma het juiste juridische en morele argument heeft aangedragen.

Ana van Es schrijft het volgende.

Onderzoek naar circusdieren bij circus Krone in Duitsland.

'Voor sommige dieren - leeuwen, tijgers - is er geen overtuigend bewijs dat verblijf in een circus schade toebrengt', zegt Hans Hopster, onderzoeker aan de Universiteit Wageningen. 'Je kunt al die dieren niet over één kam scheren'.
Hopster onderzocht de afgelopen jaren het welzijn van circusdieren. Leeuwen en tijgers blijken zich relatief goed aan te passen, ook doordat ze nakomelingen krijgen in het circus. Ze wennen van jongs af aan en worden minder 'wild'.
Olifanten geven wel problemen. 'Bij drie Nederlandse circusolifanten die wij in 2008 onderzochten was nogal wat mis. Een olifant is een sociaal dier. Alleen al daarom is één olifant in een circus een twijfelachtige bedoening. Om ze veilig in een tent te kunnen houden, stonden ze langdurig aan ketenen. Je houdt een olifant nu eenmaal niet achter een hekje. In het wild eten ze 16 tot 20 uur per dag voedsel als boomschors. In een circus kan dat niet. Ze vertonen gedrag dat wijst op verveling: slurfzwaaien en 'weven', een soort ijsberen. Bovendien worden olifanten niet in een circus geboren.
'Als dieronderzoeker kan ik een totaal verbod op wilde dieren in het circus niet verdedigen, anders dan vanuit het gevoel van mensen dat dit niet meer in de tijdgeest past. Bij gebrek aan empirisch bewijs van lijden baseert staatssecretaris Dijksma zich bij bepaalde soorten nu volledig op de 'intrinsieke waarde' van een dier. Ik ben geen jurist, maar ik vraag me af of dat juridisch houdbaar is'.
Tot zover de Volkskrant.

Meer lezen over de twijfelachtigheid van het aandragen van ‘intrinsieke waarde’ bij het verdedigen en promoten van dierenrechten?

Het bereiken van een groot publiek voor het vergroten van bewustzijn dat dieren rechten hebben vraagt een integere benadering. Dit kost tijd, maar betaalt zich op de lange termijn veel effectiever uit voor mens en dier.

12 februari 2015

Pijn van vissen bagatelliseren

Volgens wetenschappers voelen vissen pijn en hebben een vorm van bewustzijn. Dit zullen weinig mensen weerspreken, maar roept toch bij mensen weerstand op wanneer zij de gevolgen doortrekken. Wanneer je serieus neemt dat vissen zo min mogelijk pijn en angst wordt aangedaan dan zul je in de toekomst veel geld voor het eten van een visje moeten betalen wanneer de visserij meer verantwoord wordt toepast.
Het is dan ook begrijpelijk dat mensen de noodzaak om hun gedrag te veranderen zullen proberen te verkleinen door (nieuws over) het gevoel van vissen te bagatelliseren.
Soms gebeurt dat op een subtiele manier. Een voorbeeld is onderstaande tekst.

Marco Kraal uit Huizen schrijft in een ingezonden brief naar de Volkskrant:

Nu de laatste kip zo'n beetje is bevrijd uit de legbatterij richt Wakker Dier zijn pijlen op vissen (Ten eerste, 10 februari). Daarbij gaat het niet zozeer om de overbevissing, maar om het vermeende lijden van vissen ten gevolge van beroepsvisserij. Op basis van de opmerkingen van één wetenschapper wordt geconcludeerd dat vissen - vanwege waargenomen gedrag - net als mensen bewust kunnen lijden.

