Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.
Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht caspar janssen. Sorteren op datum Alle posts tonen
Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht caspar janssen. Sorteren op datum Alle posts tonen

19 november 2011

280 jagers verspreiden giftig aas

Caspar Janssen is redacteur van de Volkskrant. In de krant van 19 november schrijft hij over zijn weerzin dat jagers roofdieren vergiftigen zodat zij zelf de prooidieren kunnen schieten. Janssen becijfert dat van de 28.000 jagers in ons land hoogstens 1% zo laf bezig is. Dat zijn er dan wel een kleine 300 honderd. Dat getal verklaart de vele incidenten door het hele land met vondsten van dode roofvogels en roofdieren als vossen.

Janssen: ”Zelf heb ik er last van dat ik me zo moeilijk kan inleven in mannen die 's ochtends vroeg opstaan - een boterhamtrommeltje en een thermoskan koffie mee - om vosjes dood te knuppelen. En in volwassen mannen die tamme fazanten schieten in een weiland. Want dat is toch net zoiets als in camouflagetenue schieten op een kippenhok.
Hoho, zegt de KNJV dan, wij distantiëren ons. Het gaat maar om 1 procent slechte jagers. De rest vervult een belangrijke beheersfunctie in de natuur.
Je zou zeggen: als er één club belang heeft bij het opsporen van die overigens wel erg actieve 1 procent slechte jagers, dan is het de KNJV wel. De jagerswereld is klein en gesloten. Dus is de KNJV ook de aangewezen partij om die slechte jagers te vinden, bekend te maken, aan te geven.

Dat gebeurt blijkbaar niet. Of nauwelijks.

Imagotechnisch is dat niet handig.

De KNJV distantieert zich nog eens ten onder.

Tot zover Caspar Janssen.

09 december 2009

Natuur of veestapel krimpen?

Casper Janssen heeft een column in de Volkskrant. Hij hekelde de lobby van agrarische politici die het aantal Natura 2000 gebieden willen verkleinen. Door de Europese eisen die aan veehouders worden gesteld in en rond Natura 2000 gebieden zijn er beperkingen aan de hoeveelheid dieren die gehouden kunnen worden. Om deze wens te onderbouwen gebruiken de veehouders en hun politieke vertegenwoordigers de meest vergezochte argumenten.

Janssen roept de natuurbeschermers op om tegengas te geven.
Het is vrij schieten voor boeren, CDA’ers en VVD’ers. ‘Plaats windmolens in de natuurgebieden’, stelde CDA-Kamerlid Joop Atsma pas nog. Lachen man!
Partijgenoot Koopmans kon niet achter blijven. Hij beweerde, in navolging van boerenclub LTO, dat het grote Frankrijk maar 26 Natura 2000-gebieden heeft. Haha, da’s een goeie: 26. In werkelijkheid zijn het er 1.705, maar wat doet de werkelijkheid ertoe als je De Telegraaf kunt halen.
Misschien moeten natuurliefhebbers ook rare dingen gaan roepen. Zoals: Waarom is 40 procent van Nederland in handen van een paar duizend zwaar gesubsidieerde boeren? Van die 40 procent moeten we makkelijk 10 procent kunnen maken. En het verschil kan dan mooi naar de natuur.
Die bejubelde polders? Niets meer dan groen asfalt, Engels raaigras met stront, grond waaruit alle leven verdwenen is; alleen de grauwe gans voelt zich er nog thuis.
Iemand kan ook opperen: maak de allesvernietigende landbouw in Nederland geheel biologisch en breng de productie drastisch omlaag. Dan kan landbouw opeens wel naast natuur bestaan. En de beesten schieten er ook nog iets mee op.
Maar ja, dat zijn eigenlijk helemaal geen rare, provocatieve dingen om te roepen. Het zijn gewoon goede ideeën.
Tot zover de column van Caspar Janssen. Deze goede ideeën zijn bijvoorbeeld te lezen op Animal Freedom.

Een voorbeeld van de brutaliteit waarmee het publiek voorgelogen wordt is een folder van een restaurant dat foie gras op het menu heeft staan.
Van de site van Wakker Dier:

De folder meldt het volgende.

‘Ze … kijken uiteindelijk letterlijk reikhalzend uit naar de geweekte, pure gele maïs…’.
‘Op het laatst proppen ze zichzelf nog eens enkele weken vol met niets anders dan geweekte gele maïs’.

