Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.

Leeswijzer


Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom.
Klik hier voor de laatste bijdragen op dit blog
.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.
Kijk op ook Facebook voor onze reactie op de actualiteit.
Posts tonen met het label vrijheid. Alle posts tonen
Posts tonen met het label vrijheid. Alle posts tonen

21 april 2025

Waarom dierenrechten zouden moeten worden erkend

Dierenrechten kan op dezelfde basis als mensenrechten

Op dit blog staan veel artikelen uit de afgelopen decennia als reactie op ontwikkelingen in de agrosector. Ze gaan over dierenrechten en de omstandigheden die van invloed zijn op het dierenwelzijn van dieren in de veehouderij en in het wild.
Het wezenlijke van recht is: het waarborgen van vrijheid en gelijkheid door wederzijdse grenzen te respecteren. Mensen zouden (als zaakwaarnemer) moeten kunnen ingrijpen wanneer dieren als dingen worden misbruikt. Dierenrechten zijn dus (in theorie) een vorm van mensenrechten en kunnen op dezelfde basis (vrijheid en gelijkheid) worden geformuleerd. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden, maar de praktijk is anders.
Net als bij mensen gaat het om op de juiste manier van grenzen stellen aan gedrag dat leed en schade berokkent.

Het verschil tussen dierenrechten en dierenwelzijn is vrijheid.

Wat is het probleem?

Te veel mensen voelen zich superieur aan dieren met als gevolg dat er helemaal geen aandacht meer is voor het lot van dieren in de bio-industrie en in geïsoleerde natuurgebieden.

Evenwaardigheid mens en dier
"Dieren, zoals alle levende wezens, hebben een inherent (intrinsiek) recht op vrijheid. Dit recht op vrijheid houdt in dat dieren niet zonder goede reden mogen worden beperkt in hun natuurlijke gedrag en leefomgeving. Het is onze morele verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat dieren niet onnodig worden opgesloten, worden beperkt of gebruikt voor menselijk gemak of vermaak. In een rechtvaardige samenleving zouden we (moeten) streven naar een harmonieuze balans waarin zowel mensen als dieren in vrijheid kunnen leven en gedijen".

Betere communicatie

In de blogbijdragen veel links naar artikelen over de psychologie achter het (hardnekkige en onrechtvaardige) gedrag in het omgaan met dieren.
Er is geen enkel argument dat handhaving van de te grote veestapel in Nederland rechtvaardigt. Toch wordt deze met allerlei oneigenlijke redenen verdedigd. Iedere Nederlander zou zich bewust moeten zijn van de juiste feiten en welke onwaarheden voortdurend worden aangedragen.

Leeswijzer

Uit de aard van een blog zijn de bijdragen volgtijdig, dus schijnbaar nauwelijks samenhangend.
Voor een gestructureerd verhaal over de reden waarom we dierenrechten serieus zouden moeten nemen, zij vooraleerst verwezen naar de website Animal Freedom.

Laten we vooral samenwerken.

20 april 2025

De volgende stap in emancipatie

Waarom dierenrechten het logische vervolg zijn van emancipatie

De wereld verandert. Steeds meer mensen realiseren zich dat onze omgang met dieren niet langer te rechtvaardigen is. Dieren worden massaal gefokt, opgesloten, uitgebuit en gedood, niet uit noodzaak, maar uit gewoonte, gemak en economische motieven. Terwijl we als samenleving stap voor stap geleerd hebben om seksisme, racisme en andere vormen van onderdrukking te herkennen en verwerpen, blijft de onderdrukking van dieren buiten beeld. Het is tijd om daar verandering in te brengen.

De vergeten groep in onze strijd voor evenwaardigheid

In de geschiedenis van emancipatie hebben we steeds meer groepen erkend als volwaardig. Vrouwen, arbeiders, mensen van kleur, lhbti+’ers: allemaal moesten ze vechten voor erkenning, vrijheid en gelijke rechten. En telkens bleek: wat eerst onmogelijk leek, werd later vanzelfsprekend.
Dieren vormen de volgende vergeten groep. Niet omdat ze op mensen lijken of zich kunnen uitspreken zoals wij, maar omdat ze –net als wij– een eigen belang hebben in leven, vrijheid en welzijn. Dat belang verdient morele en politieke erkenning.

Een diepere oorzaak: het denken in hiërarchie

De uitbuiting van dieren komt voort uit een dieper liggend menselijk patroon: het denken in termen van superioriteit. Dit denken heeft niet alleen dieren tot object gemaakt, maar lag ook ten grondslag aan slavernij, kolonialisme, vrouwenonderdrukking en uitbuiting van arbeiders. Steeds weer ging het om het creëren van een rangorde waarin de bovenliggende partij zich het recht toe-eigende over de ander te beschikken.
Als we werkelijk willen breken met deze denkfout, moeten we consequent zijn. Ook tegenover dieren.

Superioriteitsgevoel en onwetendheid vormen samen een zichzelf versterkende cirkel. De werkelijke uitdaging is deze cirkel te doorbreken door zowel bewustwording (tegen onwetendheid) als een fundamentele verschuiving in onze houding ten opzichte van andere wezens (tegen superioriteit).

Dieren hebben recht op vrijheid, niet alleen bescherming

Dierenwelzijn is niet genoeg. Zolang we dieren blijven beschouwen als middelen voor onze doelen –voedsel, kleding, vermaak, gezelschap– blijven we gevangen in het oude patroon. Dieren hebben geen ‘iets betere behandeling’ nodig, maar fundamentele rechten: het recht om niet gebruikt te worden, het recht op vrijheid, en het recht op een leefomgeving die past bij hun aard.
Deze rechten zijn geen luxe. Ze vloeien voort uit de erkenning dat dieren levende wezens zijn met belangen die ertoe doen. Juist daarom moeten we de stap zetten van medelijden naar rechtvaardigheid.

Van symptoombestrijding naar systeemverandering

Zolang we de fundamentele oorzaak –het hiërarchische denken– niet aanpakken, blijven we bezig met pleisters plakken. Dierenwelzijnsmaatregelen verbeteren misschien de omstandigheden, maar veranderen niets aan de kern: dat we denken dat wij het recht hebben om over anderen te beschikken.
De enige duurzame weg vooruit is een transformatie van onze grondhouding. We moeten af van het idee dat de mens het middelpunt is van de wereld en leren leven in evenwaardigheid met andere soorten. Niet alleen om morele redenen, maar ook omdat onze omgang met dieren onlosmakelijk verbonden is met klimaatopwarming, pandemieën en ecologische ineenstorting.

Verandering begint bij hoe we denken, spreken en stemmen

Om dit te bereiken is er een politieke beweging nodig die deze visie uitdraagt. Die dierenrechten niet ziet als een bijzaak, maar als een logisch vervolg op eerdere emancipatiegolven. Een partij die zich richt op structurele verandering, maar ook bereid is zichzelf kritisch te bevragen en werkelijk democratisch te zijn, omdat geloofwaardigheid begint bij jezelf.
Het is tijd voor een beweging die durft te zeggen: wij zijn niet meer, niet beter, niet belangrijker dan andere dieren. Alleen dan kunnen we bouwen aan een wereld waarin vrijheid en rechtvaardigheid werkelijk voor iedereen gelden.
Want zolang één groep nog wordt buitengesloten, is geen enkele bevrijding compleet.

Hoe dierenrechten moeten worden uitgewerkt in de praktijk? Klik hier voor een uitgebreide invulling.

18 april 2025

Een duidelijke koers voor de Partij voor de Dieren

Politiek gebaseerd op historische waarden

In 1789 riepen de Franse revolutionairen hun beroemde leus: vrijheid, gelijkheid, broederschap. Deze woorden vormden de basis voor een nieuw tijdperk van menselijke emancipatie. Vandaag de dag (en concreet bij de verkiezingen in oktober), meer dan twee eeuwen later, staat de Partij voor de Dieren voor een historische kans om deze revolutionaire idealen door te trekken naar hun logische conclusie: de vrijheid voor een natuurlijk leven voor alle diersoorten.

De PvdD zou zich kunnen positioneren als de partij die de onvoltooide emancipatie van 1789 voltooit. Waar de Verlichting de natuurlijke rechten van de mens proclameerde, moeten wij de natuurlijke rechten van alle dieren erkennen. Dit is geen radicale breuk met onze traditie, maar de consequente voortzetting ervan.

Strategische allianties: een pragmatische benadering

De leus vrijheid, gelijkheid, broederschap heeft een liberaal en een sociale component. Dit toegepast op de koers van de PvdD betekent de PvdD bij politieke kwesties afwisselend zou kunnen samenwerken met de linker en rechter flank van het politieke spectrum. Bij politieke beslissingen zou de PvdD dan simpel weg drie doelen in het oog moeten houden.

  1. Wat zijn de gevolgen voor dieren in de veeteelt en in de natuur?
  2. Wanneer het alleen mensen betreft: bevordert het besluit de vrijheid van zo veel mogelijk mensen?
  3. Worden de belangen van kwetsbare individuen (mens en dier) niet geschaad?

Politieke besluitvorming in de praktijk

De drie criteria voor politieke besluitvorming vragen om genuanceerde afwegingen per situatie. Hier enkele voorbeelden van hoe de PvdD deze zou kunnen toepassen.

Buitenlandse politiek en veiligheid


Wapenleveranties

Hoewel wapenleveranties aan een verdedigend land lijken gerechtvaardigd, schaden ze ecosystemen, verlengen conflicten en bedreigen kwetsbare burgers. De PvdD zou daarom het beste pleiten voor diplomatieke oplossingen en humanitaire hulp.

Defensie-uitgaven

De stelling "wie vrede wil, moet zich voorbereiden op oorlog" gaat voorbij aan het feit dat geld voor wapens niet kan worden besteed aan zorg, onderwijs of natuurbescherming. Tenzij er een directe bedreiging is, zou de PvdD moeten pleiten voor investeringen in sociale cohesie en internationale samenwerking.

Economische sancties

Sancties kunnen het minst slechte antwoord zijn op grove schendingen van mensenrechten, maar de PvdD moet tegelijkertijd waarschuwen tegen demonisering van hele volkeren en blijven pleiten voor dialoog waar mogelijk.

Binnenlandse politiek


Sociale voorzieningen

Hier vindt de PvdD vaak natuurlijke bondgenoten bij socialistische partijen. Sterke sociale zekerheid geeft mensen de ruimte om ethische keuzes te maken, zoals duurzame consumptie.

Ondernemingsvrijheid

Bij het stimuleren van innovatie voor diervriendelijke alternatieven kan de PvdD samenwerken met liberale partijen. Minder bureaucratie voor duurzame ondernemers past bij zowel vrijheidsidealen als dierenwelzijn.

