Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.
Posts tonen met het label natuur. Alle posts tonen
Posts tonen met het label natuur. Alle posts tonen

05 november 2019

Kalfjes bij de koe



Kalfje-bij-de-koe is voor Zuiver Zuivel melkveehouder Armando Kok een stap in de richting van een zo natuurlijk mogelijke melkveehouderij. Hij legt het uit.
“Bij ons lopen de kalfjes bij de melkkoeien in de kudde. De eerste twee maanden mogen ze onbeperkt bij hun eigen moeder melk drinken. Voor de moederkoe is het fijn om haar kind bij zich te houden: daarmee kan ze haar natuurlijke moederinstinct uitleven. Bovendien zorgt zij veel beter voor het kalfje dan ik dat kan. Dankzij die moederzorg groeien de kalfjes ontzettend goed en zijn ze kerngezond. Het levert mij werkplezier op waardoor ik vrolijk ben en nog beter voor de koeien kan zorgen. Naast de jonge kalfjes heb ik ook graag wat koeienwijsheid – oudere koeien – in de kudde staan. Door die verschillende leeftijden vormen onze koeien een evenwichtige kudde: ik zie sterke sociale banden en ze helpen elkaar. Op een kalf in nood reageren ze allemaal. Die zorg voor elkaar zit er al vroeg in: als ik de koeien uit het land ophaal om ze te melken, wachten de oudere kalveren op de jongere kalfjes. Vervolgens is het speelkwartier en rennen ze keihard met z’n allen het pad op en af. Dat is fantastisch om te zien, daar word ik echt vrolijk van. Als biodynamisch boer probeer ik zo dicht mogelijk bij de natuur te staan. Kalfje-bij-de-koe is voor mij een stap in de richting van een zo natuurlijk mogelijke melkveehouderij”.

De koe mag niet alleen haar kalfje bij zich houden, het mag ook haar hoorns houden.

21 november 2018

Een toekomstbestendige inrichting van natuurgebieden

Dieren hebben recht op vrijheid. Je vrij kunnen bewegen gaat al miljoenen jaren op in de vrije natuur. Je verdient je vrijheid maar door je af en toe aan te passen. Het is op de tijdschaal van de natuurlijke evolutie nog maar een fractie van een seconde geleden dat wij mensen dat recht op vrijheid begonnen te negeren.
Bij het opnieuw introduceren van grote grazers in een omheind gebied dat je optimistisch een “nieuwe wildernis” noemt komt er een schaduwkant van het recht op vrijheid naar voren. Wanneer dieren zich vrij mogen voortplanten binnen een omheind gebied en nauwelijks een ander gevaar lopen dan te verhongeren dan is niet optimaal recht gedaan aan hun grondrechten. Het is ook een omdraaien van waar het omgaat: je laat natuur vrij en je beschermt menselijke belangen tegen de natuur. Anders geformuleerd: je bouwt geen hek om een natuurgebied, maar je zorgt met natuurlijke grenzen dat natuur en de mens niet daar kan komen waar je ze niet wilt hebben en bouwt hooguit een hek om plaatsen waar voedsel voor menselijke consumptie wordt geteeld of gewoond wordt en waar verkeer raast. Grenzen stellen is niet in tegenspraak met belangen van mens, dier of plant. Mensen zullen hooguit mopperen. Voor de Oostvaardersplassen geldt dat je een eventuele introductie van dieren moet uitvoeren vanuit de vragen “is er een natuurlijke en stabiele balans tussen vraag en aanbod van voedsel? En kunnen dieren in en uit het gebied vrij migreren?” Het is de keuze die kleine dieren en vogels met hun vleugels wel en grote dieren niet kunnen maken.
Door (grote aantallen) edelherten af te schieten verschuif je de aanpak van het verstoorde evenwicht naar de naaste toekomst. Wanneer er aan de opzet van de OVP niets verandert zal de discussie, het gemopper en de controverse blijven.
Het staat iedereen vrij om andersdenkenden te beschieten met halve waarheden. Het loont om de tijd te nemen waar het wezenlijk omgaat: vrijheid die in al zijn aspecten gewaarborgd is.

Veel argumentatie om niets wezenlijks voor dieren te doen is gebakken lucht en zijn politieke uitvluchten. Laat je niet met een kluitje in het riet sturen. Lees hier meer over de drogredenen bij het negeren van dierenrechten.

29 augustus 2018

Waarom dieren grondrechten (zouden moeten) hebben

Wie de vraag voorgelegd krijg of dieren rechten zouden moeten krijgen zal in eerste instantie denken aan het recht om niet onnodig te hoeven lijden. Er is consensus over dat de wetshandhavers daar op moeten toezien. Voorkomen dat dieren pijn lijden zal iedereen het over eens zijn, maar of het leiden van een onnatuurlijk leven ook onder dierenleed valt of zelfs een schending van een grondrecht is, dat is voor velen minder voor de hand liggend.
Wie kijkt naar het aantal dieren dat nu op aarde wordt gehouden om te worden gegeten of anderszins wordt gebruikt die ziet dat we nu een factor zeven keer zo veel dieren gevangen houden dan er leven in de vrije natuur. Die balans hangt natuurlijk samen met het aantal mensen dat op aarde leeft, maar deze situatie is in de geschiedenis van het leven op aarde relatief nieuw. Al het leven op aarde is ontstaan in vrijheid en heeft zich miljoenen kunnen ontwikkelen in vrijheid. Weliswaar zijn levensvormen in die tijd voedsel geweest voor elkaar, maar het proberen dat moment zo lang mogelijk uit te stellen is medevormgever geweest van de evolutionaire ontwikkeling.
Wie het langst uit handen van een roofdier kon blijven had de grootste kans om zich voort te planten en zijn of haar genen door te geven aan een volgende generatie. Op deze wijze was de manier waarop je met je vrijheid om kon gaan voor de natuur een criterium om de kansen op voortleven te regelen. Het heeft bijgedragen aan de schoonheid en biodiversiteit van de aarde.
Doordat mensen dieren zijn gaan houden, zijn wij degenen die bepalen welk dier leeft onder welke omstandigheden. We gaan daarmee in tegen de natuur. Weliswaar proberen veehouders dieren te houden onder omstandigheden die de gezondheid van het dier optimaliseren, maar dat is vooral een balans tussen kosten en baten.