De realiteit.
De dieren krijgen 2 keer per dag een buis in de strot en het voer onder dwang ingespoten. Het voer bestaat onder meer uit eendenvet – kannibalisme dus. De eenden spugen een deel gelijk weer uit als de buis uit de keel wordt gehaald. De dieren reageren zeer bang op de (dwang)voederaar.

18 mei 2018

We doen te veel en slopen de natuur

Caspar Janssen doet in de Volkskrant verslag van zijn voettocht door Nederland.
Hij kijkt naar de natuur en de invloed van de landbouw er op.
Op 17 mei 2018 in aflevering 221 van Caspar Loopt is de titel: "Al die kabinetten die maar willen doen – misschien moeten we juist meer doen om te laten".

Hij constateert het volgende.
"we hebben eigenlijk al tientallen jaren achtereen ondernemerskabinetten, met de slogan: doen. En zelf je broek ophouden. Dingen uitvinden, dingen maken, en vooral: verkopen. Symptomen bestrijden, op volle kracht. Met windmolens, zonneparken, warmtepompen, luchtwassers, mestvergisters, biomassa, ondergrondse CO2-opslag…  Alles om het vliegwiel maar draaiende te houden.
Terwijl de oorzaak van het probleem nu juist is: we doen te veel.
Ik zou het wel weten, zei hij. Doe iets om dingen te laten. Vliegen, autorijden, vlees eten, kinderen maken. Maar er kan nog veel meer: stoppen met de intensieve veehouderij op veengronden in Friesland en Laag Holland. Dat scheelt enorm veel CO2-uitstoot in de veengebieden, en je krijgt een mooier landschap met weidevogels. Ik weet er nog wel een paar. Zoals: stop met de bloementeelt. Die is nergens voor nodig. Hou ermee op, en je slaat zes vliegen in één klap. Kassen uit het landschap, veel minder energieverbruik, veel minder gif, minder kosten voor waterzuivering, veel minder transport, veel minder CO2-uitstoot. En meer ruimte voor wilde planten".
 Tot zover.
Voor meer observaties van Janssen, klik hier.

Zijn manier van kijken doet denken aan het Taoïstische wei wu wei: doen door niet te doen.

29 januari 2016

Over Nederland hangt een ammoniakdeken

Rens Pierik, boerenzoon uit Lemelerveld schrijft naar de Volkskrant:
Als boerenzoon zie ik mijn vader dagelijks vol elan zwoegen en twee stukken, van Peter Middendorp ('Ooit, als ik dood ben, is dit poepland van mijn dochter', Vonk, 23 januari) en Caspar Janssen ('Boven het land hangt een ammoniakdeken', Opinie & Debat, 26 januari) doen mij dan ook pijn.
De eerste suggereert dat de mest rijkelijk over de landen vloeit, terwijl dit weldegelijk strikt gebonden is aan stikstof- en fosfaateisen. De oplossing van Janssen (grondgebonden, cyclische landbouw) om de ammoniakdeken te laten verdwijnen, is dan ook al bewaarheid. Mest dient op het eigen bedrijf of een ander akkerbouwbedrijf te worden gebruikt of moet worden verwerkt om te kunnen transporteren naar mestarme landen als Duitsland en Frankrijk.
Ik ben zeker niet blind voor het milieuverwoestende karakter van onze maatschappij en de rol van de melkveehouderij daarin. Maar wat is het alternatief? Het nog verder opkrikken van de milieueisen in combinatie met de almaar dalende subsidie zal leiden tot faillissementen hier en bloei in landen als Rusland, China en de VS, waar veel lagere dierenwelzijns- en milieueisen gelden. De controle op dierenwelzijn en milieu zal dus uit onze handen glippen. Kortom, een zich verplaatsende ammoniakdeken.
Tot zover Rens.

Dat Nederland voorop loopt met dierenwelzijn en milieu is een onbewezen bewering. De feiten bewijzen anders. De gezondheidstoestand van de Nederlandse melkveestapel is schokkend slecht: 70% pootproblemen, 25% uierontstekingen en achteruitlopende vruchtbaarheid. Met name door het mestoverschot dat door overproductie ontstaan is, hangt er een ammoniakdeken over ons land. Wanneer ons land zou stoppen met het gericht zijn op de export van vlees en zuivel en met de import van onverantwoorde zuivel en vlees uit het buitenland zou het significant bijdragen aan het verkleinen van dierenleed, de opwarming van de aarde en het niet meer laten voortduren van milieuproblemen in eigen en buitenland.

