Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.
Posts tonen met het label geld verdienen. Alle posts tonen
Posts tonen met het label geld verdienen. Alle posts tonen

13 januari 2009

Vertel de mensen dat de voedselzekerheid in het geding is

Gert Jan Oplaat is politicus en pluimveehouder. Hij mag graag provoceren en is (vanwege zijn botheid?) soms mikpunt van dierenactivisten. Oplaat ziet de toekomst van de agrosector hoopvol in. Om de business een steun in de goede financiële richting te geven, sluit hij in een colum (let op de spelfout) op de site van de Nederlandse Vakbond Pluimveehouders aan bij de desinformatie die de sector gewend is in de media rond te strooien.

Oplaat:

Dus beste landbouworganisaties, regering en andere verantwoordelijken vertel de mensen dat de voedselzekerheid in het geding is als we niet snel meer ruimte gaan geven aan onze agrarische ondernemers.

In het Parool: de winkelprijzen van diverse levensmiddelen dalen. Goede oogsten, overproductie en de economische malaise zorgen voor verlichting in de portemonnee.

De winkelprijzen van onder andere melk, boter, yoghurt, ijs, aardappelen, olijfolie, fruit en vruchtensappen zijn in december gedaald.

10 december 2008

Minister Verburg zoekt naar een eenzijdig deel van de oplossing

In een persbericht op 09-12-2008 vraagt minister Verburg vraagt mensen via zogenaamde Kenniskamers om mee te denken over slimme oplossingen. "Ik heb het bedrijfsleven en de maatschappelijke organisaties hard nodig om kennis te ontwikkelen en deze op een goede manier in te zetten. Zo kan Nederland een van de belangrijkste landbouwproducenten ter wereld blijven en de vernieuwende kracht van onze agrarische sector op hoog niveau houden", aldus minister Verburg bij de instelling van de Kenniskamers.

Het is duidelijk dat het de minister gaat om het economisch veiligstellen van de agrobusiness. Dat is op zich haar goed recht, maar de beperkte doelstelling van de minister is niet per se in het belang van de Nederlandse burger. Vraagstelling is bijvoorbeeld: “hoe zorgen we voor voedselzekerheid en een duurzame voedselproductie? Of hoe gaan we in Nederland om met de schaarse ruimte”?

In Nederland wordt ongeveer 60 procent van het landoppervlak gebruikt voor de landbouw. Dat is het dubbele wat ons land nodig heeft voor voedselzekerheid. De meeste producten uit de landbouw worden geëxporteerd. Voor vee kun je zelfs stellen dat 2 op de 3 landbouwdieren gemist kunnen worden en is er toch genoeg vlees en zuivel voor de eigen voedselvoorziening. Het land deels teruggeven aan de natuur en zo de schaarse ruimte aantrekkelijk te maken voor mens en dier is dan ook zeker een optie. Al jaren vindt er op het platteland een gevecht plaats tussen overheid en boeren in de inrichting van de Ecologische HoofdStructuur. Boeren weigeren om vrijwillig land af te staan voor natuurontwikkeling omdat zij meer kunnen geld verdienen door het land te gebruiken voor eigen doeleinden.
Muskusratten en beverratten moeten worden bestreden omdat zij gaten graven in de kant van sloten en kanalen. Zouden de oeverwallen in ons land afgevlakt worden door een stuk van de landbouwgrond terug te geven aan de natuur dan dient een dergelijke simpele ingreep vele andere belangen. Er kan meer water worden opgevangen bij wateroverlast. Dieren hoeven niet meer onnodig worden gedood en er is ruimte voor biodiversiteit op de schuine oeverwallen. Recreanten kunnen genieten van het landschap en insecten als bijen kunnen voldoende gentechvrij voedsel vinden om zich te handhaven. Al met al zou dit een veel natuurlijker balans in het landschap maken.