Het dier, in het leven geroepen voor gebruik door de mens, is van onderdeel van de ecologie een onderdeel van de economie geworden. De economie is vooral amoreel. Het is aan het menselijk individu of hij meegaat in het gebruik van dieren of dat hij een alternatieve levensstijl kiest waarvoor dieren niet meer gevangen hoeven te worden gehouden.
Nu de te massale consumptie van dieren een globaal probleem is geworden, is het aan de democratische samenleving of de menselijke voedselvoorziening nog langer wordt gebaseerd op gebruik van dieren of alleen op planten. Wie kijkt naar de lijn van de evolutie zal eenvoudig tot de conclusie kunnen komen dat het zo massaal houden van dieren niet de bedoeling kan zijn. De stap om vervolgens alle dieren als grondrecht toe te staan om in vrijheid een natuurlijk leven te mogen hebben en vervolgens de vrije ruimte navenant in te richten is niet zo’n heel grote. Ook technologisch is het een kleine stap. We zouden daarmee heel wat problemen oplossen en leed voorkomen.
Tenslotte doet dieren wederom vrijheid toekennen recht aan de natuur.

18 mei 2018

We doen te veel en slopen de natuur

Caspar Janssen doet in de Volkskrant verslag van zijn voettocht door Nederland.
Hij kijkt naar de natuur en de invloed van de landbouw er op.
Op 17 mei 2018 in aflevering 221 van Caspar Loopt is de titel: "Al die kabinetten die maar willen doen – misschien moeten we juist meer doen om te laten".

Hij constateert het volgende.
"we hebben eigenlijk al tientallen jaren achtereen ondernemerskabinetten, met de slogan: doen. En zelf je broek ophouden. Dingen uitvinden, dingen maken, en vooral: verkopen. Symptomen bestrijden, op volle kracht. Met windmolens, zonneparken, warmtepompen, luchtwassers, mestvergisters, biomassa, ondergrondse CO2-opslag…  Alles om het vliegwiel maar draaiende te houden.
Terwijl de oorzaak van het probleem nu juist is: we doen te veel.
Ik zou het wel weten, zei hij. Doe iets om dingen te laten. Vliegen, autorijden, vlees eten, kinderen maken. Maar er kan nog veel meer: stoppen met de intensieve veehouderij op veengronden in Friesland en Laag Holland. Dat scheelt enorm veel CO2-uitstoot in de veengebieden, en je krijgt een mooier landschap met weidevogels. Ik weet er nog wel een paar. Zoals: stop met de bloementeelt. Die is nergens voor nodig. Hou ermee op, en je slaat zes vliegen in één klap. Kassen uit het landschap, veel minder energieverbruik, veel minder gif, minder kosten voor waterzuivering, veel minder transport, veel minder CO2-uitstoot. En meer ruimte voor wilde planten".
 Tot zover.
Voor meer observaties van Janssen, klik hier.

Zijn manier van kijken doet denken aan het Taoïstische wei wu wei: doen door niet te doen.

17 mei 2018

Wilde insecten wegen economisch niet mee

Het bericht van Natuurmonumenten en andere milieuorganisaties dat het aantal insecten snel daalt wordt gepresenteerd als dat ons een wereldwijde ramp boven het hoofd hangt. Daarbij wordt de intensieve landbouw aangemerkt als voornaamste oorzaak.
Sommige agrariërs reageren als door een wesp gestoken. Ze vinden dat zij al jaren hun best doen om in hun bedrijfsvoering in toenemende mate rekening te houden met de natuur.
Hoe dan?
Akkerbouwers planten zaden met ingebouwde insecten dodende stoffen. Geen insecten op hun land betekent geen vraat en andere schade. Het levert mooie, ongeschonden producten op. Fruittelers betalen imkers voor het plaatsen van bijenkasten voor een paar weken in het voorjaar en hebben verder liever geen insecten op hun land. Kassenhouders kopen speciaal gekweekte insecten als roofmijten en Lieveheersbeestjes om ongewenste insecten als mijten en luizen in toom te houden. Veehouders hebben speciale lampen om ziekte verspreidende insecten te doden door elektrocutie.
Voor wie zijn eigenlijk wilde insecten eigenlijk wel belangrijk?

Op de site van biodiversiteit.nl valt te lezen.
De honingbij hoort in Nederland thuis, maar is in het wild zo goed als uitgestorven. Als de bestuiving van cultuurgewassen door insecten volledig weg zou vallen, vermindert de voedselproductie wereldwijd met naar schatting tien procent. Voor Nederland wordt de waarde van deze niet-geproduceerde oogst geschat op ca. 1 miljard euro. Door in het landschap een geschikte leefomgeving voor bestuivende insecten aan te bieden, hebben zij niet alleen voldoende gevarieerd voedsel en leefruimte, maar levert het ecosysteem ook een aantrekkelijk landschap voor recreanten.
De opbrengst van bestuivingsdiensten van imkers aan fruit- en groentetelers bedraagt ca. 10 miljoen euro.
Tot zover het citaat.

Economisch bekeken is het belang van wilde insecten domweg niet indrukwekkend.

Sommige wilde insecten zijn aantrekkelijk voor de recreant. Maar diezelfde recreant vindt het helemaal niet zo erg dat zijn voorruit op weg naar een natuurgebied minder vol raakt met geplette vliegers of dat hij minder geprikt wordt tijdens een natuurwandeling of in zijn slaapkamer thuis of op de camping. Fietsers hebben niet graag vliegjes en muggen in hun oog.
Minder insecten in de vrije natuur betekent ook minder dieren zien die van insecten leven, zoals vogels en vleermuizen. Vlinders zijn ook insecten. Kijken naar vlinders is voor iedereen leuk. Dat vlinders eitjes leggen waaruit vraatzuchtige rupsen komen is minder leuk, al zijn sommige rupsen zo koddig dat ook die leuk zijn om naar te kijken. Maar er zijn ook huid irriterende eikenprocessierupsen en rupsen die hele fruitbomen kaal vreten.
We zijn selectief in het houden van insecten en dat is logisch.

Waarom dan toch rekening houden met het belang van wilde insecten?
Insecten zijn indicatoren van de kwaliteit van een ecologische balans. Wanneer het aantal insecten daalt in de vrije natuur zijn er oorzaken die ook op andere terreinen een bedreiging van de kwaliteit van leven vormen. Het gebruik van insecticiden, monoculturen en overbemesting door de intensieve landbouw hebben niet alleen gevolgen voor het aantal insecten, het verlaagt de kwaliteit van ons bestaan op allerlei terreinen. Egaal groen op het land is als overdadig gifgroen in de kunst.