Migratiebeleid

De bescherming van kwetsbare vluchtelingen sluit aan bij de solidariteit met alle voelende wezens. Tegelijkertijd moet worden voorkomen dat economische druk leidt tot meer uitbuiting van zowel mensen als dieren.

Afwegingen bij conflicterende belangen

Soms botsen de drie criteria. Bij economische maatregelen die werkgelegenheid bedreigen maar dierenwelzijn bevorderen, moet de PvdD zoeken naar transitieregelingen die beide belangen dienen. Het doel is niet om altijd alle criteria perfect te vervullen, maar om ze serieus mee te wegen in elke beslissing.

De kunst is om niet in simplistische slogans te vervallen, maar genuanceerde afwegingen te maken die recht doen aan de complexiteit van politieke vraagstukken. Tegelijkertijd moet de PvdD voortdurend alert blijven op dooddoeners van verdedigers van gevestigde belangen -uitspraken als "nuancering maakt het vinden van oplossingen lastig" of "waar gehakt wordt, vallen spaanders"- die vaak worden gebruikt om inactiviteit te rechtvaardigen ten koste van dieren die geen stem hebben.

Een permanente scholing van leden en kiezers over het herkennen van dergelijke retorische afleidingsmanoeuvres is daarom essentieel voor effectieve belangenbehartiging.

Samenwerking met socialistische partijen

Op het gebied van sociale rechtvaardigheid vindt de PvdD natuurlijke bondgenoten in socialistische partijen. De strijd tegen uitbuiting kent geen soortgrenzen. Zoals arbeiders uitgebuit worden in het kapitalistische systeem, zo worden dieren uitgebuit in de bio-industrie. De mechanismen zijn vergelijkbaar: winstmaximalisatie ten koste van welzijn, de objectivering van voelende wezens en de systematische onderdrukking van de zwakkeren.

Een samenwerking met socialistische partijen op sociale thema's is daarom niet alleen strategisch zinvol, maar ook ideologisch coherent. Samen kunnen we strijden voor:

  • Verbetering van arbeidsomstandigheden in de voedselindustrie
  • Eerlijke lonen voor werknemers in alle sectoren
  • Toegankelijke gezondheidszorg die preventie boven curatieve zorg stelt
  • Eerlijke belastingheffing die duurzame keuzes beloont

Alliantie met liberale partijen voor vrijheid

Wanneer het gaat om het uitbreiden van vrijheden, vinden we bondgenoten in liberale partijen. De liberale traditie heeft altijd gefocust op het uitbreiden van de kring van morele consideratie. Waar liberalen historisch vochten voor religieuze vrijheid, vrije meningsuiting en persoonlijke autonomie, kunnen we samen strijden voor:

  • Dierenrechten als fundamentele vrijheidsrechten
  • Ondernemingszekerheid voor duurzame alternatieven
  • Innovatievrijheid voor diervriendelijke technologieën

De filosofische en ethische grondslag: uitbreiding van de morele kring

De kernstelling van onze beweging is dat de morele kring die in 1789 werd getrokken rondom de mens, moet worden uitgebreid naar dieren. Dit is geen sentimentele wishful thinking, maar een logische consequentie van de Verlichtingsfilosofie.

Van menselijke waardigheid naar dierlijke waardigheid

De Franse Revolutie proclameerde dat alle mensen gelijkwaardig zijn omdat zij rationele, voelende wezens zijn. Maar waarom zou de capaciteit om pijn en plezier te ervaren beperkt blijven tot mensen of tot diersoorten die lijken op mensen? Mens en dier zijn intrinsiek evenwaardig in hun recht op vrijheid (om natuurlijk te leven in een natuurlijke omgeving).

Net zoals we in 1789 erkenden dat een persoon niet minderwaardig is vanwege zijn afkomst, moeten we nu erkennen dat een dier niet minderwaardig is vanwege zijn soort. Dit is speciesisme overwinnen: de laatste grote emancipatiestrijd van onze tijd.

Emancipatie als doorlopend proces

De geschiedenis toont ons dat emancipatie een doorlopend proces is. Elke generatie staat voor de opgave om de kring van morele consideratie uit te breiden. Na de afschaffing van de slavernij, na vrouwenkiesrecht, na de erkenning van LGBTI+-rechten, zijn dierenrechten de volgende logische stap.

Dit betekent niet dat we de strijd voor menselijke emancipatie moeten opgeven. Integendeel: onze partij moet waakzaam blijven voor alle vormen van onderdrukking en discriminatie. Een samenleving die dieren respecteert, zal ook mensen beter respecteren.

Praktische beleidsvoorstellen


Korte termijn: pragmatische stappen

  1. Coalitiedeelname met partijen die onze kernwaarden respecteren
  2. Thematische samenwerking op dossiers waar overlap bestaat
  3. Gedoogakkoorden waarbij dierenwelzijn wordt gewaarborgd
  4. Amendementenstrategieën die dierenwelzijn inbouwen in bestaande wetgeving

Lange termijn: transformatieve borging van evenwaardigheid

  1. Grondwettelijke verankering van dierenrechten
  2. Fundamentele herziening van ons rechtssysteem
  3. Economische transitie naar een post-dierlijke samenleving
  4. Culturele revolutie in onze verhouding tot de natuur

De emancipatoire agenda


Intersectionaliteit in de praktijk

Onze emancipatoire agenda moet intersectioneel zijn. Vrouwen, etnische minderheden, LGBTI+-personen, mensen met een beperking en andere gemarginaliseerde groepen verdienen onze solidariteit. Vaak zijn het dezelfde machtsstructuren die mensen én dieren onderdrukken.

Denk aan de slachthuisarbeiders -vaak migranten in precaire arbeidsomstandigheden- die getraumatiseerd raken door het geweld dat ze dagelijks moeten plegen. Of aan de kleinschalige boeren die klem zitten in een systeem dat hen verleidt tot industriële veeteelt.

Mondiale solidariteit

Onze beweging moet internationaal zijn. Dieren kennen geen grenzen en hun lijden ook niet. We moeten samenwerken met gelijkgezinde bewegingen wereldwijd en onze verantwoordelijkheid nemen voor de gevolgen van onze consumptie elders en tegelijkertijd werken aan realistische maatregelen tegen klimaatopwarming.

Uitdagingen en kansen


Uitdagingen

  • Weerstand van gevestigde belangen in de agro-industrie
  • Culturele weerstanden tegen verandering van eetgewoonten en omgang met dieren
  • Economische gevolgen van de transitie
  • Politieke fragmentatie en polarisatie

Kansen

  • Groeiend bewustzijn over dierenwelzijn
  • Technologische innovaties die alternatieven mogelijk maken
  • Klimaatcrisis die nieuwe oplossingen noodzakelijk maakt
  • Jonge generaties die openstaan voor verandering

De emancipatie doortrekken

De Partij voor de Dieren staat voor een historische keuze. We kunnen blijven opereren als een niche-partij die zich alleen bezighoudt met dieren of we kunnen de erfgenamen worden van de grote emancipatoire tradities van onze beschaving.

Door strategische allianties aan te gaan met socialistische partijen op sociale thema's en met liberale partijen op vrijheidsthema's, kunnen we een brede coalitie smeden voor een betere wereld. Een wereld waarin de idealen van de Franse Revolutie eindelijk volledig gerealiseerd worden, niet alleen voor mensen, maar voor alle voelende wezens.

De tijd is rijp. We zijn de haas in de marathon die emancipatie van alle levende wezens beoogt.


"Zolang er slachthuizen bestaan, zullen er ook slagvelden bestaan."
 Leo Tolstoj

Naschrift op 6 augustus 2025 na oprichting Vrede voor Dieren

Vrede voor Dieren heeft besloten om deel te nemen aan de landelijke verkiezing van 29 oktober uit onvrede over de koers van de PvdD. Veel leden en kiezers van het eerste uur zijn teleurgesteld geraakt in het beleid van de PvdD omdat zij vinden dat er te weinig energie wordt gestoken in het helpen van de zaak van dieren en te veel in de zaken die mensen aangaan.

Voor de PvdD ligt hier een uitdaging om te laten zien dat zij kunnen samenwerken en zich niet tijdens de verkiezingscampagne laat uitspelen door politieke tegenstanders als de BBB.

15 januari 2025

Een pragmatisch-principiële benadering van dierenrechten

Principes als fundament

Rechten zijn universeel en onvoorwaardelijk. Ze mogen niet afhangen van onze voorkeuren, van aantrekkelijkheid, of van de mate waarin een wezen op ons lijkt. Het principe van vrijheid en gelijkheid, zoals dat tijdens de Franse Revolutie centraal stond, biedt een helder en stevig fundament. Dit principe verplicht ons om rechtvaardigheid uit te breiden naar alle levende wezens, zonder onderscheid of willekeur, waarbij we elkaars grenzen respecteren.
De emancipatie die mensen hebben doorgemaakt, vormt een belangrijke historische les: de erkenning van rechten begon vaak bij specifieke groepen en breidde zich pas later uit naar anderen. Zo zou ook de erkenning van rechten voor dieren geen uitzonderingen mogen maken. Dit vraagt om een ethische sprong, waarbij we ons losmaken van voorkeuren en een principiële benadering omarmen.

Pragmatisme als hulpmiddel

Hoewel principes een onwrikbaar fundament bieden, is pragmatisme nodig om daadwerkelijke verandering te realiseren. Niet iedereen is direct bereid om radicale veranderingen in zijn gedrag aan te brengen op basis van abstracte principes. Daarom is het van belang om concrete stappen te nemen die draagvlak creëren. Denk bijvoorbeeld aan de volgende maatregelen.

  • Verbeteringen in dierenwelzijn
    Strengere regelgeving tegen mishandeling en uitbuiting van dieren.
  • Onderwijs
    Programma's die mensen bewust maken van de rechten en belangen van dieren.
  • Stimuleren van alternatieven
    Investeringen in plantaardige voeding en andere diervriendelijke innovaties.

Deze stappen werken als brug tussen de huidige situatie en een rechtvaardige toekomst waarin dierenrechten vanzelfsprekend zijn.

Pragmatisch is ook om geen concepten als basis voor dierenrechten te gebruiken die aanleiding geven tot eindeloze discussies. Voor een uitgebreide behandeling van dergelijke onbruikbare concepten, klik hier.

Sympathie en rechtvaardigheid

Sympathie speelt een rol in de publieke acceptatie van dierenrechten. Dieren die op mensen lijken, zoals apen, dolfijnen of honden, krijgen vaak eerder bescherming. Hoewel sympathie een nuttige ingang kan zijn, mag het geen einddoel zijn. Rechten zijn niet afhankelijk van hoe aantrekkelijk of herkenbaar een dier is, maar van het principe dat alle wezens recht hebben op vrijheid en bescherming. Door de discussie te richten op dit principe, kunnen we voorkomen dat minder "sympathieke" dieren, zoals insecten of reptielen, buiten de boot vallen.