Nu is het te begrijpen dat we onze menselijke emoties projecteren op het gedrag van dieren, maar erg wetenschappelijk is de onderbouwing van Wakker Dier niet. Integendeel. Tal van wetenschappelijke publicaties laten juist zien dat vissen, zowel op basis van gedrag als vanwege het ontbreken van bepaalde hersendelen, niet in staat zijn om pijn te ervaren zoals wij mensen dat doen. Pijn (en stress) bij vissen is een puur fysiologische reactie op een gevaarlijke prikkel.
Dit ontslaat ons overigens niet van de plicht om respectvol met vissen om te gaan. Hoe we dat invullen, hoort een maatschappelijke afweging te zijn, waarbij overbevissing, het dood overboord kieperen van bijvangst en sterfte van zeezoogdieren belangrijke wegingsfactoren zijn. Gelukkig zijn daar wel voldoende én wetenschappelijk onderbouwde argumenten voor te vinden.
Tot zover de brief.

Het bagatelliseren gebeurt hier door te stellen dat er op basis van één wetenschapper conclusies worden getrokken en door op te merken dat de aard van pijn en bewust zijn tussen vis en mens zullen verschillen.
Deze open deur laat onverlet dat het er niet toe doet of beiden op dezelfde wijze iets ervaren om toch rekening te houden met de belangen van levende wezens, namelijk pijn te vermijden.
Helaas zullen mensen deze strohalm aangrijpen om hun gedrag onveranderd te laten en vis te blijven vangen en eten. Er verandert alleen iets wanneer mensen het wezen van dierenrechten bewust worden en dat is het recht op vrijheid.

19 december 2014

Bereidheid om vlees te minderen voor klimaat nog te klein

De Chatham-Housestudie is een onderzoek naar onder andere de bereidheid in de wereld om klimaatverandering tegen te gaan door minder vlees en zuivel te eten. Die bereidheid blijkt gelukkig bij de Chinezen groot. Vanwege de grote bevolking wordt daar het meeste vlees gegeten, maar die consumptie kan sterk groeien wanneer de welvaart daar toeneemt.

Opvallend is dat mensen ten onrechte denken dat de invloed van vleesconsumptie op het klimaat gering is.

Alle partijen die invloed hebben op vleesconsumptie zullen moeten samenwerken om het bewustzijn te verhogen dat vleesconsumptie samenhangt met klimaatopwarming.
Waarom is er zo weinig bereidheid om de gevolgen van wat we eten te bezien voor landbouwhuisdieren?

Wat zou ideaal zijn voor het lot van dieren in de veeteelt in Nederland?

25 juni 2014

Er is een andere weg dan verbieden van nertsenfokken

Het nertsenfokverbod is door twee rechtelijke uitspraken ongedaan gemaakt met een beroep op de Europese rechten van de mens.
Het is ook een gevolg van de politieke beslissing om economische activiteiten centraal in Brussel een juridische basis te geven. Besluiten uit landen binnen de EU kunnen worden overruled. Het gevolg is dat ondernemers geen strobreed in de weg wordt gelegd wanneer ze dieren houden louter en alleen om geldelijk gewin.

Deze uitspraak is zuur voor alle mensen die dierenwelzijn en dierenrechten serieus nemen en niet willen dat nertsen in extreem dieronvriendelijke hokken worden gehouden om hun huid te oogsten als basis voor modegrillen.
Weliswaar gaat staatssecretaris Sharon Dijksma in hoger beroep, maar van haar poging is weinig te verwachten. Politici heffen een glas, doen een plas en alles blijft zoals het was.
Wie graag de nertsenfokkerij uit alle landen in de wereld wil zien verdwijnen, te beginnen in Nederland en vervolgens in Europa kan het beste werken aan bewustzijnsverandering ten aanzien van ons gedrag dat gevolgen heeft voor dieren. Een diervriendelijke verschuiving in bewustzijn, dan in gedrag, vervolgens in politieke verhoudingen, leidt uiteindelijk tot diervriendelijke economische veranderingen.

Het is een lange weg, maar wel een die op alle denkbare terreinen een verbetering van en voor dierenwelzijn zal opleveren.
Voor wie dit een schrale troost vindt, ook bij de oude regeling mochten de nertsenfokker nog tot 2024 doorgaan om "schadevergoeding" te verdienen.

