Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.

08 maart 2018

Een dodelijk netwerk

Visbedrijven moeten spookvistuig bestrijden.

Spookvistuig bedreigt leven in de oceanen

Onder de golven van onze oceanen schuilt een groot gevaar. Geen witte haaien of pijlstaartroggen… maar spookvistuig dat eeuwenlang blijft rondzwerven. Gedumpt en verloren vistuig vormt een groeiend probleem voor dier, mens en milieu. Bedrijven presteren ondermaats in de bestrijding van dit probleem. Dat blijkt uit het nieuwe rapport Ghosts beneath the waves van World Animal Protection.

Uit het rapport van World Animal Protection (voorheen WSPA) blijkt dat spookvistuig een enorme, wereldwijde impact heeft. Zo bestaat tien procent van al het afval in zee inmiddels uit spookvistuig. Jaarlijks eindigt minstens 640.000 ton vistuig in de oceanen – terwijl dit materiaal wel 600 jaar in zee blijft rondspoken voordat het is afgebroken.
Ruim honderdduizenden dieren, zoals zeeschildpadden, walvissen, zeehonden en vogels, worden jaarlijks gedood door verstrikking, verdrinking of uitputting als gevolg van spookvistuig. Ook op milieu en mens heeft spookvistuig impact. Zo raken ondiepe koraalriffen beschadigd, zetten afnemende visbestanden de voedselzekerheid onder druk en lopen scheepvaart en visserij risico’s wanneer zij zwervend vistuig tegenkomen.

Visbedrijven scoren ondermaats.
In het nieuwe rapport worden ’s werelds vijftien grootste visbedrijven onder de loep genomen en wordt getoond wat zij doen tegen spookvistuig. De bedrijven zijn gerangschikt met scores van 1 tot 5. Score 1 betekent dat de bedrijven verlies van vistuig proberen te voorkomen, verouderd vistuig recyclen en verloren vistuig verwijderen. Score 5 betekent dat spookvistuig überhaupt niet op de bedrijfsagenda staat.
Uit het rapport blijkt dat de beoordeelde bedrijven ondermaats scoren: geen van de bedrijven scoort een 1 of 2. Slechts drie van de vijftien bedrijven erkennen hun verantwoordelijkheid in het bestrijden van spookvistuig – deze bedrijven, Thai Union, Tri Marine en Young’s Seafood, scoorden alle drie een 3. Die laatste twee zijn aangesloten bij het Global Ghost Gear Initiative (GGGI). Bedrijven als Clearwater Seafoods, Cooke Seafood en High Liner Foods presteren helemaal ondermaats in de beoordeling en scoorden een 5. Uit het rapport bleek dat maar liefst tachtig procent van de onderzochte bedrijven geen duidelijk beleid heeft om spookvistuig te bestrijden.

Karin Bilo, Programma-manager bij World Animal Protection: “vistuig is ontworpen om vis te vangen: het is heel effectief in het vangen en verstrikken van vis en schaaldieren. Dit maakt verloren vistuig ook zo’n gevaar voor het leven in zee; netten, lijnen en fuiken blijven lange tijd doen waarvoor ze zijn gemaakt: het vangen en doden van vis. We hopen dat bedrijven hun verantwoordelijkheid gaan nemen. Toetreden tot de GGGI is een mooie eerste stap”.

Global Ghost Gear Initiative
Hoewel de hoeveelheid spookvistuig toeneemt, is de oplossing voorhanden, mits overheden en organisaties wereldwijd samenwerken in de strijd tegen spookvistuig. Daarom riep World Animal Protection het Global Ghost Gear Initiative (GGGI) in het leven: een platform voor samenwerking om de spookvistuigcrisis aan te pakken. Niet alleen het opruimen van spookvistuig, maar vooral het voorkomen ervan is van groot belang. Samen met overheden, bedrijven en goede doelen werkt de GGGI aan inspirerende projecten en beïnvloedt het visserijbeleid wereldwijd. Ook in Nederland zetten organisaties zich in tegen spookvistuig. Investeringen in oplossingen leiden uiteindelijk tot gezondere oceanen. De visserij, consumenten, en niet in de laatste plaats het zeeleven, zullen hier de vruchten van plukken.

28 februari 2018

De ontstoken motor pijnloos uitgemolken

Uit een studie van Wageningen Economic Research, gepubliceerd in Journal of Dairy Science, werd de volgende conclusie getrokken:
“Gebruik van een NSAID (meloxicam) naast antibiotica bij koeien met klinische mastitis in de eerste 120 dagen van de lactatie levert een economisch voordeel van € 42 per klinische mastitis per jaar”.
Wanneer een koe uierontsteking (mastitis) heeft dan komt er veel pus in de melk. Die hoeveelheid wordt uitgedrukt in een celgetal. Veel pus is een hoog celgetal. Wanneer een koe een hoog celgetal (kiemgetal) heeft, wordt er vaak gewoon doorgemolken. De melk van deze koe wordt in de opslagtank gemengd met melk van de andere koeien. Zolang het celgetal van de hele melkplas van een bedrijf onder de norm blijft is er officieel niets aan de hand. Voor een boer is melk, melk en of de koe daar last van heeft bij het melken interesseert hem niet zoveel: pijnstiller er in en Klaar is Kees!
Het wordt als lastiger wanneer een boer met antibiotica begint. Die melk moet apart worden gehouden en weggegooid. De detectiemethoden kunnen alleen grote concentraties antibiotica in de melk opsporen. Het laat zich raden wat er met de melk gebeurt wanneer de hoeveelheid antibiotica nog niet aantoonbaar is.
Klinische mastitis is aan de uier zichtbare mastitis: open wonden, dikke bulten waar ze niet horen. De winst zit er in dat de boer bespaart op opfokkosten. Het opfokken van een kalf kost rond de 2000 euro. Dus hoe minder koeien je hoeft te vervangen, hoe minder geld het kost. Door de fosfaatreductie politiek houden de boeren minder koeien en jongvee aan. Dus is de boeren er veel aan gelegen om meer melk uit een koe te trekken en een koe zo lang mogelijk door te melken: minder jongvee betekent immers minder vervangingsmogelijkheden. De productiestijging per koe zorgt voor een grotere uierbelasting en dus grotere kans op ernstiger uierontstekingen die overigens uiterst pijnlijk zijn. De pijnstillers worden vooral gegeven om de koe rustig te houden tijdens het melken.