Boeren zijn best bereid te praten over een andere, meer ecologisch verantwoorde manier van werken, maar komen niet zelf tot een oplossing voor de overproductie. Ze zitten in een economische dwangbuis, gericht op ontwikkeling naar meer bulkproductie.
Boeren alleen meer betalen voor hun producten werkt niet motiverend om anders te gaan werken. Het effect is dan dat ze sneller rijk worden en dat de ecologische balans nog sneller verstoord raakt.

Wat wel werkt is ingrijpen in de agrarische bedrijfsvoering met een tweesnijdend mes: minder productie en meer economische bescherming voor ecologisch verantwoord werken. Elke boer richt een deel van zijn land in voor natuur en houdt niet meer vee dan kan worden gevoed met op eigen grond verbouwd voedsel. Een deel van hun tijd wordt door de overheid betaald voor het onderhoud van natuur op hun terrein. Dit idee is niet nieuw en wordt al door een deel van de sector uitgevoerd. Maar het deel dat het niet doet zorgt voor disbalans. Net als wilde insecten zijn zij voor onze economie van gering belang. Dit deel saneren brengt een beweging op gaan naar hogere levenskwaliteit.

De agrarische sector kan niet langer het speelveld zijn van een vrijemarkteconomie. Dat zal boeren van nature niet bevallen, maar ook kopzorgen wegnemen en hun imago versterken. En de Nederlandse politici hoeven niet meer drogredenen aan te voeren over de handhaving van de schadelijke exportpositie van de landbouw.

Op grond van de mededingingswet mogen aan boeren die werken op een manier die meer biodiversiteit oplevert, die weidevogels beschermt etc. geen structureel hogere melkprijzen worden gegeven. Wanneer er voor deze voedselproducenten een uitzondering kan worden gemaakt is het niet meer zo lastig om via wat subsidie en afspraken boeren te bewegen om meer verantwoord te werken.

19 oktober 2017

Is dit wel een voordeel voor een vleeseter?

De Nederlandse consument en burger is niet enthousiast over de intensieve veehouderij in Nederland. Men heeft compassie met het saaie leven van de landbouwhuisdieren in de afgesloten stallen en het wrede lot in de slachterij.

Om te kunnen snappen waarom hij of zij niet zo snel en krachtig in verzet komt helpt het om te beseffen dat er ook voordelen zijn aan wat een ander als nadelig ziet.
1.    De prijs van vlees en zuivel is laag. Door de omvang van de productie gericht op export naar het buitenland en de import uit het buitenland is de prijs van vlees en zuivel lager dan wanneer de Nederlandse veehouderij zich zou beperken tot de Nederlandse markt.
2.    Er zijn minder insecten. Door het intensieve landgebruik voor veevoer en akkerproducten is er relatief weinig leefruimte voor insecten. Neonicotinoïden decimeren de hoeveelheid insecten. Daar heeft een burger voordeel van doordat er veel minder insecten te pletter slaan op de voorruit van de auto, in je ogen vliegen tijdens het fietsen of de slaapkamer in de zomer minder muggen komen en je dus minder geprikt wordt.

Wie gevoelig is voor deze “opbrengsten” van de intensieve veehouderij zou zich erin kunnen verdiepen dat de lagere prijs uiteindelijk toch door hemzelf wordt betaald via de maatregelen die overheid neemt om de intensieve veehouderij te ondersteunen.
Wie niet treurt om de teruggang in het aantal insecten zou zich eens kunnen verdiepen in de ecologische rol van insecten in de bestuiving van gewassen. Zonder bestuivers (insecten als bijen bijvoorbeeld) kan er heel veel minder voedsel worden geteeld en komt onze voedselvoorziening in gevaar.
Door producten af te nemen van de intensieve veehouderij werk je mee aan het afnemen (lees stelen) van leefruimte van dieren.
Het is niet moeilijk om even stil te staan bij de gedachte dat iedereen kan bijdragen aan een ecologisch meer verantwoorde inrichting van de economie en platteland, die uiteindelijk ook de menselijke gezondheid ten goede komt.

Zie ook deze teksten over heling.

17 oktober 2016

Belast het gebruik van schadelijke stoffen

Frank Berendse (Amersfoort 1951) is emeritus hoogleraar natuurbeheer in Wageningen. Hij deed onderzoek naar onder meer soortenrijkdom en concurrentie tussen plantensoorten.

Uit een interview met de NRC dit citaat.

Wat moet de politiek veranderen?

„Er moet meer ruimte voor de natuur komen. Het is eigenlijk heel gemakkelijk. Als je een stukje grond afroomt van alle boeren die dagelijks stoppen, en dat niet verkoopt aan de overblijvende boeren, dan ben je al waar je wezen moet. De tweede lijn voor de toekomst is: een schonere landbouw. Zodat boeren meer respect krijgen voor de bijdrage die ze leveren aan ons landschap. En zodat ze meer gaan verdienen. Ik pleit voor afschaffing van alle ingewikkelde milieuvoorschriften en certificaties. Vervang die door een simpele belasting, op Europees niveau, op stoffen die het milieu schade toebrengen zoals bestrijdingsmiddelen, geïmporteerd veevoer, antibiotica. Die belasting kan in de prijs worden doorberekend. Van elk stapje dat een boer zet naar een schoner bedrijf, moet hij profijt hebben. Uiteindelijk moet de consument betalen. De voedselprijzen gaan iets omhoog. De kiloknaller wordt dan extreem duur en het biologische stukje vlees heel goedkoop”.

Frank Berendse. Wilde apen.
De tien mooiste landschappen (bol.com).
Wilde apen, natuurbescherming in Nederland (bol.com).

01 april 2016

Overheid negeert signalen dat natuur wordt bedreigd

Frank Berendse, scheidend hoogleraar natuurbeheer en plantenecologie wordt in de Volkskrant geïnterviewd door Caspar Janssen.

Hij nam afscheid met een lezing waarin hij nog eens stevig uithaalde naar beleid ten aanzien van ammoniak en bestrijdingsmiddelen.

Een citaat.
Berendse: 'en dan is er nog de uitstraling van het agrarische gebied op de aangrenzende natuurgebieden. Wil je bijzondere blauwgraslandvegetaties, en trilveen, en heidevelden behouden, dan moet de stikstofdepositie omlaag'. Daarover is iedereen het schijnbaar eens, sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw, maar vervolgens begint bij Berendse het onbegrip. 'De door het RIVM gemeten ammoniakconcentraties in de atmosfeer zijn in 1998 even gedaald, sindsdien heeft geen enkele daling meer plaatsgevonden. En nu hebben we dan het PAS, het Programma Aanpak Stikstof. De afspraak is dat agrarische bedrijven door technische maatregelen de uitstoot omlaag brengen. Een deel van de daling in stikstofdepositie die zo zal ontstaan, mag vervolgens gebruikt worden door de intensieve veehouderij om verder uit te breiden. Dat is gelet op het feit dat er helemaal geen sprake is van een daling buitengewoon zorgwekkend. Het is ook een typisch Haags bedenksel, een zogenaamde win-winsituatie. Maar niet heus. Dit leidt tot ernstige vertraging van het natuurherstel. Ik vind dat onbestaanbaar'.

