Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.
Posts tonen met het label dierenrechten. Alle posts tonen
Posts tonen met het label dierenrechten. Alle posts tonen

14 januari 2023

De capabiliteitsbenadering om dierenrechten af te dwingen

Rechtvaardigheid voor dieren

'Een werkelijk mondiale rechtvaardigheid vereist niet alleen dat we over de hele wereld op zoek gaan naar andere leden van onze soort die recht hebben op een fatsoenlijk leven. Maar werkelijk mondiale rechtvaardigheid vereist ook dat we onze aandacht richten op andere levende wezens die over bewustzijn beschikken en met wier levens onze eigen levens onlosmakelijk en op ingewikkelde wijze verstrengeld zijn.' - uit Een waardig bestaan, over dierenrechten door Martha Nussbaum (1947).

Wij zijn geneigd te denken dat dieren over geen enkele vorm van zelfbewustzijn beschikken, en derhalve slechts middelen zijn ter bevrediging van de behoeften van de mens. De vooraanstaande Amerikaanse filosofe Martha Nussbaum betwist deze stelling. Dieren zijn een doel op zich en verdienen respect in de integriteit van hun bestaan. Ze kunnen pijn, angst en genot ervaren en hebben er recht op om niet op een wrede manier behandeld te worden.
Op basis van een filosofische analyse van de morele status van dieren komt Nussbaum tot een pleidooi tegen dierenmishandeling, tegen het gebruik van legbatterijen, tegen het doden van dieren voor de productie van luxegoederen, tegen jacht en sportvissen, en voor het recht van werkende dieren op respectvolle arbeidsomstandigheden.

Buitenstaanders hebben geen procesbevoegdheid om dieren te verdedigen

Hoezeer wij als mens ons kunnen inleven in het miserabele leven van een dier, opgesloten in een stal, het zal in de rechtszaal niet snel een argument zijn om een rechter te overtuigen om een veehouder te verplichten tot het vrijlaten van een dier of te verplichten om het buiten te laten komen. We hebben als bij dieren betrokken en letterlijke buitenstaanders volgens Nussbaum geen procesbevoegdheid. Het is het recht om naar de rechter te stappen als eiser in een rechtszaak. Gewoonlijk wordt procesbevoegdheid alleen toegekend aan iemand die een bepaalde schade heeft geleden. Medelijden valt daar niet onder. Een voor de hand liggende oplossing is zaakwaarnemers het recht toe te kennen om hen in de gelegenheid te stellen om voor dieren eiser te zijn in een rechtszaak. Deze structureel aan te stellen zaakwaarnemers kunnen en mogen niet vrijblijvend handelen; Nussbaum pleit voor een zorgplicht en een loyaliteitsplicht om belangenverstrengeling te voorkomen.
Helemaal in de lijn van haar capabiliteitstheorie zouden er zaakwaarnemers voor ieder type dier moeten komen.

Ook zouden betrokken mensen recht op informatie over de behandeling van dieren kunnen worden toegekend. Maar de veehouderij houdt dit tegen zodat het publiek niet eerlijke informatie krijgt over hoe het toegaat achter de staldeuren. Actievoerders die geheime opnames maken of in een stal inbreken mogen hun materiaal niet in een rechtszaak gebruiken omdat het bewijsmateriaal "illegaal" zou zijn verworven.

Geleden schade moet rechtstreeks zijn en het bezwaar mag niet gefundeerd zijn op ethiek of medelijden. En daarmee wordt de meest logische oplossing ontoegankelijk: geef ook dieren recht op vrijheid, zoals wij als mensen voor onszelf als eerste opeisen en evenwaardig toekennen aan welk lid van ons "ras" dan ook. Helaas wil Nussbaum dit recht niet toekennen aan levensvormen waarvan normaal gesproken gezegd wordt dat zij geen bewustzijn hebben.

Hoewel we in een democratie leven kunnen we de politiek niet bewegen en overtuigen om de bio-industrie af te schaffen, terwijl er toch in de bevolking een meerderheid is die er tegen is. Er worden wel wetten aangenomen om dierenwelzijn te waarborgen, maar deze wetten worden niet gehandhaafd. In de economie draai alles om geld en heeft ethiek geen waarde. Wat misschien nog wel een kans maakt, is om subsidies aan veehouders af te schaffen en oneigenlijke financiële steun (vrije marktverstoring) te verbieden met publieke gelden. Misschien komt het nog eens tot een rechtszaak wanneer er zoveel vleesvervangers zijn ontwikkeld dat de markt van vleesproducten op basis van planten de concurrentie aangaat met vleesproducten op basis van dieren. Misschien dat dan het argument, dat dieren in de veehouderij tekort wordt gedaan om geld te verdienen, als oneerlijke concurrentie wordt gezien voor ethisch verantwoord voedsel op basis van planten.

We hebben al te lang onze plicht verzaakt

De positie van dieren vraagt dringend om een wereldwijd ethisch reveil, om een bewustzijnsverandering van internationale proporties, aldus Nussbaum in haar boek Gerechtigheid voor dieren.
De mensheid heeft al eeuwen de collectieve plicht dierenleed te onderkennen en op te lossen. De huidige, globale problemen met vervuiling en klimaatopwarming vraagt onmiddellijke actie om ook dieren te erkennen als individuen met recht op vrijheid en een dierwaardig leven in overeenstemming met hun vermogens. Welzijn of gebrek aan welzijn heeft volgens de capabiliteitsbenadering in belangrijke mate te maken met de vrijheid die dieren hebben om hun leven naar eigen goeddunken in te richten. Het recht voor dieren om daarin vrij te zijn en het behoud en herstel van een natuurlijke omgeving voor dieren om in te leven, zouden we in wetten moeten vastleggen. Mensen die de overheid daaraan zouden willen houden zouden de procesbevoegdheid moeten krijgen om dat af te kunnen dwingen. Er is geen doorslaggevend argument om dierenrechten te negeren.
In 1998 schreef zij al: "ethische reflectie moet in dienst staan van onze alledaagse pogingen 'goed te leven'. Ethische reflectie kan daarom niet volstaan met het formuleren van algemene, abstracte morele principes. Nog belangrijker is dat we leren wat die algemene principes in concrete situaties betekenen. In dit subtiele proces van morele perceptie en oordeelsvorming spelen naast de ratio de emoties een rijke rol". 

Concrete actie

Wanneer we de capabiliteitstheorie vertalen naar dieren dan is het volgende de boodschap.
Elk dier wordt net als de mens geboren als een kwetsbaar wezen vol mogelijkheden en talenten die ieder zelf tot ontwikkeling moet kunnen brengen om zo het dier te worden die hij of zij in aanleg is. Anderen zijn daarbij onmisbaar, want zonder hun zorg, hulp, betrokkenheid, bescherming, ondersteuning, vriendschap en liefde kan geen dier en natuur tot leven komen en in leven blijven. Door de manier waarop anderen meeleven, beïnvloeden zij het al dan niet lukken van de ontwikkeling. Ieder dier blijft zelf verantwoordelijk voor dit proces. Een goede samenleving is een samenleving waarin elk levend wezen in de gelegenheid wordt gesteld om zijn capaciteiten te ontplooien en die daarvoor ook, in en rond de natuur en concreet in de leefruimte van dieren, de materiële, juridische, politieke en culturele voorwaarden schept, minstens tot een drempelniveau van kwaliteit en tot een maximum van bedreiging, zoals in de vorm van bejaging, verstoring en vervuiling. 

Gamechanger

Wat daadwerkelijk de zaak voor dieren in de bio-industrie zal doen verbeteren is in de ogen van Nussbaum de ontwikkeling van plantaardig imitatievlees en het vooruitzicht van synthetisch vlees.

Boeken van Martha Nussbaum

Wat liefde weet, emoties en moreel oordelen (1998, bol.com).
Grensgebieden van het recht, over sociale rechtvaardigheid (2006, bol.com).
Een Waardig Bestaan, over dierenrechten (2007, bol.com).
Gerechtigheid voor dieren. Onze collectieve verantwoordelijkheid (2023, bol.com).

