Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.
Posts tonen met het label vrijheid. Alle posts tonen
Posts tonen met het label vrijheid. Alle posts tonen

09 juli 2022

Een sociaal contract nu ook met de natuur

Tussen burgers en de staat bestaat een virtueel sociaal contract. Het is niet letterlijk getekend maar we worden wel geacht ons daaraan te houden zodat we in vrede en constructief kunnen samenleven.
We spraken af dat het in ieders belang is om een centrale gezagsinstantie in te voeren die toeziet op de openbare orde. Het sociaal contract riep dus de staat in het leven en maakt losse individuen tot burgers met een gezamenlijk belang. Zij komen overeen dat ze allemaal iets van hun vrijheid inleveren. Ze moeten zich houden aan regels en wetten. In ruil daarvoor krijgen ze bescherming van de staat. Die moet vooral zorgen voor vrede en veiligheid’.

Het leger en de politie kregen de monopolie op het gebruik van geweld om de orde te handhaven. In ruil daarvoor worden zij streng gecontroleerd bij het toepassen daarvan. Uiteraard is dit mensenwerk en kan er wantrouwen ontstaan bij het controleren en toezicht houden daarvan.
Bij de globale protesten is een nieuw machtsmiddel geïntroduceerd: het grote voertuig in de vorm van trucks en tractoren. De overheid kan dit machtsmiddel verbieden of met nog grotere machtsmiddelen in bedwang houden, maar vreest escalatie. De publieke opinie werkt naast blokkades met de voertuigen daarbij verlammend. Wanneer het publiek zich dreigt af te keren van het sociale contract, dat de staat mag bepalen hoe de orde wordt gehandhaafd en de politiek bang is om kiezers te verliezen, is ook de overheid vleugellam.

Welke machten en krachten spelen er? Alle partijen in ons land zullen zich moeten afvragen wat hun rol is in de beïnvloeding van de publieke opinie. De redacties van tv-programma over het nieuws (NOS, Eenvandaag, OP1, RTL-nieuws, etc.) hebben in hun keuze van items, manier van verslaggeving en uitnodiging van gasten grote invloed op de vorming van opinie. Beleidsmakers als politici en ambtenaren hebben ook de taak om hun beleid te onderbouwen en uit te leggen.
De opsomming van de taken en verantwoordelijkheid van alle partijen die invloed hebben op de dynamiek in de samenleving kan nog veel langer doorgaan. Uiteindelijk is het van belang om te beseffen dat de dynamiek niet echt valt vast te leggen en dat deze onmacht meer een goede zaak is dan iets om te willen domineren. Grote bedrijven beseffen dit al eeuwen en gebruiken hun geld (steekpenningen) om pulsgewijs bij te sturen via marketing en steun aan verzetsgroepen en lobbygroepen. De werking van het kapitalistische marktsysteem lijkt daarmee slechts in handen te liggen van de grote bedrijven. Money rules.

Al een aantal jaren lijken veel burgers de hakken in het zand te hebben gezet en zich te hebben voorgenomen om zich niet meer van de wijs te laten brengen. Dat leidt tot ergernis over en weer bij het uitwisselen van informatie over standpunten. Geen enkel argument lijkt meer indruk te maken; er wordt slechts gezocht naar onderbouwing van het eigen gelijk. Simpelweg is daarmee het dilemma ontstaan dat iedereen zich weliswaar bewust is geworden van de principiële oncontroleerbaarheid van het leven en van de samenleving maar ook wenst om star vast te houden aan de eigen mening. Er wordt gezocht naar individuen die snode plannen lijken te hebben om de wereldbevolking weer in het gareel te krijgen. Vooral de uitlatingen en het gedrag van rijk geworden ondernemers worden daarbij met extreem veel wantrouwen bekeken. Immers zij hebben bewezen het spel te kunnen spelen en hebben er belang bij om hun positie te handhaven.

Hoe ontstond er extra en contraproductieve beweging in de publieke opinie? In een samenleving waarin iedereen gelijk heeft kan niemand dat gelijk van iedereen krijgen. Gelijk hebben en gelijk krijgen is dus niet meer genoeg. Er zal opnieuw aandacht besteed moeten worden aan de redenen waarom we het impliciete sociale contract dat we ooit zijn aangegaan. We hebben een samenleving opgebouwd waarin de deelnemers gelijke rechten hebben gekregen en de uitwerking daarvan is gebaseerd op de principes van de Franse Revolutie: vrijheid, gelijkheid en broederschap. Je kunt liefde in persoonlijke relaties niet afdwingen, laat staan tussen mensen die elkaar niet kennen, daarom is broederschap min of meer open gelaten. Solidariteit wordt tegenwoordig minder gevoeld omdat macht direct en indirect te vaak wordt misbruikt en vaak in de media aan de kaak is gesteld. Inflatie bijvoorbeeld loopt op en geen overheid of instantie op welk niveau dan ook kan dit fenomeen met simpele ingrepen onder de duim krijgen. Gevolg is onzekerheid en gevoelens van basale onveiligheid.

Wanneer we ons beperken tot Europa dan moeten we constateren dat we de wetgeving en de uitvoering en handhaving daarvan hebben overgedragen aan samenwerkingsverbanden als de EU en de NAVO. De invloed van het individu op ontwikkelingen in eigen land is daarmee nog kleiner geworden, terwijl er door de technologie (Internet en sociale media) bubbels zijn ontstaan om voldoende medestanders te vinden die het ongenoegen over onzekerheden lijken te delen. De dynamiek van de samenleving heeft het individuele niveau nog meer ontstegen. In plaats van ons daarbij neer te leggen en ons constructief in te zetten, verlangen en zoeken we naar tekenen van verzet door groepen en individuen die effectief lijken te blijven strijden voor hun vrijheid. Grote groepen burgers verklaren zich solidair met die strijders zonder zich af te vragen of zij daarmee niet juist de kwaal verergeren en of de strijders wel helden zijn die strijden voor een goede zaak. Worden de problemen opgelost of verergerd?
Zoals gesteld is broederschap tussen volkeren altijd open gelaten. Er is wel gewerkt naar overdracht van macht naar landen overstijgende verbanden. Krijgen we als burgers weer vertrouwen in de integriteit van die verbanden en in grote bedrijven? Het antwoord is hetzelfde als hiervoor bij het vertrouwen in het sociale contract binnen het eigen land: nee, niet sluitend, open.

Een sociaal contract tussen wereldburgers is in principe geen ander contract dan met burgers uit eigen land. Het vraagt een bewust zijn van evenwaardigheid. Evenwaardigheid niet alleen tussen alle mensen levend op aarde, maar ook met de natuur die uiteindelijk bepaalt of de levensomstandigheden overleven toelaat. Moeten we daarvoor de natuur domineren of betrekken in ons sociaal contract? Wanneer we de principes van de Franse revolutie toepassen op onze omgang met de natuur weten we wat ons te doen staat: alle levende wezens zouden moeten kunnen leven in vrijheid. Ons mensen rest ons slechts om voorbij te kijken aan onze directe belangen. De uitvoering daarvan hoeven we elkaar niet op te leggen, we hoeven elkaar en onszelf bij het vormen van opinie slechts te herinneren aan het principe: iets is goed wanneer het meer vrijheid oplevert dan er is ingeleverd.
Op alle niveaus: globaal, via landen en individuen tot aan elk levend wezen in de natuur.

24 mei 2022

Is het toekennen van rechten aan dieren bedenkelijk?

Denker des Vaderlands Paul van Tongeren acht het toekennen van rechten aan dieren een bedenkelijke ontwikkeling. Uit een interview in Trouw (24 mei 2022).

Waarom?
“Ten eerste is het niet nodig. Als je door het bos loopt en je zoontje maait met een stok planten om, dan zeg je: ‘Waarom doe je dat? Je maakt alles kapot. Het was toch mooi?’ Als ouder doe ik geen beroep op de rechten van planten of dieren, maar op de waarde van zorgvuldigheid die je voelbaar maakt. Ik vind het ten tweede riskant om rechten erbij te halen. Je suggereert dan dat je alleen iets doet omdat het móet. Je kunt beter een beroep doen op het mooier maken van het leven dan het doden van plant of dier voor te stellen als een inbreuk op rechten. Voor morele vorming is dat laatste kwalijk.
“Ten slotte, verboden doen wat apostel Paulus over de zonde leerde: ze lokken de overtreding uit. Dat is contraproductief. Het is veel effectiever om positief uit te nodigen tot zorgvuldig en respectvol omgaan met dieren en planten. Veel beter ook dan, zoals sommigen doen, met wetenschappelijk onderzoek te argumenteren dat die rechten hebben. Dat hebben we niet nodig. Je hoeft alleen maar naar een dier te kijken om te zien dat je er respectvol mee moet omgaan en het niet moet instrumentaliseren.
Tot zover het interview.