Wanneer deze omslag samengaat met een meer ecologisch verantwoorde veehouderij op kleinere schaal hoeft dat niet tot faillissementen te leiden.

Verbeter de wereld, begin met het verkleinen van de Hollandse veestapel in de intensieve veehouderij!

22 september 2017

Paluduct als constructieve natuurbrug tussen twee moerassen

Caspar Janssen loopt een jaar lang door Nederland en brengt al doende het landschap in kaart, en daarmee de planten, dieren, mensen en kwesties van het Nederlandse land.
In aflevering 86 in de Volkskrant beschrijft hij een paluduct: een verbinding over een snelweg waarmee dieren aan weerszijde, levend in een moeras kunnen migreren naar soortgenoten.

‘Er wordt al volop van gebruikgemaakt, door reeën, hazen, muizen, vlinders, libellen, baarzen en kikkers, ook de otter liet er al sporen na.
Je zou zeggen: de wakkere burger weet wel raad met dit soort dure ongein, maar dat ligt toch anders. De maatregelen komen juist voort uit het massale verzet tegen de aanleg van de weg, die dwars door de Noardlike Fryske Wâlden loopt, officieel Nationaal Landschap. Goed, besloot de provincie, dan halen we alles uit de kast om het leed te verzachten, we geven het hele gebied zelfs een opknapbeurt: het landschap, de natuur en de recreatie. Vandaar de faunapassages, een spectaculaire passage over de Falomsterfeart (een fly-over), de nieuwe elzensingels, de geplante bomen, de 'ecologische oevers', de wandelpaden. Alle registers gingen open. Nog niet alles is klaar, maar ik, als kinderlijk fan van faunapassages, vind dit nu al de beste en de mooiste snelweg van de wereld.”

05 mei 2014

Agrarische bedrijfsvoering is funest voor de veldleeuwerik

Caspar Janssen interviewt in de Volkskrant van 3 mei Henk Jan Ottens, bioloog en werkzaam bij de Stichting Werkgroep Grauwe Kiekendief.
Een citaat:

‘Een veldleeuwerik heeft voor het uitbroeden van de eieren ongeveer twee weken nodig. Dat is niet lang voor een zangvogel. Daarna zitten de jongen gemiddeld acht dagen in het nest. Ze ontwikkelen in die periode sterke poten om weg te kunnen lopen. Na die acht dagen komen ze uit het nest en hebben ze nog zes dagen buiten hun nest, waarin ze hun vleugels ontwikkelen en een beetje kunnen fladderen. Daarna zijn ze nog een dikke tien dagen afhankelijk van hun ouders. Alles bij elkaar hebben ze dus 35 tot 40 dagen nodig om onafhankelijk te worden. Dat is niet veel, maar in de moderne landbouw gebeurt er in die periode bijna altijd wel iets waardoor het broedsel mislukt.
'De grootste valkuil is het grasland. Dat is misschien wel de beste habitat om te broeden, daar verstoppen ze graag hun nest in. Maar ze hebben simpelweg te weinig tijd. Tegenwoordig wordt vanaf het voorjaar gemiddeld om de 33 dagen gemaaid. Daar kunnen ze niet meer tegenop.
'Het lage broedsucces is de sleutelfactor in de achteruitgang van de veldleeuweriken. In mijn onderzoeksgebied bij Finsterwolde en Ganzendijk lopen gemiddeld anderhalf jong, waar ze drie jongen nodig hebben om de populatie op peil te houden. Dan moet je bedenken dat ze drie legsels per seizoen hebben en ieder legsel bestaat uit vier of vijf eieren. Van die drie legsels hoeft er dus maar 1 succesvol te zijn, drie jongen hoeven maar te overleven. Maar het lukt ze dus niet.
'Ik loop niet voor niets in dat gebied. In het agrarisch natuurbeheer gaat veel geld om, dus wil je ook weten wat dat oplevert. Het gaat dan vooral om de aanleg van kruidenrijke akkerranden. De veldleeuwerik foerageert daar wel, maar hij broedt er niet. Dat doet hij in de gewassen zelf. In dit gebied is dat veel wintertarwe, daar konden ze tot voor kort nog wel succes hebben, vroeg in het seizoen. Maar tegenwoordig komen daar de mestinjectoren. De nesten worden kapot gereden en er sleept ook nog eens een slang achteraan zodat die injector niet steeds terug hoeft naar de boerderij om de mesttank te vullen. Alle nesten gaan om zeep. Dat los je dus niet op met akkerrandenbeheer. Het enige gewas waarin veldleeuweriken nu nog een kans hebben in Oost-Groningen is luzerne. Maar luzerne wordt maar zeer weinig verbouwd.
'Wat kun je doen? Extensievere teelt zou helpen. Iets holler zaaien, dus minder dichte gewassen. Maar om te beginnen: de erkenning dat de schoonheid van het landschap ook belangrijk is. Er is zo veel leven verdwenen in korte tijd. En niet alleen de veldleeuwerik. Ik loop door die akkers en kan soms alleen maar denken: wat is het hier schrikbarend stil geworden.'