Nog bozer maakt Berendse zich over de laksheid bij het aanpakken van het gebruik van bestrijdingsmiddelen. Berendse was eerder betrokken bij een grootschalig Europees onderzoek naar de effecten van landbouwintensivering op de biodiversiteit. 'We hebben op 1.500 bedrijven gekeken naar 23 componenten van die intensivering, variërend van bedrijfsgrootte en kunstmestgebruik tot ploegfrequentie. Tot mijn verbazing kwamen insecticiden en fungiciden eruit als doorslaggevende factoren.

'Vervolgens kwam ik in een commissie terecht van de Europese Academies van Wetenschappen die zich boog over het gebruik van neonicotinoïden, waarmee zaden worden behandeld. De conclusie was evident: zelfs gebruik in lage hoeveelheden heeft dramatische negatieve effecten, zowel op insecten als op vogels. Vervolgens zijn nog twaalf artikelen verschenen in Nature die onze conclusies alleen maar bevestigden. En dan schrijft het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen in een brief aan de staatssecretaris dat er geen reden is om die middelen te verbieden. Ja, dan knapt er iets in mij'.

26 juni 2015

De verkeerden nemen de stikstof ruimte in

Beginnend Provinciaal Statenlid Rinie van der Zanden beschrijft duidelijk wat de bezwaren zijn van de PAS (Programmatische Aanpak Stikstof). Zij diende deze motie in:

Per 1 juli treedt de PAS in werking. Dit is een systeem waarmee nog niet verdiende emissierechten alvast onder veehouders zal worden verdeeld. Nog niet verdiend, want er is afgesproken dat de veehouderij pas in 2030 haar uitstootvermindering moet hebben gerealiseerd. Een deel van die nog niet gerealiseerde uitstootvermindering mag nu alvast worden gebruikt voor uitbreidingen.

Het zal u niet verbazen dat mijn fractie tegen elke uitbreiding van de gangbare veehouderij is. De milieuschade die door deze sector nu al wordt toegebracht is aanzienlijk en neemt met de maatregelen in de PAS alleen maar toe.

Op 16 maart van dit jaar maakte het RIVM bekend dat in de periode 1990 tot en met 2013 in Nederland per jaar ongeveer 15 kiloton meer ammoniak is uitgestoten dan aanvankelijk was berekend. 15 Kiloton per jaar. Sinds 2010 geldt er in de EU een maximum voor de uitstoot per land per jaar. En volgens het RIVM gaan wij daar dus al jarenlang overheen.

Wij vinden het onbegrijpelijk dat ondanks deze gegevens de PAS gewoon doorgaat. Via de PAS moet een in principe beperkte ontwikkelingsruimte onder veehouders worden verdeeld. Wij willen er bij het nieuwe college, dat een natuurinclusieve landbouw nastreeft, op aandringen de verdeelsleutel van het oude college niet onverkort over te nemen.

En die verdeelsleutel komt er op neer: wie het eerst komt wie het eerst maalt.

Met deze verdeelsleutel wordt geen recht gedaan aan de dynamiek en de verscheidenheid van de Friese veehouderij. Deze is grofweg verdeeld in intensief gangbaar, extensief gangbaar en biologisch. Deze drie segmenten hebben elk een eigen ontwikkelingstempo. Door de systematiek “wie het eerst komt” kan de hele PAS-ruimte in korte tijd worden leeggehaald. En dat blokkeert ontwikkelingsmogelijkheden van natuurinclusieve segmenten, zoals extensief gangbaar en biologisch.

20 mei 2015

Hebben stadse mensen benul van natuur?

Boeren en mensen op het platteland die met plezier dieren doden moeten weinig hebben van protesten van mensen uit de stad. Gansenvergasser Arie den Hertog van Duke Faunabeheer uit Lelystad wordt in een artikel in Trouw als volgt geciteerd.
Mensen die hem dierenbeul noemen, doet hij af als stedelingen die geen idee hebben van hoe de natuur werkt. Bovendien, vlees eten van een beest met een beter leven dan een Schiphol-gans kan haast niet. "Mensen hebben geen idee meer waar hun eten vandaan komt. Dit vinden ze zielig maar ze hebben geen idee waar het vlees uit de supermarkt vandaan komt".
Tot zover Trouw.

Er zullen niet veel mensen in de stad zijn die denken dat er in de vrije natuur dieren worden gedood doordat andere dieren hen vergassen. Er zullen veel mensen uit de stad zijn die Arie groot gelijk geven dat hij zijn geld verdient door met plezier ganzen op te drijven en te doden. Dat hij ons wil doen geloven dat het bijna een gelijke strijd is omdat ganzen zo slim zijn, is doorzichtig. Zo gaat het nu eenmaal op het platteland: mensen zijn machtiger dan dieren en er moet geld verdiend worden en alles en iedereen die daarbij in de weg loopt, moet uit de weg worden geruimd. Dat is de logica van de economie en de overheid legaliseert dat.
Mensen in de stad hebben er ook voordeel van want vlees en zuivel wordt zo goedkoop mogelijk geproduceerd, zodat consumenten in binnen- en buitenland er weinig voor hoeven te betalen. Een saai landschap, vervuild drinkwater en andere nadelen ten laste van de belastingbetaler die zien we bijna nooit, want we fietsen alleen met een paar mooie dagen door het platteland en dan is genoeg te zien. Een pas gemaaid grasland, kaal en lichtgroen als een biljartlaken, met zwarte vogels op zoek naar insecten dat is voor sommige stadsmensen een esthetische ervaring. En die stedelingen die weten waar echtere natuur is te vinden die gaan niet fietsen op het platteland. Of ze blijven in de stad, want de biodiversiteit is in de stad groter dan op het platteland.
Het platteland is gevuld met mensen die hun geld verdienen met het exploiteren van de natuur en die hun verdienmodel zo optimaal mogelijk maken door bewust het moment te kiezen waarop een jong dier niet meer waarde toevoegt, omdat het niet meer in gewicht toeneemt of de productie daalt en het om economische redenen het beste naar de slacht kan worden gebracht. Het platteland is geen rusthuis voor volwassen of oude dieren die niet meer bijdragen aan de omzet. Daar zullen de meeste mensen uit de stad mee kunnen leven. Wat hun wel raakt is de angst van de dieren die gedood gaan worden en bereid zijn tot het uiterste te vechten om hun jongen te verdedigen. Maar deze compassie zet weinig zoden aan de dijk, want deze angst verschilt niet van de angst van een dier dat door een roofdier in het wild wordt belaagd.