Paul van Tongeren zegt in het interview geen zaken die niet kloppen.  Het inderdaad belangrijk dat we respectvol met dieren omgaan en hen niet als ding moeten behandelen door ze te instrumentaliseren.
Het wezen van respect is tegelijk betrokken zijn en vrij te laten. Dierenrechten zouden in de grondwet moeten worden vastgelegd omdat dierenbescherming in de praktijk te veel gericht is op het minimaliseren van pijn en ongemak en omdat het wezen van het hebben van rechten vrijwel altijd over het hoofd wordt gezien. Ook voor dieren zou het een grondrecht moeten zijn om vrij te leven in een natuurlijke omgeving. Die omgeving wordt door het de groei van de mensheid en de groeiende globale problemen zoals klimaatopwarming steeds kleiner. We kunnen voor alle dieren ter wereld, of zij nu gegeten worden of niet, het bewustzijn kunnen ontwikkelen dat ze op één punt wel allemaal gelijk zijn aan mensen en elkaar, namelijk in het recht op vrijheid.


Verder lezen over de reden dat dieren wel rechten hebben?
https://animalfreedom.org/paginas/opinie/dierrechtnodig.html
 

18 mei 2022

Waarom hebben dieren nog geen rechten?

Dierenrechten zijn nog steeds niet goed geregeld in de wet. Dieren worden wettelijk beschouwd als waren het dingen. Hoe kan dat?
Er zijn veel dierenactivisten die actie voeren om dierenleed te bestrijden. Zij doen dat vooral vanuit emotie: ze vinden het verkeerd dat dieren lijden. Dat is sympathiek, maar het draagt nauwelijks bij aan het aanpassen van de wet. Hoogstens zijn beleidsmakers bereid te verwoorden dat niemand een dier onnodig leed mag aandoen. Daar is gemakkelijk consensus in te bereiken.
Mensen zijn onderling verschillend, maar er is overeenstemming over hoe ze wettelijk moeten worden behandeld. In de wet voor mensenrechten is een belangrijk principe verwerkt, namelijk dat mensen voor de wet gelijk zijn en dat vrijheden zo min mogelijk mogen worden aangetast. Maar zeer weinig mensen zijn bereid te kijken of dit ook voor dieren zou kunnen gelden.
Voor dieren en mensen is het denkbaar dat zij in de grondwet gelijke rechten hebben. Maar dan moet wel correct verwoord worden op welke basis die gelijke rechten kunnen worden toegekend. Die gelijke basis is het recht op vrijheid. Ook voor dieren is wettelijk vast te leggen dat alle dieren recht hebben op een leven in natuurlijke vrijheid. Willen we dat principe vastleggen in de wet dan moeten we daarvoor de compassie over dierenleed verschuiven van het zichtbare leed dat dieren kan worden aangedaan naar de wens van elk levend wezen om vrij te leven in zijn/haar natuurlijke habitat. Die habitat beschermen en verbinden dat zou ons streven moeten zijn in de inrichting van de samenleving en het landschap. Op het recht om vrij te leven kunnen we iedereen aanspreken. Dan kan ook de intensieve veehouderij eindelijk worden beëindigd, want de veehouder kan nu nog het opsluiten van dieren verdedigen met het argument dat hij leed probeert te voorkomen. Daar komt hij ten onrechte mee weg.

Door de ontwikkeling van vleesvervangers op plantaardige basis zal het stap voor stap gemakkelijker voor de consument worden om de noodzaak om dieren te houden voor voedsel los te laten. En daarmee zal ook de bereidheid groeien om niet alleen dierenleed te voorkomen, maar zelfs de levens van dieren te sparen.

21 december 2021

Het helen van psychologische onrust ontstaan in de oudheid

Jeremy Griffith is een bioloog die een psychologische verklaring heeft voor een huidige staat van onrust. Griffith ziet zijn theorie als redding voor de mensheid. 

Jeremy Griffith betoogt dat we ooit in de kindertijd van de mensheid leefden in een matriarchale periode. Liefde stond centraal evenals empathie, saamhorigheid en verbondenheid. Dit was nodig om te overleven. De mens is in diepste wezen goed maar dit zijn we kwijtgeraakt toen onze bewuste geest zich meer ging ontwikkelen en via nadenken onze onbewuste geest ging programmeren. Zo ontstond afscheiding, ongelijkheid, verdedigen van eigendommen en eigenbelang. De man werd sterker dan de vrouw en er ontstonden gevechten en oorlogen. De patriarchale periode volgde die al eeuwen onderbouwd worden door religies en vooroordelen (condities).

Griffith hoopt dat het inzicht, dat de zin van het bestaan niet is dat we gedwongen zijn om onze genen voort te planten, bevrijdend zal werken. Zijn verklaring zou aan kracht winnen wanneer hij onze manier van voeden had betrokken in zijn analyse. Het zou bevrijdend werken voor alle levende wezens op aarde, temeer wanneer we evenwaardigheid betrekken in zijn aanbeveling.

Het voorgaande ietwat herschreven en aangevuld geeft een completer beeld.

In de kindertijd van de mensheid leefden we in een matriarchale periode en in een jagers- en verzamelaars samenleving. Liefde stond centraal evenals empathie, saamhorigheid en verbondenheid. Voedsel werd gedeeld, niet verkocht. Dit was nodig om te overleven. De mens is in diepste wezen goed maar dit zijn we kwijtgeraakt toen onze bewuste geest zich meer ging ontwikkelen en via nadenken onze onbewuste geest ging programmeren. We kwamen op het idee om de natuur naar onze hand te zetten en dieren als huisdier en vee te houden. Door de verschuiving van jagen naar veehouderij en van verzamelen naar landbouw ontstond afscheiding, ongelijkheid, verdedigen van eigendommen en eigenbelang. Er ontstond handel. De man werd sterker dan de vrouw en er ontstonden gevechten en oorlogen. De mens beschouwde zichzelf als top van een voedselpiramide en de man als hoofd van het gezin. De patriarchale periode volgde die al eeuwen onderbouwd worden door religies en vooroordelen (condities).

Tot zover een samenvatting van een lang betoog door Griffith, dat gratis te lezen is in een pdf te downloaden van het Internet. Wat nu volgt is niet zijn theorie, maar een uitstapje naar dierenrechten.

Wat de kern is van beide analyses en teksten is de kijk op ongelijkheid tussen mensen onderling en tussen mens en dier als verklaring voor speciësisme. Het opheffen van ons vooroordeel, dat we meer zijn dan een ander en daarmee onze verbinding met het geheel zijn verloren, zal moeten gaan via het inzicht dat we allemaal (mens en dier) intrinsiek evenwaardig zijn in ons recht op vrijheid. Dit inzicht heeft gevolgen voor wat we eten en hoe we de aarde inrichten als plaats waar iedereen kan leven naar zijn eigen aard. Het vraagt om een voortdurend zoeken naar ecologische, economische en psychologische balans en een individuele en collectieve motivatie om niet meer gericht te zijn op het verdienen van geld alleen, maar onze inspanning en energie te richten op het gemeenschappelijke belang om samen te werken.

Jeremy Griffith betrekt in zijn zeer omvangrijke uitleg van wat hem tot zijn conclusies heeft geleid ook religieuze argumenten. Voor een onderbouwing van bovengenoemde aanvulling op de samenvatting lees ook Evolutie van het geloof in God


06 april 2020

Belangen van mens en dier evenwaardig wegen

Dit artikel is geschreven om de oproep om te stoppen met diergebruik inclusiever te onderbouwen. Er zijn in de loop van decennia genoeg redenen aangevoerd om meer rekening te houden met dieren, maar telkens leek een nieuwe crisis de vorige argumenten te overschaduwen.