Tot zover de Volkskrant.
Klik hier voor het geluid van de veldleeuwerik.

16 februari 2011

Dirkmaat spuugt terug tegen natuurbeleid

Jaap Dirkmaat heeft de stichting Das&Boom opnieuw leven ingeblazen omdat hij zich zorgen maakt over het natuurbeleid van staatssecretaris Bleker. In het verleden was hij gestopt met de stichting vanwege het relatieve succes voor het voortbestaan van de korenwolf en de das in Nederland, maar door de huidige regering is hij ongerust geworden.
In de Volkskrant van 16 februari 2011 citeert Caspar Janssen Dirkmaat.
'Het is nu zover dat ze gewoon op je staan te spugen. De minachting van dit kabinet voor de planeet die ons voedt, de rancuneuze drang om alles wat in twintig jaar is bereikt binnen vier jaar de nek om te draaien, ik vind het schokkend. En dat bestrijd je niet door te piepen en te jammeren. Nee, dat moet je zakelijk en keihard aanpakken. Gewoon met de regels in de hand'.
En.
Das&Boom wil nu, zegt Dirkmaat, verder onderzoeken welke kabinetsbesluiten in strijd zijn met internationale verdragen. Een aantal concrete onderwerpen heeft hij al paraat. Zoals het kabinetsvoornemen om het zogeheten Kierbesluit, dat regelde dat de Haringvlietsluizen in beperkte mate open zouden gaan voor de migratie van vissen zoals de zalm, terug te draaien. 'Een duidelijk geval,' meent Dirkmaat.
En:
Het nieuwe Das&Boom wil vooral strijd gaan voeren tegen het 'uitkleden' van de zogeheten ecologische hoofdstructuur (EHS). 'De EHS is door de rijksoverheid opgeschreven als de reddingsoperatie voor de natuur. Want soorten verdwijnen uit reservaten en natuurterreinen omdat die te klein zijn en de invloeden van buitenaf te sterk. Dus moeten je die gebieden gaan uitbreiden, gaan verbreden en gaan bufferen. En goed beheren. De bezuinigingen die nu zijn voorgesteld zullen ertoe leiden dat bijna de helft van de EHS niet wordt uitgevoerd en dat het beheer in gevaar komt. Bovendien gaan de verbindingszones niet door. Dat is een ramp, ook al omdat dieren en planten vanwege de klimaatverandering moeten kunnen migreren. Het betekent dat je soorten gaat verliezen, dat dieren en planten uitsterven'.
Tot zover de Volkskrant.

Volgens Dirkmaat is Bleker rancuneus en eigenlijk is dat vreemd omdat boeren zelf het onderspit zullen delven wanneer zij hun koers niet verleggen naar een meer diervriendelijke inrichting van het platteland. Ook is Bleker duidelijk dubbelhartig. Aan de ene kant wil hij een brede maatschappelijke discussie starten over de wenselijkheid van het bouwen van megastallen, maar verdedigt hij megastallen wanneer het familiebedrijven zijn.
Een dergelijk doorzichtig aan het lijntje houden van de kiezer kan niet onopgemerkt blijven. Nederland vergrijst en de oudere kiezer heeft behoefte aan recreatie op het platteland en heeft de demagogische trucs allang door. Het is niet voor niets dat het CDA zoveel aanhang verliest.