Lees ook het interview met jurist en hoogleraar Kees Bastmeijer over hoe Nederland al jarenlang een potje maakt bij de uitvoering van het natuurbeschermingsrecht.

09 juli 2022

Een sociaal contract nu ook met de natuur

Tussen burgers en de staat bestaat een virtueel sociaal contract. Het is niet letterlijk getekend maar we worden wel geacht ons daaraan te houden zodat we in vrede en constructief kunnen samenleven.
We spraken af dat het in ieders belang is om een centrale gezagsinstantie in te voeren die toeziet op de openbare orde. Het sociaal contract riep dus de staat in het leven en maakt losse individuen tot burgers met een gezamenlijk belang. Zij komen overeen dat ze allemaal iets van hun vrijheid inleveren. Ze moeten zich houden aan regels en wetten. In ruil daarvoor krijgen ze bescherming van de staat. Die moet vooral zorgen voor vrede en veiligheid’.

Het leger en de politie kregen de monopolie op het gebruik van geweld om de orde te handhaven. In ruil daarvoor worden zij streng gecontroleerd bij het toepassen daarvan. Uiteraard is dit mensenwerk en kan er wantrouwen ontstaan bij het controleren en toezicht houden daarvan.
Bij de globale protesten is een nieuw machtsmiddel geïntroduceerd: het grote voertuig in de vorm van trucks en tractoren. De overheid kan dit machtsmiddel verbieden of met nog grotere machtsmiddelen in bedwang houden, maar vreest escalatie. De publieke opinie werkt naast blokkades met de voertuigen daarbij verlammend. Wanneer het publiek zich dreigt af te keren van het sociale contract, dat de staat mag bepalen hoe de orde wordt gehandhaafd en de politiek bang is om kiezers te verliezen, is ook de overheid vleugellam.

Welke machten en krachten spelen er? Alle partijen in ons land zullen zich moeten afvragen wat hun rol is in de beïnvloeding van de publieke opinie. De redacties van tv-programma over het nieuws (NOS, Eenvandaag, OP1, RTL-nieuws, etc.) hebben in hun keuze van items, manier van verslaggeving en uitnodiging van gasten grote invloed op de vorming van opinie. Beleidsmakers als politici en ambtenaren hebben ook de taak om hun beleid te onderbouwen en uit te leggen.
De opsomming van de taken en verantwoordelijkheid van alle partijen die invloed hebben op de dynamiek in de samenleving kan nog veel langer doorgaan. Uiteindelijk is het van belang om te beseffen dat de dynamiek niet echt valt vast te leggen en dat deze onmacht meer een goede zaak is dan iets om te willen domineren. Grote bedrijven beseffen dit al eeuwen en gebruiken hun geld (steekpenningen) om pulsgewijs bij te sturen via marketing en steun aan verzetsgroepen en lobbygroepen. De werking van het kapitalistische marktsysteem lijkt daarmee slechts in handen te liggen van de grote bedrijven. Money rules.

Al een aantal jaren lijken veel burgers de hakken in het zand te hebben gezet en zich te hebben voorgenomen om zich niet meer van de wijs te laten brengen. Dat leidt tot ergernis over en weer bij het uitwisselen van informatie over standpunten. Geen enkel argument lijkt meer indruk te maken; er wordt slechts gezocht naar onderbouwing van het eigen gelijk. Simpelweg is daarmee het dilemma ontstaan dat iedereen zich weliswaar bewust is geworden van de principiële oncontroleerbaarheid van het leven en van de samenleving maar ook wenst om star vast te houden aan de eigen mening. Er wordt gezocht naar individuen die snode plannen lijken te hebben om de wereldbevolking weer in het gareel te krijgen. Vooral de uitlatingen en het gedrag van rijk geworden ondernemers worden daarbij met extreem veel wantrouwen bekeken. Immers zij hebben bewezen het spel te kunnen spelen en hebben er belang bij om hun positie te handhaven.

Hoe ontstond er extra en contraproductieve beweging in de publieke opinie? In een samenleving waarin iedereen gelijk heeft kan niemand dat gelijk van iedereen krijgen. Gelijk hebben en gelijk krijgen is dus niet meer genoeg. Er zal opnieuw aandacht besteed moeten worden aan de redenen waarom we het impliciete sociale contract dat we ooit zijn aangegaan. We hebben een samenleving opgebouwd waarin de deelnemers gelijke rechten hebben gekregen en de uitwerking daarvan is gebaseerd op de principes van de Franse Revolutie: vrijheid, gelijkheid en broederschap. Je kunt liefde in persoonlijke relaties niet afdwingen, laat staan tussen mensen die elkaar niet kennen, daarom is broederschap min of meer open gelaten. Solidariteit wordt tegenwoordig minder gevoeld omdat macht direct en indirect te vaak wordt misbruikt en vaak in de media aan de kaak is gesteld. Inflatie bijvoorbeeld loopt op en geen overheid of instantie op welk niveau dan ook kan dit fenomeen met simpele ingrepen onder de duim krijgen. Gevolg is onzekerheid en gevoelens van basale onveiligheid.

Wanneer we ons beperken tot Europa dan moeten we constateren dat we de wetgeving en de uitvoering en handhaving daarvan hebben overgedragen aan samenwerkingsverbanden als de EU en de NAVO. De invloed van het individu op ontwikkelingen in eigen land is daarmee nog kleiner geworden, terwijl er door de technologie (Internet en sociale media) bubbels zijn ontstaan om voldoende medestanders te vinden die het ongenoegen over onzekerheden lijken te delen. De dynamiek van de samenleving heeft het individuele niveau nog meer ontstegen. In plaats van ons daarbij neer te leggen en ons constructief in te zetten, verlangen en zoeken we naar tekenen van verzet door groepen en individuen die effectief lijken te blijven strijden voor hun vrijheid. Grote groepen burgers verklaren zich solidair met die strijders zonder zich af te vragen of zij daarmee niet juist de kwaal verergeren en of de strijders wel helden zijn die strijden voor een goede zaak. Worden de problemen opgelost of verergerd?
Zoals gesteld is broederschap tussen volkeren altijd open gelaten. Er is wel gewerkt naar overdracht van macht naar landen overstijgende verbanden. Krijgen we als burgers weer vertrouwen in de integriteit van die verbanden en in grote bedrijven? Het antwoord is hetzelfde als hiervoor bij het vertrouwen in het sociale contract binnen het eigen land: nee, niet sluitend, open.

Een sociaal contract tussen wereldburgers is in principe geen ander contract dan met burgers uit eigen land. Het vraagt een bewust zijn van evenwaardigheid. Evenwaardigheid niet alleen tussen alle mensen levend op aarde, maar ook met de natuur die uiteindelijk bepaalt of de levensomstandigheden overleven toelaat. Moeten we daarvoor de natuur domineren of betrekken in ons sociaal contract? Wanneer we de principes van de Franse revolutie toepassen op onze omgang met de natuur weten we wat ons te doen staat: alle levende wezens zouden moeten kunnen leven in vrijheid. Ons mensen rest ons slechts om voorbij te kijken aan onze directe belangen. De uitvoering daarvan hoeven we elkaar niet op te leggen, we hoeven elkaar en onszelf bij het vormen van opinie slechts te herinneren aan het principe: iets is goed wanneer het meer vrijheid oplevert dan er is ingeleverd.
Op alle niveaus: globaal, via landen en individuen tot aan elk levend wezen in de natuur.

24 mei 2022

Is het toekennen van rechten aan dieren bedenkelijk?

Denker des Vaderlands Paul van Tongeren acht het toekennen van rechten aan dieren een bedenkelijke ontwikkeling. Uit een interview in Trouw (24 mei 2022).