Filosofen en hun rol

Filosofen zoals Peter Singer en Martha Nussbaum hebben veel betekend voor het denken over dieren. Hun benaderingen -het minimaliseren van lijden (Singer) en het bevorderen van capaciteiten (Nussbaum)- hebben belangrijke inzichten opgeleverd, maar missen soms een principiële onderbouwing. Juist omdat ze niet expliciet vanuit het fundament van gelijkheid en vrijheid redeneren, blijven hun visies te afhankelijk van pragmatiek en sympathie.
Een filosofisch model dat zowel principes als pragmatische stappen combineert, kan de beweging voor dierenrechten versterken. Het biedt een helder doel en tegelijkertijd een haalbare route.

Waarin zijn mens en dier één? Willen wij dat wel erkennen?

Schopenhauer (1788-1860) ontwikkelde een monistische filosofie waarbij alles in de wereld manifestaties zijn van één onderliggende kracht die hij "Wille" (Wil) noemde. Voor hem waren mens en dier fundamenteel hetzelfde omdat beide uitingen zijn van deze universele Wil. Hij stelde dat dieren dezelfde emoties hebben als mensen -vreugde, verdriet, angst, woede, liefde en haat- omdat ze dezelfde Wil delen. Het verschil tussen mens en dier zag hij vooral in de ontwikkeling van het intellect, niet in de fundamentele aard. Deze filosofie leidde tot een opmerkelijke bezorgdheid om dieren voor zijn tijd. Hij veroordeelde dierenmishandeling scherp en zag medelijden met dieren als teken van morele ontwikkeling. Dit was vrij radicaal in de 19e eeuw.

Praktische implicaties

Schopenhauer was vegetariër en beschouwde wreedheid tegen dieren als moreel verwerpelijk. Hij zag het als inconsistent om medelijden met mensen te hebben maar niet met dieren, gegeven hun gedeelde essentie.
Schopenhauers idee dat mens en dier fundamenteel hetzelfde zijn -beide manifestaties van dezelfde universele Wil- biedt een sterke metafysische basis voor het denken over intrinsieke gelijkwaardigheid. Als alle wezens in essentie uitingen zijn van dezelfde onderliggende kracht, dan is er geen fundamenteel onderscheid dat verschillende rechten zou rechtvaardigen.
Het concept van de Wil als universele drang naar leven en zelfbehoud zou ook kunnen ondersteunen dat alle wezens een natuurlijk "recht" en “vrijheid” hebben op het uitleven van hun eigen aard. Schopenhauer was echter pessimistischer over de Wil. Voor hem was de Wil een bron van eindeloos lijden en verlangen. Zijn ideaal was juist het overwinnen of ontkennen van de Wil door ascese en contemplatie. Vrijheid in zijn denken betekende eerder bevrijding van de Wil dan het recht van de Wil om zich te uiten.

Moet het geluk en welzijn van een dier het doel zijn?

Vrijheid en gelijkheid zijn niet direct gebaseerd op gevoelens van lijden of geluk, maar richten zich op de voorwaarden waaronder levende wezens zelf hun welzijn kunnen nastreven. Deze principes gaan verder dan het utilitaristische streven naar meer geluk en minder lijden: ze waarborgen de autonomie en waardigheid van ieder individu, ongeacht of hun keuzes het maximale geluk opleveren.

Bijvoorbeeld: een dier in een klein, steriel hokje met perfect voedsel en geen roofdieren zou volgens een utilitaristische benadering mogelijk "gelukkiger" zijn dan een dier dat in vrijheid moet vechten voor zijn leven. Toch zou het moreel problematisch zijn om dat dier die vrijheid te ontnemen, omdat we vrijheid en gelijkheid erkennen als intrinsiek waardevolle principes.

Rechten zorgen voor grenzen die ons beschermen tegen het reduceren van morele keuzes tot een rekensom van lijden en geluk.

Naar een samenleving met rechten voor dieren

Een pragmatische en principiële aanpak van dierenrechten zou er als volgt uit kunnen zien.

  1. Onderwijs en bewustwording
    Mensen leren dat rechten gebaseerd zijn op gelijkheid en rechtvaardigheid, niet op persoonlijke voorkeuren.
  2. Wetten en beleid
    Het opstellen en handhaven van wetten die dieren beschermen, waarbij deze wetten gebaseerd zijn op principes van vrijheid en gelijkheid.
  3. Empathie verbreden
    Sympathie gebruiken als ingang, maar altijd wijzen op het grotere principe van universele rechten.
  4. Structurele veranderingen
    Investeren in alternatieven voor dierlijk gebruik, zoals plantaardige voeding en diervriendelijke technologieën.

Universele rechten

Dierenrechten vragen om een aanpak die zowel pragmatisch als principieel is. Door concrete stappen te combineren met een stevig ethisch fundament, kunnen we een wereld creëren waarin vrijheid en gelijkheid niet langer beperkt blijven tot mensen, maar voor alle levende wezens gelden.

Rechten en welzijn zijn nauw verweven, maar niet uitwisselbaar. Rechten zijn geen simpel middel om welzijn te bevorderen, maar een moreel kader dat ons helpt rechtvaardigheid te waarborgen, zelfs als dat niet altijd het lijden vermindert of het geluk vergroot. Het biedt een bescherming tegen willekeur en benadrukt dat sommige principes belangrijker zijn dan de uitkomsten.

22 juni 2024

Compassie hebben voor dieren en hun rechten respecteren

Een subtiel onderscheid dat verbindt

In de complexe relatie tussen mens en dier komen twee belangrijke aspecten naar voren: compassie voor dieren en het respecteren van hun rechten. Hoewel beide begrippen vaak in dezelfde adem genoemd worden, is er een subtiel maar essentieel verschil dat onze benadering van dieren en hun welzijn beïnvloedt.

Compassie voor dieren

Compassie voor dieren gaat hand in hand met het erkennen van de overeenkomsten tussen mens en dier. Het idee dat dieren emoties ervaren, een verlangen hebben om in leven te blijven, en dat ze, net als mensen, de behoefte hebben aan zorg en bescherming, vormt de kern van compassie. Deze benadering stelt dat het begrijpen en erkennen van de gevoelens van dieren ons verplicht om hen met vriendelijkheid en mededogen te behandelen.
Het is gebaseerd op het inzicht dat dieren, ondanks hun verschillen, op vergelijkbaar fundamentele manieren als mensen kunnen lijden. Dit besef roept op tot respectvolle behandeling, het vermijden van wreedheid en het streven naar het welzijn van dieren in alle omstandigheden.

Dierenrechten en het natuurlijk evenwicht

Aan de andere kant rusten dierenrechten op het idee dat elk levend wezen, inclusief dieren, het inherente recht heeft om vrij te leven. Deze rechten worden vaak afgeleid van het idee dat de natuur een zelfregulerend systeem is, waarin elk wezen een rol speelt in het behoud van een natuurlijk evenwicht. Hier komt echter een interessant dilemma naar voren.
Terwijl compassie voor zwakke en zieke dieren ons aanspoort om hen te beschermen, suggereert de natuurlijke orde dat deze kwetsbare individuen soms dienen als prooi voor anderen, waarmee de balans wordt gehandhaafd. Dit roept de vraag op of het respecteren van dierenrechten volledig strookt met de onvermijdelijke cyclus van prooi en predatie die inherent is aan de natuur.

Het subtiele evenwicht

Het begrijpen van het subtiele evenwicht tussen compassie voor individuele dieren en het respecteren van de natuurlijke orde is cruciaal. Het betekent niet dat we passief moeten toekijken terwijl zwakke dieren lijden, maar eerder dat we moeten streven naar een evenwicht waarin we zowel compassie tonen als rekening houden met de complexe dynamiek van de natuur.
De uitdaging ligt in het vinden van manieren om het welzijn van dieren te beschermen zonder de ecologische harmonie te verstoren. Dit kan variëren van het ondersteunen van habitatbehoud en het verminderen van menselijke invloeden op ecosystemen (minder gif spuiten en mest produceren) tot het implementeren van ethische praktijken in de veeteelt en het ondersteunen van dierenwelzijnsinitiatieven.
In essentie gaat het erom een evenwicht te vinden waarin compassie voor individuele dieren samengaat met het respecteren van het grotere plaatje van de natuurlijke wereld. Het is een uitdaging waarbij ethische overwegingen, wetenschappelijke inzichten en onze menselijke verantwoordelijkheid samenkomen om een duurzame en zorgzame relatie met alle levende wezens te bevorderen.

In wezen zijn mens en dier intrinsiek evenwaardig in hun recht op vrijheid.


21 juni 2024

Hoe kan waardevol regeren ook voor dieren leiden tot brede welvaart?

Woorden doen ertoe

Iedereen ziet wat hij wil zien en leest wat hij wil lezen. Toch loont het om na te denken over het gebruik van taal. Politiek gezien hebben woorden de kracht om macht uit te oefenen, gemeenschappen te vormen en beleid te beïnvloeden. Het bewustzijn van de kracht van woorden is cruciaal voor zowel individueel als collectief welzijn.
Waarom beleid om welvaart breed te bepleiten ook voor dieren zou moeten gelden.

Een citaat uit de NRC.

De overheid heeft een „forse cultuurverandering” nodig, waarbij niet alleen geld, maar brede welvaart leidend wordt bij besluitvorming. Bestuurders, politici en ambtenaren moeten systematisch alle gevolgen van beleid gaan afwegen voor economie, maatschappij én leefomgeving.
Dat adviseert de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) in het rapport Waardevol Regeren, dat dinsdag is uitgebracht. De Rli adviseert regering en parlement over thema’s als ruimtelijke inrichting en wonen, economie, natuur en landbouw, voedsel en grondstoffen en mobiliteit.
Politiek en bestuur omarmen brede welvaart al enkele jaren, maar vooral „in woord”, staat in het advies. In de praktijk blijft bij keuzes de opbrengt voor het bruto binnenlands product (bbp) vaak leidend, niet de gevolgen voor natuur en milieu, de samenleving, toekomstige generaties of andere landen.
De planbureaus (CPB, PBL, SCP) hebben in 2022 acht thema’s benoemd die bepalend zijn voor brede welvaart: welzijn, gezondheid, inkomen, onderwijs, leefomgeving, economisch kapitaal, natuurlijk kapitaal en sociaal kapitaal. Aan brede welvaart kleeft een „belangrijk nadeel”, erkent de Rli in het rapport. Het begrip veronderstelt consensus over wat een betere toekomst voor iedereen is en hoe je deze kunt kwantificeren en realiseren. „In de praktijk is die consensus er niet”, staat in het stuk.
De gevolgen van beleid voor economie, maatschappij en leefomgeving zullen met oog voor brede welvaart inzichtelijker worden. Politici en bestuurders zullen daarom meer verantwoording voor hun keuzes moeten afleggen. Maar sturen op brede welvaart betekent niet ze het ineens overal eens over zullen zijn, zeggen Agterberg en Verhoef van het Rli.
Tot zover de NRC.