Dirkmaat: ‘door zulke mensen wil ik niet geleid worden. En dat kun je niet bestrijden met zeuren, maar alleen door er hard tegenin te gaan'.

Klik hier om meer te lezen over de Ecologische HoofdStructuur.

01 april 2016

Overheid negeert signalen dat natuur wordt bedreigd

Frank Berendse, scheidend hoogleraar natuurbeheer en plantenecologie wordt in de Volkskrant geïnterviewd door Caspar Janssen.

Hij nam afscheid met een lezing waarin hij nog eens stevig uithaalde naar beleid ten aanzien van ammoniak en bestrijdingsmiddelen.

Een citaat.
Berendse: 'en dan is er nog de uitstraling van het agrarische gebied op de aangrenzende natuurgebieden. Wil je bijzondere blauwgraslandvegetaties, en trilveen, en heidevelden behouden, dan moet de stikstofdepositie omlaag'. Daarover is iedereen het schijnbaar eens, sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw, maar vervolgens begint bij Berendse het onbegrip. 'De door het RIVM gemeten ammoniakconcentraties in de atmosfeer zijn in 1998 even gedaald, sindsdien heeft geen enkele daling meer plaatsgevonden. En nu hebben we dan het PAS, het Programma Aanpak Stikstof. De afspraak is dat agrarische bedrijven door technische maatregelen de uitstoot omlaag brengen. Een deel van de daling in stikstofdepositie die zo zal ontstaan, mag vervolgens gebruikt worden door de intensieve veehouderij om verder uit te breiden. Dat is gelet op het feit dat er helemaal geen sprake is van een daling buitengewoon zorgwekkend. Het is ook een typisch Haags bedenksel, een zogenaamde win-winsituatie. Maar niet heus. Dit leidt tot ernstige vertraging van het natuurherstel. Ik vind dat onbestaanbaar'.

Nog bozer maakt Berendse zich over de laksheid bij het aanpakken van het gebruik van bestrijdingsmiddelen. Berendse was eerder betrokken bij een grootschalig Europees onderzoek naar de effecten van landbouwintensivering op de biodiversiteit. 'We hebben op 1.500 bedrijven gekeken naar 23 componenten van die intensivering, variërend van bedrijfsgrootte en kunstmestgebruik tot ploegfrequentie. Tot mijn verbazing kwamen insecticiden en fungiciden eruit als doorslaggevende factoren.

'Vervolgens kwam ik in een commissie terecht van de Europese Academies van Wetenschappen die zich boog over het gebruik van neonicotinoïden, waarmee zaden worden behandeld. De conclusie was evident: zelfs gebruik in lage hoeveelheden heeft dramatische negatieve effecten, zowel op insecten als op vogels. Vervolgens zijn nog twaalf artikelen verschenen in Nature die onze conclusies alleen maar bevestigden. En dan schrijft het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen in een brief aan de staatssecretaris dat er geen reden is om die middelen te verbieden. Ja, dan knapt er iets in mij'.

15 juni 2013

Slechts 5 procent weide is bloemrijk

Caspar Janssen benoemt in de Volkskrant van 14 juni een opvallend fenomeen: Nederlanders denken dat een groene weide een gezond teken is. Helaas, de werkelijkheid is minder romantisch.
De totale oppervlakte aan grasland in Nederland, ongeveer een miljoen hectare, kan nog een twintigste deel, rond de 50 duizend hectare, doorgaan voor bloemrijk. De ene helft daarvan dient als weidevogelreservaat, de andere helft is in gebruik van boeren die in ruil voor subsidie natuurvriendelijk boeren.

Citaat:
Vogelbescherming Nederland hoopt het tij te keren. Het doel van hun campagne 'Red de rijke weide' is om het areaal bloemrijke weide op te voeren tot 200 duizend hectare in 2020. Dat doet de organisatie met het oog op de twintig soorten vogels die hun jongen grootbrengen in de Nederlandse weide. Met al die vogels gaat het slecht, of het nu de grutto of de scholekster is, twee soorten die grotendeels afhankelijk zijn van het Nederlandse weidelandschap als broedgebied, of de tureluur, de kievit of de veldleeuwerik.