Redelijk nieuw is het inzicht dat het produceren en eten van vlees door de CO2 uitstoot bijdraagt aan de opwarming van de aarde en daarmee aan verslechtering van de leefbaarheid van de aarde.
Recenter is de stikstofcrisis die activiteiten in de economie dreigde stil te leggen. Huizenbouw of handhaving van de veestapel? Veel verkeersbeweging op de weg en in de lucht levert naast de industrie NO2 die samen met de uitstoot van ammoniak NH3 uit de intensieve veehouderij neerslaat als fijnstof en bemesting van natuurgebieden, die daardoor van aard en samenstelling veranderen.
Fijnstof maakt ons ook vatbaarder voor infectieziekten omdat deze vervuiler het functioneren van onze longen aantast. 
De overproductie van de Nederlandse veehouderij, gericht op de export, wordt al decennia gehekeld door de milieubeweging omdat dat naast dierenleed samengaat met overbemesting en daarmee een last is voor de naaste omgeving en de draagkracht van de natuur. Deze inzichten hebben geleid tot strenge regelgeving, die nog weleens wordt aangescherpt zodat veehouders nooit zeker konden zijn van welke bedrijfsvoering een gezond verdienmodel zouden oproepen. Het leidde tot een samenspel van stoppende bedrijven in combinatie met groei in veestapel bij collega's.

De opkomst van vleesvangers gaat samen met het inzicht dat de mens beter minder vlees kan eten dan elke dag en liefst helemaal niet meer. Het is immers door de globalisering van de supermarkten kipsimpel om een diverse en gezonde maaltijd samen te stellen van internationale voedingsmiddelen die niet van dieren afkomstig zijn.

De ethische overweging of dieren eten wel mag is eigenlijk van alle tijden. Steeds meer komt deze overweging te staan in het licht van evenwaardigheid. Niet alleen mensen willen vrij zijn, ook dieren willen dat. Wat of wie zijn wij mensen (meer) dat wij vinden dat we dieren mogen gebruiken om op te eten? Is dat gebaseerd op religieuze gronden dat het dier door God aan de mens is gegeven om er over te heersen? Het hoeft geen nadere betoog dat we zo langzamerhand voldoende autonoom geacht worden om dat zelf te kunnen bepalen. Het is (wederom en tegelijkertijd altijd) tijd om al onze overtuigingen kritisch te bezien. Waar komen onze (belemmerende) overtuigingen vandaan en zijn ze wel geldig?
Het is ook niet nodig om dierziektes te mystificeren als wraak van de natuur en zo proberen het gedrag van mensen te beïnvloeden. We hoeven alleen dezelfde principes waarvan we willen dat andere mensen zich aan houden  toe te passen op onze omgang met dieren: "respecteer elkaars grenzen en vrijheid". Dat is wederkerig en evenwaardig.

Yin en yang mens en dier

Een vorm van evenwaardigheid is ook een eerlijke verdeling van het aardoppervlak in delen waar de natuur met rust gelaten wordt, waar we gaan wonen en welk deel we gebruiken voor voedsel te verbouwen. Wat eerlijk is, is ook een vraag naar balans en gezond delen. Ecoducten kunnen open voor alle dieren; levenskrachtig grote en verbonden natuurgebieden voor planten en dieren met een deel voor recreatie voor de mens.

Ook de juiste afstand houden met anderen zouden we door moeten trekken naar dieren. Dieren kunnen dan hun autonomie bewaren en gezonder soorteigen gedrag vertonen. Ook dieren vinden minstens anderhalve meter afstand prettig en zo voorkomt het ook besmetting van mens naar dier.

16 februari 2020

Weer een extra argument tegen het gebruik van dieren

Het aantal argumenten dat pleit voor het stoppen van diergebruik blijft maar toenemen. Waren er al de gezondheidsproblemen van overmatig vlees eten, de landschapspijn van groene woestijnen door Engels raaigras en het binnenhouden van vee, milieuproblemen door overbemesting, klimaatopwarming door CO2 uitstoot door veevoervervoersbewegingen en vleesproductie, natuurschade door ammoniakdepositie, het kappen van regenwouden voor de productie van veevoer en de export daarvan en zo nog wat meer nadelen van diergebruik. Door overmatig gebruik van antibiotica binnen de intensieve veehouderij raken virussen resistent waardoor zij niet meer zijn te bestrijden bij een menselijke uitbraak.

Culturen die het wat minder nauw nemen met hygiëne en dierenwelzijn zijn vaak ook de plaatsen waar grote ondernemingen hun industrie naartoe hebben verhuisd in verband met goedkope arbeidskrachten. Wanneer er in die productieplaatsen een dodelijke en zeer besmettelijke virusepidemie uitbreekt heeft dat globale gevolgen voor de economie. Dit effect hebben we nog niet eerder op deze schaal meegemaakt en ook dit pleit voor minder diergebruik.
Het is duidelijk dat de groep die financieel profiteert van diergebruik kleiner wordt en de groep die opdraait voor de gevolgen groter. Tijd voor een verandering in ons denken en ons gedrag.

Steeds meer lijkt het verstandig om als mensheid een andere weg te bewandelen voor onze voedselproductie. Een snellere transitie van het gebruik van dierlijk eiwit naar plantaardig eiwit is de oplossing voor vele problemen waar we als mensheid mee geconfronteerd worden. Ook het belang van dieren om een vrij leven te kunnen leiden in een natuurlijke omgeving zouden we daarmee kunnen dienen. Wanneer we bij de inrichting van niet bewoond land, waar ook ter wereld, een betere balans zouden aanhouden bij de belangen van de natuur en de kwaliteit van het leefklimaat wordt het in de wereld een leukere, gezondere en veiligere plaats om te wonen en te overleven.

Die bewustwording vraagt van ieder individu op aarde een simpele overweging: wat kan ik er beter van worden wanneer ik in mijn gedrag bijdraag aan de vrijheid van alles wat leeft? Wat kan ik doen en wat kan ik laten?

10 februari 2020

Vlees vervangen of dieren rechten geven?

Veel mensen die het dierenleed de wereld uit willen helpen, zoeken een weg via de erkenning van dierenrechten. Er komen dan drie vragen op: wat is de aard van dierenrechten, hoe moet dat worden geregeld en hoe moeten die rechten worden gehandhaafd?
Vaak wordt geredeneerd “dieren hebben gevoelens en kunnen lijden onder wat hen wordt aangedaan”. Andere redeneren “dieren lijken op mensen en moeten daarom gelijk worden behandeld”. Weer anderen gooien een tegenwerping op “wanneer dieren rechten krijgen moeten ze ook plichten krijgen”. Of komen met tandeloze argumenten “dieren hebben een intrinsieke waarde”. Enzovoort.

Wat helpt in het werkzaam maken van dierenrechten en het zoeken naar een antwoord is dat uiteindelijk mensen het recht moeten kunnen inzetten om andere mensen grenzen te stellen in hoe zij dieren behandelen. Het is duidelijk dat dierenleed ontstaat wanneer dieren pijn worden gedaan, bijvoorbeeld bij de jacht en bij dierproeven. Minder duidelijk is dat er dierenleed ontstaat wanneer dieren gehouden worden in afgesloten stallen. Het leed wat dan wordt berokkend is dan indirect: er wordt dieren iets onthouden wat wij mensen wel ervaren, namelijk vrijheid. Mensen ervaren bij vrijheid leuke en minder leuke zaken.

Toch is vrijheid het overstijgende begrip/concept dat de basis kan zijn van dierenrechten. In de veehouderij kennen we de 5 vrijheden van Brambell.
Dieren behoren te zijn:
1. vrij van dorst, honger en onjuiste voeding;
2. vrij van fysiek en thermaal ongerief;
3. vrij van pijn, verwonding en ziektes;
4. vrij van angst en chronische stress;
5. vrij om hun natuurlijke gedrag te vertonen

De meeste veeboeren kunnen de eerste vier vrijheden wel garanderen, maar de vijfde niet. Die zouden ze moeten invullen door de dieren toegang tot een weide of bosschage moeten geven.
De dieren die naar de slacht gaan zullen onderweg kortstondig nauwelijks vrij zijn van ongemakken en zeker in de laatste minuten in het slachthuis veel leed ervaren.
Ben je voorstander van het eten van vlees dan ben je geneigd om dat leed zoveel mogelijk te verdringen en hoogstens aandringen op goede overheidscontrole bij dierentransporten en in slachthuizen.
Ben je veganist en gebruik je helemaal niets van een dier, dan vul je het recht van dieren vooral in doordat er voor jouw voedsel geen dieren hoeven te worden gehouden en geslacht. De wereld functioneert tot nu toe vooral zo dat beide groepen naast elkaar leven. Veganisten en vegetariërs hopen dat mensen zich bewust worden van het leed dat dieren wordt aangedaan en dat zij daarom overgaan tot een levensstijl zonder gebruik van dieren.