24 januari 2018

Een effectieve aanpak van fraude in de agrosector

De Nederlandse agrosector is voortdurend in het nieuws vanwege fraude. Toch leidt dit niet tot afdoende maatregelen door de opeenvolgende regeringen. Dit hangt samen met de Nederlandse mentaliteit om iets waar schijnbaar veel geld mee gemoeid is omzichtig te benaderen. Je ziet dit bij het niet aanpakken van de NAM bij de gevolgen van de overgrote gaswinning en in de omzichtigheid waarmee de exorbitante visvangsten van de Nederlandse vissers buiten schot worden gehouden.
Er is een Nederland een problematisch grote veestapel. In de jaarlijkse presentatie van de omzet van de landbouw wordt de bio-industrie niet afzonderlijk genoemd maar geteld bij de omzet van de akkerbouw, de doorvoer van agrarische producten en er worden onderdelen bij gerekend die in ieder geval niets te maken hebben met vee. De media zijn daar niet alert op. Het resultaat is dat het publiek ten onrechte denkt dat de Nederlandse bio-industrie van economisch belang is. In werkelijkheid ligt het eerder andersom.

Er wordt een soort competitiegevoel opgeroepen met iets waarmee je geen competitie zou moeten willen voeren, namelijk onnodig dierenleed.
“Wij Nederlanders flikken het toch maar om als klein landje op nummer twee van de agroproduktie te staan achter Amerika en voor Frankrijk”.
Zo veel mogelijk dieren houden is geen olympisch wedstrijdonderdeel
.

Een werkelijk doeltreffende oplossing zou zijn om de veestapel zo drastisch in te perken en duurzaam om te vormen dat het niet meer kan bedienen dan de lokale markt (Nederland en iets daarbuiten). Dat is minder moeilijk dan de betrokkenen zullen toegeven. Nu gaat alle onderhandeling over net wel of net niet over de grens gaan. Zie bijvoorbeeld de uitzondering die Nederland van tijd tot tijd bedingt om extra mest uit te mogen rijden (derogatie). Te veel mest werkt als gif voor bodemleven, waterkwaliteit en klimaat.

CEO Joosten van coöperatie Friesland Campina gaf april 2016 in het Financieele Dagblad aan (toe) dat meer dan de helft van de Nederlandse melkproductie blijvend verliesgevend is. Dit verlies wordt gecompenseerd met woekerwinsten op de overige melkproductie in plaats van beëindiging van onrendabele en overbodige bedrijfsvoering. De te lage melkprijzen worden veroorzaakt door de overproducerende boeren zelf! Niet door een gewetenloos calculerende consument of een keihard zakelijk afpersende supermarkt.
Een frauderende sector -die geen echte grenzen wordt gesteld- om te scholen tot een duurzame met gelijkblijvende productie is een hele lastige opgave. De fraudeurs zouden hun vergunning kunnen worden ontnomen in combinatie met een zo hoge boete dat ze failliet gaan. De melkproductie van die boeren kan uit de markt worden genomen, zodat de melkprijs omhoog schiet omdat je van het onrendabele deel verlost bent. In combinatie met een gedwongen grondgebondenheid voor alle vee (ook, varkens, en kippen) vang je meerdere vliegen in een klap.
De overheid kan in samenwerking met de EU duurzaam en diervriendelijk producerende boeren beschermen tegen oneigenlijke concurrentie gebaseerd op dierenleed. Precies dat is wat Nederlandse boeren, die zuivel en vlees produceren, nu hun buitenlandse collega’s aandoen.

Nederland zou de rest van de EU moeten aanbieden om vrijwillig de productie van vee, zuivel en vis in te perken tot het bedienen van een regionale markt in ruil voor bescherming en de verplichting aan de eigen producenten om de productie zo duurzaam te maken dat niemand (natuur, dier, milieu, belastingbetaler etc.) er meer last van heeft.
Sterker nog: de hoeveelheid voordelen van de inperking van de veestapel is groot.

21 januari 2018

Weerstand tegen Nederlandse boeren en vissers

Ondanks de claim van Nederlandse vissers dat de pulsvisserij visvriendelijker en milieuvriendelijker is, heeft het Europese parlement deze wijze van vissen onder druk van de Franse vissers aan banden gelegd. In de diverse media wordt hier verschillend over gerapporteerd. Niet iedereen vertelt erbij dat Nederland tegen de EU-afspraken een veel groter deel van de visserijvloot heeft gesteund in het omschakelen naar elektrisch vissen. Ook de hoeveelheid vis (quota), die gebaseerd is op de hoeveelheid in het verleden, zit buitenlandse vissers niet lekker, te meer dat voor hun eigen kusten veel wordt weggevangen.
Ook de Nederlandse veehouderij is groot en drukt buitenlandse collega’s uit de markt. Ook zij claimen een meer milieuvriendelijke manier om met vee om te gaan. Bovendien mogen Nederlandse boeren meer mest uitrijden dan buitenlandse (derogatie). Door de overproductie van mest staat dit voorrecht op de tocht.
Organisaties die zich bekommeren om diervriendelijkheid, klimaatopwarming en milieudruk staan kritisch tegenover Nederlandse vissers en boeren. De twee sectoren zijn zo omvangrijk dat buitenlandse concullegae (concurrerende collega's) er door in de verdrukking komen.
De Nederlandse politiek en de Nederlandse burger zou zich best eens mogen realiseren dat de wens om excessief te exporteren en expanderen helemaal niet zo’n gezonde motivator is. Het zorgt voor disbalans in binnen- en buitenland en daar lijden zonder enige noodzaak mens, dier, milieu en klimaat onder.