09 juni 2013

Speels lerende dieren

Dieren hebben hersenen en gebruiken die, net als wij: om de wereld te ervaren, om te denken en te voelen en om de problemen op te lossen waarmee ze worden geconfronteerd. Net als wij hebben ze een persoonlijkheid. Ze hebben stemmingen en emoties; ze lachen en spelen. Sommige dieren rouwen en tonen empathie, hebben zelfbesef en zijn zich hoogstwaarschijnlijk bewust van hun handelingen en bedoelingen.

De afgelopen jaren is de kennis over het bewustzijn van dieren spectaculair toegenomen. Zo ontdekten wetenschappers dat walvissen niet alleen met elkaar communiceren, maar bovendien accenten en regionale dialecten hebben. Vissen gebruiken gereedschappen, eekhoorns adopteren wezen, honingbijen maken plannen, schapen kunnen zich gezichten herinneren, ratten voelen elkaars pijn. Olifanten herkennen zichzelf in een spiegel, kraaien kunnen instrumenten uitvinden en er zijn honden met een woordenschat van meer dan duizend woorden.

In Hoe dieren denken beschrijft Virginia Morell de geestelijke en emotionele wereld van dieren: van insecten tot papegaaien, van vissen tot olifanten, en van chimpansees tot dolfijnen en wolven. Ze beschrijft daarbij ook de ervaringen en de morele dilemma’s van de onderzoekers, die zich concentreren op vermogens als geheugen, gevoelens, persoonlijkheid en zelfbewustzijn: eigenschappen waarvan velen nog tot ver in de twintigste eeuw het idee hadden dat ze uniek waren voor de mens.

Het boek op bol.com.

21 juni 2012

De landbouw reduceert biodiversiteit tot één soort

Bestaat wildernis nog in Nederland en waar kun je die dan vinden? Bram van de Klundert ging op zoek en verbleef in de twaalf 'wildste' Nederlandse natuurgebieden, o.a. Tiengemeten, Oostvaardersplassen en Rottumerplaat. Steeds een week overnachten in een hut of een tent zonder telefoon, radio of boeken. Vier dagen alleen zijn en ervaren wat die wildernis met je doet. Expeditie wildernis is daarmee een complete zoektocht geworden naar de betekenis van wildernis in Nederland en voor de Nederlandse samenleving. Uiteindelijk komt hij op het persoonlijke niveau uit: de combinatie van 'alleen zijn' en stilte heeft hem sterker gemaakt.
Dat hij zich tegelijkertijd druk maakt om de achteruitgang van de natuur, is geen verzet tegen verandering. “Maar omdat ik het mensen gun om de sublieme ervaring van de schoonheid van de vitaliteit van het leven mee te maken. Als ik opkom voor weidevogels of kanoeten is dat vanuit een gevoel van mededogen en respect voor al dat unieke leven”.

Ervaringen met het sublieme in de Nederlandse natuur. (bol.com).