Een technologische oplossing wordt ook gezocht door vlees deels te vervangen door of te mixen met plantaardig materiaal. Wanneer dat (globaal) zou doorzetten en we al het vlees plantaardig zouden maken dan wordt de gehele veehouderij overbodig en zullen er nauwelijks dieren meer gevangen worden gehouden in stallen.
Ondertussen wordt het gebied waarin dieren op aarde nog vrij leven steeds kleiner. Volgens het biodiversiteitsverdrag van de Verenigde Naties moet ieder land in 2020 17% van zijn landoppervlakte (inclusief water) reserveren als natuur. In Nederland is dat nu 13,3%. Een verdwijnen van de veehouderij in combinatie van herstel van leefruimte voor vrije dieren in de vrije natuur zou een win-win-situatie opleveren voor mens en dier en worden ook andere problemen zoals klimaatopwarming aangepakt.

17 oktober 2019

Actie is reactie

De Partij voor de Dieren is eind 2002 opgericht omdat dierenbeschermers een definitieve plek aan tafel van de bestuurders wilden hebben. In navolging van het succes dat de PvdD inmiddels heeft willen de boeren nu ook een partij oprichten en deelnemen aan de komende verkiezingen.
Weliswaar heeft de agrosector al decennia een stevige lobby-apparaat dat de gevestigde politieke partijen als CDA, CU, SGP en VVD influistert hoe te stemmen, maar men is niet langer zeker van een belegde boterham in de naaste toekomst.

Misschien wordt er zelfs -zo vrezen de boeren- wel een einde gemaakt in Nederland aan de landbouw. En die gedachte is zo gek nog niet, want waarom zou je planten laten groeien in de volle grond terwijl ze van alle kanten belaagd worden door insecten en loslopend wild? Liever een plantenflat dan een varkensflat, uiteraard niet gericht op de export. Het succes van de gewasbeschermingsmiddel is doorgeslagen: insectenpopulaties zijn 70% gekrompen met allerlei ongewenste gevolgen van dien. Voedsel kan veel milieuvriendelijk binnenskamers worden gekweekt. Planten maken geen misbaar wanneer ze in een kamer staan en er is ook nog nooit overwogen om een politieke partij op te richten om kas- en kamerplanten te beschermen.
De dieren in de veehouderij zijn al bijna allemaal naar binnen verbannen en leven in afgesloten stallen. De maatregelen die daarbij worden genomen om ziektes te voorkomen en mestoverlast te verkleinen werken niet goed en de trucjes en de drogredeneringen die worden verzonnen om dit te maskeren worden door steeds meer partijen doorzien.

Het gelijk van de PvdD kent haar evenknie in het gelijk van de boeren, met dat verschil dat een boer ook gelijk wil hebben wanneer de feiten anders laten zien. Ewald Engelen in de Groene over dubbelhartigheid van boeren: "Meten met twee maten: het botst met alle principes van rechtsstatelijkheid".

Boeren hebben tractoren en een dunne laag sympathie bij een groot deel van de bevolking, die ook wel door heeft dat het leven veel duurder wordt wanneer ze de boeren niet hun gang laten gaan. Een consument ziet er geen tegenstelling in om te gruwen van dierenleed in de bio-industrie en tegelijk sympathie te voelen voor een boer. Ook allerlei rechtse politici willen een graantje mee willen pikken van de onvrede onder de plattelanders en staan in de rij om hun electoraat te vergroten.

Hoe zal dit aflopen? Veel bestuurders en wetenschappers zullen eieren voor hun geld moeten kiezen en bewijzen dat zij hun functie waard zijn door ruggengraat te tonen. Uiteindelijk bepaalt de markt of boeren bestaansrecht hebben. Via subsidies kan een zieltogend agrarisch bestaan nog wat gerekt worden, maar subsidies zouden moeten aangewend worden om toekomstbestendige ondernemers een steuntje in de rug te geven. Laten we ervoor waken om het begrip "toekomstbestendig" niet ook een hol woord te laten worden, zoals "duurzaamheid" misbruikt werd en wordt om op een schadelijke manier geld verdienen groen te wassen.

Het is tijd om wereldwijd onze energie en creativiteit in te zetten in het tegengaan van klimaatopwarming, het beëindigen van onnodig leed bij mens en dier en zo nog veel onderwerpen meer die het gevolg zijn van het kortzichtig en ongebreideld ruimte geven aan gewetenloze ondernemers.
De schaarse ruimte op aarde kunnen we veel beter op een rechtvaardige manier verdelen onder mens en dier wanneer we ons bewust worden van de gevolgen van overvloedig consumeren in de vorm van vlees eten en snel en ver reizen. Dat vraagt doordenken van het begrip "evenwaardigheid". Mens en dier zijn voor mij (intrinsiek) evenwaardig in het recht op vrijheid. Laten we ons in die gedachte verbinden en zo ruimte vrij geven om zonder gewetensnood opgelucht adem te kunnen halen. Meerderwaardigheidsgevoelens zijn ook een vorm van stikstof: schadelijk wanneer het zich verbindt met ongewenste andere elementen.

 

13 juni 2019

Het gebrek aan ethiek in de veehouderij

In de veehouderij worden twee universele ethische waarden geschonden: ‘Gij zult niet stelen’ en ‘Gij zult niet doden’. De consument, die de relatief goedkope zuivelproducten afneemt, is zowel medeplichtig als belastingbetaler een onwetende melkkoe. Het doden van de dieren wordt uitbesteed aan de slachterij. De boer beperkt zich tot het steken van het energie in verzorging tot het dier of het gewas niet meer groeit en afgevoerd kan (moet) worden.
Wat er wordt gestolen is de vrijheid van het dier om natuurlijk te leven. Omdat het merendeel van de Nederlandse agroproductie wordt geëxporteerd moet het houden van dieren in ons land zo goedkoop worden uitgevoerd dat het product kan concurreren op buitenlandse markten. Om de kostprijs laag te houden, wordt bezuinigd op dierenwelzijn. Daarmee steelt de veehouderij dierenwelzijn en concurrentiepositie. Wij dwingen boeren in het buitenland om hun wijze van werken met dieren te versoberen om in hun eigen land concurrerend te kunnen blijven.
Veevoer wordt geïmporteerd uit gebieden in Zuid-Amerika waar de bossen worden gekapt en platgebrand en zo gebied wordt gestolen van de oorspronkelijke inwoners en dieren. Na ons de zondvloed als gevolg van klimaatopwarming en zeespiegelstijging.

De Nederlandse consument profiteert van de lagere, binnenlandse prijs van landbouwproducten die het gevolg is van de export. De burger profiteert ook van de werking van de gewasbeschermingsmiddelen omdat het aantal insecten boven het asfalt zo drastisch wordt verminderd dat auto’s praktisch schoon blijven. Weilanden veranderen in groene woestijnen waaruit de meeste bloemen en kleuren zijn verdwenen. Weidevogels die als bodembroeders kwetsbaar zijn worden vervangen door vogels die in bomen, gebieden of gebouwen buiten de groene woestijn broeden. Bijvoorbeeld ooievaars, ganzen, roeken en reigers. De enkele weidevogel die buiten reservaten tot broeden komt kan zijn jongen niet meer grootbrengen omdat zij als enkeling niet meer samen kunnen werken met soortgenoten om hun jongen te beschermen tegen predatoren en omdat boeren vroeg en veelvuldig het weiland maaien zonder rekening te houden met haar bewoners. Brachten koeien vroeger buiten de wintermaanden zelf de mest op het land en raakten mest en urine niet vermengd zodat het geen ammoniak vormde, met het verzamelen en uitrijden van gier wordt ook een uniform en overbemest landschap gecreëerd.
De ammoniakneerslag in de natuurgebieden werkte als een bemester zodat die er nog groener uit gingen zien, wat bij het publiek wordt geassocieerd met gezonde natuur. Welke niet biologisch geschoolde wandelaar heeft er nu weet van dat er nauwelijks unieke planten en dieren voorkomen?
 