Gewone mensen

Enige tijd geleden las ik een interview met Abram de Swaan, emeritus hoogleraar en socioloog. Ging over of en hoe 'gewone' mensen in bepaalde omstandigheden de meest gruwelijke misdaden kunnen begaan. Auschwitz werd als voorbeeld genoemd. De Swaan zegt een aantal interessante dingen. Hij vermoedt dat het geweten van mensen die ineens gaan moorden zich beperkt tot het eigen gezin, hun superieuren en hun strijdmakkers. De rest kan naar de hel lopen. Ze hebben geen gevoel voor hun aandeel in wat er gebeurt en kennen niet of nauwelijks medelijden met anderen.
Ik moest, toen ik het las, onwillekeurig denken aan die andere gruwelijke massamoord die zich heden ten dage voor ons afspeelt, de bio-industrie. Nee, ik zal het H-woord niet noemen, want dan krijg ik daar weer gelazer over. We weten allemaal - of kunnen/moeten weten - dat in in dit goede vaderland per jaar een half miljard dieren om zeep worden geholpen, na een 'leven' vol pijn, angst en stress. Het verbaast mij steeds meer dat mensen die we als 'gewone' mensen, mogen omschrijven de massamoord op vijfhonderd miljoen dieren accepteren en er door hun consumeergedrag aan mee werken. Mensen die van hun kinderen houden, lief zijn voor hun partner, hun hond en/of kat vertroetelen, stierenvechten veroordelen, het doodslaan van een hond willen wreken, kortom gewone aardige, lieve mensen die ons dierbaar zijn.
De mensen waar De Swaan het over heeft plaatsen anderen, van buiten hun kring, buiten hun verantwoordelijkheid. Daarom wordt hun lijden en sterven irrelevant of zelfs acceptabel. Het overgrote deel van de mensheid heeft eveneens een aantal diersoorten buiten hun verantwoordelijkheid geplaatst opdat men ongestoord en niet geplaagd door zoiets als een geweten het niet te versmaden karbonaadje of kippenpootje kan blijven innemen.
Het gaat natuurlijk te ver te stellen dat mensen die de kiloknaller in hun wagentje kieperen even grote schurken zijn als de beulen van Auschwitz. Maar het is op z'n minst merkwaardig dat zo veel 'gewone' mensen willens en wetens blijven meewerken aan de grote massaslachting die bio-industrie heet. Het geweten van de meeste mensen beperkt zich dus kennelijk tot het door de De Swaan gesignaleerde eigen gezin - lees 'eigen soort' en aantal aaibare andere soorten.
De mens en het geweten, het blijft een niet te doorgronden fenomeen.

Herman Gallé

06 januari 2018

Vrijheid als wederkerig recht en plicht

Dr. Roland A.J. Mees is filosoof en werkt bij ING Sustainable Finance. Hij is recent gepromoveerd op het proefschrift getiteld: 'Sustainable Action, Perspectives for Individuals, Institutions and Humanity'.
Hij schreef voor NRC een artikel met als titel “Minder vlees, wat schiet ik daarmee op”?

Hij schrijft: wat wel concreet van ons gevraagd wordt is: (veel) minder vlees eten, met het openbaar vervoer naar je werk gaan en afzien van verre vliegvakanties. Maar als je dan vraagt wie hier morgen mee begint, krijg je na een ongebruikelijk lange stilte vaak als antwoord: „maar… what’s in it for me”? of „Wat schiet ík daar mee op?” En dan is zo’n levendig gesprek vaak ten einde.
Zijn suggestie voor een antwoord is het volgende.
“Wanneer ik minder vlees eet, de auto laat staan en minder vlieg toon ik mij een verantwoord burger. Dat is wat ik ermee opschiet. En de toekomstige generaties”.

Wat de heer Mees ook had kunnen antwoorden is dat alle levende wezens op aarde een gelijkwaardig belang hebben en dat is in vrijheid leven. Doorgaan op de oude voet tast de vrijheid van iedereen aan wanneer het klimaat te warm en het milieu te vervuild raakt.
Elkaar een dienst verlenen vraagt natuurlijk eerst een afstemming of iedereen wel de noodzaak tot gedragsverandering inziet.
Indien ja, dan is handhaving of vergroting van de wederzijdse vrijheid wat er voor iedereen inzit. Iedereen is dan vrij in het zelf kiezen van die gedragsverandering waarvan hij/zij vindt dat het voor een zo groot mogelijke groep tot vrijheid gaat leiden.

26 december 2017

Voor een betere wereld moet je soms tegen je eigen belang ingaan


Mac van Dinther interviewt voor de Volkskrant Jaap Korteweg, één van de twee mannen achter de Vegetarische Slager. Korteweg was gek op vlees, maar heeft vooral oog voor het grote plaatje. Nu maakt hij vlees na op basis van plantaardige grondstoffen.

Uit het interview.
Iedereen die jou kent, zegt dat jij een enorm rechtvaardigheidsgevoel hebt. Vind jij het rechtvaardig om een hele bedrijfstak weg te vagen?
'Wat ik doe met De Vegetarische Slager gaat ook in tegen mijn eigen belang. Ik heb er als akkerbouwer baat bij dat er zoveel mogelijk vee is. Want meer vee is meer voer, meer graan, hogere grondprijzen, meer business voor de akkerbouw. Maar ik vind het grotere plaatje belangrijker.
'Ik zie dieren als gevoelige en intelligente wezens die recht hebben op hun eigen leven. Dat wij zulke grote aantallen dieren een volwaardig leven ontnemen, is niet goed te praten. Kippen die met zes weken worden geslacht, varkens met negen maanden. Het zijn nog kinderen in ontwikkeling. Boeren worden boos als ik dat zeg, maar zo is het wel. En als het nou niet anders kan. Maar het kan wel anders'.

Als jij je zin krijgt, zijn er geen dieren meer. Geen kippen, geen varkens. Dat is toch ook een verlies?
'Nee, want ze zijn niet weg. We hebben nog wilde varkens en runderen. Dieren die leven naar hun natuur zonder dat de mens ingrijpt, dat is mijn ideaal. Ik sprak laatst een boer uit het veenweidegebied. Daar lopen koeien op, want de grond is te nat om iets op te verbouwen. Hij vroeg: wat moet je met dat land als je er geen koeien laat lopen? Ik zeg: lekker teruggeven aan de natuur. Laat veen gewoon weer veen worden als we het niet nodig hebben voor landbouw'.

23 december 2017

Dierenlevens.

[..]Een loslopende hond heeft zaterdagavond het verkeer in de war gestuurd op de A2 in Limburg[..] een berichtje in de Leeuwarder Courant van maandag 18 december. Verkeer werd stilgelegd en uiteindelijk slaagden twee hondenbegeleidsters van de politie er in het arme dier ongedeerd van de weg te halen. Eind goed, al goed! Voor de hond en zijn baasje(s) zeker.

Per dag worden er in Nederland 1.370.000 dieren in de vee-industrie doodgemaakt. Doodgemaakt voor een product – vlees - dat geen mens echt nodig heeft. Doodgemaakt na een erbarmelijk leven. Leed waar iedereen die de kiloknaller aanbidt aan meewerkt.

Tel daar bij op de doodsbange stakkers die door het jagersgeboefte aan flarden worden geschoten om de status van uw kerstdis te upgraden.

Ik ben oprecht blij en dankbaar voor het redden van de hond. Maar zouden we in deze reflectieve periode misschien ook eens kunnen denken aan die honderdduizenden varkens, koeien, ganzen, hazen, konijnen, reeën, wilde zwijnen, kippen, kalkoenen, eenden etc. die niet (door politiemensen) worden gered van een wisse dood, maar geofferd worden op het altaar van onze schier grenzeloze hang naar genot en status? Fijne leedloze feestdagen!