Van de Klundert werd geïnterviewd voor het magazine Down to Earth van Milieudefensie.
Een paar citaten.
De teloorgang van de verwondering is misschien wel een van de meest fundamentele bedreigingen voor de natuur. In Van de Klunderts tweede boek Perspectieven voor Wildernis, gaat hij in op de ‘biologisering van ons mens- en wereldbeeld’. Op allerlei vlakken worden mens en wereld tegenwoordig herleid tot hun chemisch-biologische processen: ons eten wordt gezien als verzameling nutriënten, sommige goed (omega-3), sommige fout (verzadigde vetten). Een vogel zingt mooi omdat dat de voortplanting dient. Pubers gedragen zich onverantwoordelijk omdat hun hersenen nog niet zijn uitontwikkeld (We zijn ons brein, van Dick Swaab). Van de Klundert zet daar zijn naturalistische kijk tegenover. “Vanuit de rijkdom van het bestaan. Voeding is veel meer dan alleen nutriënten. De schoonheid van de natuur is niet terug te brengen tot een chemische reactie in je hoofd”. Doe je dat wel, dan wordt het leven verarmd en plat gemaakt. “Liefde en geluk zijn strikt biologisch niet aan te tonen. Maar dat wil niet zeggen dat ze er niet toe doen. Zo geldt dat ook voor schoonheid en verwondering. Ik ben op zoek naar de dingen die belangrijk zijn in het leven”. Die dingen zijn aan de zachte kant. “Ik kan niet aantonen dat natuur belangrijk is, maar ik kan het wel ervaren”.
En.
Het agrarische cultuurlandschap is ook mooi. “Maar dat gaat nog steeds vreselijk achteruit”. Jarenlang heeft hij zich ingezet voor een natuurvriendelijke landbouw, maar nu heeft Van de Klundert het opgegeven: er is volgens hem geen redden meer aan. Hij noemt als voorbeeld de weidevogels. “Eerst probeerden we de met veel geld en moeite de kemphaan te redden, toen dat niet lukte de watersnip, toen dat niet lukte de grutto en nu moeten de boeren al geld hebben voor een koe in de wei”.
Van de Klundert is tot de conclusie gekomen dat landbouw en biodiversiteit inherent strijdig met elkaar zijn: “De landbouw reduceert de biodiversiteit tot één: dat is ook de bedoeling. Een boer wil één soort gewas op zijn akker, verder niks. Als er dan Engels raaigras met een koe op staat, is de biodiversiteit nog twee”. Het hoogst haalbare. Subsidies voor agrarisch natuurbeheer zijn dan ook weggegooid geld, volgens Van der Klundert.
“De landbouw is de enige bedrijfstak die nog fors vervuilt”. Die moet minder bestrijdingsmiddelen gebruiken, minder mest uitstoten. Maar dan nog. “Ook de bijdrage van biologische boeren aan de biodiversiteit stelt weinig voor”. De bemesting van weilanden moet tachtig tot negentig procent terug, willen we voor flora en fauna weer interessante akkers en grasland krijgen. Dat kan ook de biologische landbouw niet brengen.
Ja, hij weet ook wel dat het produceren voor de wereldmarkt een politieke keuze is. En dat dat een belangrijke drijvende kracht is achter de steeds natuurvijandigere landbouw. “Maar als je daar van af wilt, moet je allerlei handelsverdragen opzeggen en uit de Wereldhandelsorganisatie stappen. Dat gaat niet gebeuren”. Daarom is zijn conclusie: “Ik zeg het met spijt in mijn hart: landbouw en natuur moeten zoveel mogelijk worden gescheiden, anders houden we niets over”.
En.
De Nederlandse natuur moet beheerd worden door organisaties die op grotere afstand van de overheid komen. “Zodat we niet meer zoiets meemaken als deze kabinetsperiode, dat één dwaas het hele natuurbeleid kan slopen”.

01 juli 2011

Vermijdbaar dierenleed is norm, maar een ontheffing is zo verleend

Artikel 3 van het besluit doden van dieren luidt:

Bij het verplaatsen, onderbrengen, fixeren, bedwelmen, slachten of doden wordt de dieren elke vermijdbare opwinding of pijn of elk vermijdbaar lijden bespaard.

Ondanks de intentie om dierenleed te voorkomen, worden er jaarlijks zo’n half miljard gedood. Is dat niet een beetje vreemd?
Ja, dat is het, want voor voedsel hebben we daar slechts een derde deel voor nodig, twee derde gaat naar het buitenland. In een land dat bekend staat als bevolkt door dominees en kooplui zorgt de dominee voor een ethisch verantwoorde wet en de koopman vraagt om ontheffingen.
Dieren moeten leed worden bespaard, maar omdat we dieren eten, euthanasie wordt gedaan door dierenartsen, we ongedierte bestrijden, muskusratten verdelgen etc. mag er een ontheffing worden verleend voor wie vindt dat hij {beroepsmatig) dieren moet doden.
Deze situatie zorgt ervoor dat de economie, die geld ziet in het gebruiken van dieren, kan blijven draaien, maar ook dat de politiek af en toe kan ingrijpen om grenzen te stellen in het houden en doden van dieren.
Willen we dit veranderen dan zijn er twee wegen, die we allereerst en vooral zelf moeten bewandelen: de politieke weg en de weg van bewustwording.
De politieke weg is traag, de weg van bewust worden ook. In de politiek is de vraag welke partij daarvoor het meest geschikt is en niet voor iedereen is de Partij voor de Dieren daarvoor de geijkte partij. Bij bewust worden is de vraag waarvan je bewust zou moeten worden.