Vlak na de tweede wereldoorlog was de positie van de boer nog niet omstreden omdat hij alleen werkte voor de voedselvoorziening van de eigen omgeving. Door de schaalvergroting, gewasbeschermingsmiddelen en de automatisering kwam er de verleiding van het grote geld bij dat verdiend kon worden door de wereldmarkt op te gaan. Stapje voor stapje voor stapje werd de boer losgeweekt van zijn natuurlijke manier van werken. Zijn geweten werd gesust door banken, bouwbedrijven, loonwerkers, pr-medewerkers en agro-organisaties die veel meer mogelijkheden zagen om markten te vergroten en om geld te verdienen". Onze boeren zijn toppers die de wereld voeden". Zonder onderbouwing worden beweringen gedaan als "hoogste graad van dierenwelzijn en laagste graad van milieu-impact". Vervuiling wordt niet gemeten en gecheckt, maar berekend met modellen.

Het werken met grote bedragen, productie en omzet gecombineerd met demagogische mediasteun maakte de boer ijdel. Hij werd manager en grote ondernemer en in principe (als hij het goed aanpakte) miljonair. Boeren die niet meer mee wilden en/of meekonden, werden opgekocht en hun verbruiksruimte gebruikt om nog meer te groeien. Met de grote aantallen dieren (onzichtbaar) in de stallen was het individuele leed van zieke dieren een kwestie van statistiek. Zij waren lastig en geneeskundige hulp was kostbaar. Door de dieren sneller te laten groeien en meer te laten produceren en korter te houden werd de kans op uitval door ziekte als gevolg van stress verkleind.

Hoe deze ontwikkeling verder gaat is mede afhankelijk van het publiek. Zullen zij relatief onverschillig blijven voor wat er gebeurt op ongeveer 50% van ons landoppervlakte met (exclusief schade) slechts 3 tot 4% bijdrage aan het BNP (alleen veehouderij 0,5%, samen met bosbouw en visserij: 1,5%) of zal op tijd het inzicht doorbreken dat een gezonde balans tussen werken vanuit ethische waarden, gezonde ecologie en duurzame economie een aantrekkelijker en gezondere samenleving opleveren? Kan voedsel ook zo worden geproduceerd dat er geen slachtoffers (mens en dier) vallen?


Afzien van diergebruik is geen teken van morele superioriteit, maar een vorm van innerlijke beschaving waarmee je laat zien dat je evenwaardigheid niet alleen met de mond belijdt.

08 maart 2019

Zeezoogdieren verhandeld en uitgebuit voor vermaak

Persbericht
Wereldwijd leven duizenden zeezoogdieren, voornamelijk dolfijnen, in gevangenschap. Elk jaar worden weer meer dieren uit het wild gevangen en verkocht, of gefokt om dolfinaria te bevoorraden. Dat blijkt uit een nieuw rapport van het Animal Welfare Institute (AWI) en World Animal Protection.

De vijfde editie van The Case Against Marine Mammals in Captivity, die vandaag werd gelanceerd tijdens de Internationale Tourismus-Börse (ITB) in Berlijn, bevat wetenschappelijk bewijs en ethische argumenten tegen het houden van zeezoogdieren in gevangenschap in dierentuinen, aquaria en dolfinaria.

Onder mom van educatie en natuurbehoud stellen deze parken zeezoogdieren tentoon, terwijl hierdoor bij bezoekers geen respect en bewondering voor de dieren in het wild ontstaat. In plaats daarvan ontwikkelen bezoekers juist een blinde vlek voor het leed dat wordt veroorzaakt door gevangenschap.


Dierentuinen, aquaria en dolfinaria veroorzaken immens leed in elk stadium van het leven van zeezoogdieren: van vangst tot het vervoer dat de dieren brengt naar hun nieuwe leven in krappe betonnen bassins. De dieren, zoals dolfijnen, orka’s, beloega's en zeeleeuwen, gaan een leven vol verveling, stress en gezondheidsproblemen tegemoet. Ook als de dieren zijn geboren in gevangenschap, en niet uit het wild zijn gehaald, heeft die kunstmatige, ongeschikte leefomgeving in gevangenschap een groot effect op het welzijn van deze wilde dieren.

Acceptatie in Nederland neemt af
In het Westen groeit bewustzijn over de problemen met het houden van zeezoogdieren. Zo is het in China, Japan en Rusland breed geaccepteerd om dolfijnenattracties te bezoeken en zijn de dolfinaria in opkomst, terwijl die acceptatie in Nederland al decennia afneemt.

Karin Bilo, campagnemanager bij World Animal Protection Nederland: ‘Steeds meer Nederlanders vinden dolfijnenshows achterhaald en onacceptabel. Het gebruik van dolfijnen en zeeleeuwen voor shows is een rare uitzondering op het Nederlands verbod op het gebruik van wilde dieren in het circus, dat sinds 2015 van kracht is. Al jarenlang daalt het bezoekersaantal van het Dolfinarium in Harderwijk. In 2000 trok het bedrijf nog ruim 1 miljoen bezoekers; in 2016 was dit nog maar de helft daarvan*. Het Dolfinarium kan ook al jaren niet meer rekenen op een nominatie voor de verkiezing ‘leukste uitje van Nederland’ van de ANWB. In het verleden won het park dit predicaat, maar tijdens de uitreiking van de prijs afgelopen donderdag stond het Dolfinarium niet tussen de negen genomineerden uit Gelderland’.


Geen wereldwijde trend
India, Costa Rica, Kroatië en Chili hebben inmiddels het houden van dolfijnen in gevangenschap verboden. Andere landen hebben het fokken en vervoeren van zeezoogdieren aan banden gelegd. Het zijn bemoedigende ontwikkelingen, gedreven door de veranderingen in publieke opinie. Desondanks blijft het vangen van wilde zeezoogdieren, en met name walvisachtigen, doorgaan. Rusland (beluga’s en orka’s) en Japan (diverse dolfijnensoorten) zijn de landen die de meeste zeezoogdieren uit het wild vangen. De grootste afnemer daarvan is China; alarmerend is het feit dat het aantal dolfinaria in dat land van 39 in 2015 is gestegen naar 76 begin 2019.

Deze stijging is volgens Bilo schokkend te noemen: ‘Een leven in gevangenschap is voor zeezoogdieren, zoals dolfijnen, een wereld van verschil met een leven in het wild. Toeristen die dolfinaria bezoeken en reisorganisaties die dit soort attracties aanbieden, houden de deuren van dolfinaria open en stimuleren het openen van nieuwe aquaria en parken. Dat is de reden dat we dit rapport lanceren tijdens een van ’s werelds grootste reisbeurzen; we willen dat reisorganisaties in actie komen en dit soort attracties schrappen uit hun reisaanbod’.

Verontwaardiging en kritiek

De update van The Case Against Marine Mammals In Captivity komt uit in een periode waarin de ongeschiktheid van zeezoogdieren in gevangenschap steeds vaker wordt aangetoond. Zo deelde Dolphinaris Arizona onlangs mee haar dolfijnenattractie te sluiten nadat vier van hun dolfijnen binnen achttien maanden overleden. Sinds de publicatie van de laatste editie van dit rapport in 2009, is de controverse over het gevangenhouden van zeezoogdieren geïntensiveerd, mede dankzij documentaires als The Cove en Blackfish. Wereldwijd kan een nieuwe vergunningaanvraag voor een dolfinarium daardoor rekenen op verontwaardiging en kritiek.

*Het Dolfinarium Harderwijk besloot in 2017 geen bezoekerscijfers meer te publiceren omdat dit nutteloos zou zijn, terwijl die aantallen toch een goede afspiegeling zijn van het succes van het park en de publieke opinie over dolfijnen in gevangenschap.

25 januari 2019

Mens en dier zijn intrinsiek evenwaardig

Dierenrechtenactivisten hebben tientallen jaren geprobeerd om andere mensen met zich mee te krijgen om het dier in de veehouderij een beter leven te geven. Ze gebruikten daarvoor het argument dat dieren een intrinsieke waarde hebben. Daarop kregen ze nooit een weerwoord, terwijl ook niemand vroeg wat dat betekende. Helaas dachten zij dat met het stilzwijgen een instemming was bedoeld. Niets is minder waar gebleken en daarmee is veel energie in het verbeteren van de positie van het dier verspild.
Intrinsieke waarde betekent een waarde buiten het voorstellingsvermogen van de mens. Daarmee konden de veehouder en de vleesverwerkende industrie wel mee instemmen, want het heeft toch geen gevolg voor hun eigen praktijk.

