Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.
Posts tonen met het label ecologie. Alle posts tonen
Posts tonen met het label ecologie. Alle posts tonen

11 februari 2009

Pleidooi voor conserverende landbouw

Onder de titel ‘Er zijn andere landbouwmethodes nodig om de wereld te voeden’ doet Agriholland verslag van de bijdrage van directeur Shivaji Pandey van de landbouw en voedselorganisatie van de Verenigde Naties FAO vorige week op een internationaal landbouwcongres in New Delhi. Boeren moeten volgens hem kiezen voor een conserverende landbouw, waarbij er zo weinig mogelijk bodembewerkingen worden toegepast. Met conserverend wordt hierbij duurzaam voedsel verbouwen bedoeld. Overmatig ploegen, overbevissing, overmatige bemesting, irrigatie en bestrijdingsmiddelengebruik heeft het ecosysteem te veel belast, stelt Pandey.

Wat in het pleidooi van Pandey opvallend mist is een oproep tot minder vlees consumeren. Een dergelijke verandering in consumptiepatroon zet veel meer zoden aan de dijk in het voeden van meer mondiale monden en heeft ook nog eens effect op het tegengaan van de opwarming van de aarde. Conserverende landbouw zorgt bovendien voor extra vastlegging van CO2. Door het land niet te ploegen wordt er ook water bespaard.

06 februari 2009

Bedrijfsterreinen geschikt als (tijdelijk) natuurterrein

Op vrijdag 6 februari 2009 promoveert Robbert Snep op het onderzoek ‘Biodiversity conservation at business sites – options and opportunities’ aan Wageningen Universiteit.

“Bedrijventerreinen kunnen een belangrijke rol spelen bij het behoud van natuur en biodiversiteit, juist vanwege hun ligging en landgebruik.” Dat stelt ir. Robbert Snep, landschapsecoloog bij Alterra, Wageningen UR. Bedrijventerreinen staan vooral bekend vanwege hun lelijkheid en prominente aanwezigheid in de rand van steden en langs wegen. Veel terreinen zijn verouderd en toe aan herstructurering. Het lijkt daarom onwaarschijnlijk dat deze terreinen een meerwaarde voor hun omgeving kunnen opleveren. Maar toch is dat wel zo, blijkt uit het onderzoek waar Snep op promoveert.

Snep onderzocht de huidige en potentiële waarde van verschillende typen bedrijventerreinen voor natuur en biodiversiteit. Ook bekeek hij hoe eventuele maatregelen voor het behoud en herstel van biodiversiteit zouden vallen bij ondernemers, werknemers, overheden, omwonenden en natuurorganisaties. Robbert Snep: “Uit mijn onderzoek blijkt dat er nu al bijzondere broedvogels en amfibieën op bedrijventerreinen voorkomen, en dat met een aangepaste inrichting en beheer deze meerwaarde voor de natuur nog sterk vergroot kan worden.”

Met uitsterven bedreigde vlindersoorten zouden volgens Snep met relatief eenvoudige aanpassingen op een aantal bedrijventerreinen beter beschermd worden. Ook kunnen bedrijventerreinen gelegen in de stadsrand als bron voor meer natuur in de stad dienen, zodat bewoners van aangrenzende wijken meer vlinders en vogels in hun tuin krijgen. De biodiversiteit op bedrijventerreinen kan onder meer vergroot worden door groene daken en gevels, tijdelijke natuur op braakliggende percelen, ecologisch groen in plaats het huidige steriele bedrijfsgroen, en meer groen in de vorm van ecologische verbindingszones of grotere eenheden.

Gebruikers van bedrijventerreinen geven aan dat groen op hun terrein een meerwaarde kan opleveren, zolang het past binnen de gewenste uitstraling van het terrein en bijdraagt aan de gezondheid en leefbaarheid voor werknemers en omwonenden. In het buitenland zijn al veel bedrijven actief bezig met natuurbehoud op hun eigen terreinen. Nederland loopt wat dat betreft nog behoorlijk achter. Er is nog weinig besef bij ondernemers en overheden dat duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen op bedrijventerreinen heel goed kunnen worden vormgeven door maatregelen om de biodiversiteit te vergroten.