Koppel rechten niet aan waarde

De titel van het rapport Waardevol Regeren heeft het woord “waarde” in zich. Het is een woord dat tot veel verschillende interpretaties kan leiden en zal door het Rli misschien ook wel daarom expres zijn gekozen. Waar het mij omgaat is dat wanneer we de gevolgen van het denken in brede welvaart doortrekken naar dieren en natuur dat we dan vermijden om het woord “waarde” te koppelen aan rechten. Het is in belang van dieren in de vrije natuur dat zij vrij kunnen leven in een natuurlijke omgeving en niet dat zij gereguleerd worden vanuit een gedachte dat natuur een waarde in zich heeft. Wanneer de rechten van de natuur gekoppeld worden aan een leeg en onwerkbaar begrip als intrinsieke waarde dan kunnen nog alle economisch belanghebbenden de natuurlijke ruimte misbruiken om hun gang te gaan, immers welk gebruik is in strijd met de intrinsieke waarde van een dier?

Beleidsvoornemens en plannen van de overheid zouden van te voren moeten worden beoordeeld op de gevolgen van dieren en zo worden aangepast dat het bijdraagt aan maximale ruimte voor dieren om zich vrij en natuurlijk te kunnen gedragen. Zoals ook alle menselijke plannen beoordeeld zouden moeten worden aan het criterium of het wel leidt tot vergroting van vrijheid van zoveel mogelijk mensen.

Voor wie wil snappen waarom het (vermijden van) gebruik van bepaalde woorden zo veel uitmaakt voor dierenrechten, leze het volgende blog (Dieren verdienen een beter pleidooi) als reactie op een rapport van de Raad van Dierenaangelegenheden.

20 juni 2024

Dieren verdienen een beter pleidooi

Teleurstellend uitgangspunt Wet dieren

De Raad voor Dierenaangelegenheden (RDA) heeft een boek (rapport) uitgebracht met als titel de Staat van het Dier 2024. In het rapport legt de RDA uit welke principes volgens haar onder dierenrechten zouden kunnen liggen. Het eerste principe is het centrale uitgangspunt van de Wet dieren “intrinsieke waarde” van het dier, waarna de volgende 5 principes zijn gebaseerd op de 5 vrijheden van landbouwdieren die in het verleden geformuleerd zijn door Brambell.
In de versie van de Wet dieren die per 1 juli 2024 is ingegaan zijn de vijf vrijheden herschreven zonder het woord vrijheid. De Wet dieren gaat nu over dierenwelzijn in plaats van dierenrechten en het boek van de RDA is een beetje mosterd na de maaltijd.

Op pagina 154 rapporteert de RDA een pijnlijke conclusie, namelijk dat gehouden dieren tot nu nauwelijks hebben geprofiteerd van het begrip “intrinsieke waarde”.

Dat moge pijnlijk zijn voor het RDA, ik zie in de conclusie meer een kans om vrijheid een centrale rol te geven en dierenrechten eindelijk eens goed te gaan baseren en niet met een slappe uitgangspunt die filosofisch gezien ook nog eens leeg is. Dat dient alleen de agrosector. Wat je je voorstelt bij intrinsieke waarde van dieren is per definitie niet hun intrinsieke waarde. Absurd en onwerkbaar: je overtuigt er niemand (ondernemer) mee om gedrag dat nadelige gevolgen heeft voor dieren te veranderen.
Dierenrechten zouden dezelfde basis moeten hebben als mensenrechten: vrijheid en gelijkheid. Elk mens heeft (onder vergelijkbare omstandigheden) in gelijke mate recht op vrijheid. Dat zou met elk dier en elke diersoort ook zo kunnen gelden. Het geeft bovendien een veel gemakkelijker kader om beleid mee in te richten.
Dierenrechten die evenwaardig zijn aan mensenrechten kunnen niet anders leiden dan tot het ontmoedigen van het eten van vlees (te beginnen met vlees uit de bio-industrie) en tot het inrichten van de samenleving op een wijze die ook voor dieren een natuurlijke habitat oplevert.
Het betekent ook dat we de basis voor menselijke moraal kunnen doortrekken naar een moraal voor het omgaan met dieren: "wat gij niet wilt dat u geschiedt doe dat ook een ander niet". Zie ook "Dieren horen in onze morele cirkel".

Emancipatie van het dier vraagt ook bijpassende argumentatie. Zou er ooit een persoon gestopt zijn met het mishandelen van dieren omdat iemand zei dat mishandelen niet mag omdat dieren een intrinsieke waarde hebben? Zal het in de toekomst wel indruk maken op mensen die vinden dat zij boven dieren staan?

Voor wie zich wil verdiepen in de redenen waarom intrinsieke waarde een onbruikbaar uitgangspunt is, leze dit artikel.
Er is nog een argument dat veel te weinig wordt gebruikt om dierenleed te verminderen: de Nederlandse veehouderij draagt na aftrek van de schade niet bij aan de economie. Het is de belastingbetaler die opdraait voor de schade.
Voor wie wil weten waarom we de intensieve veehouderij wel (ook economisch) kunnen missen, leze dit artikel.

Grondrechten zorgen voor bescherming tegen discriminatie, onderdrukking en misbruik, en garanderen basisvrijheden en bescherming voor alle levende wezens. Ze zijn gebaseerd op het principe van inherente waardigheid en gelijkheid. Dus in plaats van "intrinsieke waarde" gelden evenwaardigheid en waardigheid (respect).

Voor degenen die snel willen lezen wat er in het rapport van de RDA staat.
Op pagina 154 is deze tekst te lezen:
“Het evaluatierapport van de Wet dieren maakt ook duidelijk dat de intrinsieke waarde van dieren tot nu toe in de praktijk maar een beperkte rol gespeeld heeft in (belangen)afwegingen rondom dierenaangelegenheden, terwijl die intrinsieke waarde juist het centrale uitgangspunt van de Wet dieren is. ‘Doordat deze grondslag onvoldoende handvatten voor de praktijk biedt, is de waarde hiervan voor het beschermingsniveau van dieren in de praktijk onvoldoende,’ zo concludeerden de onderzoekers. Gehouden dieren hebben dus tot op heden minder geprofiteerd van de erkenning van hun intrinsieke waarde dan op de grond van de letter van de wet verwacht mocht worden. Dat is een pijnlijke constatering”.

01 mei 2024

Inzichten van Heidegger en Sartre betrokken op mens en dier

Juridische consequenties van vrijheid en gelijkheid

Vrijheid en gelijkheid vormen de kern van onze juridische en ethische systemen. Deze principes zijn van toepassing op zowel mensen als dieren en kunnen niet genegeerd worden zonder dat dit fundamentele consequenties heeft. Helaas doen veel mensen dit wel, vooral uit onwetendheid, maar ook uit onverschilligheid. In dit artikel verken ik hoe de opvattingen van filosofen zoals Heidegger en Sartre ons kunnen helpen deze principes te begrijpen, en welke juridische en ethische gevolgen dit heeft voor de samenleving.

Vrijheid en gelijkheid in de geest van de grondwet

De grondwet is meer dan een verzameling wetten; het vertegenwoordigt de geest van vrijheid en gelijkheid. Deze principes, bekend van de Franse revolutie, zijn niet optioneel: elk mens draagt verantwoordelijkheid voor zijn of haar keuzes binnen deze kaders.
Zoals Sartre in "Het zijn en het Niet" betoogt, is de mens radicaal vrij, veroordeeld tot het maken van keuzes zonder externe richting. 
Sartre ziet het Niet als de kracht waarmee het bewustzijn zich kan losmaken van de wereld en zichzelf. Het bewustzijn is niet puur passief; het heeft de mogelijkheid om zich te distantiëren van wat is en zo vrijheid te creëren om keuzes te maken.
Deze vrijheid legt een verantwoordelijkheid op onze schouders, aangezien wij zelf moeten bepalen hoe wij leven en handelen in relatie tot anderen.
Tegelijkertijd benadrukt Heidegger in "Zijn en Tijd" dat deze vrijheid niet onbegrensd is: wij worden geworpen in een situatie waarbinnen wij onze keuzes maken. Dit betekent dat vrijheid altijd bestaat binnen de context van tijd, dood en sociale structuren.
Vanuit dit perspectief kunnen we vrijheid en gelijkheid (evenwaardigheid) zien als begrensde maar niet minder belangrijke principes die zowel voor individuen als voor samenlevingen gelden.
Hier ligt de verbinding tussen de filosofieën van Heidegger en Sartre: beide erkennen de fundamentele verantwoordelijkheid van het individu, zij het dat Sartre vrijheid als absoluut beschouwt, terwijl Heidegger het ziet als vervlochten met de realiteit van ons bestaan. Op die manier vullen hun visies elkaar aan en bieden ze een solide basis voor een ethiek van vrijheid en gelijkheid.

Kritisch denken over de interpretatie van de grondwet

Hoewel de geest van de grondwet onveranderlijk is, hebben we het recht om de manier waarop justitie de grondwet interpreteert in twijfel te trekken. Interpretatie van de wet blijft mensenwerk, hoe goed men ook geprobeerd heeft twijfel uit te sluiten. Heidegger zou dit zien als een essentieel onderdeel van het authentiek zijn: bewust omgaan met de wereld waarin we zijn geworpen en niet blindelings volgen. Sartre’s visie op radicale vrijheid ondersteunt dit door te stellen dat we de mogelijkheid hebben om de wereld te vormen door onze keuzes en handelingen.
Deze combinatie van Heideggers geworpenheid en Sartres radicaal vrije mens impliceert dat we ons nooit volledig kunnen onttrekken aan onze verantwoordelijkheid ten opzichte van de samenleving, de wet en elkaar. We moeten altijd streven naar een eerlijke en rechtvaardige interpretatie van de wet die vrijheid en gelijkheid waarborgt, maar mogen de beperkingen van de realiteit daarbij niet uit het oog verliezen.

Vrijheid en gelijkheid voor dieren

De filosofieën van Heidegger en Sartre kunnen ook worden toegepast op onze behandeling van dieren. Net zoals mensen zijn dieren onderdeel van de wereld waarin zij bestaan, geworpen in een specifieke context waarin ze hun leven leiden. Als we de principes van vrijheid en gelijkheid toepassen op dieren, moeten we erkennen dat elke diersoort, net als mensen, recht heeft op een natuurlijk leven vrij van onderdrukking en ongelijkheid.
Sartres idee dat wij verantwoordelijkheid dragen voor onze keuzes betekent dat we niet alleen verantwoordelijk zijn voor ons eigen bestaan, maar ook voor de manier waarop we omgaan met andere levende wezens. Heideggers begrip van geworpenheid en verbondenheid met de wereld kan ons helpen begrijpen dat dieren net zo goed als mensen onderdeel zijn van deze wereld en dat hun vrijheid niet mag worden beperkt door menselijke dominantie, hoogstens wanneer een dier levensbedreigend is.