Wat is er dan wel zo erg aan het vergassen van ganzen? Simpel, er zijn alternatieven die neerkomen op het herstellen van het natuurlijk evenwicht. Maar wil een stedeling daaraan substantieel bijdragen dan moet hij of zij bij zijn eigen politieke partij zijn. En politici die echt van mening zijn dat de agrarische economie zodanig op de schop moet dat er weer sprake is van een ecologisch evenwicht waar prooi- en roofdieren elkaar in balans houden, die zijn even zeldzaam als de spreekwoordelijke zwarte zwanen en witte kraaien. Maar ze bestaan.

Ook zijn weinig mensen zich er van bewust dat dierenrechten gebaseerd zijn op dezelfde waarden als mensenrechten, namelijk vrijheid en gelijkheid. Dat betekent dat elk levend wezen evenveel recht heeft om in vrijheid te mogen leven. In de vrije natuur is er niemand die dit recht handhaaft, daar moet elk dier de eigen gezondheid onderhouden zodat het alert is en snel genoeg om uit de klauwen van een ander dier te blijven. Wij mensen kunnen ervoor zorgen dat de omstandigheden waaronder wij ons voedsel produceren niet onrecht doen aan die gelijke rechten van andere levende wezens.

06 mei 2014

Waarom 22 mei PvdD stemmen gezond is voor natuur, milieu en dierenwelzijn

De speerpunten van de Partij voor de Dieren bij de Europese verkiezingen zijn:

• Stop de € 363.000.000.000 aan Europese landbouw subsidies. De Europese Unie kan zo bijna de helft goedkoper!
• Stoppen met bijengif en andere pesticiden, gentech en megastallen.
• De overbevissing onder EU vlag moet stoppen en natuur moet beschermd worden.
• Stop het gesleep met dieren: diertransporten maximaal twee uur.
• Het massaal doden van zwerfdieren in landen als Roemenië moet stoppen.
• Geen Europese bescherming van en subsidies voor wrede tradities als stierenvechten en foie gras.
• Landen zoals Denemarken die op de Faeröer eilanden jaarlijks de barbaarse jacht op dolfijnen toestaan moeten worden teruggefloten.
• De opwarming van de aarde moet stoppen, de EU moet eindelijk haar verantwoordelijkheid nemen.
• Stoppen met fossiele brandstoffen, investeren in duurzame energie.
• Geen vrijhandel ten koste van mens, dier en milieu en geen vrijhandelsakkoord met de VS.
• Geen focus op economische groei, maar op duurzame ontwikkeling.
• De Europese Unie is voor burgers in plaats van voor banken en bedrijven.
• Lobby van multinationals moet aan banden gelegd worden.

De partijen voor dieren die meedoen aan de verkiezingen komen, behalve uit Nederland (Partij voor de Dieren), uit Zweden (Djurens Parti), Duitsland (Tierschutz Partei), Spanje (PACMA), Portugal (PAN), Cyprus (APC) en Engeland (Animal Welfare Party).

19 september 2013

Oostvaardersplassen De Nieuwe Wildernis

In de Volkskrant een recensie over de film De Nieuwe Wildernis. Het is een documentaire over het leven in de Oostvaardersplassen en is eind september in de bioscoop te zien.
Opmerkelijk is dat de filmmakers constateren dat er niet automatisch sprake is van ongeremde groei van grote grazers in het niet door roofdieren als wolven en beren beheerde gebied.
Een citaat uit de recensie.
Smit weet, als ecoloog, dat de Oostvaardersplassen omstreden zijn, niet alleen bij mensen die vinden dat Staatsbosbeheer een zorgplicht heeft voor de grote grazers, maar ook bij sommige ecologen en vogelliefhebbers, die constateren dat veel kleinere vogelsoorten uit het gebied zijn verdwenen, onder meer vanwege het grazen der konikpaarden, edelherten en heckrunderen. Het verwijt dat hij en Verkerk een propagandafilm hebben gemaakt voor Staatsbosbeheer ligt op de loer. 'Ja, dat weten wij maar al te goed. Maar wij zijn onafhankelijke filmmakers, Staatsbosbeheer heeft niets betaald en niets bepaald. Er zitten nogal wat scènes in de film waar Staatsbosbeheer niet blij mee zal zijn. We hebben dode paarden gefilmd die volgens het protocol uit het gebied verwijderd zouden moeten zijn'.

'Wij hebben geen opiniërende film willen maken. Dit is een film die laat zien hoe het ecosysteem hier werkt. Los daarvan vind ik het prima dat er een discussie losbreekt over wat natuur eigenlijk is, of zou moeten zijn. Wat mij betreft is natuur continu in ontwikkeling. Dat betekent ook dat soms ergens soorten verdwijnen. Wat we in Nederland nog altijd veel doen, is proberen natuur te fixeren op een bepaald punt, om die ene orchidee koste wat het kost te behouden. Terwijl er juist in Nederland in de afgelopen jaren grote successen zijn geboekt met grootschalige natuur die niet, of minder door mensen wordt gestuurd'.

'Internationaal gezien zijn de Oostvaardersplassen een begrip, want in alle westerse landen speelt dezelfde discussie. In die zin is dit een optimistische film: wie twintig jaar geleden had geroepen dat de zeearend, de grote zilverreiger en de kraanvogel weer in Nederland zouden gaan broeden, was keihard uitgelachen. Maar nu is het zover. En dit gebied is nog jong, pas veertig jaar. Geef het een kans, zou ik zeggen. Het is ook leerzaam. Op dit moment gebeuren hier weer interessante dingen. Een afname van het aantal grote grazers bijvoorbeeld, door natuurlijke sterfte, maar ook door een afname van de reproductie. Dat gaat gevolgen hebben voor de vegetatie en voor de vogelstand. Zo gaat het steeds weer door; dit gebied doet je elke keer weer verbazen'.

31 juli 2013

Waarom natuur en elkaar koesteren?