Vogelbescherming richt zich specifiek op het bloemrijke weiland omdat uit eigen onderzoek is gebleken dat de gemiddelde Nederlander meer heeft met het weidelandschap dan met, pakweg, de grutto. De oorzaken van het verdwijnen van dat geliefde landschap is al jaren bekend. Nederland is topexporteur van melkproducten. Om te concurreren moet de melkveehouder steeds efficiënter werken. En dat heeft geleid tot de eiwitrijke, maar verder kale graslanden. Door de gekozen grassoort, door de onnatuurlijk lage grondwaterstand, door bemesting. Gerrit Gerritsen van Vogelbescherming Nederland: 'We offeren ons mooie landschap op voor de melkpoederexport'.

Het doel van 'Red de rijke weide' - er is een petitie - is om zuivelcoöperaties en politici te bewegen om voor natuurvriendelijke melk te kiezen. Zonder extra subsidie. Gerritsen: 'Het hoeft de consument slechts een paar cent per liter meer te kosten. Veel boeren willen wel. Het levert betere melk op, gezondere koeien, en een mooier landschap'.

Tot zover de Volkskrant.

Op de site van Red de rijke weide.


Wat moeten we doen?

Boeren houden rekening met weidevogels en natuur en produceren wat minder melk – maar veel meer natuur.
Zuivelfabrieken en supermarkten kopen de melk en kaas van de bloemrijke weides voor een eerlijke prijs van de boer.
Consumenten betalen een paar cent meer per liter melk.
De overheid zorgt met aangepast beleid dat deze ontwikkeling echt plaats gaat vinden.

Wat zijn weidevogels?

Zo’n 20 soorten vogels brengen hun jongen groot in de Nederlandse weide. Kievit, grutto, tureluur, scholekster en veldleeuwerik zijn de meest bekende. Nederland is de Europese kraamkamer voor heel veel weidevogels. Vooral de grutto en scholekster zijn grotendeels afhankelijk van het Nederlandse weidelandschap als broedgebied.
Waarom sterven weidevogels uit?

Simpel gesteld: door de intensieve melkveehouderij is er voor de weidevogels minder voedsel en weinig plek om jongen groot te brengen. Nodig zijn: wormen in het voorjaar, een ongestoorde broedtijd en bloemen met insecten voor de jongen. Tegenwoordig worden graslanden in het voorjaar al diep ontwaterd, waardoor de wormen te diep in de grond zitten voor de vogels. Bloemen en kruiden hebben plaats gemaakt voor snelgroeiend eiwitrijke gras, met veel te weinig insecten voor de jongen. En het gras wordt al gemaaid voordat de kuikens kunnen vliegen. Veel kuikens overleven dat niet.

04 oktober 2017

De slapende burger is het fundament van de boerenbusiness

In aflevering 94 loopt Caspar Janssen langs een dijk in Groningen. Ben Koks loopt een stukje op en probeert een antwoord te formuleren op de vraag of het redden van akkervogels zoden aan diezelfde dijk zet.
Een citaat.
Met faunaranden, met winterveldjes met voedsel voor vogels, door braaklegging, door nestbescherming. Hij had succes, maar, zegt hij als we weer tussen de schapen door laveren: 'het zet geen zoden aan de dijk'.
Dat komt, zegt hij, doordat het agrarisch natuurbeheer niet functioneert. 'Boeren doen mee vanwege het geld, maar de liefde ontbreekt - uitzonderingen daargelaten. En je laat de boeren hun eigen maatregelen controleren'. Neem die bloemrijke akkerranden. '80 procent deugt niet, de mengsels deugen niet of ze staan op de verkeerde plek. Het is hooguit een leuk gezicht voor mensen uit het dorp'.
Inmiddels denkt hij dat de akkerbouw zelf moet veranderen. 'Meer vruchtwisseling, meer gewassen. Waarom soja halen uit Zuid-Amerika? Dat is slecht voor alles en iedereen. Europa kan ook zelf eiwitten verbouwen. Gewoon doen: luzerne, veldbonen, noem maar op. Nu verbouwen boeren drie gewassen, er is geen lol aan en hun schuur is van de bank'. Dertig jaar is hij nu al bezig met het redden van akkervogels. Hij had succes, maar in de breedte ging het alleen maar achteruit. Hij wordt geroemd omdat hij boeren wist te enthousiasmeren. Maar ook dat is relatief, zegt hij. 'Toen ik vorige week de Heimans en Thijsse Prijs kreeg, zat er geen enkele boer in de zaal'.
Tot zover de Volkskrant.
Door het desastreuze beleid van streekgenoot Henk Bleker is het grootste deel van het geld voor de aanleg van de Ecologische Hoofdstructuur geschrapt. De boeren in ons land hebben al het beschikbare ruimte nodig om voedsel te produceren en mest op uit te rijden van het vee dat vooral gehouden wordt om op buitenlandse markt verkocht te worden.
Wie weet wat de kaalslag op het platteland echt betekent gaat in verzet. Maar wie de kleurschakeringen van de groene biljardlakens op het platteland een vorm van schoonheid vindt, slaapt door.