20 december 2017

Gastronomische bullshit

De productie van foie gras is in Nederland en veel andere Europese landen verboden, omdat de lever van eenden alleen kan worden vetgemest met dwangvoeding, wat dieronvriendelijk zou zijn. Maar in Frankrijk is de lekkernij niet weg te denken van het kerstmenu. Ook in Frankrijk ageren dierenactivisten tegen deze praktijk, maar zij krijgen nauwelijks een poot aan de grond. De Franse wet rekent de foie gras tot 'het beschermde culturele en gastronomische erfgoed'.
Peter Giesen ging op bezoek bij een eendenboerderij en deed verslag in de Volkskrant.

Hij doet verslag van een boerin die de eenden houdt.
"Evelyne Revel is een vrouw van het platteland, een boerendochter die het bedrijf overnam van haar ouders. Moderne stadsbewoners begrijpen de veeteelt niet meer, verzucht ze. 'Ik probeer zo goed mogelijk voor mijn eenden te zorgen. Ons doel is mooie dieren te verkopen. Het is een cyclus. Als we de vrachtwagen met volwassen eenden zien vertrekken, zijn we tevreden. Vorig jaar werden de eenden op de dag van vertrek getroffen door de vogelgriep. Ze moesten blijven en zijn hier vergast. Dat was verschrikkelijk. Als je ze grootbrengt en ze vertrekken voor de slacht, ligt dat in de normale loop der dingen. Maar het is heel anders als ze gedood worden omdat ze ziek zijn'".
Tot zover het citaat uit de Volkskrant.

In ons land wordt foie gras gelukkig weinig gegeten, de meesten zijn wel wijzer, een enkele snob daargelaten. Wie de uitleg van de boerin leest en niet ziet wat er aan mankeert, die zou ik willen adviseren zich eens te verdiepen in drogredeneren. Kennis daarvan kan helpen het fenomeen ook in eigen land te herkennen en het dierenleed dat daarvan het gevolg is te vermijden.

16 december 2017

Kerst(feest?)

Kerst. Feest van vrede. Feest van bij elkaar zijn. Feest van lekker eten en drinken. Feest van bezinning. Een feest van en voor mensen. Precies! Want voor niet menselijke dieren is er weinig feestelijks aan de kersttijd.
Dode dieren, al dan niet in herkenbare onderdelen gefragmenteerd, vormen nog steeds een essentieel onderdeel van de kerstdis. Het feest van het Leven kan kennelijk niet goed worden beleefd zonder daar miljoenen dierenlevens voor op te offeren. Konijnen, ganzen, fazanten, hazen, reeën, wilde zwijnen, varkens, koeien, kalkoenen, kippen, uit het leven geschoten of na een ellendig bestaan in de bio-industriestallen allesbehalve zachtzinnig in de slachthuizen om het leven gebracht. Overal op de kerstmenu’s walgelijke dingen als ganzen- en eendenlever (foie gras). De pijn, angst en stress die daarvoor geleden wordt laat ons koud, verdringen of bagatelliseren we. We laten toe dat wezens die meer met ons overeenkomen dan dat zij van ons verschillen, lijden en sterven voor ons plezier. We hebben de dieren in feite buiten onze verantwoordelijkheid geplaatst, waardoor hun leed en dood irrelevant of acceptabel wordt gevonden. Het proces van psychische dissociatie maakte het mogelijk dat joden in de oorlog ontmenselijkt werden en behandeld werden met een wreedheid, die we ons hier en nu niet (meer) kunnen voorstellen. Alleen de wijze waarop ik mij tot de ander verhoud, maakt het mij mogelijk de ander te laten lijden. Als een bepaalde groep zoals joden, maar ook moslims, christenen, atheïsten, vrouwen, homoseksuelen of zoals in dit geval dieren als minderwaardig wordt beschouwd, hebben wij mensen er blijkbaar weinig moeite mee hen te doen lijden of te misbruiken voor onze doeleinden. Zij die er op wijzen dat dieren gevoelens, emoties en eigenschappen hebben die ook wij bezitten worden honend weggezet als ‘antropomorfisten’ en wereldvreemde dromers. Wel, ik ben zo’n wereldvreemde antropomorfistische dromer en ik beschouw dat als een geuzentitel. Albert Schweitzer sprak eens de indrukwekkende woorden: “Ik wil leven te midden van leven dat wil leven”.  Het gemak waarmee de mens de levenswil van andere dieren negeert staat in schril contrast met het massale rouwbeklag dat wordt opgebracht bij menselijke tragedies.
Het wordt hoog tijd dat we beseffen dat dieren geen boodschap hebben aan onze feesten en tradities en gewoon willen leven naar hun aard en behoeften zoals ook wij dat willen. Vrede op aarde is een illusie. Zeker zo lang we ook voor dieren niet het mededogen en respect kunnen/willen opbrengen dat ze verdienen. Ik wens u fijne, leedloze feestdagen.




15 december 2017

Melkveehouders maken een discutabele afweging

De supermarkten willen meer duurzame melk verkopen en bieden boeren die voldoen aan bepaalde eisen een hogere prijs. Veel boeren vinden de drie cent extra per liter van Albert Heijn voor echt goede melk niet genoeg.
Maar er is nog een niet onbelangrijk puntje waarom weinig boeren zullen willen meedoen. AH eist ook grondgebondenheid. Hun norm is 2,5 grootvee-eenheid gekoppeld aan een maximum van 18.000 kilo melk per hectare. Wanneer je alle jongvee wegdoet, kan je met die eis maximaal 7200 kilo melk per koe halen (18.000 gedeeld door 2,5).
Als je binnen die 2,5 grootvee-eenheden (gve) ook nog jongvee aanhoudt, (1 kalf jonger dan een jaar is = 0,25 gve, 1 “stuks” jongvee ouder dan een jaar en niet gekalfd is 5 gve) gaat die melkproductie per hectare nog verder omlaag, want die kalveren gaan af van het totaal aan gve per hectare.
Dat past allemaal precies in de opzet van AH, want die willen betere melk die 80% gebaseerd is op gras en dan kom je op rond de 7000 kilo melk per koe per jaar.
Door de politiek opgelegde fosfaatreductie gedwongen melken de boeren nu gemiddeld tegen 9000 kilo melk per koe. De productie per koe moest omhoog om de vermindering van de veestapel te compenseren. Drie cent extra weegt volgens de meeste boeren niet op tegen 2000 kilo (liter) melk minder per koe.
Stel dat de melkprijs bij de eigen coöperatie 30 cent per liter is en 33 bij levering aan AH, dan is het inkomen per koe in het eerste geval 9000*30 cent is 2700 euro per koe per jaar en bij levering aan AH 7200 * 33 is 2376 euro per koe per jaar. Het verschil is 324 euro.
Dat ze ook aanzienlijk minder kosten (aan veevoer, mestafvoer en veterinair) hebben, en gezonder vee, en betere melk rekenen ze niet mee. De nadelen daarvan voelen ze niet zelf maar gaan ten koste van het welzijn van de koe, het milieu of wordt afgewenteld op de belastingbetaler.