Bioloog Matthijs Schouten laat samen met Prinses Irene op de NTR academie zien dat onze grondhouding ten aanzien van de natuur zich vaak slecht verhoudt tot onze handelingspraktijk (https://gemi.st/15836096). Waarom is het belangrijk om de natuur te koesteren?

In haar boeken en lezingen brengt Prinses Irene een heel eigen mens- en wereldbeeld naar voren. In haar sterk op ervaring gebaseerde levensfilosofie staat het thema verbinding centraal: verbinding met de medemens, met de aarde en de natuur, alsmede de verbinding tussen ons optreden in de wereld en ons innerlijk, onze eigen natuur.
Aan de hand van een aantal geselecteerde lezingen voerde zij met de ecoloog en filosoof Matthijs Schouten gesprekken waarin haar uitgangspunten verder uitgediept en in een bredere filosofische context geplaatst worden. Hierbij komen ook actuele thema's als duurzaamheid en de economische crisis aan de orde. Dit boek vormt de weerslag van deze boeiende gesprekken.

Prinses Irene in gesprek met Prof. Dr. Matthijs Schouten (bol.com).

Ook op de NTR academie laat Jan van Hooff aan de hand van apenstreken zien dat dieren elkaar, net als mensen, nodig hebben (https://gemi.st/15866502).

Dieren zijn veel socialer dan menigeen denkt. Dat betoogt emeritus hoogleraar gedragsbiologie Jan van Hooff. Nog zo'n misverstand: 'survival of the fittest' heeft niets te maken met het recht van de sterkste. Het betekent dat je overlevingskansen toenemen als je je weet aan te passen aan de omstandigheden. Slim en sociaal, daar gaat het dus om, zowel in het dierenrijk als in het mensenrijk. Aan de hand van zijn jarenlange onderzoeken naar apengedrag laat Jan van Hooff zien hoe een samenleving functioneert, en hoe wij functioneren in de samenleving.

15 juni 2013

Slechts 5 procent weide is bloemrijk

Caspar Janssen benoemt in de Volkskrant van 14 juni een opvallend fenomeen: Nederlanders denken dat een groene weide een gezond teken is. Helaas, de werkelijkheid is minder romantisch.
De totale oppervlakte aan grasland in Nederland, ongeveer een miljoen hectare, kan nog een twintigste deel, rond de 50 duizend hectare, doorgaan voor bloemrijk. De ene helft daarvan dient als weidevogelreservaat, de andere helft is in gebruik van boeren die in ruil voor subsidie natuurvriendelijk boeren.

Citaat:
Vogelbescherming Nederland hoopt het tij te keren. Het doel van hun campagne 'Red de rijke weide' is om het areaal bloemrijke weide op te voeren tot 200 duizend hectare in 2020. Dat doet de organisatie met het oog op de twintig soorten vogels die hun jongen grootbrengen in de Nederlandse weide. Met al die vogels gaat het slecht, of het nu de grutto of de scholekster is, twee soorten die grotendeels afhankelijk zijn van het Nederlandse weidelandschap als broedgebied, of de tureluur, de kievit of de veldleeuwerik.

Vogelbescherming richt zich specifiek op het bloemrijke weiland omdat uit eigen onderzoek is gebleken dat de gemiddelde Nederlander meer heeft met het weidelandschap dan met, pakweg, de grutto. De oorzaken van het verdwijnen van dat geliefde landschap is al jaren bekend. Nederland is topexporteur van melkproducten. Om te concurreren moet de melkveehouder steeds efficiënter werken. En dat heeft geleid tot de eiwitrijke, maar verder kale graslanden. Door de gekozen grassoort, door de onnatuurlijk lage grondwaterstand, door bemesting. Gerrit Gerritsen van Vogelbescherming Nederland: 'We offeren ons mooie landschap op voor de melkpoederexport'.

Het doel van 'Red de rijke weide' - er is een petitie - is om zuivelcoöperaties en politici te bewegen om voor natuurvriendelijke melk te kiezen. Zonder extra subsidie. Gerritsen: 'Het hoeft de consument slechts een paar cent per liter meer te kosten. Veel boeren willen wel. Het levert betere melk op, gezondere koeien, en een mooier landschap'.

Tot zover de Volkskrant.

Op de site van Red de rijke weide.


Wat moeten we doen?

Boeren houden rekening met weidevogels en natuur en produceren wat minder melk – maar veel meer natuur.
Zuivelfabrieken en supermarkten kopen de melk en kaas van de bloemrijke weides voor een eerlijke prijs van de boer.
Consumenten betalen een paar cent meer per liter melk.
De overheid zorgt met aangepast beleid dat deze ontwikkeling echt plaats gaat vinden.

Wat zijn weidevogels?

Zo’n 20 soorten vogels brengen hun jongen groot in de Nederlandse weide. Kievit, grutto, tureluur, scholekster en veldleeuwerik zijn de meest bekende. Nederland is de Europese kraamkamer voor heel veel weidevogels. Vooral de grutto en scholekster zijn grotendeels afhankelijk van het Nederlandse weidelandschap als broedgebied.
Waarom sterven weidevogels uit?

Simpel gesteld: door de intensieve melkveehouderij is er voor de weidevogels minder voedsel en weinig plek om jongen groot te brengen. Nodig zijn: wormen in het voorjaar, een ongestoorde broedtijd en bloemen met insecten voor de jongen. Tegenwoordig worden graslanden in het voorjaar al diep ontwaterd, waardoor de wormen te diep in de grond zitten voor de vogels. Bloemen en kruiden hebben plaats gemaakt voor snelgroeiend eiwitrijke gras, met veel te weinig insecten voor de jongen. En het gras wordt al gemaaid voordat de kuikens kunnen vliegen. Veel kuikens overleven dat niet.

17 mei 2013

Natuurbeheer door boeren is een fiasco

Er moet een einde komen aan de regeling die duizenden boeren van natuursubsidies voorziet, terwijl zij door gebruik van mest en landbouwgif datzelfde landschap juist aantasten. Alleen boeren in de directe omgeving van natuurreservaten die bereid zijn tot vergaande milieumaatregelen moeten nog geld krijgen.
Dit is de belangrijkste conclusie uit het advies van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) dat vanmiddag aan staatssecretaris Sharon Dijksma (natuur) wordt overhandigd. Het kabinet had om advies gevraagd, omdat het het natuurbeleid wil herijken. De laatste keer dat dit gebeurde was in 1990, toen minister Gerrit Braks met zijn Natuurbeleidsplan begon met de Ecologische Hoofdstructuur: het verbinden van natuurgebieden tot één geheel.
Lees hier de samenvatting van het advies.