19 mei 2011

Thieme: doel PvdD is bewustwording

Vrijdag 13 mei stond in de Volkskrant een interview met Marianne Thieme van de PvdD.
In het afgelopen jaar waren mensen aan het twijfelen geraakt of de dieren wel voorop staan bij de PvdD omdat in interviews ook duurzaamheid als speerpunt is genoemd.

'Als wij straks met tien miljard mensen op deze aarde leven, is het onvermijdelijk dat wij een andere manier van eten gaan krijgen. Onvermijdelijk.
Of het volledig vegetarisch is? Niet als doel op zich. Het zal een gevolg zijn van bewustwording, dat is het doel. Ik zeg dit bedachtzaam, omdat persoonlijke vrijheid en verantwoordelijkheid bij ons hoog in het vaandel staan. Wij willen niemand verplichten. We willen inspireren. En dat mensen de maatschappelijke kosten die ze veroorzaken, ook betalen. Dus een extra belasting op vlees. Maar het is je eigen keuze om vlees te eten.'

08 december 2009

Wet dieren met tandeloze amendementen gecompliceerd

Dinsdag 8 december 2009 stemde de Tweede Kamer over de nieuwe Wet dieren. Marianne Thieme doet verslag op haar weblog.

Verder hebben we gestemd over alle moties en amendementen voor de nieuwe Wet dieren en voor de Landbouwbegroting 2010. Een wet die in de plaats komt van de huidige Gezondheids- en welzijnswet voor dieren. Het is een waardeloze wet geworden die dankzij een aantal amendementen en moties toch nog een beetje diervriendelijker gemaakt is en op een paar punten zelfs diervriendelijker dan de huidige gezondheids- en welzijnswet voor dieren. Zo is er een amendement aangenomen die de intrinsieke waarde van dieren (de waarde die het dier van zichzelf heeft los van het nut voor de mens) nog nader invult door ook de vijf vrijheden van Brambell toe te voegen.
Die vijf vrijheden zijn de volgende.

Dieren zijn vrij:
1. van dorst, honger en onjuiste voeding;
2. van fysiek en fysiologisch ongerief;
3. van pijn, verwondingen en ziektes
4. van angst en chronische stress;
5. om hun natuurlijk (soorteigen) gedrag te vertonen.

Teleurstellend was wel dat dit amendement (afkomstig van de coalitiepartijen) slechts uitging van de gedachte dat dieren enkel wezens zijn met gevoel. Het is al heel lang bekend dat dieren levende wezens zijn met niet alleen gevoel maar ook met bewustzijn.

Tot zover de weblog van Marianne Thieme.

Het is een goede zaak om de vrijheden te betrekken bij dierenrechten. De gedachte daarachter is vrij simpel dat dieren recht op vrijheid hebben, zoals de grondrechten voor mensen ook zijn gebaseerd. Jammer is dat gevoel en bewustzijn erbij worden gehaald, want hiermee ligt ook het gevaar van discriminatie tussen diersoorten op de loer. Het is niet voor niets dat bij de Franse revolutie simpelweg werd gesteld “vrijheid, gelijkheid en broederliefde”. Door te betogen dat dieren met bewustzijn en gevoel meer rechten zouden moeten hebben dan andere dieren, wordt een eindeloze discussie gestart over waar de grens moet worden getrokken. Was de pleidooi voor dierenrechten simpelweg gebaseerd op vrijheid dan hadden vrijwel alle levende wezens hieronder kunnen worden geschaard.