Het Niet is niet zwaar

Sartre’s visie op het Niet doet denken aan het Taoïstische wu wei: doen door niet te doen.
Sartre ziet de mens als radicaal vrij, wat betekent dat we altijd keuzes moeten maken en handelen om ons bestaan te definiëren. Er is geen vooraf vastgestelde essentie of natuurlijke orde die ons handelen begeleidt. Dit impliceert juist een constante activiteit en verantwoordelijkheid om onszelf te vormen.
Wu wei daarentegen benadrukt het idee van natuurlijke flow: dingen laten gebeuren zonder dwang of weerstand, en meebewegen met de natuurlijke gang van zaken. Het is eerder een manier van handelen vanuit intuïtie en harmonie met de omgeving, zonder expliciet de verantwoordelijkheid op de voorgrond te plaatsen zoals Sartre dat doet.
Maar deze opvattingen zijn niet met elkaar in tegenspraak. Wie bewust en zonder enige inspanning zijn besluiten toetst aan wat hij denkt, voelt en wat zijn intuïtie ingeeft, die kan, uiteraard na enige inspanning in het begin, leven met de ervaring dat alles verandert, terwijl er toch een constante vorm van rechtvaardigheid bestaat.

Dat hoeft niet te worden bewezen, zolang het geweten maar kan constateren dat het verstand, het gevoel en de intuïtie in dezelfde richting wijzen.

05 januari 2024

Vrijheid en sociale rechtvaardigheid voor mens en dier

Gelijke belangen

Vrijheid is zonder twijfel een van de meest gekoesterde waarden voor de mens. Het concept van vrijheid speelt een centrale rol in veel politieke ideologieën en wordt vaak gezien als een kernwaarde van (centrum)rechtse partijen, zoals de VVD en PVV in Nederland. Deze partijen benadrukken het belang van individuele vrijheden en persoonlijke autonomie. Linkse partijen, daarentegen, leggen vaak de nadruk op sociale rechtvaardigheid en solidariteit, waarbij het begrip vrijheid soms op de achtergrond raakt. Echter, vrijheid en sociale rechtvaardigheid zijn geen tegenstellingen, maar kunnen -met elkaar verbonden- toegevoegde waarde krijgen. Wie het gevoel heeft gelijkwaardig deel te nemen aan de samenleving, ervaart ook een gevoel van vrijheid. Dit artikel beschrijft hoe vrijheid en sociale rechtvaardigheid elkaar versterken en waarom beide essentieel zijn voor een rechtvaardige samenleving. Bovendien pleiten we voor een uitbreiding van deze waarden naar dieren, zowel in de natuur als in huisdier- en veehouderijsettings.

Wat is vrijheid?

Vrijheid kan op verschillende manieren worden gedefinieerd. Politieke vrijheid, zoals vrijheid van meningsuiting en het recht om te stemmen, is essentieel voor een democratische samenleving. Persoonlijke vrijheid, zoals de vrijheid om keuzes te maken over je eigen leven, is cruciaal voor individuele autonomie. Beide vormen van vrijheid zijn belangrijk, maar kunnen alleen volledig worden gerealiseerd binnen een context van sociale rechtvaardigheid.

Sociale rechtvaardigheid: een basis voor vrijheid

Sociale rechtvaardigheid gaat over het creëren van een samenleving waarin iedereen gelijke kansen heeft om te slagen en een goed leven te leiden. Dit betekent dat iedereen voldoende financiën en toegang moet hebben tot basisvoorzieningen zoals onderwijs, gezondheidszorg, en huisvesting. Zonder deze basisvoorwaarden kan echte vrijheid niet bestaan. Een persoon die niet zeker is van zijn volgende maaltijd of dak boven zijn hoofd, heeft weinig ruimte om te genieten van de vrijheid om zijn leven vorm te geven.

De rol van de overheid

Een overheid die streeft naar sociale rechtvaardigheid, helpt burgers om de basisvoorwaarden voor vrijheid te realiseren. Dit kan door middel van beleid dat ongelijkheid vermindert en sociale mobiliteit bevordert. Denk aan progressieve belastingen, toegankelijke publieke diensten, en sociale vangnetten. Door te zorgen voor een minimum aan bestaanszekerheid, creëert de overheid de omstandigheden waaronder individuen hun persoonlijke vrijheid kunnen uitoefenen.

Vrijheid en gelijkheid: geen tegenstellingen

Er bestaat een misvatting dat vrijheid en gelijkheid niet samen kunnen gaan, dat meer gelijkheid minder vrijheid betekent en vice versa. In werkelijkheid versterken vrijheid en gelijkheid elkaar. Gelijkheid in kansen betekent dat iedereen de vrijheid heeft om zijn potentieel te realiseren, ongeacht hun achtergrond. Dit creëert een samenleving waarin mensen zich vrij voelen om hun leven vorm te geven zonder beperkingen die voortkomen uit sociaaleconomische ongelijkheid.

Vrijheid en sociale rechtvaardigheid voor dieren

Vrijheid en sociale rechtvaardigheid zouden niet alleen voor mensen moeten gelden, maar ook voor dieren. Dieren spelen een cruciale rol in onze ecosystemen en in ons dagelijks leven, en het is onze verantwoordelijkheid om hun welzijn te waarborgen. Mens en dier zijn intrinsiek evenwaardig in hun recht op vrijheid.

Biodiversiteit en natuurlijke vrijheid

In de natuur betekent vrijheid voor dieren dat ze kunnen leven in gezonde ecosystemen met voldoende leefruimte en toegang tot natuurlijke bronnen. Het bevorderen van biodiversiteit is essentieel om dit te bereiken. Door habitats te beschermen en te herstellen, zorgen we ervoor dat dieren de vrijheid hebben om hun natuurlijke gedrag te vertonen en bij te dragen aan de gezondheid van hun ecosystemen. Dit vereist strengere milieuwetten, het verminderen van vervuiling en het tegengaan van ontbossing.

Huisdieren en veehouderij

Voor huisdieren en dieren in de veehouderij betekent vrijheid dat ze leven in omstandigheden die hun welzijn bevorderen. Dit houdt in dat ze toegang hebben tot voldoende ruimte, voeding, medische zorg en de mogelijkheid om hun natuurlijke gedrag te vertonen. Striktere regelgeving en handhaving zijn nodig om ervoor te zorgen dat dieren in de veehouderij niet worden blootgesteld aan onmenselijke omstandigheden en dat huisdieren niet worden verwaarloosd of mishandeld.

Praktische voorbeelden

Een goed voorbeeld van hoe vrijheid, sociale rechtvaardigheid en dierenwelzijn hand in hand gaan, is het Scandinavische model. Landen zoals Zweden en Denemarken hebben sterke sociale vangnetten gecombineerd met hoge niveaus van persoonlijke en economische vrijheid. Daarnaast hebben ze ook strikte wetten voor dierenwelzijn die ervoor zorgen dat zowel wilde als gedomesticeerde dieren goed worden behandeld. Dit heeft geleid tot samenlevingen waarin niet alleen mensen, maar ook dieren de vrijheid hebben om een goed leven te leiden.

Politieke partijen en de belangen van dieren

Lange tijd hebben politieke partijen zich ingezet voor de emancipatie van bevolkingsgroepen. Het is nu de beurt voor dieren om een evenwaardige plaats in de samenleving te krijgen en te behouden. Niet omdat dieren een intrinsieke waarde hebben, maar omdat vrijheid en evenwaardigheid ook voor alle diersoorten gelden. Concreet betekent dat er voldoende (passende) ruimte moet zijn voor alle diersoorten om te kunnen leven naar hun eigen, natuurlijke aard.

Conclusie

Vrijheid en sociale rechtvaardigheid zijn geen aparte of concurrerende waarden, maar vormen samen de basis voor een rechtvaardige en bloeiende samenleving voor zowel mensen als dieren. Politieke partijen, ongeacht hun ideologische achtergrond, zouden beide waarden moeten omarmen en integreren in hun beleid. Alleen door te streven naar een samenleving waarin iedereen gelijke kansen heeft en de vrijheid om hun eigen leven te leiden, kunnen we echt recht doen aan de kernwaarden van menselijk en dierlijk bestaan. Vrijheid zonder sociale rechtvaardigheid is leeg, en sociale rechtvaardigheid zonder vrijheid is onderdrukkend. Samen vormen ze de hoekstenen van een samenleving waarin iedereen, mens en dier, kan floreren.

03 januari 2024

De evolutie van menselijke vrijheid tot vrijheid van dieren

Wat blijft constant en wat maakt vooruitgang?

Deze titel benadrukt de overgang van traditionele opvattingen over vrijheid, die primair gericht waren op menselijke autonomie, naar een meer inclusieve benadering die ook de vrijheid van dieren omvat.
In de schaduw van de Franse Revolutie, die de principes van vrijheid, gelijkheid en broederschap omarmde, komt in het hedendaagse streven naar rechtvaardigheid steeds meer aandacht voor de belangen van dieren naar voren. Steeds meer mensen gaan zich inzetten voor het bevorderen van dierenrechten. Terwijl de tijd en cultuur zijn geëvolueerd, zijn de fundamenten van ethiek en vrijheid getransformeerd, waarbij het individu nu (opnieuw?) meer ruimte heeft om na te denken over de waarden die onze samenleving vormgeven.

(R)evolutie

In de nasleep van de revolutionaire idealen van de 18e eeuw, waarbij vrijheid synoniem stond voor autonomie en de zoektocht naar gelijkheid en broederschap, bevinden we ons nu op een nieuw kruispunt van morele evolutie. Vrijheid, evenwaardigheid en liefde staan centraal in onze hedendaagse discussies, vooral als het gaat om de behandeling van niet-menselijke wezens.
Een opvallend verschil in onze tijd is de grotere nadruk op individuele vrijheid om autonoom te denken en te beslissen over ethische kwesties. Terwijl ethiek eeuwenlang gebaseerd was op geboden die benadrukten wat men niet moest doen ten opzichte van anderen, is het nu meer een kwestie van bewustzijn. Onze vrijheid als individu wordt niet alleen bepaald door onze handelingen, maar ook door ons vermogen om de behoeften en vrijheden van anderen te begrijpen.

Van gebod naar bewust zijn

De moderne ethische benadering draait niet langer om verboden, maar eerder om de verantwoordelijkheid om vrijheid positief vorm te geven. Dit betekent dat we niet alleen moeten vermijden anderen schade toe te brengen, maar ook actief moeten bijdragen aan het welzijn van anderen, inclusief dieren.
Het bewustzijn van dierenrechten weerspiegelt deze evolutie in ons denken over vrijheid en ethiek. De hedendaagse mens wordt uitgedaagd om vrijheid niet alleen te interpreteren in de context van menselijke relaties, maar ook in relatie tot andere levende wezens. Dit vereist een vertaling van wat vrijheid betekent voor dieren, waarbij we erkennen dat zij ook een vorm van autonomie en recht op een waardig bestaan hebben.