Waarom?
“Ten eerste is het niet nodig. Als je door het bos loopt en je zoontje maait met een stok planten om, dan zeg je: ‘Waarom doe je dat? Je maakt alles kapot. Het was toch mooi?’ Als ouder doe ik geen beroep op de rechten van planten of dieren, maar op de waarde van zorgvuldigheid die je voelbaar maakt. Ik vind het ten tweede riskant om rechten erbij te halen. Je suggereert dan dat je alleen iets doet omdat het móet. Je kunt beter een beroep doen op het mooier maken van het leven dan het doden van plant of dier voor te stellen als een inbreuk op rechten. Voor morele vorming is dat laatste kwalijk.
“Ten slotte, verboden doen wat apostel Paulus over de zonde leerde: ze lokken de overtreding uit. Dat is contraproductief. Het is veel effectiever om positief uit te nodigen tot zorgvuldig en respectvol omgaan met dieren en planten. Veel beter ook dan, zoals sommigen doen, met wetenschappelijk onderzoek te argumenteren dat die rechten hebben. Dat hebben we niet nodig. Je hoeft alleen maar naar een dier te kijken om te zien dat je er respectvol mee moet omgaan en het niet moet instrumentaliseren.
Tot zover het interview.

Paul van Tongeren zegt in het interview geen zaken die niet kloppen.  Het inderdaad belangrijk dat we respectvol met dieren omgaan en hen niet als ding moeten behandelen door ze te instrumentaliseren.
Het wezen van respect is tegelijk betrokken zijn en vrij te laten. Dierenrechten zouden in de grondwet moeten worden vastgelegd omdat dierenbescherming in de praktijk te veel gericht is op het minimaliseren van pijn en ongemak en omdat het wezen van het hebben van rechten vrijwel altijd over het hoofd wordt gezien. Ook voor dieren zou het een grondrecht moeten zijn om vrij te leven in een natuurlijke omgeving. Die omgeving wordt door het de groei van de mensheid en de groeiende globale problemen zoals klimaatopwarming steeds kleiner. We kunnen voor alle dieren ter wereld, of zij nu gegeten worden of niet, het bewustzijn kunnen ontwikkelen dat ze op één punt wel allemaal gelijk zijn aan mensen en elkaar, namelijk in het recht op vrijheid.


Verder lezen over de reden dat dieren wel rechten hebben?
https://animalfreedom.org/paginas/opinie/dierrechtnodig.html
 

18 mei 2022

Waarom hebben dieren nog geen rechten?

Dierenrechten zijn nog steeds niet goed geregeld in de wet. Dieren worden wettelijk beschouwd als waren het dingen. Hoe kan dat?
Er zijn veel dierenactivisten die actie voeren om dierenleed te bestrijden. Zij doen dat vooral vanuit emotie: ze vinden het verkeerd dat dieren lijden. Dat is sympathiek, maar het draagt nauwelijks bij aan het aanpassen van de wet. Hoogstens zijn beleidsmakers bereid te verwoorden dat niemand een dier onnodig leed mag aandoen. Daar is gemakkelijk consensus in te bereiken.
Mensen zijn onderling verschillend, maar er is overeenstemming over hoe ze wettelijk moeten worden behandeld. In de wet voor mensenrechten is een belangrijk principe verwerkt, namelijk dat mensen voor de wet gelijk zijn en dat vrijheden zo min mogelijk mogen worden aangetast. Maar zeer weinig mensen zijn bereid te kijken of dit ook voor dieren zou kunnen gelden.
Voor dieren en mensen is het denkbaar dat zij in de grondwet gelijke rechten hebben. Maar dan moet wel correct verwoord worden op welke basis die gelijke rechten kunnen worden toegekend. Die gelijke basis is het recht op vrijheid. Ook voor dieren is wettelijk vast te leggen dat alle dieren recht hebben op een leven in natuurlijke vrijheid. Willen we dat principe vastleggen in de wet dan moeten we daarvoor de compassie over dierenleed verschuiven van het zichtbare leed dat dieren kan worden aangedaan naar de wens van elk levend wezen om vrij te leven in zijn/haar natuurlijke habitat. Die habitat beschermen en verbinden dat zou ons streven moeten zijn in de inrichting van de samenleving en het landschap. Op het recht om vrij te leven kunnen we iedereen aanspreken. Dan kan ook de intensieve veehouderij eindelijk worden beëindigd, want de veehouder kan nu nog het opsluiten van dieren verdedigen met het argument dat hij leed probeert te voorkomen. Daar komt hij ten onrechte mee weg.

Door de ontwikkeling van vleesvervangers op plantaardige basis zal het stap voor stap gemakkelijker voor de consument worden om de noodzaak om dieren te houden voor voedsel los te laten. En daarmee zal ook de bereidheid groeien om niet alleen dierenleed te voorkomen, maar zelfs de levens van dieren te sparen.

06 april 2020

Belangen van mens en dier evenwaardig wegen

Dit artikel is geschreven om de oproep om te stoppen met diergebruik inclusiever te onderbouwen. Er zijn in de loop van decennia genoeg redenen aangevoerd om meer rekening te houden met dieren, maar telkens leek een nieuwe crisis de vorige argumenten te overschaduwen.

Redelijk nieuw is het inzicht dat het produceren en eten van vlees door de CO2 uitstoot bijdraagt aan de opwarming van de aarde en daarmee aan verslechtering van de leefbaarheid van de aarde.
Recenter is de stikstofcrisis die activiteiten in de economie dreigde stil te leggen. Huizenbouw of handhaving van de veestapel? Veel verkeersbeweging op de weg en in de lucht levert naast de industrie NO2 die samen met de uitstoot van ammoniak NH3 uit de intensieve veehouderij neerslaat als fijnstof en bemesting van natuurgebieden, die daardoor van aard en samenstelling veranderen.
Fijnstof maakt ons ook vatbaarder voor infectieziekten omdat deze vervuiler het functioneren van onze longen aantast. 
De overproductie van de Nederlandse veehouderij, gericht op de export, wordt al decennia gehekeld door de milieubeweging omdat dat naast dierenleed samengaat met overbemesting en daarmee een last is voor de naaste omgeving en de draagkracht van de natuur. Deze inzichten hebben geleid tot strenge regelgeving, die nog weleens wordt aangescherpt zodat veehouders nooit zeker konden zijn van welke bedrijfsvoering een gezond verdienmodel zouden oproepen. Het leidde tot een samenspel van stoppende bedrijven in combinatie met groei in veestapel bij collega's.

De opkomst van vleesvangers gaat samen met het inzicht dat de mens beter minder vlees kan eten dan elke dag en liefst helemaal niet meer. Het is immers door de globalisering van de supermarkten kipsimpel om een diverse en gezonde maaltijd samen te stellen van internationale voedingsmiddelen die niet van dieren afkomstig zijn.

De ethische overweging of dieren eten wel mag is eigenlijk van alle tijden. Steeds meer komt deze overweging te staan in het licht van evenwaardigheid. Niet alleen mensen willen vrij zijn, ook dieren willen dat. Wat of wie zijn wij mensen (meer) dat wij vinden dat we dieren mogen gebruiken om op te eten? Is dat gebaseerd op religieuze gronden dat het dier door God aan de mens is gegeven om er over te heersen? Het hoeft geen nadere betoog dat we zo langzamerhand voldoende autonoom geacht worden om dat zelf te kunnen bepalen. Het is (wederom en tegelijkertijd altijd) tijd om al onze overtuigingen kritisch te bezien. Waar komen onze (belemmerende) overtuigingen vandaan en zijn ze wel geldig?
Het is ook niet nodig om dierziektes te mystificeren als wraak van de natuur en zo proberen het gedrag van mensen te beïnvloeden. We hoeven alleen dezelfde principes waarvan we willen dat andere mensen zich aan houden  toe te passen op onze omgang met dieren: "respecteer elkaars grenzen en vrijheid". Dat is wederkerig en evenwaardig.

Yin en yang mens en dier

Een vorm van evenwaardigheid is ook een eerlijke verdeling van het aardoppervlak in delen waar de natuur met rust gelaten wordt, waar we gaan wonen en welk deel we gebruiken voor voedsel te verbouwen. Wat eerlijk is, is ook een vraag naar balans en gezond delen. Ecoducten kunnen open voor alle dieren; levenskrachtig grote en verbonden natuurgebieden voor planten en dieren met een deel voor recreatie voor de mens.