Boeren zouden anders rekenen wanneer het principe dat de vervuiler betaalt echt zou worden omgezet in beleidsverandering en door handhaving. Nu rekenen de boeren op de wet van de grote aantallen (resulterend in een melkplas en volle koelhuizen), op de subsidies vanuit Europa (gegeven door liberale en christelijke politici), het sluiten van de ogen door controlerende instanties (bijvoorbeed de NVWA) en op de naïeve burger, die een achterhaald romantisch beeld koestert van het platteland.

06 december 2017

Overheid medeplichtig aan toename van dierenleed

Persbericht van World Animal Protection.

Willens en wetens dragen Nederlandse bedrijven bij aan het wereldwijde lijden van dieren in de vee-industrie. Dat doen ze door, onder meer, dieronvriendelijke huisvestingssystemen te exporteren. De Nederlandse overheid is daaraan medeplichtig, want zij biedt deze bedrijven steun en stelt daarbij geen of onvoldoende dierenwelzijnseisen. Dat blijkt uit onderzoek van World Animal Protection.

In het regeerakkoord ‘Vertrouwen in de toekomst’ van oktober stelt het kabinet dierenwelzijn internationaal te willen verbeteren. Maar in feite draagt de overheid bij aan wereldwijd dierenleed. Internationale dierenbeschermingsorganisatie World Animal Protection (voorheen WSPA) komt tot die conclusie na onderzoek naar de manieren waarop de overheid Nederlandse bedrijven, die zaken doen in het buitenland, kan ondersteunen.

Daartoe behoren ook Nederlandse bedrijven die bijdragen aan dieronvriendelijke vee-industrie in landen als Rusland, Oekraïne en China. Een van de conclusies van het rapport Merchants of misery is dat de overheid in de afgelopen kabinetsperiode tientallen toeleveringsbedrijven heeft gesteund die geen minimum dierenwelzijnsstandaard hanteren of standaarden die onder die van de EU liggen.

Dierenleed wereldwijd bevorderd.
Hoewel de Tweede Kamer al in 2007 erkende dat dierenwelzijn onderdeel is van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen, wordt daarmee in de praktijk niet of onvoldoende rekening gehouden. Nederlandse bedrijven produceren een scala aan systemen en verkopen die aan het buitenland: voor ventilatie, opfok en mestafvoer, voor software, slachtapparatuur, broedmachines en zelfs complete stalhuisvestingen. Daarnaast verschaffen ze veevoer, diergeneeskundige middelen, genetica of zelfs levende dieren.

Hoofd programma’s Dirk-Jan Verdonk van World Animal Protection Nederland: “Al deze bedrijven zouden moeten bijdragen aan een beter dierenwelzijn. Maar dat gebeurt lang niet altijd. Ze zijn betrokken bij de bouw van varkensgevangenissen, plofkipfabrieken en legbatterijen met slecht dierenwelzijn – die bovendien in veel gevallen tegenwoordig illegaal zijn in de EU (en dus ook in Nederland). Kortom: Nederlandse bedrijven dragen willens en wetens bij aan het wereldwijde lijden van dieren. En doordat de Nederlandse overheid hen ondersteunt, is zij medeplichtig aan het bevorderen van dierenleed in de wereldwijde vee-industrie”.

Van handelsmissies tot exportkredietverzekeringen
De overheid helpt bedrijven, die zakendoen in het buitenland, op allerlei manieren. Bijvoorbeeld met handelsmissies, assistentie via ambassades, het sponsoren van handelsbeurzen, het leveren van projectfinanciering, onderzoekssubsidies en exportkredietverzekeringen. Met deze hulp zou de overheid bedrijven in een diervriendelijke richting kunnen sturen, maar tot dusverre gebeurt dat heel weinig. Zo krijgen Nederlandse bedrijven overheidssteun, terwijl zij kooihuisvesting voor plofkippen verkopen.

World Animal Protection voert daarom campagne en vraagt de minister van Buitenlandse Handel, Sigrid Kaag, te stoppen met het bieden van steun aan Nederlandse bedrijven die dierenleed vergroten in het buitenland.


Klik hier om meer te lezen over de schaduwzijde van de export van landbouw of in de Internetversie bij de labels.

24 oktober 2017

Advies aan veganisten om geen energie te verspillen

Waarom zou iemand die gelijk heeft zijn gelijk nog een keer moeten halen? Dat roept weerstand op, actie is reactie, en waarom die energie verspillen?
Voor een veganist is dat een retorische vraag, immers het wordt er in de wereld een stuk gezelliger van wanneer meer mensen goed veganistisch leren koken en ook neemt het dierenleed met sprongen af.
Maar een vleeseter proberen te verleiden om geen enkel dierlijk product meer te gebruiken is als trekken aan een dood paard.
Het zelf moreel goed doen en je daarop voorstaan, zet kwaad bloed bij degene die zich aangesproken voelt en die kan het omdraaien als een aanval en weet zich zo slachtoffer in plaats van dader.
Goed voorbeeld doet goed volgen, maar dat is het voorbeeld van hen die zich niet laten voorstaan op hun goede gedrag. Doe het dan als veganist ook echt goed en kook lekker. Kun je niet lekker koken, overweeg dan een morele argumentatie achterwege te laten.
Mensen dwingen toe te geven dat zij fout gedrag vertonen is een brug te ver wanneer je zelf tot de kwetsbare minderheid behoort.
Wanneer je als veganist weer eens gevraagd wordt door een vleeseter waarom mensen geen dieren mogen gebruiken, antwoord dan dat je niet weet waarom, maar dat je niet snapt dat mensen zich niet bekreunen om wat er met dieren gebeurt in de bio-industrie. Je stelt je dan in jouw (schijnbare) onwetendheid ten minste gelijkwaardig op tegenover een ander die eigenlijk geen goede redenen heeft anders dan dat het lekker smaakt.
Grote kans dat mensen dan zelf komen met hun twijfels over wat er gebeurt achter de gesloten staldeuren. Die bekentenis is hun eerste stap op weg naar een diervriendelijke wereld. Met die stappen ben ik zelf ook bezig, maar wel op een door mijzelf gekozen tempo. En heb geduld, er wordt via verschillende wegen gewerkt aan goede en betaalbare vleesvervangers en dan doen die het werk.

Alle boeken van Tobias Leenaert op bol.com.