Ethisch handelen

De roep om dierenrechten is niet slechts een uitbreiding van de eeuwenoude ethiek; het is een paradigmaverschuiving die getuigt van onze groei als samenleving. Het is een oproep tot empathie, begrip en mededogen, en het benadrukt dat vrijheid niet beperkt mag blijven tot één specifieke groep, maar een universeel concept is dat voor alle bewuste wezens geldt.
Terwijl we onze reis voortzetten naar een meer ethisch bewuste samenleving, moeten we de lessen van de geschiedenis koesteren en tegelijkertijd onze definitie van vrijheid uitbreiden. Het erkennen van de rechten van dieren is niet alleen een ethische verplichting, maar ook een teken van vooruitgang in onze collectieve zoektocht naar vrijheid, evenwaardigheid en liefde voor alle levende wezens op onze planeet.

Concreet

Ik ben van mening dat we anders moeten spreken over de noodzaak om dieren serieus te nemen. Niet meer vanuit het loze begrip "intrinsieke waarde", maar vanuit het enige ethische principe dat geldt: "doe niet een ander wat jij niet wilt dat jou geschiedt". Stop dus met het gevangen houden van dieren en stop met het eten daarvan. Laten we met zijn allen kijken hoe we onze samenleving volgens dit principe kunnen inrichten.

02 januari 2024

Artificial Intelligence en dierenrechten

Een "dialoog" met chatGPT over dierenrechten

Bert Stoop

Welke filosoof of schrijver maakte zich het meest sterk voor het gelijkwaardig behandelen van andere levende wezens?

ChatGPT

Peter Singer, een Australische ethicus en filosoof, staat bekend om zijn sterke pleidooi voor het gelijkwaardig behandelen van andere levende wezens. In zijn boek "Animal Liberation," dat in 1975 werd gepubliceerd, bracht Singer de problematiek van dierenrechten onder de aandacht en argumenteerde hij dat dieren dezelfde morele overweging verdienen als mensen. Hij baseert zijn ethische standpunt op het principe van gelijke consideratie van belangen, waarbij hij stelt dat het niet relevant is of een wezen menselijk is, maar eerder of het de capaciteit heeft om te lijden en plezier te ervaren. Singer heeft sindsdien veel bijgedragen aan het ethische debat over de behandeling van dieren.

Bert Stoop

Dat vind ik een opmerkelijk antwoord, want Singer pleitte er voor om dieren die meer op mensen lijken dan andere dieren meer en eerder rechten te geven dan dieren die helemaal niet op ons mensen lijken. Dat vind ik geen voorbeeld, eerder een vorm van speciësisme.

ChatGPT

Je hebt gelijk, en ik waardeer de verduidelijking. Peter Singer heeft inderdaad een hiërarchie voorgesteld waarin hij meer morele waarde toekent aan wezens met een hoger bewustzijnsniveau. Dit kan inderdaad worden gezien als een vorm van discriminatie op basis van cognitieve vermogens, wat niet noodzakelijkerwijs strookt met het idee van gelijkwaardigheid van alle levende wezens.

Als je zoekt naar een filosoof die zich sterker heeft uitgesproken voor het gelijkwaardig behandelen van alle levende wezens, ongeacht hun cognitieve vermogens, dan zou Tom Regan een interessante figuur zijn om te verkennen. Regan was een Amerikaanse filosoof die bekend stond om zijn standpunt dat dieren inherent waarde hebben en onafhankelijke rechten bezitten. Hij pleitte voor het respecteren van de inherente waarde van individuele dieren, ongeacht hun bruikbaarheid voor menselijke doeleinden.

Bert Stoop

Wederom een opmerkelijk voorbeeld. Tom Regan wilde dierenrechten baseren op intrinsieke waarde. Iedere zandkorrel in het strand heeft een intrinsieke waarde. Hoe kan zo'n concept mensen motiveren om dieren beter te handelen en ervoor te zorgen dat zij een leven kunnen leiden dat bij hen past?

ChatGPT

Je hebt een geldig punt. Het concept van intrinsieke waarde, zoals door Tom Regan voorgesteld, kan inderdaad abstract lijken en het kan moeilijk zijn om het direct te vertalen naar concrete motivaties voor mensen om beter met dieren om te gaan. Regan's argument was gebaseerd op het idee dat dieren een inherente waarde hebben, vergelijkbaar met mensen, en daarom bepaalde morele rechten moeten genieten.

Voor velen kan echter een pragmatischer benadering effectiever zijn bij het bevorderen van dierenwelzijn. Filosofen en activisten zoals Gary Francione hebben een benadering gevolgd die gericht is op het verminderen van het lijden van dieren door een veganistische levensstijl te bevorderen en te pleiten voor een afschaffing van alle vormen van dierenexploitatie.

In plaats van te focussen op de abstracte intrinsieke waarde van dieren, richten deze benaderingen zich op concrete stappen die individuen kunnen nemen om het lijden van dieren te verminderen, zoals het vermijden van dierlijke producten, het ondersteunen van ethische behandeling van dieren in de landbouw en het bevorderen van dierenwelzijnswetten. Het benadrukken van praktische acties kan vaak effectiever zijn om mensen te motiveren tot verandering.

Bert Stoop

Je zou kunnen stellen dat Francione een grondhouding ten aanzien van dieren heeft die betekent dat je ze met rust laat in hun eigen natuurlijke omgeving en dat wij mensen daarvoor zorgen door dieren niet meer te gebruiken voor ons eigen doeleinden, of dat nu voedsel, plezierjacht of gezelschapsdier is.

ChatGPT

Ja, dat is een nauwkeurige samenvatting van de benadering van Gary Francione en andere voorstanders van de abolitionistische visie op dierenrechten. De kern van deze benadering is het idee dat dieren inherent recht hebben op hun eigen leven en dat het ethisch niet gerechtvaardigd is om dieren te gebruiken voor menselijke doeleinden, ongeacht hoe "menselijk" die doeleinden ook mogen lijken.

Dit impliceert inderdaad dat een respectvolle behandeling van dieren inhoudt dat we hen met rust laten in hun natuurlijke omgeving en stoppen met het gebruik van dieren voor voedsel, vermaak, experimenten en andere menselijke behoeften. De focus ligt op het streven naar een wereld waarin dieren niet als middelen voor menselijke doeleinden worden beschouwd, maar waarin ze in plaats daarvan als individuen met intrinsieke waarde worden erkend. Veganisme wordt vaak aangemoedigd als een concrete manier om deze principes in de praktijk te brengen.

Het vermijden van het woord "waarde" kan de discussie zuiverder maken, aangezien het vermijdt dat de indruk ontstaat dat de rechten van dieren afhangen van hun utilitaire of beoordeelde waarde voor mensen. Na een verzoek aan chatGPT om het gebruik van "waarde" te vermijden komt de taalrobot tot de volgende samenvatting van de reden om dierenrechten serieus te nemen. 

"Het integreren van dieren in onze morele overwegingen en hen behandelen met dezelfde waardigheid als wijzelf, is betekenisvol omdat het voortkomt uit een diep respect voor de intrinsieke waardigheid van alle levende wezens. Door dieren een centrale plaats te geven in ons ethisch denken, erkennen we niet alleen hun recht op een zinvol bestaan, maar omarmen we ook het besef dat wij, als bewoners van deze planeet, deel uitmaken van het complexe, onderling verbonden web van het leven. Het gaat niet enkel om het vermijden van wreedheid, maar om het cultiveren van een samenleving waarin empathie, verantwoordelijkheid en harmonie met de natuur leiden tot een welzijn voor alle betrokkenen. Het betrekken van dieren in onze morele cirkel is een oproep tot mededogen, een erkenning van onze gedeelde verantwoordelijkheid voor het behoud van biodiversiteit en het creëren van een leefomgeving waarin zowel mens als dier gedijen met waardigheid intact."

De woorden waarde, waardes, waarderen en waardigheid hebben wel relatie, maar kunnen bij onzorgvuldig gebruik tot misverstanden leiden over wat de kern van dierenrechten is, namelijk vrijheid. Vrijheid is een inherente waarde waar elk levende wezen in de natuur recht op heeft.

Zie ook de chat over het doortrekken van de principes van de Franse Revolutie tot dierenrechten.

01 januari 2024

Op welk principe kunnen dierenrechten worden gebaseerd?

Waarom zou je een dier rechten geven? 

Op de site van Animal Freedom wordt een lang antwoord gegeven op deze vragen. In dit korte artikeltje een samenvatting.
Webmaster Bert Stoop van Animal Freedom bespreekt op de site de basis van dierenrechten en de verschillende concepten die kunnen dienen als grondslag voor deze rechten. Hij benadrukt dat dierenrechten in feite mensenrechten zijn en dienen om menselijk gedrag ten opzichte van dieren te reguleren.
Verschillende concepten worden overwogen als mogelijke basis voor dierenrechten, zoals intrinsieke waarde, welzijn, respect, vrijheid, eigen belang, natuurlijk gedrag, gelijkheid en mededogen. Animal Freedom concludeert dat sommige concepten, zoals respect en intrinsieke waarde, minder geschikt zijn als juridische basis voor dierenrechten. Daarnaast wordt duidelijk gemaakt dat dierenrechten ruimer zijn dan dierenwelzijn.
De aandacht gaat ook uit naar uitgangspunten voor dierenrechten, waarbij wordt benadrukt dat deze rechten moeten worden geformuleerd op een manier die praktisch toepasbaar is en dat ze gelden voor alle individuele dieren, inclusief die in de vrije natuur, huisdieren en landbouwdieren.
Uiteindelijk wordt gepleit voor vrijheid als het meest bruikbare en werkzame juridische uitgangspunt voor dierenrechten. Het concept vrijheid wordt besproken in relatie tot het natuurlijke gedrag van dieren, het vermijden van onnodige inbreuken op de vrijheid van dieren, en het vaststellen van grenzen aan vrijheid die zowel voor mensen als dieren gelden. Het belang van vrijheid als een basis voor dierenrechten wordt benadrukt vanwege de eenvoudige toepasbaarheid, directe controleerbaarheid en het vermogen om compromissen mogelijk te maken. 

De conclusie wordt getrokken dat vrijheid als grondrecht een solide basis vormt voor het vaststellen en handhaven van dierenrechten. Mens en dier zijn intrinsiek evenwaardig in hun recht op vrijheid om natuurlijk te leven. Daarmee wordt het dier in de morele cirkel van de mens gehaald en zijn dierenrecht in feite mensenrechten.