Ook de juiste afstand houden met anderen zouden we door moeten trekken naar dieren. Dieren kunnen dan hun autonomie bewaren en gezonder soorteigen gedrag vertonen. Ook dieren vinden minstens anderhalve meter afstand prettig en zo voorkomt het ook besmetting van mens naar dier.

10 februari 2020

Vlees vervangen of dieren rechten geven?

Veel mensen die het dierenleed de wereld uit willen helpen, zoeken een weg via de erkenning van dierenrechten. Er komen dan drie vragen op: wat is de aard van dierenrechten, hoe moet dat worden geregeld en hoe moeten die rechten worden gehandhaafd?
Vaak wordt geredeneerd “dieren hebben gevoelens en kunnen lijden onder wat hen wordt aangedaan”. Andere redeneren “dieren lijken op mensen en moeten daarom gelijk worden behandeld”. Weer anderen gooien een tegenwerping op “wanneer dieren rechten krijgen moeten ze ook plichten krijgen”. Of komen met tandeloze argumenten “dieren hebben een intrinsieke waarde”. Enzovoort.

Wat helpt in het werkzaam maken van dierenrechten en het zoeken naar een antwoord is dat uiteindelijk mensen het recht moeten kunnen inzetten om andere mensen grenzen te stellen in hoe zij dieren behandelen. Het is duidelijk dat dierenleed ontstaat wanneer dieren pijn worden gedaan, bijvoorbeeld bij de jacht en bij dierproeven. Minder duidelijk is dat er dierenleed ontstaat wanneer dieren gehouden worden in afgesloten stallen. Het leed wat dan wordt berokkend is dan indirect: er wordt dieren iets onthouden wat wij mensen wel ervaren, namelijk vrijheid. Mensen ervaren bij vrijheid leuke en minder leuke zaken.

Toch is vrijheid het overstijgende begrip/concept dat de basis kan zijn van dierenrechten. In de veehouderij kennen we de 5 vrijheden van Brambell.
Dieren behoren te zijn:
1. vrij van dorst, honger en onjuiste voeding;
2. vrij van fysiek en thermaal ongerief;
3. vrij van pijn, verwonding en ziektes;
4. vrij van angst en chronische stress;
5. vrij om hun natuurlijke gedrag te vertonen

De meeste veeboeren kunnen de eerste vier vrijheden wel garanderen, maar de vijfde niet. Die zouden ze moeten invullen door de dieren toegang tot een weide of bosschage moeten geven.
De dieren die naar de slacht gaan zullen onderweg kortstondig nauwelijks vrij zijn van ongemakken en zeker in de laatste minuten in het slachthuis veel leed ervaren.
Ben je voorstander van het eten van vlees dan ben je geneigd om dat leed zoveel mogelijk te verdringen en hoogstens aandringen op goede overheidscontrole bij dierentransporten en in slachthuizen.
Ben je veganist en gebruik je helemaal niets van een dier, dan vul je het recht van dieren vooral in doordat er voor jouw voedsel geen dieren hoeven te worden gehouden en geslacht. De wereld functioneert tot nu toe vooral zo dat beide groepen naast elkaar leven. Veganisten en vegetariërs hopen dat mensen zich bewust worden van het leed dat dieren wordt aangedaan en dat zij daarom overgaan tot een levensstijl zonder gebruik van dieren.

Een technologische oplossing wordt ook gezocht door vlees deels te vervangen door of te mixen met plantaardig materiaal. Wanneer dat (globaal) zou doorzetten en we al het vlees plantaardig zouden maken dan wordt de gehele veehouderij overbodig en zullen er nauwelijks dieren meer gevangen worden gehouden in stallen.
Ondertussen wordt het gebied waarin dieren op aarde nog vrij leven steeds kleiner. Volgens het biodiversiteitsverdrag van de Verenigde Naties moet ieder land in 2020 17% van zijn landoppervlakte (inclusief water) reserveren als natuur. In Nederland is dat nu 13,3%. Een verdwijnen van de veehouderij in combinatie van herstel van leefruimte voor vrije dieren in de vrije natuur zou een win-win-situatie opleveren voor mens en dier en worden ook andere problemen zoals klimaatopwarming aangepakt.

16 november 2019

De toekomst van de kat

In zijn boek 'De toekomst van de kat' roept moraalfilosoof Rutger Lazou op tot nadenken over de toekomst van de kat. Het in huis halen van een halfgedomesticeerd, fervent jagend, obligaat carnivoor dier dat zich ook nog eens aan hoog tempo voortplant, brengt vraagstukken met zich mee. We moeten nadenken naar welke toekomst van de kat we willen streven, in het belang van mensen, katten én andere dieren. Het boek biedt een toegankelijke manier om over dierenrechten na te denken!

Dit is de boektrailer.
Je kunt updates over het boek volgen op Facebook en een boek winnen door de pagina te delen.

17 oktober 2019

Actie is reactie

De Partij voor de Dieren is eind 2002 opgericht omdat dierenbeschermers een definitieve plek aan tafel van de bestuurders wilden hebben. In navolging van het succes dat de PvdD inmiddels heeft willen de boeren nu ook een partij oprichten en deelnemen aan de komende verkiezingen.
Weliswaar heeft de agrosector al decennia een stevige lobby-apparaat dat de gevestigde politieke partijen als CDA, CU, SGP en VVD influistert hoe te stemmen, maar men is niet langer zeker van een belegde boterham in de naaste toekomst.

Misschien wordt er zelfs -zo vrezen de boeren- wel een einde gemaakt in Nederland aan de landbouw. En die gedachte is zo gek nog niet, want waarom zou je planten laten groeien in de volle grond terwijl ze van alle kanten belaagd worden door insecten en loslopend wild? Liever een plantenflat dan een varkensflat, uiteraard niet gericht op de export. Het succes van de gewasbeschermingsmiddel is doorgeslagen: insectenpopulaties zijn 70% gekrompen met allerlei ongewenste gevolgen van dien. Voedsel kan veel milieuvriendelijk binnenskamers worden gekweekt. Planten maken geen misbaar wanneer ze in een kamer staan en er is ook nog nooit overwogen om een politieke partij op te richten om kas- en kamerplanten te beschermen.
De dieren in de veehouderij zijn al bijna allemaal naar binnen verbannen en leven in afgesloten stallen. De maatregelen die daarbij worden genomen om ziektes te voorkomen en mestoverlast te verkleinen werken niet goed en de trucjes en de drogredeneringen die worden verzonnen om dit te maskeren worden door steeds meer partijen doorzien.

Het gelijk van de PvdD kent haar evenknie in het gelijk van de boeren, met dat verschil dat een boer ook gelijk wil hebben wanneer de feiten anders laten zien. Ewald Engelen in de Groene over dubbelhartigheid van boeren: "Meten met twee maten: het botst met alle principes van rechtsstatelijkheid".

Boeren hebben tractoren en een dunne laag sympathie bij een groot deel van de bevolking, die ook wel door heeft dat het leven veel duurder wordt wanneer ze de boeren niet hun gang laten gaan. Een consument ziet er geen tegenstelling in om te gruwen van dierenleed in de bio-industrie en tegelijk sympathie te voelen voor een boer. Ook allerlei rechtse politici willen een graantje mee willen pikken van de onvrede onder de plattelanders en staan in de rij om hun electoraat te vergroten.

Hoe zal dit aflopen? Veel bestuurders en wetenschappers zullen eieren voor hun geld moeten kiezen en bewijzen dat zij hun functie waard zijn door ruggengraat te tonen. Uiteindelijk bepaalt de markt of boeren bestaansrecht hebben. Via subsidies kan een zieltogend agrarisch bestaan nog wat gerekt worden, maar subsidies zouden moeten aangewend worden om toekomstbestendige ondernemers een steuntje in de rug te geven. Laten we ervoor waken om het begrip "toekomstbestendig" niet ook een hol woord te laten worden, zoals "duurzaamheid" misbruikt werd en wordt om op een schadelijke manier geld verdienen groen te wassen.