Iets anders geformuleerd is dat mens en dier intrinsiek evenwaardig zijn in hun recht op vrijheid. Gaat dat dan wel verschil uitmaken? Niet direct voor veehouders, want woorden hebben alleen betekenis voor hen die willen luisteren en niet verleid worden door het grote geld. De werking is via het publiek dat elke dag voor de keus staat wat te kopen in de supermarkt. Het vraagt voor dierenrechtenactivisten de bereidheid om een dialoog aan te gaan wat het betekent dat zij en hun tegenstanders en dieren evenwaardig zijn in hun recht op vrijheid. Vrijheid is een ongrijpbaar concept, maar daarom nog niet onbruikbaar, want het heeft een eeuwige geldigheid, maar ook de noodzaak om telkens weer doordacht te worden. Dat doordenken kost eerst even moeite en later geen moeite meer, want het heeft in de eerste plaats betrekking op je eigen vrijheid. De wederkerigheid voor anderen, mens en dier, vraagt om een keuze waarbij ook de ander een eigen proces van meningsvorming wordt gegund. Mensen kunnen elkaar op het gevolgen van bepaald gedrag voor dieren aanspreken. Daarom zijn dierenrechten ook mensenrechten.

Een dialoog over vrijheid is een samen uitzoeken waar het gemeenschappelijk belang ligt in het vergroten van collectieve vrijheid van mens en dier. De leefbaarheid op aarde wordt bedreigd door de exploitatie van het dier als oplossing voor een voedselvraagstuk.
Dat vraagstuk is niet schaarste maar de vraag wat werkelijk respecteren van het leven op aarde inhoudt.

Verbeter de wereld en begin met jezelf vrij te maken van belemmerende overtuigingen.

Zie ook "De ervaring dat mens en dier een zijn".

21 november 2018

Een toekomstbestendige inrichting van natuurgebieden

Dieren hebben recht op vrijheid. Je vrij kunnen bewegen gaat al miljoenen jaren op in de vrije natuur. Je verdient je vrijheid maar door je af en toe aan te passen. Het is op de tijdschaal van de natuurlijke evolutie nog maar een fractie van een seconde geleden dat wij mensen dat recht op vrijheid begonnen te negeren.
Bij het opnieuw introduceren van grote grazers in een omheind gebied dat je optimistisch een “nieuwe wildernis” noemt komt er een schaduwkant van het recht op vrijheid naar voren. Wanneer dieren zich vrij mogen voortplanten binnen een omheind gebied en nauwelijks een ander gevaar lopen dan te verhongeren dan is niet optimaal recht gedaan aan hun grondrechten. Het is ook een omdraaien van waar het omgaat: je laat natuur vrij en je beschermt menselijke belangen tegen de natuur. Anders geformuleerd: je bouwt geen hek om een natuurgebied, maar je zorgt met natuurlijke grenzen dat natuur en de mens niet daar kan komen waar je ze niet wilt hebben en bouwt hooguit een hek om plaatsen waar voedsel voor menselijke consumptie wordt geteeld of gewoond wordt en waar verkeer raast. Grenzen stellen is niet in tegenspraak met belangen van mens, dier of plant. Mensen zullen hooguit mopperen. Voor de Oostvaardersplassen geldt dat je een eventuele introductie van dieren moet uitvoeren vanuit de vragen “is er een natuurlijke en stabiele balans tussen vraag en aanbod van voedsel? En kunnen dieren in en uit het gebied vrij migreren?” Het is de keuze die kleine dieren en vogels met hun vleugels wel en grote dieren niet kunnen maken.
Door (grote aantallen) edelherten af te schieten verschuif je de aanpak van het verstoorde evenwicht naar de naaste toekomst. Wanneer er aan de opzet van de OVP niets verandert zal de discussie, het gemopper en de controverse blijven.
Het staat iedereen vrij om andersdenkenden te beschieten met halve waarheden. Het loont om de tijd te nemen waar het wezenlijk omgaat: vrijheid die in al zijn aspecten gewaarborgd is.

Veel argumentatie om niets wezenlijks voor dieren te doen is gebakken lucht en zijn politieke uitvluchten. Laat je niet met een kluitje in het riet sturen. Lees hier meer over de drogredenen bij het negeren van dierenrechten.

29 augustus 2018

Waarom dieren grondrechten (zouden moeten) hebben

Wie de vraag voorgelegd krijg of dieren rechten zouden moeten krijgen zal in eerste instantie denken aan het recht om niet onnodig te hoeven lijden. Er is consensus over dat de wetshandhavers daar op moeten toezien. Voorkomen dat dieren pijn lijden zal iedereen het over eens zijn, maar of het leiden van een onnatuurlijk leven ook onder dierenleed valt of zelfs een schending van een grondrecht is, dat is voor velen minder voor de hand liggend.
Wie kijkt naar het aantal dieren dat nu op aarde wordt gehouden om te worden gegeten of anderszins wordt gebruikt die ziet dat we nu een factor zeven keer zo veel dieren gevangen houden dan er leven in de vrije natuur. Die balans hangt natuurlijk samen met het aantal mensen dat op aarde leeft, maar deze situatie is in de geschiedenis van het leven op aarde relatief nieuw. Al het leven op aarde is ontstaan in vrijheid en heeft zich miljoenen kunnen ontwikkelen in vrijheid. Weliswaar zijn levensvormen in die tijd voedsel geweest voor elkaar, maar het proberen dat moment zo lang mogelijk uit te stellen is medevormgever geweest van de evolutionaire ontwikkeling.
Wie het langst uit handen van een roofdier kon blijven had de grootste kans om zich voort te planten en zijn of haar genen door te geven aan een volgende generatie. Op deze wijze was de manier waarop je met je vrijheid om kon gaan voor de natuur een criterium om de kansen op voortleven te regelen. Het heeft bijgedragen aan de schoonheid en biodiversiteit van de aarde.
Doordat mensen dieren zijn gaan houden, zijn wij degenen die bepalen welk dier leeft onder welke omstandigheden. We gaan daarmee in tegen de natuur. Weliswaar proberen veehouders dieren te houden onder omstandigheden die de gezondheid van het dier optimaliseren, maar dat is vooral een balans tussen kosten en baten.


Het dier, in het leven geroepen voor gebruik door de mens, is van onderdeel van de ecologie een onderdeel van de economie geworden. De economie is vooral amoreel. Het is aan het menselijk individu of hij meegaat in het gebruik van dieren of dat hij een alternatieve levensstijl kiest waarvoor dieren niet meer gevangen hoeven te worden gehouden.
Nu de te massale consumptie van dieren een globaal probleem is geworden, is het aan de democratische samenleving of de menselijke voedselvoorziening nog langer wordt gebaseerd op gebruik van dieren of alleen op planten. Wie kijkt naar de lijn van de evolutie zal eenvoudig tot de conclusie kunnen komen dat het zo massaal houden van dieren niet de bedoeling kan zijn. De stap om vervolgens alle dieren als grondrecht toe te staan om in vrijheid een natuurlijk leven te mogen hebben en vervolgens de vrije ruimte navenant in te richten is niet zo’n heel grote. Ook technologisch is het een kleine stap. We zouden daarmee heel wat problemen oplossen en leed voorkomen.
Tenslotte doet dieren wederom vrijheid toekennen recht aan de natuur.

20 augustus 2018

Het werkt bevrijdend dieren niet meer als voedsel te zien

In de oudheid toen de menselijke samenleving nog een jagers-verzamelaarskarakter had leefden de dieren vrij en werden gegeten wanneer zij in handen van mensen vielen door eigen zwakte of slimheid van de jagers. Toen de samenleving meer een landbouwkarakter kreeg, werden dieren in gevangenschap gehouden en geslacht op het moment dat de mensen voeding of kleding nodig hadden of wanneer dierlijke onderdelen ingezet kon worden als handelswaar. Het produceren van voedsel werd gedelegeerd. Mensen werden vrij om zich te onderscheiden door met andere zaken bezig te gaan en zich in steden te vestigen.
Er was wel magisch denken over de natuur maar in onze verhouding met dieren was weinig evenwaardigheid. Ze waren zwak of onderworpen. Weliswaar liet men dieren tot op bepaalde hoogte vrij, maar dat was vooral vanuit efficiency overwegingen. Ze konden in relatieve vrijheid in de omheinde weide hun eigen voedsel tot zich nemen.
De dieren die we tot huisdieren reken(d)en, de hond en de kat, hebben lange tijd vooral een functie gehad, zoals meehelpen in de jacht of de voedselvoorraden beschermen tegen muizen en ratten.