Minister Verburg heeft echter andere redenen om de mensen mee te laten denken: “de inbreng en de adviezen van de deelnemers gebruik ik voor het aansturen van onderzoeks- en innovatieprogramma's". En daarmee maakt zij zichtbaar dat haar invulling van duurzaamheid niet gericht is op ecologische balans die uiteindelijk een gezonde samenleving oplevert, maar dat zij gericht is om een deel van de economische samenleving aan het werk te houden.
Mensen aan het werk houden is niet zo veel mis mee, maar de mensen zouden beter kunnen werken aan en meedenken over een ecologisch gebalanceerde samenleving.

18 november 2008

Prestatiedruk zorgt voor levensgevaarlijk antibioticagebruik

Morgen, op de Europese Antibioticadag, start een publiekscampagne over het gebruik van antibiotica. De reden hiervoor is de toenemende antibioticaresistentie in veel Europese landen. Hoewel het antibioticagebruik in de geneeskunde (niet te verwarren met de bio-industrie) in Nederland laag is, bestaat ook hier het risico van resistentie-ontwikkeling.

In de Stentor vandaag een alarmerend bericht met als titel Overmatig gebruik antibiotica doet 'superbacterie' ontstaan.

Daaruit het volgende citaat.

Waar ziekenhuisartsen zeer terughoudend zijn bij antibioticakuren, wordt bij boerenbedrijven nog altijd kwistig gestrooid met penicillines, tetracyclines, sulfonamiden en andere middelen.

"Een hele, hele grote zorg", noemt Roel Coutinho van het RIVM de ontwikkeling. De directeur Centrum Infectieziektebestrijding luidde drie jaar geleden al de noodklok, toen enkele varkensboeren de multiresistente MRSA-bacterie bij zich droegen. Daarmee was voor het eerst vastgesteld dat de ziekteverwekker van varkens overgedragen kon worden op de mens. Deskundigen noemen de grote prestatiedruk als verklaring voor de antibioticaverslaving van veehouders.

Om rendabel te draaien, fokken zij hun biggen en kuikens in korte tijd op tot volwassenheid en zwepen ze melkkoeien op tot telkens hogere zuivelproductie. Het gevolg is dat dieren eerder vatbaar zijn voor ziekten, waardoor boeren weer steeds sneller naar de pillenpot grijpen.

Dierenarts Henk-Jan Ormel weet precies hoe het er aan toe gaat. Een stel hoestende varkens in een tochtige, koude stal? Geef ze een stevige antibioticakuur en ze zijn er zo weer bovenop. Helpt het niet, probeer je gewoon een ander middel. "Als een dierenarts weigert, is er altijd wel een ander die de medicijnen wel wil voorschrijven", zegt Ormel, tevens Tweede Kamerlid voor het CDA.

Al is het alleen maar omdat er voor de dierenartsen flink aan te verdienen valt. "Bovendien voelen artsen zich onder druk gezet. Als jij een paar grote veebedrijven tot je clientèle hebt, wil je die graag behouden".

Tot zover de Stentor.

Het artikel is opmerkelijk omdat het duidelijk de belangen van de betrokkenen schetst. Het gaat de boer en de dierenarts om met zoveel mogelijk dieren zoveel mogelijk geld te verdienen met zo min mogelijk moeite.
Deze wens is menselijk, maar levensgevaarlijk. Het is aan de politiek om paal en perk te stellen aan de neiging om ons land, milieu en de dieren te gebruiken als productieplatform ten koste van andermans belastinggeld, onze gezondheid en leefbaarheid voor mens en dier.