03 augustus 2017

Een platteland met steeds minder dieren


Door de voortschrijdende schaalvergroting op het platteland, verdwijnt er steeds meer dierenleven buiten de stallen.

Caspar Janssen wandelt door Nederland en doet verslag van wat hij ziet in de Volkskrant. In Friesland valt hem op dat het landschap leeg is.

Dit is wat hij in aflevering 50 ziet op weg van Bolsward naar Makkum
“Raaigras links, raaigras rechts, dan een maisveld, een megastal hier en een megastal daar, een melkwagen van Campina, balen opgestapeld kuilgras, windmolens in de verte, dan weer een maisveld, en weer dat donkergroene raaigras. Geen koeien, en na een paar kilometer sta ik stil en hoor ik minutenlang helemaal niets, op een brommer na. Doodse stilte. Goed, het is het rustige seizoen, maar helemaal geen vogels? Geen bloemen, geen vlinders ook, nou ja, eentje dan, in de berm van de weg. Eerder zag ik nog een groepje spreeuwen, maar het duurt tot vlak voor Exmorra eer ik een weilandje zie met zowaar een paar kieviten.”
Hij vraagt zich af over geen tussenweg is.
Tot zover dit citaat.

De reden waarom in Nederland schaalvergroting in de veehouderij is, ligt in de export en de vrije markt. Nederlandse boeren hebben het recht om buitenlandse boeren te beconcurreren. Daar lijkt weinig mis mee, totdat je je een voorstelling gaat maken hoe wij onze prijzen zo laag weten te houden en wie of wat daarvan de dupe worden..
Met de nadelen van de schaalvergroting lijkt de veehouderij vooral af te steven op een voortijdig einde. Het beweegt zich op een doodlopende weg.
Met dit beeld wordt ook de vraag opgeroepen of er een terugkeer op de agrarische schreden denkbaar is of dat de veeboeren zich moeten neerleggen bij een uitstervend beroep. Wanneer de toekomst plantaardig is, lijkt dit uitsterven het eerst zichtbaar te worden in ons land.
Is dit een ramp? Vermoedelijk niet, wanneer de vrijgekomen ruimte weer wordt teruggegeven aan de natuur.

In aflevering 55 schrijft hij:

Iedereen ziet ook iets anders natuurlijk. De één ziet dat het landschap groen is, en dat er voedsel wordt verbouwd, dus dan zal het wel goed zijn, want er zijn toch milieuregels. De ander ziet dat het landschap is uitgekleed, zoals dat heet, een landschap vol mest, bruin met een vette laag groen eroverheen. Parallelle werelden, verschillende bubbels. Boerenorganisatie LTO Noord was vorige week oprecht verbaasd over de golf van verontwaardiging die uitbrak na haar oproep aan gemeenten op tijd de bermen te maaien. Geen idee dat veel mensen die wegbermen nu juist zien als laatste houvast voor wilde planten, vlinders en bijen op het platteland.

Bij Doniaburen loop ik de zeedijk op. Positief denken, focussen op de goede ontwikkelingen. Die zijn er ook. De provincie Friesland die van 'natuurinclusief boeren' een speerpunt heeft gemaakt, FrieslandCampina wil praten over een duurzamer toekomst, al die boeren die het wel degelijk anders willen en ook doen.
In mijn gedachten probeer ik het landschap weer aan te kleden. Ik word geholpen door het uitzicht op de Workumerwaard, buiten de zeedijk, beheerd door 't Fryske Gea. Ook hier was het ooit beter, maar toch: koeien op de dijk, kruidenrijk grasland. Ik denk de pinksterbloemen, de koekoeksbloemen en de grutto's van het voorjaar erbij en stel me voor dat een groot deel van het Friese boerenland er zo zou kunnen uitzien. Dan nog zou het meer dan voldoende zuivel kunnen produceren, mits je niet 60 procent wil exporteren.