06 maart 2013

Agrarisch natuurbeheer alleen bij grotere aanpak effectief

In Trouw op 6 maart:
Onderzoeker David Kleijn van Alterra vergeleek voor de commissie-Van Ardenne, die binnenkort komt met een 'herijking van het natuurbeleid', de effectiviteit van natuurbeheer in agrarisch gebied met dat in natuurreservaten. Agrarisch natuurbeheer is allereerst 25 procent duurder dan het beheer in natuurreservaten. Voor een deel lijken die hoge kosten veroorzaakt te worden door het feit dat maar liefst 42 procent van de subsidie opgaat aan administratie. De dure vorm van beheer blijkt bovendien verre van effectief. Van de negentien studies die de afgelopen jaren naar de doelmatigheid zijn verricht, wijzen er twaalf uit dat het agrarisch natuurbeheer geen enkel effect heeft gehad. Twee studies spreken zelfs van een negatief effect, twee zien positieve resultaten maar kunnen die niet koppelen aan de beheersmaatregelen. De andere geven geen finaal oordeel.
Vooral het inzaaien van bloemen en kruiden (de zogenoemde botanische pakketten) en het herstel van houtwallen en singels (de zogenoemde landschapspakketten) hebben geen enkel effect op de soortenrijkdom. De oorzaak van de mislukking is volgens Kleijn de kleinschaligheid van de ingrepen binnen het bijna industriële landbouwareaal. Agrarisch natuurbeheer kan alleen effectief worden gemaakt als het gebied grootschalig is, als het gebied als een buffer tegen een natuurreservaat aanligt en als de maatregelen robuust zijn. Kleijn noemt bijvoorbeeld de verhoging van het waterpeil, een maatregel waarvoor op dit moment juist geen subsidie is te krijgen. Kleijns conclusies worden al jaren gedeeld door diverse hoogleraren van verschillende universiteiten, onder wie de Leidse hoogleraar Geert de Snoo, die internationaal bekend is vanwege zijn kennis van natuur op het platteland.

28 februari 2013

Faunapassages in het ongerede

Vragen van het lid Ouwehand aan de staatssecretaris van Economische Zaken over het niet functioneren van tal van faunavoorzieningen die als compensatie moesten dienen voor het aantasten van de natuur.

  • Is het waar dat veel faunavoorzieningen die zijn aangelegd als compensatie voor de schade die economische activiteiten toebrengen aan de natuur niet functioneren, zoals droogstaande vispassages, verdronken zoogdiertunnels, constructiefouten in amfibieëntunnels en in verval geraakte looprichels terwijl deze dienen om de weg ter hoogte van een brug of duiker te kunnen passeren? Zo ja, hoe beoordeelt u dit?
  • Kunt u uiteenzetten op welke wijze en met welke regelmaat faunavoorzieningen worden gecontroleerd en kunt u de resultaten ten aanzien van het functioneren van faunavoorzieningen over de afgelopen 3 jaar uiteenzetten? Zo neen, waarom kunt u daar geen inzage in verschaffen?
  • Kunt u uiteenzetten hoe vaak er de afgelopen 3 jaar wettelijke sancties zijn opgelegd voor het niet functioneren van faunavoorzieningen die zijn aangelegd ter compensatie van activiteiten of ontwikkelingen die schade toebrengen aan de natuur? Zo neen, waarom niet?
  • Deelt u de mening dat het zorgwekkend is dat er bij schadelijke activiteiten voor de natuur op basis van de natuurwetgeving vaak wordt overgegaan tot mitigerende en compenserende maatregelen in de vorm van faunavoorzieningen, terwijl de gerealiseerde voorziening vervolgens niet of onvoldoende worden gecontroleerd en gemonitord op deugdelijkheid, functioneren en op te realiseren doelen ten aanzien van de getroffen soort(en)? Zo ja, op welke termijn en wijze wilt u maatregelen treffen? Zo neen, waarom niet?
  • Kunt u de observaties bevestigen van ecoloog en onderzoeker Edgar van der Grift van Alterra, dat de vele in verval geraakte loopbruggen, verdronken zoogdiertunnels en in slechte staat verkerende paddenschermen geen incidenten zijn? Zo nee, waarom niet en hoe verhoudt dit zich dan tot de vele niet functionerende voorzieningen die zijn aangetroffen in een steekproef waarvan de resultaten zijn gepubliceerd in Natuur Bos en Landschap?
  • Bent u bereid onderzoek in te stellen naar het functioneren van faunavoorzieningen? Zo nee, waarom acht u dit niet noodzakelijk? Zo ja, op welke termijn?

07 februari 2013

Gebeurt het herintroduceren van dieren in de natuur onverantwoord?

Een selectie uit de beschrijving van de uitzending met de titel ‘Herintroduceren dieren niet volgens de regels’ op de website van Zembla:
Bij het verstrekken van vergunningen voor het opnieuw uitzetten van uitgestorven diersoorten als de otter en het korhoen houdt de Nederlandse overheid zich niet aan de regels die daarvoor gelden. Tot die conclusie komt professor F. Berendse, hoogleraar Natuurbeheer aan de Universiteit Wageningen, donderdag in de uitzending van ZEMBLA. 'Men vraagt zich niet af waarom die soort er niet meer is. Ook neemt men bij een aantal gevallen geen maatregelen om te voldoen aan de voorwaarden om die diersoort een echte toekomst te geven,' aldus Berendse.
Volgens professor Berendse is de herintroductie van de otter in Nederland dan ook mislukt. Zo leidt het autoverkeer, één van de belangrijkste oorzaken van het uitsterven van de otter, ertoe dat de otterpopulatie niet spectaculair toeneemt. Sinds 2002 zijn er veertig otters uitgezet, maar de populatie neemt maar mondjesmaat toe. Het aantal otters in Nederland wordt nu geschat op ongeveer honderd. Berendse: 'Als je otters blijft uitzetten om de hoge sterfte te compenseren, dan leg je de populatie aan het infuus. Dat kan nooit de bedoeling zijn geweest.'

Naast het feit dat het dierenwelzijn in de knel komt door het niet opvolgen van de IUCN-richtlijnen, zijn er ook aanzienlijke kosten verbonden aan het herintroduceren van dieren in de vrije natuur. Zo dreigt de herintroductie van de bever aan haar eigen succes ten onder te gaan. H. van Poelwijk, hoofd ongediertebestrijding van het waterschap Rivierenland, zegt in ZEMBLA dat als gevolg van de groeiende beverpopulatie de rivierdijken grote schade oplopen. “Bevers kunnen gaten van wel 15 meter diep in een dijk graven,” aldus Van Poelwijk.