22 oktober 2017

Hoe de agrobusiness de hinder omlaag rekent

In de Volkskrant van 20 oktober een artikel over hoe Schiphol de geluidshinder die zij veroorzaakt ondanks de groei telkens weer omlaag weet te rekenen.
De agrobusiness, dat wil zeggen de intensieve veehouders en hun belangvertegenwoordigers halen soortgelijke trucs uit.
De overlast c.q. uitstoot die veehouders veroorzaken met de mest dat hun vee produceert wordt niet daadwerkelijk gemeten maar berekend via modellen. De mest van koeien in stallen wordt verzameld in een gierkelder “afgesloten” met een rooster. Door dat rooster ontsnappen gassen die de stal verlaten via de open zijwanden en door mechanische ventilatie van de stal. Die (broeikas)gassen gaan rechtstreeks naar buiten en dragen bij aan stankoverlast, ammoniakdepositie in de natuur en opwarming van het klimaat. Wat de omvang daarvan is wordt berekend via computermodellen.
Op basis van die modellen wordt het beleid gebaseerd over welke aantallen nog net acceptabel zijn.
Schiphol doet wilde claims als dat vliegtuigen steeds stiller en schoner worden. De intensieve veehouderij maakt ook veel tam tam bij randverschijnselen als sterren voor de mate van dier(on)vriendelijk huisvesten. De bulk van het vee wordt gehouden voor de export voor een markt van consumenten die geen flauw idee hebben van de omstandigheden waaronder de dieren hier worden gehouden en die het ook weinig kan schelen.

Laten we vooral ons verstand blijven gebruiken en ons voortdurend afvragen of het verdienen van geld wel zo kritiekloos en grenzeloos mag blijven doorgaan.

19 oktober 2017

Is dit wel een voordeel voor een vleeseter?

De Nederlandse consument en burger is niet enthousiast over de intensieve veehouderij in Nederland. Men heeft compassie met het saaie leven van de landbouwhuisdieren in de afgesloten stallen en het wrede lot in de slachterij.

Om te kunnen snappen waarom hij of zij niet zo snel en krachtig in verzet komt helpt het om te beseffen dat er ook voordelen zijn aan wat een ander als nadelig ziet.
1.    De prijs van vlees en zuivel is laag. Door de omvang van de productie gericht op export naar het buitenland en de import uit het buitenland is de prijs van vlees en zuivel lager dan wanneer de Nederlandse veehouderij zich zou beperken tot de Nederlandse markt.
2.    Er zijn minder insecten. Door het intensieve landgebruik voor veevoer en akkerproducten is er relatief weinig leefruimte voor insecten. Neonicotinoïden decimeren de hoeveelheid insecten. Daar heeft een burger voordeel van doordat er veel minder insecten te pletter slaan op de voorruit van de auto, in je ogen vliegen tijdens het fietsen of de slaapkamer in de zomer minder muggen komen en je dus minder geprikt wordt.

Wie gevoelig is voor deze “opbrengsten” van de intensieve veehouderij zou zich erin kunnen verdiepen dat de lagere prijs uiteindelijk toch door hemzelf wordt betaald via de maatregelen die overheid neemt om de intensieve veehouderij te ondersteunen.
Wie niet treurt om de teruggang in het aantal insecten zou zich eens kunnen verdiepen in de ecologische rol van insecten in de bestuiving van gewassen. Zonder bestuivers (insecten als bijen bijvoorbeeld) kan er heel veel minder voedsel worden geteeld en komt onze voedselvoorziening in gevaar.
Door producten af te nemen van de intensieve veehouderij werk je mee aan het afnemen (lees stelen) van leefruimte van dieren.
Het is niet moeilijk om even stil te staan bij de gedachte dat iedereen kan bijdragen aan een ecologisch meer verantwoorde inrichting van de economie en platteland, die uiteindelijk ook de menselijke gezondheid ten goede komt.

Zie ook deze teksten over heling.

17 oktober 2017

Vrijheid, zo simpel en zo genegeerd

Vrijheid is een concept dat nooit voor 100% vertaald kan worden in iets concreets en de invulling is afhankelijk van cultuur en tijdsgeest. Voor filosofen en denkers een prachtig concept, voor gewone burgers veel minder. De gedachte dat vrijheid weleens voor iedereen, mens en dier, zou kunnen gelden en dan ook nog in gelijke mate is helaas niet voor iedereen aantrekkelijk. Het kan onveilig voelen.
Wanneer we vrijheid als basis van onze moraal maken, dan volgt daaruit dat we geen oordeel meer mogen vellen over anderen en dat we anderen die in onze ogen abjecte zaken doen, moorden en verkrachten en dieren mishandelen bijvoorbeeld, ook zouden moeten respecteren in hun recht op vrijheid. We kunnen de vrijheid van mensen die de wet overtreden tijdelijk inperken, maar afnemen kan alleen bij ongeneeslijk psychopathologische misdadigers.
De vrijheid om te oordelen laten mensen zich niet snel afnemen. Verder zijn er veel mensen die menen dat zij de wereld sneller kunnen verbeteren door anderen te choqueren met vreselijke beelden van misstanden of met misleidende argumentatie.

Het is jammer dat mensen het belang van elkaars vrijheid zo gemakkelijk over hoofd zien, want de kracht van rekening houden met vrijheid kan het leven zo simpel maken en de keuzes wat te doen veel sneller te nemen.

Bijna alle godsdiensten hebben als centrale thema dat je anderen niet iets aandoet, wat je zelf niet aangedaan wilt worden. Dit is ook zo te beschrijven als “weet waar je eigen grenzen ophouden en waar die van anderen beginnen” ofwel “neem je eigen vrijheid en respecteer die van anderen” oftewel “zolang je anderen niet schaadt ben je vrij om te handelen”. Ook de wetgeving heeft dit als centrale thema en laat het voor iedere burger in gelijke mate gelden, zonder discriminatie.

Wat is er op tegen om hetzelfde uitgangspunt ook voor dieren te hanteren? Solidariteit met alle levende wezens in het beschermen van hun vrijheid, beschermt ook je eigen vrijheid. De aard van vrijheid is juist dat zij niet uitgesloten of uitsluitend kan zijn.


Deze gedachte is op de site van de Stichting Animal Freedom verder uitgewerkt. Ook zijn er voorbeelden van misleidende argumentatie en hoe te reageren. Misstanden rondom diergebruik worden zo veel mogelijk feitelijk gepresenteerd.

12 oktober 2017

Faunabescherming weerlegt argumentatie vossenjacht.



De Faunabescherming weerlegt in een folder de 9 argumenten waarmee de jacht op vossen wordt verdedigd.