Het is tijd om wereldwijd onze energie en creativiteit in te zetten in het tegengaan van klimaatopwarming, het beëindigen van onnodig leed bij mens en dier en zo nog veel onderwerpen meer die het gevolg zijn van het kortzichtig en ongebreideld ruimte geven aan gewetenloze ondernemers.
De schaarse ruimte op aarde kunnen we veel beter op een rechtvaardige manier verdelen onder mens en dier wanneer we ons bewust worden van de gevolgen van overvloedig consumeren in de vorm van vlees eten en snel en ver reizen. Dat vraagt doordenken van het begrip "evenwaardigheid". Mens en dier zijn voor mij (intrinsiek) evenwaardig in het recht op vrijheid. Laten we ons in die gedachte verbinden en zo ruimte vrij geven om zonder gewetensnood opgelucht adem te kunnen halen. Meerderwaardigheidsgevoelens zijn ook een vorm van stikstof: schadelijk wanneer het zich verbindt met ongewenste andere elementen.

 

17 mei 2019

Gelijk hebben en krijgen in de strijd om dierenbelangen

In onze maatschappij staan belangengroepen op verschillende platforms tegenover elkaar op het onderwerp “hoe om te gaan met dieren”. Het gesprek dat plaatsvindt heet een twistgesprek, debat, discussie, gesprek of een dialoog.
Voor belanghebbenden in de media zal het worst zijn welke vorm wordt gekozen zolang het kijkcijfers oplevert ook al verzandt het in een kakofonie. De belangengroepen gaan daarin mee. Ook negatieve aandacht is aandacht.
Met waarheidsvinding heeft het alles niets te maken. Er is zelfs sprake van opzettelijke spraakverwarring. Eigenlijk zijn er alleen maar verliezers, maar de mensen pikken er de kersen uit die hen het meest bevallen, de dieren blijven achter, gehuisvest in de gevangenis, die stallen heten.

Er zijn in de veehouderij zoveel niveaus waarop er sprake kan zijn van misstanden dat bijna niemand bereid is te zoeken naar het overzicht waar de bron van de misstanden ontspringt. Ieder mens en dier hecht aan zijn vrijheid. Dat is een recht dat ook het welzijn bepaalt. Voor een veehouder, die economisch wil overleven, is het van belang om vrijheid te hebben in de levensomstandigheden waaronder hij dieren houdt. Zijn er te veel eisen waaraan de huisvesting moet voldoen, dan kan zijn veehouderij niet uit. Alleen wanneer hij failliet gaat zal hij andere vormen van inkomsten verwerven overwegen.
Een veganistische activist gaat het liefst uit van de situatie waarin helemaal geen dieren meer gebruikt worden door mensen. Maar die stip op de horizon ligt zover weg dat het voor tegenstanders veel gemakkelijke is om te wijzen op het onrecht dat hen wordt aangedaan vlak voor zijn voeten. Er wordt huisvredebreuk gedaan, er moet een fatsoenlijk gesprek worden gevoerd, er moet keuzevrijheid zijn om te kiezen waarmee je je voedt, een boer moet ook geld verdienen om zijn gezin te onderhouden, etc..

Iedere belangengroep krijgt gelijk binnen de eigen bubbel en krijgt het nooit van de tegenstander wanneer standpunten diametraal tegenover elkaar staan.

Het argument "nood breekt wet" of "aan een onrechtvaardige wet mag je overtreden" kan slechts zeer spaarzaam worden ingezet en werkt snel tegen je.

Wat is de moraal van dit artikel? Wanneer het dier gebruikt wordt in een kapitalistisch systeem kun je vechten tegen het systeem of je pleit ervoor dat de regels rechtvaardig en voor iedereen gelijk worden toegepast. Dat betekent geen verkapte subsidies aan veehouders die niet volgens de regels willen werken of kunnen overleven. Een controlerend orgaan (de NVWA) die alle veehouders zo regelmatig en standvastig controleert dat niemand meer de wet overtreedt. Het vraagt ook actievoerders die het geduld kunnen opbrengen om het trage tempo van bewustwording te accepteren en er rekening mee te houden dat de weg naar een oplossing een andere afslag neemt. Bijvoorbeeld dat vleeseters in plaats van zich te bekeren tot het veganisme vlees gaan eten dat niet 100% gemaakt is van dieren, maar stapje voor stapje meer gemengd wordt met plantaardige ingrediënten.

Eerst eens zijn over de feiten.

25 januari 2019

Mens en dier zijn intrinsiek evenwaardig

Dierenrechtenactivisten hebben tientallen jaren geprobeerd om andere mensen met zich mee te krijgen om het dier in de veehouderij een beter leven te geven. Ze gebruikten daarvoor het argument dat dieren een intrinsieke waarde hebben. Daarop kregen ze nooit een weerwoord, terwijl ook niemand vroeg wat dat betekende. Helaas dachten zij dat met het stilzwijgen een instemming was bedoeld. Niets is minder waar gebleken en daarmee is veel energie in het verbeteren van de positie van het dier verspild.
Intrinsieke waarde betekent een waarde buiten het voorstellingsvermogen van de mens. Daarmee konden de veehouder en de vleesverwerkende industrie wel mee instemmen, want het heeft toch geen gevolg voor hun eigen praktijk.

Iets anders geformuleerd is dat mens en dier intrinsiek evenwaardig zijn in hun recht op vrijheid. Gaat dat dan wel verschil uitmaken? Niet direct voor veehouders, want woorden hebben alleen betekenis voor hen die willen luisteren en niet verleid worden door het grote geld. De werking is via het publiek dat elke dag voor de keus staat wat te kopen in de supermarkt. Het vraagt voor dierenrechtenactivisten de bereidheid om een dialoog aan te gaan wat het betekent dat zij en hun tegenstanders en dieren evenwaardig zijn in hun recht op vrijheid. Vrijheid is een ongrijpbaar concept, maar daarom nog niet onbruikbaar, want het heeft een eeuwige geldigheid, maar ook de noodzaak om telkens weer doordacht te worden. Dat doordenken kost eerst even moeite en later geen moeite meer, want het heeft in de eerste plaats betrekking op je eigen vrijheid. De wederkerigheid voor anderen, mens en dier, vraagt om een keuze waarbij ook de ander een eigen proces van meningsvorming wordt gegund. Mensen kunnen elkaar op het gevolgen van bepaald gedrag voor dieren aanspreken. Daarom zijn dierenrechten ook mensenrechten.

Een dialoog over vrijheid is een samen uitzoeken waar het gemeenschappelijk belang ligt in het vergroten van collectieve vrijheid van mens en dier. De leefbaarheid op aarde wordt bedreigd door de exploitatie van het dier als oplossing voor een voedselvraagstuk.
Dat vraagstuk is niet schaarste maar de vraag wat werkelijk respecteren van het leven op aarde inhoudt.

Verbeter de wereld en begin met jezelf vrij te maken van belemmerende overtuigingen.

Zie ook "De ervaring dat mens en dier een zijn".