Tegenwoordig vragen veel dierenliefhebbers, die gestopt zijn met vlees eten, zich af waarom het zo lastig is voor vleeseters om zich te bekommeren om het lot van de dieren die nu voor voedsel worden gehouden.
Het helpt om de traagheid van vooruitgang in de positie van dieren te begrijpen wanneer je je realiseert hoe diep het in ons onderbewustzijn is doorgedrongen dat dieren vooraleerst gezien worden als voedsel. Het is een misplaatst superioriteitsgevoel en dedain voor het machteloze. Om die overtuiging los te kunnen laten moeten we de verhouding tot dieren opnieuw afstemmen. We zouden dieren opnieuw vrij moeten laten (om hun natuurlijk gedrag te kunnen vertonen), maar nu vanuit het besef (bewustwording) dat we ze niet meer nodig hebben voor voedsel en dat ze ook levensruimte nodig hebben. Laat alle diersoorten en individuele dieren die jouw vrijheid niet aantasten toe in je morele cirkel en besef dat in evenwaardigheid wederkerige vrijheid is door te trekken naar alle diersoorten.

Het bevrijdt mensen ook zelf en het leven wordt leuker. Het geeft de mogelijkheid om een levensstijl aan te houden met minder gewetensbezwaren en risico op gevaren voor de gezondheid. Het geeft ook de mogelijkheid om het landschap opnieuw in te richten waarbij we dieren vrij en in hun volle glorie kunnen ontmoeten.

En het helpt moeiteloos tegen klimaatopwarming. Vlees eten en produceren is de voornaamste veroorzaker van de uitstoot van broeikasgassen.

26 juli 2018

Van het ene dier houden en het andere niet

Er zit veel frustratie bij mensen die zelf een of meer huisdieren hebben en opkomen voor het lot van dieren in de bio-industrie. Waarom zien anderen niet dat dat inconsequent is om met de ene hand jouw hond of kat te aaien en met de andere hand een kipnugget in jouw mond te stoppen?
Helaas, het is alleen inconsequent wanneer je ervan uit gaat dat mensen die van minstens één dier houden dat ook voor alle miljarden dieren die nu op aarde leven zouden moeten doen.  En dat vragen mensen ook niet van elkaar. Wat niet te veel gevraagd is om het recht op vrijheid door te trekken van mens op dier. Dat kan en mag omdat vrijheid wederkerig is. Je mag een ander verplichten om het recht op de vrijheid van anderen en jouzelf in acht te nemen. De samenleving zal anders worden ingericht wanneer dit recht op vrijheid wordt doorgetrokken naar dieren, maar het staat iedereen vrij om er zelf nu al aan te beginnen om erover na te denken waar hij/zij zelf het eigen gedrag kan aanpassen.
Daarbij geldt wat veganist Boele Ytsma vandaag op zijn Facebookpagina (nu opgeheven) schrijft: "Vrijheid kan niet bestaan zonder het kompas van compassie (voor de ander) en zonder het kompas van een moraal".
Zelf verwoord ik het als volgt "zonder liefde geen vrijheid en zonder vrijheid geen liefde".
Het kompas is gericht op vergroting van  liefde en vrijheid en de moraal is "die levenswijze is goed die de vrijheid van zoveel mogelijk levensvormen vergroot".

Meer lezen over waarom vrijheid een grondrecht voor dieren is?

08 juli 2018

Waarin zijn alle dieren gelijkwaardig aan mensen?

In 1975 kwam het boek van Peter Singer uit over dierenrechten. Hij noemde het “Animal Liberation”. Op basis van de titel zou je verwachten dat hij een pleidooi zou doen om alle dieren te bevrijden uit gevangenschap. Niet per se door ze letterlijk los te laten maar door mensen op te roepen te stoppen met dieren als voedsel te beschouwen en voortaan nog alleen plantaardig voedsel te eten. Vreemd genoeg pleit Singer ervoor om dieren die het meest op mensen lijken allereerst dierenrechten te geven. Dieren als chimpansees en dolfijnen die zelfbewustzijn vertonen. Daarmee gaat Singer voorbij aan een uitleg van dierenrechten die veel gemakkelijker en veelomvattender kan worden toegepast. Die uitleg is “alle dieren zijn evenwaardig (gelijk) in hun recht op vrijheid”. Weliswaar is vrijheid een ongrijpbare term die ieder moment opnieuw moet worden vertaald in concrete actie, maar het is wel een term die iedereen kan verstaan. En het is een term die ook voor de mens zelf geldt. Dus niemand hoeft zich wezenlijk benadeeld te voelen wanneer hij wordt gevraagd de vrijheid van alle levende wezens te respecteren. Een veehouder moet zijn gedrag aanpassen, maar gaat niet per definitie failliet, een vleeseter moet ander voedsel kopen maar zijn gezondheid hoeft er niet onder te lijden, laat staan zijn beleving van een lekkere maaltijd.
Met deze uitleg van dierenrechten is het niet nodig om anderen te bewegen om van dieren te houden. Iedereen heeft de vrijheid zelf te kiezen om van dieren te houden of niet of ze te negeren. We dwingen mensen ook niet om van elkaar te houden, we vragen alleen om elkaars vrijheid te respecteren.

Dieren zijn niet gelijk aan mensen. Gelukkig niet, dat maakt de natuur zo indrukwekkend en boeiend. Het maakt ook dat de natuur ons in leven kan houden. Alle levende wezens zijn wel op één aspect gelijk te schakelen en wanneer wij mensen ons dat bewust worden en blijven blijft de aarde leefbaar, hoeveel mensen er nog bij komen.

12 juni 2018

Er is één principe dat ons allemaal verbindt

Boeren en insecten staan aan de voet van de voedselketen. Ze willen er beiden van (vr)eten. De overeenkomst tussen een boer en een insect is dat zij als individu weinig kwaad kunnen en dat als groep hun schadelijke handelingen optellen tot minimaal een verstoring van een evenwicht en maximaal een ramp. Ook in hun recht op vrijheid, dat voor alle levende wezens zou kunnen gelden, zijn zij gelijk.

Helaas is een boerenbedrijf zo ingericht dat niet-bestuivende insecten worden geweerd, vooral door deze te vergiftigen. Dat heeft twee nadelen: insecten etende dieren worden vervolgens bedreigd en omdat de omvang van het door boeren bewerkt land ongeveer de helft van ons land is, blijft er te weinig ruimte over voor natuur. En de kwaliteit van natuurgebieden heeft ook nog eens te lijden onder de uitstoot en neerslag van ammoniak van de intensieve veehouderij. In de natuurgebieden zou wel een ecologisch evenwicht moeten bestaan waar we in tijden van nood op terug kunnen vallen.

Willen we, waar ook ter wereld, het ecologisch evenwicht handhaven en herstellen dan zouden alle mensen over één principe eens kunnen zijn. Dat principe is daar waar alle levende wezens al sinds mensenheugenis meer of minder bewust vanuit gaan, namelijk de vrijheid om natuurlijk gedrag te kunnen tonen en beleven. Alle mensen verbinden in dit bewustzijn lijkt ambitieus, maar wie zich realiseert dat vrijheid wederkerigheid inhoudt, zal het belang daarvan beamen. Dit realiseren kan het keerpunt zijn van een geleidelijke gedragsverandering (emancipatie van het dier en geen dieren meer gebruiken) die uiteindelijk het ecologische evenwicht herstelt. Wat die gedragsverandering voor ieder individu inhoudt wordt hem of haar vanzelf duidelijk wanneer eenmaal het bewustzijn van het recht op vrijheid is ontwaakt.

Liefde kan vrijheid tot leven brengen, ongebreidelde vrijheid verstikt leven.

17 mei 2018

Op welke principe zou natuurbeleid moeten stoelen?