De vos verdient beter dan het hele jaar bejaagd te worden.

1. Er zijn veel te veel vossen.
‘Bevolkingsexplosies’, zoals bij muizen, wespen of sprinkhanen soms voorkomen, komen bij vossen van nature niet voor. Vossen verjagen andere vossen uit hun territorium en leven op die manier in een zelfregulerend systeem: als er te veel dieren zijn in relatie tot het voedselaanbod, bestrijden ze elkaar en krijgen minder nakomelingen. Normaal heeft een mannetjesvos drie vrouwtjes, waarvan er jaarlijks maar één drie of vier jongen krijgt. Als de populatie onder druk staat, omdat er intensief op ze gejaagd wordt, krijgen alle vrouwtjes jongen, en ook grotere worpen. In plaats van vier per familiegroep worden er dan jaarlijks soms wel twintig jongen geboren. Voor al die jongen is weinig plaats en zij gaan zwerven. Komen in de stad, komen onder een auto. De media spreken dan van een vossenplaag. Een plaag, die uitsluitend is ontstaan door bejaging.
2. Vossen hebben geen natuurlijke vijanden.
Er zijn geen dieren die grote hoeveelheden vossen eten.
Net zomin als er dieren zijn die volwassen knobbelzwanen eten, of ijsberen, of steenarenden enzovoort. Een enkele keer wordt een vos gedood door wolven. Dat is geen probleem. Jagers hoeven de leemte van ‘natuurlijke vijanden’ niet in te vullen, want die is er niet. Die is er nooit geweest. De ‘natuurlijke vijanden’ van vossen zijn andere vossen en ziekten en parasieten. Bij grotere dichtheden kosten stress, concurrentie en gebrek aan ervaring veel jonge vossen het leven.
3. Vossen roeien de dieren uit waar ze op jagen.
Vossen doen wat de evolutie hen in miljoenen jaren heeft geleerd om te kunnen overleven. Het zijn ‘generalisten’, dat wil zeggen dat ze zich schijnbaar moeiteloos weten aan te passen aan iedere omgeving en ook eten wat de pot schaft. Ze eten de dieren waarvan er veel aanwezig zijn. Veel vossen leven tegenwoordig in stedelijke omgeving, zonder hinder te veroorzaken of opgemerkt te worden. Een stadse vos eet muizen en ratten en ook afval, zoals patat, terwijl zijn neef in de duinen vooral konijnen op het menu heeft staan. Het uitroeien van soorten is daarbij niet aan de orde.
4. Vossen vormen een bedreiging voor de weidevogelstand.
De weidevogelstand wordt door andere factoren bedreigd dan predatie. De intensivering van de landbouw sedert de jaren 60 betekende een omslag voor weidevogels, die voorheen in Nederland een ideale broedplaats vonden. Kunstmest, grondwaterpeilverlaging, eerder en vaker maaien en grootschalige ruilverkaveling maken het leven voor weidevogels steeds moeilijker. Het voedselaanbod verminderde drastisch en schuilmogelijkheden in het voorheen natte terrein verdwenen.
In de gebieden die nog aan de voorwaarden van de weidevogels voldoen, vormt de aanwezigheid van vossen geen probleem. Kleine marterachtigen en vogels spelen een grotere rol in de predatie van met name de jongen van weidevogels dan vossen
5. Vossen veroorzaken schade aan huisdieren bij particulieren.
Vossen en katten laten elkaar met rust. Een vos weet dat de scherpe nagels van de kat zijn ogen kunnen beschadigen. Wilde katten zijn een vos zelfs de baas.
Voor honden vormen vossen geen gevaar. Zelfs kleine honden jagen een vos op de vlucht. Kwetsbare dieren zoals kippen en konijnen kunnen door de eigenaar worden beschermd door middel van goed afgesloten hokken en rennen.
6. Vossen veroorzaken schade aan schapen en lammeren.
Verhalen over vossen die lammetjes doden, zijn hardnekkig, maar nooit bewezen. Wel staat vast dat een lam dat dood in een weiland ligt, door een vos kan worden aangevreten. Gezonde lammeren blijken prima in staat te zijn een vos op afstand te houden, zeker als hun moeder erbij is.
7. Vossen veroorzaken schade aan pluimvee / vrije uitloopkippen.
Als een vos een kippenhok binnendringt en daar meerdere dieren treft die niet kunnen vluchten, zal hij er instinctief meerdere doden. Het is een natuurlijke reactie van de vos op overvloedig aanbod van prooidieren en wordt ‘surplus killing’ genoemd. Zo verzekert hij zich van voedsel voor langere tijd, net zoals bijvoorbeeld steenmarters (maar ook mensen in de supermarkt bij een voordelige aanbieding) dat doen. De vos krijgt echter zelden de kans om al zijn boodschappen in een keer mee te nemen. Wie kwetsbare dieren houdt, moet deze dieren zelf tegen dreiging van buitenaf beschermen. Dat kan door het plaatsen van deugdelijke hekwerken en door deze dieren in ieder geval ’s nachts in goed afgesloten hokken te houden. Als vossen toch pluimvee doden, moet dat als bedrijfsrisico worden beoordeeld en niet als schade.
8. Vossen verspreiden ziekten zoals hondsdolheid en vossenlintworm.
Telkens weer hebben jagers er belang bij paniekverhalen in de media te verspreiden over de vreselijke ziekten en gevaren die vossen voor de mens zouden meebrengen. Hondsdolheid is nooit een gevaar geweest in Nederland en al vele jaren vrijwel uitgebannen in West-Europa. Vossen kunnen lintwormen bij zich dragen, maar door de lange incubatietijd (wel vier jaar) is onduidelijk wat de gevolgen zijn, omdat de meeste Nederlandse vossen door de intensieve bejaging de vier jaar niet eens halen. Mensen en honden kunnen besmet raken met de vossenlintworm, maar zolang men niet met blote handen aan (uitwerpselen van) vossen komt, is die kans verwaarloosbaar. Recent onderzoek heeft uitgewezen dat de aanwezigheid van vossen er juist toe leidt dat de kans op tekenbeten, en daarmee op de ziekte van Lyme, wordt beperkt. De door vossen graag gegeten muizen blijken namelijk in een gebied met meer vossen, minder teken bij zich te dragen.
9. Vossen hebben geen functie in het ecosysteem.
Elke diersoort vervult een rol in het ecosysteem. Sinds de jaren 60 is de landbouw geïntensiveerd, ontstonden er eentonige en vlakke raaigraslanden en werd het grondwaterpeil sterk verlaagd. Dit bleek dramatisch te zijn voor weidevogels, maar gunstig voor ganzen en muizen. Boeren die schade ondervinden van ganzen, worden financieel gecompenseerd, terwijl men de ganzen zelf op alle mogelijke manieren bestrijdt. Maar de grootste natuurlijke vijand van de gans is de vos!