31 december 2008

Edelhert bejagen of laten migreren?

De PvdD meldt op haar website:

De vereniging tot behoud van het Veluws Hert, een door jagers gedomineerde belangenvereniging van ‘hertenliefhebbers’ pleitte vrijdag in EénVandaag voor herintroductie van de drijfjacht op edelherten, versluierd benoemd als ‘drukjacht’. De Partij voor de Dieren zal alles in het werk stellen om deze herintroductie tegen te houden.
Tot zover de PvdD.

Is een populatie van edelherten zonder bejaging te reguleren? Volgens sommigen wel.

Op Wikipedia wordt over het edelhert gemeld:

Edelherten en andere, in de Oostvaardersplassen levende grote zoogdieren worden niet bejaagd, waarmee de populaties zich aldaar op natuurlijke wijze zullen kunnen aanpassen aan het beschikbare voedsel. Dit mechanisme is overigens de basis van alle ecosystemen, om het even of er wel of geen grote predatoren als wolven voorkomen. Er wordt bovendien vaak ten onrechte gedacht dat dit proces aan schaal gebonden is. Het principe dat de primaire productie, het totaal van in het leefgebied groeiende voor de soort geschikte voedselplanten, bepalend is voor de draagkracht en dus het aantal voorkomende herbivoren, is in beginsel niet anders werkzaam in grote dan in kleinere gebieden.

Tot zover Wikipedia.



Het lijkt meer zekerheid en minder dierenleed op te leveren als Nederland haast maakt met de aanleg van de Ecologische HoofdStructuur (EHS). Het doel van de aanleg van de EHS is ook om deze structuur te laten aansluiten op ecologische verbindingszones in het buitenland. Een ecoduct bij Hattem is belangrijk voor de beweging van met name edelherten richting Duitsland.
Via diezelfde EHS kunnen predatoren optrekken ons land in.
Het is ook voor andere dieren die regelmatig onze grens overtrekken een goed idee als zij dit kunnen doen via een ononderbroken EHS. Dit zou zelfs moeten gelden voor dieren die nu nog bejaagd worden omdat zij graven in oeverkanten.
Bij de aanleg van een aansluiting van de EHS naar Duitsland zou tegelijk ervoor moeten worden gezorgd dat de Nederlandse waterwegen zo worden ingericht dat er geen graafschade meer optreedt. Dat is ook mogelijk door watergangen zo in te richten dat er gegraven kan worden zonder gevaar voor overstroming of anderszins. Dit betekent dat we een deel van de landbouwgrond langs deze waterwegen teruggeven aan de natuur. Dat is bovendien voor het toerisme en de recreant aantrekkelijk.

Het heeft dus prioriteit om bij de aanleg van de EHS allereerst aansluiting te zoeken met EHS in het buitenland.

30 oktober 2008

Algemene Rekenkamer: Nederlands visserijbeleid is ondermaats

Algemene Rekenkamer: Nederlands visserijbeleid is ondermaats

Rekenkamer bevestigt pleidooi Partij voor de Dieren voor verdere vangstbeperkingen visserij


Persbericht PvdD Den Haag, 30 oktober 2008 – De Algemene Rekenkamer geeft een dikke onvoldoende aan het visserijbeleid van minister Verburg. De Partij voor de Dieren ziet in het vandaag verschenen rapport een bevestiging van het continu falen van de minister om de visserij te verduurzamen, de handhaving te verbeteren en de mariene natuur te beschermen. Inmiddels is bijna 90% van de visbestanden overbevist. De Partij voor de Dieren heeft hier in Kamerdebatten bij voortduring op gewezen en pleit voor strenge vangstbeperkingen en bescherming van zeegebieden voor visserij. De minister heeft deze kritiek van de Partij voor de Dieren steeds afgedaan als verschil van mening, maar nu liggen de harde feiten op tafel.