24 juni 2012

Biodiversiteit groter in de stad dan op het platteland

In Trouw van 17 juni een inventarisatie van het aantal soorten dieren en planten vergeleken in de stad en het platteland:

Trouw:
Amsterdam herbergt bijna 140 soorten planten en dieren die in meer of mindere mate bedreigd zijn. Zij staan op de zogenoemde landelijke Rode Lijst, een verzameling soorten waar het niet goed mee gaat.
De hoofdstad telt er fors meer dan de gemiddelde gemeente met 70 verschillende soorten. In Bergen, aan de kust in Noord-Holland, zijn de meeste 'rodelijst-soorten' geteld, ongeveer 325. Daarna komen Ede (260) en Bronckhorst (230). In delen van Groningen, Friesland en de Randstad zorgt de moderne landbouw ervoor dat er weinig soorten voorkomen.
Tot zover Trouw.

Deze cijfers laten zien dat het steeds minder aantrekkelijk wordt om naar het platteland te gaan. Voor de natuurliefhebber is meer te zien in groene, ecologische gebieden in de stad.

21 juni 2012

De landbouw reduceert biodiversiteit tot één soort

Bestaat wildernis nog in Nederland en waar kun je die dan vinden? Bram van de Klundert ging op zoek en verbleef in de twaalf 'wildste' Nederlandse natuurgebieden, o.a. Tiengemeten, Oostvaardersplassen en Rottumerplaat. Steeds een week overnachten in een hut of een tent zonder telefoon, radio of boeken. Vier dagen alleen zijn en ervaren wat die wildernis met je doet. Expeditie wildernis is daarmee een complete zoektocht geworden naar de betekenis van wildernis in Nederland en voor de Nederlandse samenleving. Uiteindelijk komt hij op het persoonlijke niveau uit: de combinatie van 'alleen zijn' en stilte heeft hem sterker gemaakt.
Dat hij zich tegelijkertijd druk maakt om de achteruitgang van de natuur, is geen verzet tegen verandering. “Maar omdat ik het mensen gun om de sublieme ervaring van de schoonheid van de vitaliteit van het leven mee te maken. Als ik opkom voor weidevogels of kanoeten is dat vanuit een gevoel van mededogen en respect voor al dat unieke leven”.

Ervaringen met het sublieme in de Nederlandse natuur. (bol.com).

Van de Klundert werd geïnterviewd voor het magazine Down to Earth van Milieudefensie.
Een paar citaten.
De teloorgang van de verwondering is misschien wel een van de meest fundamentele bedreigingen voor de natuur. In Van de Klunderts tweede boek Perspectieven voor Wildernis, gaat hij in op de ‘biologisering van ons mens- en wereldbeeld’. Op allerlei vlakken worden mens en wereld tegenwoordig herleid tot hun chemisch-biologische processen: ons eten wordt gezien als verzameling nutriënten, sommige goed (omega-3), sommige fout (verzadigde vetten). Een vogel zingt mooi omdat dat de voortplanting dient. Pubers gedragen zich onverantwoordelijk omdat hun hersenen nog niet zijn uitontwikkeld (We zijn ons brein, van Dick Swaab). Van de Klundert zet daar zijn naturalistische kijk tegenover. “Vanuit de rijkdom van het bestaan. Voeding is veel meer dan alleen nutriënten. De schoonheid van de natuur is niet terug te brengen tot een chemische reactie in je hoofd”. Doe je dat wel, dan wordt het leven verarmd en plat gemaakt. “Liefde en geluk zijn strikt biologisch niet aan te tonen. Maar dat wil niet zeggen dat ze er niet toe doen. Zo geldt dat ook voor schoonheid en verwondering. Ik ben op zoek naar de dingen die belangrijk zijn in het leven”. Die dingen zijn aan de zachte kant. “Ik kan niet aantonen dat natuur belangrijk is, maar ik kan het wel ervaren”.
En.
Het agrarische cultuurlandschap is ook mooi. “Maar dat gaat nog steeds vreselijk achteruit”. Jarenlang heeft hij zich ingezet voor een natuurvriendelijke landbouw, maar nu heeft Van de Klundert het opgegeven: er is volgens hem geen redden meer aan. Hij noemt als voorbeeld de weidevogels. “Eerst probeerden we de met veel geld en moeite de kemphaan te redden, toen dat niet lukte de watersnip, toen dat niet lukte de grutto en nu moeten de boeren al geld hebben voor een koe in de wei”.
Van de Klundert is tot de conclusie gekomen dat landbouw en biodiversiteit inherent strijdig met elkaar zijn: “De landbouw reduceert de biodiversiteit tot één: dat is ook de bedoeling. Een boer wil één soort gewas op zijn akker, verder niks. Als er dan Engels raaigras met een koe op staat, is de biodiversiteit nog twee”. Het hoogst haalbare. Subsidies voor agrarisch natuurbeheer zijn dan ook weggegooid geld, volgens Van der Klundert.
“De landbouw is de enige bedrijfstak die nog fors vervuilt”. Die moet minder bestrijdingsmiddelen gebruiken, minder mest uitstoten. Maar dan nog. “Ook de bijdrage van biologische boeren aan de biodiversiteit stelt weinig voor”. De bemesting van weilanden moet tachtig tot negentig procent terug, willen we voor flora en fauna weer interessante akkers en grasland krijgen. Dat kan ook de biologische landbouw niet brengen.
Ja, hij weet ook wel dat het produceren voor de wereldmarkt een politieke keuze is. En dat dat een belangrijke drijvende kracht is achter de steeds natuurvijandigere landbouw. “Maar als je daar van af wilt, moet je allerlei handelsverdragen opzeggen en uit de Wereldhandelsorganisatie stappen. Dat gaat niet gebeuren”. Daarom is zijn conclusie: “Ik zeg het met spijt in mijn hart: landbouw en natuur moeten zoveel mogelijk worden gescheiden, anders houden we niets over”.
En.
De Nederlandse natuur moet beheerd worden door organisaties die op grotere afstand van de overheid komen. “Zodat we niet meer zoiets meemaken als deze kabinetsperiode, dat één dwaas het hele natuurbeleid kan slopen”.

Leeswijzer


Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom.
Klik hier voor de laatste bijdragen op dit blog
.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.
Kijk op ook Facebook voor onze reactie op de actualiteit.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.