09 oktober 2008

Niemand is de nertsenhouderij wat verschuldigd

Tweede Kamerlid Ernst Cramer van de ChristenUnie nodigde vandaag de initiatiefnemers voor een verbod van de nertsenhouderij, SP-Kamerlid Krista van Velzen en haar PvdA-college Harm Evert Waalkens, uit om met een berekening van de kosten te komen.
Welnu, dat is simpel: een verbod van de nertsenhouderij hoeft de samenleving niets te kosten.
Wanneer de politici in de Tweede Kamer hun ruggengraat recht houden en de verantwoordelijkheid durven te nemen dat bepaald gebruik van dieren over een ethische grens gaat en dat iedereen die dit doet een verbod kan worden opgelegd met onmiddellijke ingang en zonder recht op schadevergoeding is dat onrecht meteen gratis teniet gedaan.
Een dief of fraudeur krijgt ook geen vergoeding voor inkomstenderving.
Een dergelijk verbod zal ogenblikkelijk leiden tot de vraag of dit consequent is en of andere zaken vergelijkbaar zijn en ook zouden moeten worden verboden. Deze vraag is terecht en zal ook door de Tweede Kamer moeten worden besproken, net zo lang wanneer alle situaties waarin dieren ten onrechte gebruikt worden zijn behandeld. Op de lange duur zal ook het eten van vlees ter sprake moeten komen. Uiteraard kan de vleeseter in dat proces worden voorgehouden dat er diervriendelijke en smakelijke alternatieven voor vlees zijn en de gelegenheid mogen krijgen om daar kennis van te nemen.

Zo simpel is het en zou simpel zou het moeten worden aangepakt. Niemand zou onbeperkt het recht op eigendom van een dier mogen claimen. Dat is de zorgplicht van de overheid, wat inhoudt dat zij verbeurend optreedt wanneer een eigenaar van een dier handelingen verricht die een dier onnodig dierenleed bezorgt. Bontjassen van echt bont die niet te onderscheiden zijn van nepbont zijn onnodig en ethisch onverantwoord.

29 september 2008

Overbemesting vooral goed voor beurs akkerbouwers

De Nederlandse akkerbouwers luidden vandaag bij kabinet en tweede kamer (29 september 2008) de noodklok. Zij zeggen dat door het mestbeleid van de overheid de bodem verarmt. Daarom eisen ze dat er meer mest moet kunnen worden gestrooid.
Maar de akkerbouwers maken zich geen zorgen over de bodem. Ze denken vooral aan hun portemonnee die een forse tik krijgt als het mestbeleid wordt aangescherpt.

Dat zit zo: De akkerbouwers zeggen dat de bodem verarmt en dat zorgt er weer voor dat de planten onvoldoende voedsel krijgen en dus niet goed genoeg kunnen groeien.

Dat heeft volgens de boeren twee gevolgen.

In de eerste plaats is door de verarmde grond een rendabele teelt van gewassen straks niet meer mogelijk.
Dat is niet goed voor de akkerbouwers.

Ten tweede kunnen planten door de verarmde bodem niet sterk genoeg worden, en daarom moet er straks meer gif worden gespoten om de planten te beschermen tegen ziekte en plagen.
Dat is niet goed voor het milieu.

Aan deze beweringen ligt overigens geen enkel onderzoek ten grondslag. De beweringen van de akkerbouwers zijn gebaseerd op de ervaringen (geen metingen, geen cijfers) van bemestingsdeskundigen van CZAV en DLV Plant.

CZAV is een agrarische coöperatie voor Zuidwest Nederland. DLV Plant is een onderdeel van DLV, de verzelfstandigde voormalige Landbouw Voorlichtingsdienst van het ministerie van landbouw. Dit bedrijf werkt vooral voor organisaties die de belangen van boeren en tuinders behartigen.

De Nederlandse bodem, en met name die waarop de akkerbouwers hun brood verdienen, wordt op grote schaal gebruikt om mestoverschotten van de uit haar krachten gegroeide veehouderij te dumpen.

Dat dumpen is door de Europese Unie aan banden gelegd, maar in 2005 vond de EU het toch goed dat voor een periode van vier jaar in Nederland 50% meer mest mocht worden gedumpt dan elders in Europa. Dat heet derogatie.

Die derogatie loopt volgend jaar af, en de kamer debatteert donderdag over de vraag of er weer een nieuwe aanvraag voor derogatie de deur uit moet.

De akkerbouwers vinden van wel. Echter niet omdat de bodem verarmt, maar omdat de huidige derogatie vooral een aardige bijverdienste is voor de akkerbouwers.

Varkenshouders, melkveehouders en kippenboeren hebben zoveel dieren en in vergelijking daarmee zo weinig land dat ze door de mestnormen op eigen grond de mest niet kwijt kunnen.
Voor het overschot kloppen ze aan bij de akkerbouwers. Het gaat daarbij intussen om zulke hoeveelheden dat de akkerbouwers kunnen kiezen wie ze als mestleverancier nemen.