Voor een overzicht van drogredenen waarmee andere vormen van jacht en dierenleed wordt verdedigd en weerlegd, klik hier.

Pastoor zegent plezierjacht

RTV Oost meldt het volgende.

De Sint-Hubertusmis op vijf november in de Geesterense Pancratiuskerk gaat door. "De mis is een promotie voor de plezierjacht", aldus de stichting Rechten voor al wat leeft.

Pastoor Pikkemaat ontving dinsdag een schrijven van de Stichting Rechten voor al wat leeft. In de brief vraagt Bep de Boer de kerk om af te zien van de Hubertusmis op vijf november, of een mis te houden zonder jagers, jachthoornblazers en opgezette dieren.

Promotie voor de jacht.

Volgens de stichting wordt door het houden van de mis jagen gepromoot, terwijl er in de samenleving juist sprake is van een afnemend draagvlak voor de plezierjacht.

Geen demonstratie.

Pastoor Casper Pikkemaat respecteert het standpunt en wil in gesprek met de stichting, maar gaat de mis niet aanpassen of annuleren. Bep de Boer van de stichting laat weten geen verdere actie te ondernemen. "We hebben ons punt gemaakt en gaan op vijf november niet demonstreren".

Patroon.
St. Hubertus is de beschermheilige of patroon van de jacht. Op verzoek van een aantal jachthoornverenigingen organiseert de Pancratiuskerk derhalve de Hubertusmis voor jagers, jachthoornblazers en met opgezette dieren. Na afloop van de viering worden buiten de kerk (jacht)honden gezegend.

Tot zover RTV-Oost.

Pastoor Pikkemaat heeft mevrouw de Boer uitgenodigd voor een gesprek in aanwezigheid met betrokkenen. Mevrouw de Boer ziet af van dit gesprek:
"Met jagers hoeven we niet meer te praten, daar zijn we in de loop van de jaren allang mee uitgepraat. Dat is volkomen zinloos. Zij hebben de wet achter zich die de jacht toestaat, en zij zullen de jacht met hand en tand blijven verdedigen. Hun argumenten kennen we, en hun enige doel is om óns te overtuigen van hun ‘goede en noodzakelijke werk. En wij zouden dan in de verdediging moeten. In zo’n zinloze uitputtingsslag hebben we geen zin".

10 oktober 2017

Wat overtuigt een vleeseter om te switchen?

Evert Nieuwenhuis schrijft in Vrij Nederland over de moeizame poging om minder vlees te gaan eten onder de titel “Waarom we nog steeds vlees eten en hoe we dat kunnen veranderen”.

Nieuwenhuis gaat een gesprek aan met Menno Harsveld die hij de horzel noemt van menige journalist die over voedsel schrijft.

Een citaat.
Het betoog van Harsveld is even krachtig als eenvoudig: ‘De morele grens tussen mensen en dieren is arbitrair. Dieren mogen anders dan mensen zijn, maar net als wij kunnen ze voelen en hebben ze de wil om te leven. Iedereen is het er over eens dat je mensen niet mag uitbuiten, doden of als ding gebruiken, en dat geldt ook voor dieren. Diersoort is een even willekeurig en irrelevant criterium als huidskleur of geslacht’. Veganisme is een kwestie van recht en rechtvaardigheid, zegt hij: ‘Je kunt niet een beetje rechtvaardig zijn, of voor de een wel rechtvaardig zijn en voor de ander niet. Als je vindt dat dieren pijn kunnen voelen en de wil tot leven hebben, moet je ze enige morele waarde toekennen en kan je ze niet exploiteren of doden. Er is geen enkele noodzaak om dieren te eten, dus is er ook geen enkele morele rechtvaardiging voor’. Vleeseters zijn ‘moreel inconsistent’, vindt Harsveld. ‘Als een paard op een kinderboerderij wordt mishandeld, is de wereld te klein. Maar om onze smaakpapillen te bevredigen, mogen dieren ineens wel pijn lijden en sterven’. Biologisch vlees vindt hij een farce. ‘Dieren in de biologische veehouderij hebben het misschien minder slecht, maar het blijft fout om dieren te doden of te exploiteren. Diervriendelijk vlees bestaat net zo min als vrouwvriendelijke verkrachting of kindvriendelijke mishandeling’.
Harsveld is nog maar een paar jaar veganist, daarvoor was hij decennia vegetariër. ‘Nog steeds ben ik verbijsterd dat ik niet eerder in zag dat ook vegetarisme een schijnvertoning is. Voor kaas sterven nog steeds dieren, namelijk de stiertjes die na geboorte geslacht worden zodat wij hun melk kunnen stelen; de moeder wacht hetzelfde lot als ze niet genoeg melk meer geeft. Kalfjes worden bij hun moeder weggehaald, iets wat moeder en kind overduidelijk niet willen. Er is geen verschil tussen vegetarisme en andere vormen van niet-veganisme. Veganisme is de morele nullijn’.
In de dagen na ons gesprek denk ik nog vaak aan de argumenten van Harsveld. Ik merk dat ze geen vat op me krijgen. Je moet dieren dierwaardig behandelen, daarover zijn we het eens (en, zou ik daaraan toevoegen: zeker als ze voor jou leven). Dieren hebben rechten, zoals Peter Singer in zijn klassieker Animal Liberation (1975) betoogt. Maar Harsveld vindt de morele grens tussen dieren en mensen arbitrair, ik niet. Ik vind het dan ook geen schending van hun rechten als ze sterven om mijn smaakpapillen te bevredigen.
Tot zover Vrij Nederland.

De overtuigde veganist kon de twijfelde vleeseter niet van gedachten doen veranderen.
Ze zijn het er beide over eens dat dieren dierwaardig moeten worden behandeld. Maar de vleeseter Nieuwenhuis vindt niet dat hij daarom dieren niet mag eten. Er is maar één argument die zowel dieren als veganisten als vleeseters even belangrijk vinden en dat zij leven in vrijheid. Erkenning van dat belang kan het bewustzijn openen dat ieder mens zijn gedrag zou moeten toetsen of hij/zij de vrijheid van een ander, mens of dier, schaadt. Welk dier dat doet er niet toe, ook de dieren waarvan we de gevoelens niet kunnen inschatten.

Meer lezen over hoe om te gaan met mensen met een andere overtuiging? Klik hier.

Leeswijzer


Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom.
Klik hier voor de laatste bijdragen op dit blog
.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.
Kijk op ook Facebook voor onze reactie op de actualiteit.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.