Aflevering 60: In het mooie Hemelum wil een varkensfokker fiks uitbreiden, tot grote zorg van de bewoners.
"Veel dorpsbewoners zijn tegen de uitbreiding, vanwege de stankoverlast, vanwege het verkeer en omdat ze geen 'Klein Brabant' willen in Gaasterland. De boer redeneert op zijn beurt dat uitbreiding de geuroverlast juist zal verminderen, omdat hij nieuwe luchtwassers gaat plaatsen. 'Wat me zo spijt, zegt Angelique Matthijssen, 'is dat je elkaar niet meer verstaat. Boeren zeggen: wij zorgen voor eten en burgers zeggen: jullie zorgen voor overproductie en overbemesting. De verhoudingen zijn zoek, evenals de menselijke maat, de natuurlijke maat. Het is niet meer behapbaar. Zo'n klein dorp en dan zo'n industrieel boerenbedrijf, vlak bij school, vlak bij de peuterspeelzaal. Niet de behoefte is bepalend, of het landschap, of de gemeenschap, maar de productie, het bedrijfskundig perspectief. Boeren uit Brabant kopen hier grond omdat ze dan meer mest kwijt kunnen. Wie snapt dat nog?'"

27 september 2011

Waarom ontneemt Bleker natuur haar beschermde status?

Van de bijna 190 beschermde natuurmonumenten in Nederland zal het nationaal beschermingsregime worden afgeschaft, schrijft staatssecretaris Bleker van economische zaken, landbouw en innovatie aan de Tweede Kamer. De meeste gebieden worden immers toch al beschermd door de Europese regels van Natura2000, stelt hij. Maar 63 gebieden vallen daarbuiten.
Bleker zoekt de grenzen van de natuurregels op omdat hij het belangrijk vindt dat 'normale bedrijfsontwikkelingen' zoals het aanleggen van een weg of het bouwen van huizen makkelijker kunnen plaatsvinden.
Ook suggereert hij dat door de huidige natuurregels boeren geen camping kunnen uitbreiden of extra weiden kunnen kopen.
Wat Bleker niet noemt, maar minstens zo belangrijk is dat door de overproductie van mest door de intensieve veehouderij de neerslag (depositie) van ammoniak de natuurgebieden extra beschermd moeten worden door veehouderijen tegen te houden in hun uitbreidingsplannen. Door de beschermde status weg te nemen kunnen deze bedrijven weer uitbreiden. De maatregel betekent het verloren gaan van kwetsbare natuur en nog meer megastallen in het landschap.

Caspar Janssen in de Volkskrant van 17-sep-11:
De helft van het Nederlandse grondgebied is in gebruik voor de landbouw. Uit die grond, de helft van Nederland dus, is ieder leven verdwenen. De mest klotst nog altijd tegen de dijken en in de overgebleven natuurgebieden geven beheerders handenvol geld uit om de gevolgen daarvan te bestrijden.
Conclusie van de staatssecretaris: dat beheer is te duur.
Of, eigenlijk: hoe kun je nu blauwgrasland willen in een land vol stikstof?
En: wie zit er eigenlijk te wachten op rare plantjes als Blauwe Zegge of de Gevlekte orchis?
Niet dat het helpt, maar ik steek mijn vinger dan toch maar op.

EenVandaag sprak 27 september staatssecretaris Henk Bleker en milieuactivist Jaap Dirkmaat. Das & Boom, de vereniging van Dirkmaat, heeft al ruim twee ton ingezameld. Van dit geld heeft de natuurvereniging een team milieu-advocaten ingehuurd die een rechtszaak tegen de plannen van Staatssecretaris Bleker aanspannen. Volgens Dirkmaat gaat Bleker namelijk tegen de milieuregels van de Europese Unie in.

Leeswijzer


Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom.
Klik hier voor de laatste bijdragen op dit blog
.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.
Kijk op ook Facebook voor onze reactie op de actualiteit.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.