29 augustus 2018

Waarom dieren grondrechten (zouden moeten) hebben

Wie de vraag voorgelegd krijg of dieren rechten zouden moeten krijgen zal in eerste instantie denken aan het recht om niet onnodig te hoeven lijden. Er is consensus over dat de wetshandhavers daar op moeten toezien. Voorkomen dat dieren pijn lijden zal iedereen het over eens zijn, maar of het leiden van een onnatuurlijk leven ook onder dierenleed valt of zelfs een schending van een grondrecht is, dat is voor velen minder voor de hand liggend.
Wie kijkt naar het aantal dieren dat nu op aarde wordt gehouden om te worden gegeten of anderszins wordt gebruikt die ziet dat we nu een factor zeven keer zo veel dieren gevangen houden dan er leven in de vrije natuur. Die balans hangt natuurlijk samen met het aantal mensen dat op aarde leeft, maar deze situatie is in de geschiedenis van het leven op aarde relatief nieuw. Al het leven op aarde is ontstaan in vrijheid en heeft zich miljoenen kunnen ontwikkelen in vrijheid. Weliswaar zijn levensvormen in die tijd voedsel geweest voor elkaar, maar het proberen dat moment zo lang mogelijk uit te stellen is medevormgever geweest van de evolutionaire ontwikkeling.
Wie het langst uit handen van een roofdier kon blijven had de grootste kans om zich voort te planten en zijn of haar genen door te geven aan een volgende generatie. Op deze wijze was de manier waarop je met je vrijheid om kon gaan voor de natuur een criterium om de kansen op voortleven te regelen. Het heeft bijgedragen aan de schoonheid en biodiversiteit van de aarde.
Doordat mensen dieren zijn gaan houden, zijn wij degenen die bepalen welk dier leeft onder welke omstandigheden. We gaan daarmee in tegen de natuur. Weliswaar proberen veehouders dieren te houden onder omstandigheden die de gezondheid van het dier optimaliseren, maar dat is vooral een balans tussen kosten en baten.


Het dier, in het leven geroepen voor gebruik door de mens, is van onderdeel van de ecologie een onderdeel van de economie geworden. De economie is vooral amoreel. Het is aan het menselijk individu of hij meegaat in het gebruik van dieren of dat hij een alternatieve levensstijl kiest waarvoor dieren niet meer gevangen hoeven te worden gehouden.
Nu de te massale consumptie van dieren een globaal probleem is geworden, is het aan de democratische samenleving of de menselijke voedselvoorziening nog langer wordt gebaseerd op gebruik van dieren of alleen op planten. Wie kijkt naar de lijn van de evolutie zal eenvoudig tot de conclusie kunnen komen dat het zo massaal houden van dieren niet de bedoeling kan zijn. De stap om vervolgens alle dieren als grondrecht toe te staan om in vrijheid een natuurlijk leven te mogen hebben en vervolgens de vrije ruimte navenant in te richten is niet zo’n heel grote. Ook technologisch is het een kleine stap. We zouden daarmee heel wat problemen oplossen en leed voorkomen.
Tenslotte doet dieren wederom vrijheid toekennen recht aan de natuur.

20 augustus 2018

Het werkt bevrijdend dieren niet meer als voedsel te zien

In de oudheid toen de menselijke samenleving nog een jagers-verzamelaarskarakter had leefden de dieren vrij en werden gegeten wanneer zij in handen van mensen vielen door eigen zwakte of slimheid van de jagers. Toen de samenleving meer een landbouwkarakter kreeg, werden dieren in gevangenschap gehouden en geslacht op het moment dat de mensen voeding of kleding nodig hadden of wanneer dierlijke onderdelen ingezet kon worden als handelswaar. Het produceren van voedsel werd gedelegeerd. Mensen werden vrij om zich te onderscheiden door met andere zaken bezig te gaan en zich in steden te vestigen.
Er was wel magisch denken over de natuur maar in onze verhouding met dieren was weinig evenwaardigheid. Ze waren zwak of onderworpen. Weliswaar liet men dieren tot op bepaalde hoogte vrij, maar dat was vooral vanuit efficiency overwegingen. Ze konden in relatieve vrijheid in de omheinde weide hun eigen voedsel tot zich nemen.
De dieren die we tot huisdieren reken(d)en, de hond en de kat, hebben lange tijd vooral een functie gehad, zoals meehelpen in de jacht of de voedselvoorraden beschermen tegen muizen en ratten.

Tegenwoordig vragen veel dierenliefhebbers, die gestopt zijn met vlees eten, zich af waarom het zo lastig is voor vleeseters om zich te bekommeren om het lot van de dieren die nu voor voedsel worden gehouden.
Het helpt om de traagheid van vooruitgang in de positie van dieren te begrijpen wanneer je je realiseert hoe diep het in ons onderbewustzijn is doorgedrongen dat dieren vooraleerst gezien worden als voedsel. Het is een misplaatst superioriteitsgevoel en dedain voor het machteloze. Om die overtuiging los te kunnen laten moeten we de verhouding tot dieren opnieuw afstemmen. We zouden dieren opnieuw vrij moeten laten (om hun natuurlijk gedrag te kunnen vertonen), maar nu vanuit het besef (bewustwording) dat we ze niet meer nodig hebben voor voedsel en dat ze ook levensruimte nodig hebben. Laat alle diersoorten en individuele dieren die jouw vrijheid niet aantasten toe in je morele cirkel en besef dat in evenwaardigheid wederkerige vrijheid is door te trekken naar alle diersoorten.

Het bevrijdt mensen ook zelf en het leven wordt leuker. Het geeft de mogelijkheid om een levensstijl aan te houden met minder gewetensbezwaren en risico op gevaren voor de gezondheid. Het geeft ook de mogelijkheid om het landschap opnieuw in te richten waarbij we dieren vrij en in hun volle glorie kunnen ontmoeten.

En het helpt moeiteloos tegen klimaatopwarming. Vlees eten en produceren is de voornaamste veroorzaker van de uitstoot van broeikasgassen.

08 juli 2018

Waarin zijn alle dieren gelijkwaardig aan mensen?

In 1975 kwam het boek van Peter Singer uit over dierenrechten. Hij noemde het “Animal Liberation”. Op basis van de titel zou je verwachten dat hij een pleidooi zou doen om alle dieren te bevrijden uit gevangenschap. Niet per se door ze letterlijk los te laten maar door mensen op te roepen te stoppen met dieren als voedsel te beschouwen en voortaan nog alleen plantaardig voedsel te eten. Vreemd genoeg pleit Singer ervoor om dieren die het meest op mensen lijken allereerst dierenrechten te geven. Dieren als chimpansees en dolfijnen die zelfbewustzijn vertonen. Daarmee gaat Singer voorbij aan een uitleg van dierenrechten die veel gemakkelijker en veelomvattender kan worden toegepast. Die uitleg is “alle dieren zijn evenwaardig (gelijk) in hun recht op vrijheid”. Weliswaar is vrijheid een ongrijpbare term die ieder moment opnieuw moet worden vertaald in concrete actie, maar het is wel een term die iedereen kan verstaan. En het is een term die ook voor de mens zelf geldt. Dus niemand hoeft zich wezenlijk benadeeld te voelen wanneer hij wordt gevraagd de vrijheid van alle levende wezens te respecteren. Een veehouder moet zijn gedrag aanpassen, maar gaat niet per definitie failliet, een vleeseter moet ander voedsel kopen maar zijn gezondheid hoeft er niet onder te lijden, laat staan zijn beleving van een lekkere maaltijd.
Met deze uitleg van dierenrechten is het niet nodig om anderen te bewegen om van dieren te houden. Iedereen heeft de vrijheid zelf te kiezen om van dieren te houden of niet of ze te negeren. We dwingen mensen ook niet om van elkaar te houden, we vragen alleen om elkaars vrijheid te respecteren.

Dieren zijn niet gelijk aan mensen. Gelukkig niet, dat maakt de natuur zo indrukwekkend en boeiend. Het maakt ook dat de natuur ons in leven kan houden. Alle levende wezens zijn wel op één aspect gelijk te schakelen en wanneer wij mensen ons dat bewust worden en blijven blijft de aarde leefbaar, hoeveel mensen er nog bij komen.

17 oktober 2017

Vrijheid, zo simpel en zo genegeerd

Vrijheid is een concept dat nooit voor 100% vertaald kan worden in iets concreets en de invulling is afhankelijk van cultuur en tijdsgeest. Voor filosofen en denkers een prachtig concept, voor gewone burgers veel minder. De gedachte dat vrijheid weleens voor iedereen, mens en dier, zou kunnen gelden en dan ook nog in gelijke mate is helaas niet voor iedereen aantrekkelijk. Het kan onveilig voelen.
Wanneer we vrijheid als basis van onze moraal maken, dan volgt daaruit dat we geen oordeel meer mogen vellen over anderen en dat we anderen die in onze ogen abjecte zaken doen, moorden en verkrachten en dieren mishandelen bijvoorbeeld, ook zouden moeten respecteren in hun recht op vrijheid. We kunnen de vrijheid van mensen die de wet overtreden tijdelijk inperken, maar afnemen kan alleen bij ongeneeslijk psychopathologische misdadigers.
De vrijheid om te oordelen laten mensen zich niet snel afnemen. Verder zijn er veel mensen die menen dat zij de wereld sneller kunnen verbeteren door anderen te choqueren met vreselijke beelden van misstanden of met misleidende argumentatie.