De conclusies van het rapport zijn duidelijk: het Nederlands visserijbeleid is vanuit ecologisch oogpunt onvoldoende streng om de ambities voor bescherming van de visstand en biodiversiteit te kunnen waarmaken. Economische belangen voor de korte termijn hebben voortdurend de overhand. Dat heeft geleid tot overbevissing en aantasting van de ecosystemen in de Noordzee. Zo bevinden tong en kabeljauw zich al jaren in de gevarenzone en hebben sleepnetten de zeebodem veranderd in een surrealistisch maanlandschap. De vangstquota zijn gemiddeld 42% tot 57% hoger dan verantwoord is. En meer dan de helft van alle gevangen vis wordt dood overboord gegooid, omdat ze ondermaats zijn of op zee worden vervangen door vis van betere kwaliteit (‘high grading’).

Esther Ouwehand: “De Rekenkamer wijst wederom op gebrek aan maatregelen en concrete doelstellingen in de duurzaamheidbeloftes van dit kabinet. Gerda Verburg staat nog altijd aan het roer van een visserij-ministerie waar de natuur keer op keer het onderspit delft”. De Partij voor de Dieren vindt dat de minister haar internationale verplichtingen moet nakomen. Hierbij heeft zij beloofd te zorgen voor een netwerk van beschermde gebieden op zee. Er moet een einde komen aan het overboord gooien van commercieel niet-aantrekkelijke vis, door vissers te verplichten alle gevangen vis aan wal te brengen. Een drastische verlaging van de visquota is onafwendbaar.

Saillante constatering van de Rekenkamer was dat “vissers op vrijwel alle terreinen van de zeevisserij geneigd zijn de regels te overtreden”. De huidige controle en handhaving is volgens de Rekenkamer ondermaats en voldoet niet aan de Europese regels.

De minister probeert zich in een reactie op het Rekenkamerrapport te onttrekken aan haar verantwoordelijkheden, door te stellen dat er geen sprake zou zijn van een Nederlands visserijbeleid. De Partij voor de Dieren vindt dat een beschamende vertoning. Esther Ouwehand: “Nederland is als één van de vijf grootste vislanden binnen de EU een grote speler en als EU-lidstaat zijn we medeverantwoordelijk voor het Europees beleid. De minister zit iedere maand in Brussel om voor Nederland de hoogst mogelijke vangstquota binnen te slepen. Ze kan wel degelijk zelf beslissen of we aankoersen op duurzaamheid, of vernietiging.”

De Partij voor de Dieren zal in de visserijdebatten pleiten voor een warme sanering van de visserijsector. Ook de Rekenkamer vindt dat de minister de optimale omvang van de vloot moet bepalen om zo meer zekerheid te bieden aan vissers en hun toekomst.

22 augustus 2007

Helpt prijsverhogen varkensvlees duurzaamheid?

Milieudefensie is met idee gekomen om de Nederlandse consument 85 cent extra voor een kilo varkensvlees te laten betalen. De opbrengst zou geïnvesteerd worden in de ondersteuning van ecologisch verantwoord en diervriendelijk geproduceerd vlees.
De Nederlandse varkenshouder produceert voor het buitenland (70%-80% wordt geëxporteerd). Zou de buitenlandse consument niet extra hoeven te betalen, dan komt er in ons land geen varkenshouder minder, maar zullen ze door schaalvergroting dmv varkensflats de buitenlandse markt met goedkoop en dieronvriendelijk geproduceerd vlees blijven bestoken. Misschien dat het van Brussel mag dat je de Nederlandse consument dwingt meer te betalen, maar zou er geen storm van protest opsteken als de consument ziet dat de maatregel in eigen land niet helpt om de varkensveestapel te verkleinen?
Is dat niet typisch Nederlands om de producent geen strobreed in de weg te leggen en de lasten van de bezwaren van de intensieve veehouderij af te wentelen op een groep dat het probleem niet heeft gecreëerd?

Leeswijzer


Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom.
Klik hier voor de laatste bijdragen op dit blog
.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.
Kijk op ook Facebook voor onze reactie op de actualiteit.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.