29 december 2023

Hoe dieren (willen) zijn in de wereld

Fenomenen interactief waarnemen

Maurice Merleau-Ponty (1908-1961) is een van de belangrijkste vertegenwoordigers van de fenomenologie. Het is een filosofische stroming of methode die de directe ervaring van verschijnselen en objecten – fenomenen – bestudeert. Daarbij worden vooroordelen, interpretaties of theoretische veronderstellingen opgeschort. 

Het bewustzijn kan gewaarworden op manieren die noch tekst (gedachte) noch beeld zijn. Deze vormen van gewaarwording zijn direct, pre-reflectief en vaak diep verbonden met lichamelijke en zintuiglijke ervaringen. Filosofische tradities zoals fenomenologie, Oosterse filosofie, en mystieke stromingen bieden verschillende inzichten en praktijken om dergelijke ervaringen te begrijpen en te cultiveren. Ze wijzen allemaal naar een fundamenteel ander soort inzicht, een onmiddellijke vorm van kennis die voorbij gaat aan de bemiddeling door taal of visuele representatie.

Merleau-Ponty beschouwt zowel menselijke als niet-menselijke dieren als belichaamde wezens die de wereld ervaren en ermee interageren. Voor dieren betekent dit dat hun lichamen niet louter biologische mechanismen zijn, maar actieve subjecten die de wereld waarnemen en erop reageren. Dieren ervaren hun omgeving door hun zintuigen en bewegingen, net als mensen. Merleau-Ponty zou betogen dat dieren hun omgeving niet analyseren op een abstracte manier zoals mensen dat doen, maar eerder een directe, belichaamde ervaring hebben. Hun perceptie is nauw verbonden met hun actie – zij zien de wereld in termen van mogelijkheden voor handelen.
Merleau-Ponty benadrukt de onafscheidelijke relatie tussen een organisme en zijn omgeving. Voor dieren betekent dit dat hun "zijn-in-de-wereld" een continue uitwisseling en aanpassing aan hun ecologische niche inhoudt. Ze zijn voortdurend bezig met hun omgeving op een manier die zowel hun gedrag beïnvloedt als door hun gedrag wordt beïnvloed.

Zijn in de wereld

Maurice Merleau-Ponty's visie op het "zijn-in-de-wereld" en de belichaamde ervaring is nauw verbonden met het concept van vrijheid, zij het op een meer fundamenteel, existentieel niveau dan de politieke of morele vrijheid die vaak wordt besproken. Hieronder enkele manieren waarop zijn filosofie het belang van vrijheid belicht.

1. Existentiële vrijheid

Merleau-Ponty's begrip van vrijheid is diep geworteld in de existentiële traditie, waar vrijheid wordt gezien als een essentieel aspect van het menselijke bestaan. Voor hem betekent vrijheid niet alleen de mogelijkheid om te kiezen, maar de fundamentele openheid van onze relatie met de wereld. Ons "zijn-in-de-wereld" houdt in dat we altijd in een situatie zijn waarin we betekenis en mogelijkheden ontdekken en creëren.

2. Lichaam en intentionaliteit

In Merleau-Ponty's filosofie is ons lichaam de primaire manier waarop we de wereld ervaren en ermee interageren. De vrijheid die hij beschrijft is een vrijheid van het lichaam, waarin ons lichaam geen mechanisch object is, maar een bron van spontane actie en perceptie. Deze motorische intentionaliteit maakt ons in staat om vrij te bewegen en te handelen in de wereld, wat een vorm van praktische vrijheid impliceert.

3. Creatieve interactie met de wereld

Merleau-Ponty ziet de relatie tussen het subject en de wereld als een creatieve interactie. We zijn niet louter passieve ontvangers van zintuiglijke data; we vormen actief onze ervaring van de wereld. Deze creatieve betrokkenheid betekent dat we de vrijheid hebben om nieuwe betekenissen en mogelijkheden te ontdekken en te creëren binnen onze perceptuele horizon.

4. Situationaliteit en vrijheid

Merleau-Ponty erkent dat we altijd in specifieke situaties handelen die ons mogelijkheden en beperkingen opleggen. Echter, vrijheid is voor hem de capaciteit om binnen deze situaties onze eigen wegen te vinden en betekenis te geven aan ons bestaan. Dit betekent dat vrijheid altijd situationeel is, maar dat we binnen onze contexten toch een zekere mate van autonomie en creativiteit behouden.

5. Vrijheid en authenticiteit

Vrijheid bij Merleau-Ponty is ook verbonden met het idee van authenticiteit. Een authentiek leven is een waarin we onze belichaamde ervaringen en de betekenis die we aan de wereld geven erkennen en omarmen. Dit houdt in dat we vrij zijn om onze eigen weg te vinden en te leven in overeenstemming met onze waarnemingen en ervaringen.

6. Vrijheid in de context van dieren

Hoewel Merleau-Ponty zich voornamelijk richtte op menselijke ervaring, kunnen we zijn ideeën ook toepassen op dieren. Dieren hebben ook een vorm van vrijheid in hun belichaamde interactie met de wereld. Ze navigeren en reageren op hun omgeving op manieren die niet volledig deterministisch zijn, maar die een zekere mate van spontaneïteit en aanpassing tonen. Dit kan gezien worden als een vorm van vrijheid binnen hun eigen ecologische niches.

7. Ethische implicaties

De nadruk op belichaamde vrijheid heeft ethische implicaties. Het benadrukt het belang van respect voor de lichamelijke integriteit en autonomie van zowel mensen als dieren. In de context van dierenwelzijn bijvoorbeeld, impliceert dit dat we moeten zorgen voor omgevingen waarin dieren vrij kunnen bewegen, exploreren en hun natuurlijke gedrag kunnen vertonen.


28 december 2023

Natuurinclusieve herinrichting van ons land en beleid

Herverkaveling van beleid

Onze samenleving is scheef gegroeid. Er wordt meer rekening gehouden met individuele belangen van boeren dan van de natuur. Mens en dier hebben recht op vrijheid en dat betekent dat er voor alle betrokken voldoende leefruimte moet zijn. De gemeenschappelijke waardes zijn "vrijheid" en "gelijkheid".
En om misverstanden te voorkomen kunnen we het woord "waarde" misschien beter vervangen door gelijkwaardig of evenwaardig.
Woorden als "evenwaardigheid", “waardering” of “waardigheid” helpen te voorkomen dat mensen hun sympathie voor anderen omzetten naar het wegen van ongrijpbare waardes. Het risico van discriminatie ligt dan op de loer en zijn we niets opgeschoten.

Het toepassen van ethiek

Het erkennen van de intrinsieke gelijkwaardigheid en rechten van dieren is een essentieel aspect van een ethische benadering van onze relatie met andere levende wezens en de natuur als geheel. Het is belangrijk om te benadrukken dat dierenrechten intrinsiek evenwaardig zijn aan mensenrechten, zolang we ons beperken tot het recht op vrijheid en dit recht op gelijke wijze toepassen op alle levende wezens.
Door het woord "waarde" te gebruiken, kunnen mensen de neiging hebben om de waarde van verschillende levensvormen te wegen op basis van menselijke maatstaven, zoals nut, bruikbaarheid of economische waarde. Dit kan leiden tot een ongelijke behandeling van dieren en het milieu, waarbij hun intrinsieke rechten worden ondergeschikt gemaakt aan menselijke belangen.

Duurzaam profiteren

Het gebruik van het woord "evenwaardigheid" benadrukt daarentegen de gelijkheid en het inherent zijn van de rechten van alle levende wezens, ongeacht hun nut voor de mens.
Het ontwikkelen van bewustzijn rond deze principes van vrijheid, gelijkheid en evenwaardigheid kan een belangrijke stap zijn naar een meer ethische en duurzame relatie tussen mens en natuur. Dit vereist educatie, bewustwording en actie op individueel, institutioneel en maatschappelijk niveau om beleid en praktijken te bevorderen die recht doen aan de rechten en behoeften van dieren en het milieu. Het is de uitdaging om dit beleid samen te laten gaan met een verantwoord verdienmodel voor alle betrokken menselijke partijen.

Gevolgen voor veehouders

Het is belangrijk om te benadrukken dat het streven naar vrijheid en gelijkheid voor mens en dier niet noodzakelijk betekent dat alle menselijke activiteiten moeten stoppen, maar eerder dat ze moeten worden uitgevoerd met respect voor de grenzen van de natuur en met zorg voor alle levende wezens die erin leven. Dit vereist een verschuiving in ons denken en handelen, weg van een mensgerichte benadering naar een meer inclusieve en ecocentrische visie op onze relatie met de natuur.
Voor boeren wordt dergelijk beleid natuurinclusief werken genoemd: concreet en aantoonbaar rekening houden met de belangen van de natuur. Niet alleen met dieren en planten die op de landerijen leven, maar ook langs de grenzen daarvan op het land en in het water.

20 december 2023

Een gezonde mix van vrijheden

Vrijheid heb je in soorten en maten

Mens en dier zijn intrinsiek evenwaardig in hun recht op vrijheid. Dat is op deze manier nog niet vastgelegd in de grondwet, maar is een effectievere manier om de rechten van mens en dier op gelijk voet te baseren dan het tot nu toe wordt gepoogd. Mensen hebben in gelijke mate recht op vrijheid. Dat zou voor dieren ook zo moeten gelden. Het maakt het denken en praten over de inrichting van de samenleving een stuk duidelijker en gemakkelijker.

In 1979 heeft de Farm Animal Welfare Council (FAWC), een onafhankelijk adviesorgaan van de Europese Commissie (Brambell), vastgesteld dat dieren in de veeteelt recht hebben op de volgende 5 "vrijheden".

  1. Vrijheid van honger en dorst - direct toegang tot vers water en voedsel om gezond te blijven.
  2. Vrijheid van ongemak - door een comfortabel onderdak en rust te bieden.
  3. Vrijheid van pijn, verwonding en ziekte - door dit te voorkomen of snel te diagnosticeren en te behandelen.
  4. Vrijheid om normaal gedrag te vertonen - door voldoende ruimte, mogelijkheden en gezelschap van soortgenoten.
  5. Vrijheid van angst en spanning - door voor omstandigheden te zorgen die lijden vermijden.

Vrijheid in de stal en daarbuiten

In de bio-industrie hebben dieren een deel van deze vrijheden. In de vrije natuur minder, maar wel een minimaal niveau van vrijheid op elk van de vijf vrijheden.
In de vrije natuur die door de mens niet al te zeer beperkt is leven dieren in principe in habitats die geschikt zijn voor die diersoort. Die habitats zijn geschikt wanneer ze de omstandigheden hebben die overlevering van de soort kunnen garanderen.