Het is jammer dat mensen het belang van elkaars vrijheid zo gemakkelijk over hoofd zien, want de kracht van rekening houden met vrijheid kan het leven zo simpel maken en de keuzes wat te doen veel sneller te nemen.

Bijna alle godsdiensten hebben als centrale thema dat je anderen niet iets aandoet, wat je zelf niet aangedaan wilt worden. Dit is ook zo te beschrijven als “weet waar je eigen grenzen ophouden en waar die van anderen beginnen” ofwel “neem je eigen vrijheid en respecteer die van anderen” oftewel “zolang je anderen niet schaadt ben je vrij om te handelen”. Ook de wetgeving heeft dit als centrale thema en laat het voor iedere burger in gelijke mate gelden, zonder discriminatie.

Wat is er op tegen om hetzelfde uitgangspunt ook voor dieren te hanteren? Solidariteit met alle levende wezens in het beschermen van hun vrijheid, beschermt ook je eigen vrijheid. De aard van vrijheid is juist dat zij niet uitgesloten of uitsluitend kan zijn.


Deze gedachte is op de site van de Stichting Animal Freedom verder uitgewerkt. Ook zijn er voorbeelden van misleidende argumentatie en hoe te reageren. Misstanden rondom diergebruik worden zo veel mogelijk feitelijk gepresenteerd.

10 oktober 2017

Wat overtuigt een vleeseter om te switchen?

Evert Nieuwenhuis schrijft in Vrij Nederland over de moeizame poging om minder vlees te gaan eten onder de titel “Waarom we nog steeds vlees eten en hoe we dat kunnen veranderen”.

Nieuwenhuis gaat een gesprek aan met Menno Harsveld die hij de horzel noemt van menige journalist die over voedsel schrijft.

Een citaat.
Het betoog van Harsveld is even krachtig als eenvoudig: ‘De morele grens tussen mensen en dieren is arbitrair. Dieren mogen anders dan mensen zijn, maar net als wij kunnen ze voelen en hebben ze de wil om te leven. Iedereen is het er over eens dat je mensen niet mag uitbuiten, doden of als ding gebruiken, en dat geldt ook voor dieren. Diersoort is een even willekeurig en irrelevant criterium als huidskleur of geslacht’. Veganisme is een kwestie van recht en rechtvaardigheid, zegt hij: ‘Je kunt niet een beetje rechtvaardig zijn, of voor de een wel rechtvaardig zijn en voor de ander niet. Als je vindt dat dieren pijn kunnen voelen en de wil tot leven hebben, moet je ze enige morele waarde toekennen en kan je ze niet exploiteren of doden. Er is geen enkele noodzaak om dieren te eten, dus is er ook geen enkele morele rechtvaardiging voor’. Vleeseters zijn ‘moreel inconsistent’, vindt Harsveld. ‘Als een paard op een kinderboerderij wordt mishandeld, is de wereld te klein. Maar om onze smaakpapillen te bevredigen, mogen dieren ineens wel pijn lijden en sterven’. Biologisch vlees vindt hij een farce. ‘Dieren in de biologische veehouderij hebben het misschien minder slecht, maar het blijft fout om dieren te doden of te exploiteren. Diervriendelijk vlees bestaat net zo min als vrouwvriendelijke verkrachting of kindvriendelijke mishandeling’.
Harsveld is nog maar een paar jaar veganist, daarvoor was hij decennia vegetariër. ‘Nog steeds ben ik verbijsterd dat ik niet eerder in zag dat ook vegetarisme een schijnvertoning is. Voor kaas sterven nog steeds dieren, namelijk de stiertjes die na geboorte geslacht worden zodat wij hun melk kunnen stelen; de moeder wacht hetzelfde lot als ze niet genoeg melk meer geeft. Kalfjes worden bij hun moeder weggehaald, iets wat moeder en kind overduidelijk niet willen. Er is geen verschil tussen vegetarisme en andere vormen van niet-veganisme. Veganisme is de morele nullijn’.
In de dagen na ons gesprek denk ik nog vaak aan de argumenten van Harsveld. Ik merk dat ze geen vat op me krijgen. Je moet dieren dierwaardig behandelen, daarover zijn we het eens (en, zou ik daaraan toevoegen: zeker als ze voor jou leven). Dieren hebben rechten, zoals Peter Singer in zijn klassieker Animal Liberation (1975) betoogt. Maar Harsveld vindt de morele grens tussen dieren en mensen arbitrair, ik niet. Ik vind het dan ook geen schending van hun rechten als ze sterven om mijn smaakpapillen te bevredigen.
Tot zover Vrij Nederland.

De overtuigde veganist kon de twijfelde vleeseter niet van gedachten doen veranderen.
Ze zijn het er beide over eens dat dieren dierwaardig moeten worden behandeld. Maar de vleeseter Nieuwenhuis vindt niet dat hij daarom dieren niet mag eten. Er is maar één argument die zowel dieren als veganisten als vleeseters even belangrijk vinden en dat zij leven in vrijheid. Erkenning van dat belang kan het bewustzijn openen dat ieder mens zijn gedrag zou moeten toetsen of hij/zij de vrijheid van een ander, mens of dier, schaadt. Welk dier dat doet er niet toe, ook de dieren waarvan we de gevoelens niet kunnen inschatten.

Meer lezen over hoe om te gaan met mensen met een andere overtuiging? Klik hier.

19 september 2017

Waarom dieren rechten hebben wordt vaak over het hoofd gezien

Hoe een kwinkslag van de ene columnist leidde tot een stormachtige column van een ander. Youp van 't Hek noemde intensieve veehouders Hiltlerboeren, Roos Vonk maakte wat vergelijkingen tussen de situatie van dieren in de bio-industrie met de Holocaust en Frits Barend was zeer verontwaardigd dat zijn joodse grootouders geen varkens waren. Iedereen zijn eigen gelijk en ruzie in de mediatent. Roos somde de feiten op en Frits en Elma speelden niet op de bal maar op de persoon.
Jonathan van het Reve overzag de commotie en schreef in zijn Volkskrantcolum dat dieren niet evenwaardig zijn aan mensen en hekelt het vermenselijken van de dieren die gehouden worden om te worden gegeten. Het is een prikkelende column waarin gezocht wordt naar de gevolgen van gelijkheid. “Hoeveel cavia’s ben ik bereid te pletten om één kind te redden”. Hij laat helaas open over waar het bij dierenrechten echt om gaat. Het gaat er niet om dat dieren gelijk zijn aan mensen of dat dieren ook gevoelens hebben of dat zij gedrag vertonen dat lijkt op gedrag van mensen of een intrinsieke waarde hebben. Dieren zijn intrinsiek evenwaardig aan mensen.
Waar het wel om gaat is bewustwording. Bewustwording dat alle levende wezens op aarde gelijk zijn in het wezen van rechten.
Wat is het wezen van rechten? Dat is vrijheid. Wanneer we ons oefenen in het zien waarin onze eigen vrijheid ophoudt en die van een ander (mens of dier) begint, dan kunnen we in een split second weten wat te doen in elk denkbare situatie. Het is een manier van kijken naar wat er gebeurt die we kunnen gebruiken in onderling menselijk verkeer en in het omgaan met dieren. Op deze wijze betrokken zijn bij het recht van anderen is het wezenlijke van respect en zo kunnen we ook onze eigen belangen behartigen.