05 november 2009

Spiritualiteit in de relatie tussen mens en dier

Bestseller auteur Eckhart Tolle is bekend van De kracht van het Nu en Een Nieuwe Aarde. Hij probeert mensen met eenvoudige middelen te bewegen zich open te stellen voor een hoger en groter bewustzijn. Deze open houding komt de samenleving van mensen, maar ook dieren op aarde ten goede.
Hij laat in het boek “Dier en Nu” zien dat onze relatie met dieren niet alleen maar bestaat uit genegenheid, maar dat er ook een spirituele band is. Miljoenen mensen, die anders volledig zouden opgaan in hun denken en in het eindeloos overdenken van zaken uit het verleden of in de toekomst, worden door hun hond of kat telkens weer teruggebracht in het Nu en herinnerd aan het plezier van het Zijn. Omdat honden en katten altijd in een oorspronkelijke toestand van verbondenheid met het Zijn leven, kunnen zij ons helpen ons die weer eigen te maken. Wanneer dat gebeurt, zal die oorspronkelijke toestand zich verdiepen tot een groter bewustzijn.

Meer lezen over spiritualiteit en dieren? Kijk op Animal Freedom.

10 oktober 2008

Raadslid en minister voor dierenwelzijn is een wassen neus

Veel partijen die het lot van dieren aangaan zijn blij met dat steeds meer lokale en nationale bewindslieden dierenwelzijn in hun portefeuille opnemen. Zij claimen dan ook dat dit een bewijs is van de voortgang in het streven naar dierenwelzijn.
Helaas is de grondhouding, die Gerda Verburg van LNV heeft, ook bij de lokale politici aan de orde: pappen en nathouden.
Het omarmen van dierenwelzijn als aandachtspunt en tegelijkertijd geen visie hebben op het bevorderen daarvan verandert niets aan bestaande situaties. Wanneer dieren actief worden mishandelt, dan stond iedereen al klaar om dit te veroordelen en aan te pakken. De massale passieve dierenmishandeling waar ons kleine landje zo groot in is geworden, wordt nog steeds niet aangepakt.
Waar het om gaat is bewustzijnsverandering bij iedereen, politici en kiezers. Die bewustwording houdt niet alleen in dat dieren niet ding mogen worden gezien, maar ook dat zij recht hebben op een omgeving, waarin zij hun natuurlijke gedrag kunnen vertonen. Belangrijkste kenmerk van die natuurlijke omgeving moet zijn: vrijheid.
Wij mensen zouden ons hetzelfde wensen.

04 september 2006

Bewuste weekdieren

De strijd voor dierenrechten van vooraanstaande ethici zoals Tom Regan concentreert zich op wat Regan 'subjects-of-a-life' noemt. Dit zijn wezens met gevoelens, verlangens en doelstellingen met tenminste een basaal bewustzijn van zichzelf en van de eigen preferenties in het leven. Subjects-of-a-life zijn in elk geval alle zoogdieren van een jaar en ouder, maar Regan benadrukt o.a. in The Case for Animal Rights dat ook alle andere dieren waarvan het in elk geval denkbaar is dat ze een subjectieve beleving kennen 'het voordeel van de twijfel' dienen te krijgen. Om die reden is hij voor een afschaffing van de veeteelt in al zijn varianten, inclusief van pluimveeteelt, en van de visserij. Mensen hebben geen dierlijke eiwitbronnen nodig en daarom is het onverantwoord om gewervelde dieren zo maar op te offeren aan onze smaakpapillen, terwijl we niet zeker weten of ze gevoelens hebben of niet. In veel gevallen is er bijvoorbeeld bewijsmateriaal dat wijst op tenminste elementaire vormen van bewustzijn bij de dieren in kwestie.