Zo is een mestmarkt ontstaan waarbij de akkerbouwer niet betaalt om de mest te kunnen krijgen, maar de veehouder betaalt om het bij de akkerbouwer kwijt te kunnen.

Daarbij gaat het om bedragen van rond de €10 per kubieke meter mest.

Onder de derogatie mag er 45 kubieke meter drijfmest per hectare worden uitgereden. Dat is dus een inkomstenbron van €450 per hectare, plus een besparing op het aankopen van kunstmest. Een akkerbouwer met 50 hectare land kan op die manier 2250 kubiek meter mest op zijn land kwijt, en dat brengt €22.500 in het laadje.

Als de derogatie niet wordt verlengd, mag er niet meer 45 kubieke meter maar nog maar 30 kubieke meter drijfmest per hectare worden uitgereden. Dat levert bij een prijs van €10 per kuub mest €300 per hectare op.
Voor een gemiddelde akkerbouwer met 50 hectare betekent het niet verlengen van de derogatie een inkomstenderving van €7.500 per jaar. (€15.000 in plaats van €22.500).

Daar gaat het luiden van de noodklok door de akkerbouwers om. Niet om de verarming van de bodem en de zogenaamde noodzaak om meer gif te spuiten.

25 augustus 2006

Mishandelen veehandelaren dieren?

Niet vaker dan incidenteel, volgens eigen zeggen.
Veehandelaren hebben weinig compassie met dieren. Voordat zij de dieren kochten, kenden zij de dieren niet, laat staan dat zij er een band mee hebben. Een handelaar is slechts kort in contact met een dier. Hij levert het dier zo snel mogelijk weer af bij een koper. Daar kan soms een lange en onaangename reis tussen zitten. De hoogste biedende, waar ook ter wereld, is spekkoper.

Vaak komen dieren op de markt omdat de veehouder er vanaf wil. Het dier is ziek en de boer hoopt er nog wat geld aan over te houden. Ernstig zieke of wrakke mogen niet op een veemarkt worden aangevoerd, maar waar ligt de grens?
Veehandelaren hebben dan ook wel eens te maken met dieren te vanwege fysieke zwakte niet snel genoeg reageren op de wens van de handelaren. Tijd is geld. Wie niet luisteren wil, moet maar voelen.

Het gevaar van te veel focussen op incidenten op de veemarkt is dat iets minder erge vormen van dierenmishandeling die op grotere schaal in de bio-industrie plaatsvinden over het hoofd worden gezien.
Schoppen, slaan en (elektrisch) prikken op gevoelige plaatsen van dieren is duidelijk dierenmishandeling, maar het onthouden van natuurlijke omstandigheden aan dieren is dat ook. Maar dat laatste wordt door veel minder mensen als dierenmishandeling onderkent. Vaak is dat het gevolg van menselijke projectie. Wij mensen kunnen mentaal niet natuurlijke omstandigheden gemakkelijk verdragen omdat wij weten dat het later anders kan of zal zijn. Dieren kunnen niet of nauwelijks vooruitzien. Ze hebben ook geen invloed op hun omstandigheden.
Doordat de dieren in de bio-industrie gebruikt worden om op de internationale markt verkocht te worden na de slacht of door gebruik van hun producten moet de kostprijs hiervan zo laag mogelijk worden gehouden. Zo niet, dan kan de handelaar niet concurreren met zijn buitenlandse collega’s of kan het economisch niet uit om het vlees of de zuivel te transporteren naar de buitenlandse markt.
Dit laag houden van de kostprijs resulteert in onnatuurlijke levenomstandigheden voor het vee. En die vorm van mishandeling is niet direct zichtbaar.

Voor wie wil weten hoe het achter de schermen toegaat van de bio-industrie, klik hier.

Leeswijzer


Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom.
Klik hier voor de laatste bijdragen op dit blog
.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.
Kijk op ook Facebook voor onze reactie op de actualiteit.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.