Ons rechtssysteem is geïnspireerd door de Franse revolutie met als basis "vrijheid, gelijkheid en broederschap". Vrij vertaald "Laten we solidair zijn en alle mensen gelijke recht op vrijheid garanderen". Voor dieren kan gelden "Laten we ervoor zorgen dat alle dieren in gelijke mate toegang hebben tot een habitat waarin zij in vrijheid hun natuurlijke gedrag kunnen vertonen".

14 september 2017

Ulrich Seidl op safari naar jagers

Safari is de nieuwe documentaire van Ulrich Seidl.
Uit een recensie van de Volkskrant door Pauline Kleijer:

"Het superioriteitsgevoel van de jagers en de manier waarop zij dieren degraderen tot 'stukken' blijft bij Seidl niet helemaal onbestraft. Zelfs in de meest bloeddorstige scènes onthoudt de regisseur zich van commentaar, maar zijn camera weet wel de ogen van de dieren te vinden. Hij vangt de blik van een mannelijke giraffe, die vanuit de verte moet toezien hoe zijn vrouwtje is neergeschoten.

Als woorden te veel kunnen verzachten, moet het beeld maar spreken, lijkt Seidl te denken. Het moet gezien worden, al dat bloed dat over de vloer loopt wanneer een zebra wordt geslacht. Het is bloed, geen zweet. Jagen is moorden."

"Zo zet Seidl zonder nadruk de verhoudingen op scherp. Safari gaat over meer dan het doden van dieren. Wie zonder pardon een giraffe kan neerschieten (een actie die de gruwelijke en indrukwekkende scènes uit de film oplevert), heeft wellicht ook geen moeite met andere vormen van geweld. De vraag is niet of de mens moordzuchtig is, maar wanneer hij zich het recht toekent om te moorden. Het is een kijkje in de ziel dat bepaald onrustig maakt."
Zie ook "evenwaardigheid is niet vanzelfsprekend".

24 februari 2017

Was Tom Regan effectief voor dierenrechten?

De recent overleden Tom Regan was een bekend pleiter voor dierenrechten. Dat sierde hem. Toch was niet alles wat hij deed effectief. In dit artikel een aanzet tot een andere, meer effectieve visie op dierenrechten.
Er zijn twee opvallende zaken waar Regan voor pleitte waar je vraagtekens bij kunt zetten.
1. Dieren hebben een intrinsieke waarde
2. Sommige diersoorten moeten eerder voor rechten in aanmerking komen dan andere

Het eerste is omstreden omdat het de indruk wekt dat je mensen wilt overtuigen met een onbewijsbare stelling en het tweede is omstreden omdat het niet uitgaat van gelijkwaardigheid.
In de westerse cultuur zijn mensenrechten gebaseerd op de drie principes van de Franse Revolutie: vrijheid, gelijkheid en broederschap. Hoe ambitieus het ook moge lijken, er is niets mis mee om deze principes door te trekken naar allen dieren. Het zal voor sommige mensen die nu veel geld verdienen aan het gebruiken van dieren enorme consequenties hebben, maar dit is geen reden om een andere koers te gaan varen.

Wie meer wil lezen over het bezwaar van het schermen met intrinsieke waarde, klik hier.
Wie meer wil lezen hoe de principes van mensenrechten kunnen worden doorgetrokken naar dierenrechten, klik hier.

Klik hier voor een interview door Dirk-Jan Verdonk met Regan.

21 december 2016

De Wil tot mededogen voor dieren

Van Wikipedia en uit Trouw.

Arthur Schopenhauer was een van de eerste denkers die fel ageerden tegen vivisectie.

Als gevolg van zijn monistische filosofie van de wil was Schopenhauer zeer bezorgd over het welzijn van dieren. Voor hem zijn alle individuele dieren, inclusief de mens, in wezen hetzelfde, het zijn fenomenologische manifestaties van de ene onderliggende Wil. Het woord "Wil" betekende voor hem kracht, macht, impuls, energie en verlangen; het is het beste woord dat we hebben om zowel de echte essentie van alle externe dingen en ook onze eigen directe, innerlijke ervaring aan te duiden. Omdat alles in principe Wil is, zijn mens en dier fundamenteel hetzelfde en kunnen zij zich herkennen in elkaar. Om deze reden beweerde hij dat een goed persoon sympathie voor dieren heeft als lotgenoten in het lijden.

Compassie voor dieren is nauw verbonden met goedheid van karakter, en het is redelijk om te veronderstellen dat iemand die wreed is jegens levende wezens geen goed mens kan zijn.

Niets leidt met meer zekerheid tot een erkenning van de identiteit van de essentiële natuur in dierlijke en menselijke verschijnselen dan een studie van de zoölogie en de anatomie.

De veronderstelling dat de dieren geen rechten hebben en de illusie dat onze behandeling van dieren geen morele betekenis heeft, is een schandalig voorbeeld van de westerse grof- en barbaarsheid. Universeel mededogen is de enige garantie van moraliteit.

In 1841 prees hij de oprichting van de dierenbescherming (SPCA) in Londen en de Vereniging van Dierenvrienden in Philadelphia. Schopenhauer protesteerde zelfs tegen het gebruik van het onzijdig lidwoord "het" om naar dieren te verwijzen, omdat het ertoe leidde dat dieren behandeld worden alsof het levenloze dingen zijn. Om zijn punt te maken verwees Schopenhauer naar anekdotische rapporten van de blik in de ogen van een aap die geschoten was en ook het verdriet van een baby olifant wiens moeder was gedood door een jager.

19 maart 2016

Dierenliefde op de webcam

Op Beleef de lente zijn weer veel dieren te volgen bij het verzorgen van hun jongen. Dat gaat niet altijd zachtzinnig. In de Volkskrant van 19 maart beschrijft Tonie Mudde welke reacties het oproept wanneer “vogels kijken via de webcam onaangenaam wordt”.

Met de introductie van de webcam zijn ook twee fenomenen op gedoken waar we nog niet zoveel ervaring mee hebben: mogen of moeten we ingrijpen als we zien aankomen dat een jong het niet gaat redden? En: hebben dieren recht op privacy?
Om met het laatste te beginnen: het is belangrijk dat het publiek zich bewust is welke ingrepen in de natuur eerder levensbedreigend werken dan levensreddend. Bekende voorbeelden zijn reekalfjes die in het gras afwachten wanneer hun moeder hen weer komt zogen. Nietsvermoedende voorbijgangers willen nog wel eens ten onrechte denken dat het jong verstoten is. Juist door het dier dan aan te raken en een menselijke geur over te dragen wordt de kans vergroot dat het dier daarna door de moeder wordt verstoten.
Een ander voorbeeld is het koekoeksjong. Het dier werkt andere jongen uit het nest. Terugzetten heeft geen zin want ze worden er opnieuw uitgewerkt.

In de Volkskrant schrijft ook Midas Dekkers over de stelling dat dieren recht op privacy hebben. Voor hem hoeven webcams niet. Dieren storen zich niet aan webcams onder het motto “wat niet weet, wat niet deert”. De trouwe kijkers die zien aankomen dat er een dode gaat vallen in het nest, willen graag dit voorkomen en bestoken de webcam plaatsers met mailtjes om hen te laten ingrijpen. Dat is een effect dat men niet zo goed had ingeschat bij het plaatsen van de webcams. Die werden juist geplaatst om liefde voor de dieren op te wekken. Wat dan gebeurt zie je vaak: mensen gaan zich identificeren met het stervende dier. Jonge dieren zullen zeer waarschijnlijk geen benul hebben wat hun lot is.

Veel belangrijker is dat we met zijn allen een constructieve communicatie op gang brengen waar een dier recht op heeft.
Wat mij betreft is dat onze betrokkenheid (dierenliefde) zich zo vertaalt dat we werken aan omstandigheden en inrichten van de samenleving waarbij dieren de ruimte krijgen om hun natuurlijke gedrag te vertonen zonder dat ingrijpen van buiten nodig is. De dood is onderdeel van het leven. Leven in onvrijheid niet.

Leeswijzer


Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom.
Klik hier voor de laatste bijdragen op dit blog
.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.
Kijk op ook Facebook voor onze reactie op de actualiteit.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.