Balans

De balans van roofdieren en prooidieren is er in de natuur op gericht om beide populaties gezond te houden.
In de bio-industrie met slachtvee krijgen dieren voer die hen hongerig maakt zodat ze veel eten en snel volgroeid zijn. Wanneer ze volgroeid zijn, gaan ze naar de slacht omdat nog langer in de stal houden alleen maar geld kost. De manier waarop dieren gehouden worden is gemotiveerd om productie te maken en geld te verdienen. Geld verdienen doet een boer door te proberen een goede prijs te maken voor het vee en te besparen op kosten. Er is enig verschil in aanpak tussen boeren omdat sommige boeren ook proberen om kosten te besparen door de dieren op een gezondere manier te laten leven. Dan verdienen ze misschien iets minder, maar hebben ze ook minder stress.

In Nederland is de verhouding tussen productie en afname uit balans omdat het vee wordt gehouden in een veel te grote veestapel, louter en alleen om te exporteren. Daarvan profiteren weinigen en het milieu wordt verpest door overbemesting.

De prioriteit in de politiek zou gericht moeten zijn op reductie van de veestapel. Dat werkt op alle terreinen goed uit, ook voor het verdienmodel van boeren wanneer eindelijk de veroorzaker wordt gehouden aan het principe dat de vervuiler betaalt en niet de belastingbetaler.

Een dergelijke politiek is ook een voorbeeld van een gezonde mix van vrijheden.
Ook stoppen met vlees eten is kiezen voor vrijheid.

11 december 2023

Onze morele verantwoordelijkheid tegenover mensen, dieren en de natuur

Hoever reikt onze plicht naar anderen?

In een wereld waarin ethische keuzes steeds belangrijker worden, staan we voor een fundamentele vraag: hoe ver strekt onze verantwoordelijkheid zich uit ten aanzien van de vrijheid en het geluk van anderen? Traditioneel wordt vaak gesteld dat we verantwoordelijk zijn voor elkaars vrijheid, maar niet voor elkaars geluk. Deze opvatting roept vragen op, vooral wanneer we de reikwijdte van onze morele verantwoordelijkheid uitbreiden naar dieren en de natuur.

Vrijheid en geluk: twee fundamentele en grijpbare waarden

Vrijheid is een kernwaarde in veel ethische systemen. Het gaat om het respecteren van de autonomie van individuen, hun recht om eigen keuzes te maken, en hun vermogen om hun leven naar eigen inzicht vorm te geven. Vrijheid is de basis waarop samenlevingen bouwen, omdat het de diversiteit van menselijke ervaringen en perspectieven mogelijk maakt.
Geluk, aan de andere kant, is een meer subjectief begrip. Wat geluk betekent, verschilt van persoon tot persoon. Sommige filosofische stromingen, zoals het utilitarisme, bepleiten dat we moeten streven naar het grootste geluk voor het grootste aantal mensen. Dit roept echter complexe vragen op over hoe we geluk definiëren, meten en verdelen.
In de discussie over ethiek is een belangrijke notie naar voren gekomen: de verantwoordelijkheid om elkaars vrijheid niet te belemmeren, en daarmee ook om niet actief in te grijpen in elkaars geluk. Dit betekent dat we een plicht hebben om de keuzes en autonomie van anderen te respecteren, terwijl we niet direct verantwoordelijk zijn voor hun subjectieve ervaring van geluk.

De reikwijdte van onze morele verantwoordelijkheid

Hoewel deze ethische benadering duidelijkheid biedt in intermenselijke relaties, wordt de vraag ingewikkelder wanneer we dieren en de natuur erbij betrekken. Dieren en de natuur hebben geen stem in menselijke samenlevingen, maar ze ondervinden wel de gevolgen van menselijk handelen. Hoe moeten we omgaan met hun vrijheid en geluk?

  1. Intrinsieke evenwaardigheid met mensen in het recht op vrijheid van dieren.

    Heel veel diersoorten hebben net als mensen een natuurlijke behoefte aan vrijheid. Denk aan dieren in het wild die vrij rondzwerven in hun natuurlijke habitat, of aan huisdieren die een zekere mate van autonomie genieten. Wanneer we deze vrijheid beperken, bijvoorbeeld door dieren in kooien te houden of hun natuurlijke leefgebieden te vernietigen, nemen we hun vermogen weg om naar hun aard te leven. Hier komt een morele verplichting naar voren: wanneer we de vrijheid van dieren respecteren, moeten we onze acties zo aanpassen dat we hun autonomie niet onnodig beperken.
  2. Het geluk van dieren.

    Hoewel geluk een moeilijk te definiëren concept is voor dieren, kunnen we wel nadenken over hun welzijn. Dieren kunnen lijden door slechte behandeling, gebrek aan vrijheid of door slechte leefomstandigheden. Terwijl we misschien niet verantwoordelijk zijn voor het geluk van dieren op dezelfde manier als we dat zijn voor mensen, hebben we wel een morele plicht om hun lijden te minimaliseren. Dit betekent dat we zorgvuldiger moeten omgaan met onze interacties met dieren, zoals het bieden van diervriendelijke leefomstandigheden en het voorkomen van onnodig leed.
  3. De natuur en vrijheid.

    De natuur heeft haar eigen cycli en systemen die ooit miljoenen jaren vrij zijn (geweest) van menselijke interventie. Wanneer we deze systemen verstoren, bijvoorbeeld door ontbossing, vervuiling of klimaatverandering, belemmeren we de "vrijheid" van de natuur om haar eigen balans te behouden. Hier ligt een verantwoordelijkheid om de natuurlijke wereld te respecteren en te beschermen tegen onnodige en schadelijke menselijke invloeden.
  4. De natuur en geluk.

    Het geluk van de natuur kan worden gezien in termen van haar gezondheid en duurzaamheid. Een gezonde natuur biedt voordelen voor alle levende wezens, inclusief mensen. We hebben de verantwoordelijkheid om de natuur te beschermen tegen vernietiging en uitbuiting, zodat toekomstige generaties ook kunnen genieten van de voordelen die een gezonde planeet biedt.

Een uitgebreide ethiek van vrijheid en respect

Wanneer we onze verantwoordelijkheid beperken tot het handhaven van vrijheid, komen we al snel tot het besef dat deze plicht zich niet alleen uitstrekt tot mensen, maar ook tot dieren en de natuur. We zijn verplicht om de vrijheid van anderen –zowel menselijk als niet-menselijk– niet te belemmeren en zorgvuldig om te gaan met de impact van ons handelen. Hoewel we misschien niet verantwoordelijk zijn voor het geluk van anderen in de traditionele zin, hebben we wel een plicht om onnodig leed te vermijden en een omgeving te bevorderen waarin zowel mensen, dieren als de natuur kunnen gedijen.
In een wereld die steeds meer geconfronteerd wordt met ethische dilemma's op het gebied van milieu, dierenrechten en sociale rechtvaardigheid, is het cruciaal dat we onze verantwoordelijkheid begrijpen en ons gedrag daarop afstemmen. Dit betekent dat we niet alleen moeten nadenken over onze plichten ten aanzien van elkaars vrijheid, maar ook over onze verplichting om respectvol om te gaan met al het leven en de wereld om ons heen. Zo kunnen we een meer rechtvaardige, duurzame en mededogende samenleving creëren.

10 oktober 2023

PvdD kan dierenrechten op een begrijpelijkere manier bepleiten

Eenheid in het behandelen van mens en dier

Partij voor de Dieren
De Partij voor de Dieren heeft na wat interne schermutselingen haar koers bijgesteld. Het zou mooi zijn wanneer er bij het werken aan de belangen van dieren en mensen eenzelfde uitgangspunt zou worden gehanteerd.

Op de website van de PvdD spreekt de partij over een rechtvaardige samenleving voor mensen en over dierenrechten.
Vreemd in mijn ogen is dat de PvdD beide doelen niet op hetzelfde principe (vrijheid) baseren, maar voor dieren een niet te volgen en loos uitgangspunt (intrinsieke waarde) neemt.
Voor een uitleg van de kritiek op intrinsieke waarde als keuze voor dierenrechten, klik hier.

Op de website van de PvdD de volgende teksten.
“De Partij voor de Dieren is voor een rechtvaardige samenleving.
De Partij voor de Dieren staat voor een samenleving waarin iedereen vrij kan leven, zolang die vrijheid niet ten koste gaat van anderen. Gelijke behandeling van iedereen is een grondrecht en een voorwaarde voor een samenleving waarin iedereen zich thuis voelt.”

De Partij voor de Dieren vindt dat dieren rechten moeten krijgen.
“Wij streven naar een versterking van de morele en juridische status van dieren in Nederland, door middel van erkenning van dieren als wezens met bewustzijn en gevoel. Dieren in Nederland worden voor de wet nu nog als dingen beschouwd. Wij willen bewerkstelligen dat dit niet langer het geval is en dat de intrinsieke waarde van het dier uitgangspunt wordt. Wij vinden dat op nationaal niveau de rechten van dieren in de Grondwet moeten worden vastgelegd en dat de bescherming van dieren in een zelfstandige dierenbeschermingswet moet worden gewaarborgd.”
Tot zover de website van de PvdD.

Heldere taal

Deze hele tekst zou veel meer zeggingskracht kracht hebben wanneer de zin “dat de intrinsieke waarde van het dier uitgangspunt wordt”, wordt vervangen door "dat de vrijheid van het dier uitgangspunt wordt".
Pas dan wordt het logisch (en kinderlijk eenvoudig te volgen) om de intensieve veehouderij af te willen schaffen en te willen bevorderen dat mensen stoppen met vlees eten. Vervolgens kan met de vrijgekomen landbouwgronden de nu geïsoleerde natuurgebieden met elkaar worden verbonden en blijft er ook voldoende ruimte vrij om meer mensen te huisvesten.
"Waar een wil is, is een weg".

Terzijde: wie leidt de partij?

Bij de PvdD zijn de leden (op het congres) in theorie de baas, maar er is geen procedure om de partijleider te kiezen, te evalueren of af te zetten. Dat leidt tot populisme en maakt het vrijwel onmogelijk om weeffouten in de organisatie en in de filosofie (uitgangspunten) te corrigeren.

"De duivel zit in de details" en "Mensen struikelen niet over bergen, maar over molshopen". Onderschat niet hoe kleine, schijnbaar onbelangrijke zaken van invloed kunnen zijn op het succes van een politieke stroming.

Samengevat en conclusie

Dieren, zoals alle levende wezens, hebben een inherent of intrinsiek recht op vrijheid. Dit recht op vrijheid betekent dat dieren niet zonder goede reden mogen worden beperkt in hun natuurlijke gedrag en leefomgeving. Het is onze morele verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat dieren niet onnodig worden opgesloten, beperkt of gebruikt voor menselijk gemak of vermaak. In een rechtvaardige samenleving moeten we streven naar een harmonieuze balans waarin zowel mensen als dieren in vrijheid kunnen leven en gedijen.

Populaire posts in de afgelopen week

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.