Iets dergelijks geldt ook voor bepaalde ongewervelden, zoals inktvissoorten (cephalopoda oftewel koppotigen). Hoewel ze een ander soort zenuwstelsel hebben dan gewervelden, blijken inktvissen in staat om te leren en complexe jachttechnieken toe te passen. Hoewel het idee nog controversieel is, zijn er wetenschappers die durven te spreken van inktvis-cognitie. Bij onderzoekingen in Napels bleek dat octopussen in staat zijn om een groot aantal visuele patronen te leren. Bij veldstudies bleek dat octopussen hun jachttechnieken op een flexibele, intelligente manier aanpasten aan de situatie. Jennifer Mather ontdekte dat ze in staat zijn om voorwerpen te gebruiken voor hun doeleinden, zoals stenen en zand, en bovendien op allerlei manieren water kunnen manipuleren, bijvoorbeeld door er mee te spuiten naar lastige mee-eters. Mather toonde ook nog aan dat octopussen spel kunnen vertonen, een kenmerk dat algemeen als een teken van intelligentie geldt.

Dus maar geen calamares of andere inktvisgerechten meer voortaan!

Titus Rivas

Zie ook:
- The Case for Animal Rights

12 december 2005

Gemakzucht is soms grenzeloos schadelijk

Gemak dient de mens, maar rust roest. Al te goed is buurmans gek. Deze tegeltjeswijsheid is de inleiding tot de constatering dat de wereldvrijhandel niet alleen maar voordelen oplevert. Hoe zouden we grenzen moeten stellen in een wereld die zonder grenzen lijkt te willen functioneren?
Het lijkt zo ideaal: wij stellen geen vragen bij producten die van buiten de EU worden geïmporteerd en in ruil vragen we dat anderen geen vraagtekens zetten bij producten die vanuit de EU in bijvoorbeeld Afrika worden afgezet.
Alleen als er bijvoorbeeld aantoonbaar gifresten op of schadelijke stoffen in voedsel zit, dan treden we op. Kinderarbeid? Moet kunnen, we verzinnen gewoon dat zij moeten werken om hun schoolgeld te verdienen.
Natuurlijk zou het veel tijd en moeite kosten om alles wat geïmporteerd te gaan controleren bij de producenten, maar dat is ook niet de bedoeling. Vlees en zuivel wordt overal ter wereld geproduceerd en niet alleen in de directe omgeving afgezet maar ook op de wereldmarkt. Op dat moment gebeurt er iets wat ongewenst is: producenten gaan knijpen op dierenwelzijn om onder de prijs van hun concurrenten te blijven. Drijfveer is hebzucht. De concurrenten gaan dat vervolgens ook doen, een neerwaartse spiraal is ingezet en bio-industrie is geboren. Naast dierenleed levert dat gesleep veel milieuvervuiling op. Producten zijn minder gezond en producenten zijn minder trots op hun vak. Eigenlijk zijn er alleen maar verliezers en wie keert het tij?
Helaas is op deze vraag alleen het antwoord mogelijk dat we het zelf moeten doen. Het individu kan niet meer vertrouwen op een soort overkoepelend gezag dat ingrijpt. Daarnaast is het lastig om bij anderen te rade te gaan, want het onrecht is zo omvattend dat de meeste individuen ervoor kiezen om net te doen of hun neus bloedt. Nog lastiger maakt dat we allemaal in de verleiding komen om ons voordeel te doen van de ontstane situatie: producten worden door de concurrentiestrijd goedkoper en we zouden dief van onze eigen portemonnee zijn als we als een van de weinigen meer gaan betalen bij bijvoorbeeld de Natuurvoedingswinkels.

Kortom het is niet altijd belonend om uit jezelf een positief gedrag te kiezen, wie ziet het, wie waardeert het?

Wat is de uitweg uit deze impasse?
Het antwoord ligt in de variant van de tegeltjeswijsheid in de inleiding: bewustwording en vertrouwen. In deze concepten ligt het verschil, namelijk weten wat de goede richting is en je bewegen in die richting. Vroeger was het gezag de drijvende kracht, nu en in de toekomst ligt die in onszelf. Dat is de bedoeling en richting van emancipatie.

Leeswijzer


Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom.
Klik hier voor de laatste bijdragen op dit blog
.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.
Kijk op ook Facebook voor onze reactie op de actualiteit.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.