Nu het gras weer groeit in de Oostvaardersplassen en de wolf oprukt in de weilanden wordt het tijd om de filosofie achter het natuurbeleid op te frissen.
Natuur gedijt wanneer planten en dieren vrij kunnen migreren. Oud-staatssecretaris Henk Bleker besloot het geld dat de overheid gereserveerd had om natuurgebieden met elkaar te verbinden toe te wijzen aan de agrosector. Het geven van ruim baan aan het uitrijden van mest door de veehouderij heeft de kwaliteit van de vrije natuur sindsdien verder achteruit geholpen. Het aantal insecten halveert en soorten dreigen uit te sterven en de (her)introductie van dieren leidt tot felle discussie. Er gaat iets niet goed in ons welvarende land.

Voor- en tegenstanders van het opsluiten van paarden, herten en runderen op een kale vlakte doen emotionele uitspraken. Wolven verkennen ons land en vooralsnog levert dat dode schapen op. Welk leven telt zwaarder? Een dood schaap of een dode wolf? Is het een kwestie van intrinsieke waarde? Het is een schijnvraag, maar toch. Want welk argument zou moeten gelden wanneer we praten over natuurbeleid? Dat mensen van dieren houden? Schapenhouders en veehouders zeggen van hun dieren te houden en dat ze daarom de wolf willen afschieten. Ze houden niet van wolven en nog minder van gedode schapen.

Het is doodnormaal en een teken van vrije meningsuiting dat de mens van het ene dier houdt en van het andere niet. Sommige mensen die van dieren houden, houden geen huisdieren en sommige consumenten die de smaak van vlees waarderen eten geen vlees. Houden van dieren is geen betrouwbaar of doorslaggevend argument om natuurbeleid op te baseren.
Het aanhouden van een ecologische balans maakt meer kans. Het gesprek moet dan gevoerd worden over welke economische activiteiten moeten worden verminderd en wie financiële compensatie krijgt voor het maken van ruimte. In het geval van schapenhouders moet de vraag beantwoord worden of dat het onder een normale zorgplicht valt dat er een hek rond een weiland komt dat effectief roofdieren als een wolf buiten houdt. Of dat een hond wordt opgeleid om de kudde dag en nacht te bewaken. Wie gaat dat betalen of moet de schapenhouder eieren voor zijn geld kiezen en stoppen met het houden van schapen?

Natuurminnend Nederland heeft weerstand om te betalen voor toegang tot vrije natuur. Men wil vrije toegang tot wandelpaden gedurende de uren dat de zon schijnt. Een hek om vrije natuur voelt als een tegenstelling. Stilteplekken en rustgebieden in natuurgebieden worden daarom bij voorkeur ontoegankelijk gemaakt voor het publiek door het verhogen van het waterpeil. Denk bijvoorbeeld aan vernatting van de heide, die daardoor weer meer op een moeras gaat lijken. Dat je ’s winters ongehinderd naar binnen kunt schaatsen is minder bezwaarlijk want dan is de verstoring van dieren minder erg.

In een ideale samenleving houden mens en dier vrije bewegingsruimte en wordt dat beschermd wat anders gevaar loopt te worden overlopen of overreden. Ecoducten over en onder snelwegen beschermen het dier dat in het kader van voortplanting of voedsel zoeken wil trekken, migreren en foerageren.
Natuurbeleid zou gebaseerd moeten zijn op hetzelfde recht dat mensen aanhouden voor een rechtvaardige samenleving, namelijk recht op vrijheid. Dat recht kunnen we doortrekken naar dieren. Recht op vrijheid betekent niet dat wie beperkt wordt in het economische verkeer ook daarvoor per definitie wordt gecompenseerd. Schadevergoeding is altijd een kwestie van overleg over redelijkheid. Heeft degene die schade lijdt wel voldoende gedaan om schade te voorkomen of voldoende tijd gehad om een alternatief te zoeken.

Beleid opzetten op basis van natuurlijke vrijheid is van alle tijden en daarmee de beste garantie voor duurzaamheid en ecologische balans.

06 januari 2018

Vrijheid als wederkerig recht en plicht

Dr. Roland A.J. Mees is filosoof en werkt bij ING Sustainable Finance. Hij is recent gepromoveerd op het proefschrift getiteld: 'Sustainable Action, Perspectives for Individuals, Institutions and Humanity'.
Hij schreef voor NRC een artikel met als titel “Minder vlees, wat schiet ik daarmee op”?

Hij schrijft: wat wel concreet van ons gevraagd wordt is: (veel) minder vlees eten, met het openbaar vervoer naar je werk gaan en afzien van verre vliegvakanties. Maar als je dan vraagt wie hier morgen mee begint, krijg je na een ongebruikelijk lange stilte vaak als antwoord: „maar… what’s in it for me”? of „Wat schiet ík daar mee op?” En dan is zo’n levendig gesprek vaak ten einde.
Zijn suggestie voor een antwoord is het volgende.
“Wanneer ik minder vlees eet, de auto laat staan en minder vlieg toon ik mij een verantwoord burger. Dat is wat ik ermee opschiet. En de toekomstige generaties”.

Wat de heer Mees ook had kunnen antwoorden is dat alle levende wezens op aarde een gelijkwaardig belang hebben en dat is in vrijheid leven. Doorgaan op de oude voet tast de vrijheid van iedereen aan wanneer het klimaat te warm en het milieu te vervuild raakt.
Elkaar een dienst verlenen vraagt natuurlijk eerst een afstemming of iedereen wel de noodzaak tot gedragsverandering inziet.
Indien ja, dan is handhaving of vergroting van de wederzijdse vrijheid wat er voor iedereen inzit. Iedereen is dan vrij in het zelf kiezen van die gedragsverandering waarvan hij/zij vindt dat het voor een zo groot mogelijke groep tot vrijheid gaat leiden.

17 oktober 2017

Vrijheid, zo simpel en zo genegeerd

Vrijheid is een concept dat nooit voor 100% vertaald kan worden in iets concreets en de invulling is afhankelijk van cultuur en tijdsgeest. Voor filosofen en denkers een prachtig concept, voor gewone burgers veel minder. De gedachte dat vrijheid weleens voor iedereen, mens en dier, zou kunnen gelden en dan ook nog in gelijke mate is helaas niet voor iedereen aantrekkelijk. Het kan onveilig voelen.
Wanneer we vrijheid als basis van onze moraal maken, dan volgt daaruit dat we geen oordeel meer mogen vellen over anderen en dat we anderen die in onze ogen abjecte zaken doen, moorden en verkrachten en dieren mishandelen bijvoorbeeld, ook zouden moeten respecteren in hun recht op vrijheid. We kunnen de vrijheid van mensen die de wet overtreden tijdelijk inperken, maar afnemen kan alleen bij ongeneeslijk psychopathologische misdadigers.
De vrijheid om te oordelen laten mensen zich niet snel afnemen. Verder zijn er veel mensen die menen dat zij de wereld sneller kunnen verbeteren door anderen te choqueren met vreselijke beelden van misstanden of met misleidende argumentatie.

Het is jammer dat mensen het belang van elkaars vrijheid zo gemakkelijk over hoofd zien, want de kracht van rekening houden met vrijheid kan het leven zo simpel maken en de keuzes wat te doen veel sneller te nemen.

Bijna alle godsdiensten hebben als centrale thema dat je anderen niet iets aandoet, wat je zelf niet aangedaan wilt worden. Dit is ook zo te beschrijven als “weet waar je eigen grenzen ophouden en waar die van anderen beginnen” ofwel “neem je eigen vrijheid en respecteer die van anderen” oftewel “zolang je anderen niet schaadt ben je vrij om te handelen”. Ook de wetgeving heeft dit als centrale thema en laat het voor iedere burger in gelijke mate gelden, zonder discriminatie.

Wat is er op tegen om hetzelfde uitgangspunt ook voor dieren te hanteren? Solidariteit met alle levende wezens in het beschermen van hun vrijheid, beschermt ook je eigen vrijheid. De aard van vrijheid is juist dat zij niet uitgesloten of uitsluitend kan zijn.


Deze gedachte is op de site van de Stichting Animal Freedom verder uitgewerkt. Ook zijn er voorbeelden van misleidende argumentatie en hoe te reageren. Misstanden rondom diergebruik worden zo veel mogelijk feitelijk gepresenteerd.

Leeswijzer


Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom.
Klik hier voor de laatste bijdragen op dit blog
.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.
Kijk op ook Facebook voor onze reactie op de actualiteit.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.