Anders geformuleerd, beter begrepen?
Wanneer dieren zichtbaar (kunnen) lijden roept dat bij ons compassie op. Dit heeft in mijn ogen te weinig relevantie voor dierenrechten. Die zouden op gelijke basis voor alle dieren moeten gelden.Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen zouden legaal moeten worden ondersteund wanneer zij opkomen voor dieren die onrecht wordt aangedaan. Ook wanneer zij geen direct belang bij het lijdende dier hebben.
Mens en dier zijn intrinsiek evenwaardig in het recht op vrijheid.
Heeft intrinsieke waarde wel inhoud?
Met deze drie statements maak ik graag een nuancering bij de heersende opvattingen in de wereld van mensen die opkomen voor dieren. Ik ben van mening dat te vaak het paard achter de wagen wordt gespannen en dat mensen die zich opwerpen als dierenbeschermers zich soms naïef met een kluitje in het riet laten sturen. Toen in de 80-er jaren van de vorige eeuw de eerste protesten in de samenleving opkwamen tegen de bio-industrie kwam een ambtenaar op het idee om te verklaren dat dieren intrinsieke waarde oftewel eigenwaarde hebben. Dat begrip is vervolgens door vriend en vijand van de bio-industrie omarmd, in mijn ogen omdat elke partij een vertaling projecteerde op het begrip dat paste in het eigen kader en frame. Een intrinsieke waarde is een waarde die per definitie valt buiten het menselijke voorstellingsvermogen. Een boer met bio-industrie kan dit begrip dus veilig omarmen om vervolgens dieren te behandelen zoals hij zelf wil. Menig dierenrechtenactivist heeft aan de grote mate van instemming de valse hoop opgevat dat er vervolgens veel ten goede zal veranderen wanneer het begrip in de wet wordt opgenomen. Quod non. Beter ten halve gekeerd, dan ten hele gedwaald.
Dus voor het juiste begrip: zichtbaar en vermeend lijden roept compassie op; mens en dier zijn qua gevoelens verschillend, maar op één vlak evenwaardig, namelijk in het recht op vrijheid; en het recht op vrijheid is intrinsiek aan alle levende wezens door de natuur meegegeven.
Welke rechten hebben boerderijdieren?
Deze dieren horen (geformuleerd volgens Brambell) te zijn:
1. vrij van dorst, honger en onjuiste voeding;
2. vrij van fysiek en thermaal ongerief;
3. vrij van pijn, verwonding en ziektes;
4. vrij van angst en chronische stress;
5. vrij om hun natuurlijke gedrag te vertonen.
De eerste vier vrijheden worden in de bio-industrie nog wel met wat goede wil voor de meeste dieren gehaald. Dat is ook in belang van de veehouder. De vijfde: -vrijheid om natuurlijk gedrag te kunnen vertonen- kost de veehouder in de bio-industrie te veel geld en wordt in de verste verte niet gehaald en domweg genegeerd. Terwijl de meeste dieren in de stal snel groeien en jong naar de slacht gaan, heeft het gebrek aan vrijheid om zich natuurlijk te gedragen, toch zijn negatieve invloed op het dierenwelzijn ondanks dat het de eerste vier vrijheden geniet.
Het is treffend dat de rechten van boerderijdieren wel geformuleerd worden in termen van vrijheid maar in de wet Dieren niet simpelweg worden samengevat in “dieren hebben recht op vrijheid”, maar als "dieren hebben een intrinsieke waarde". Dit is des te vreemder omdat we vrijheid en gelijkheid voor ons mens zelf wel opeisen. Dit alles in de geest van de Franse Revolutie: vrijheid, gelijkheid en broederschap. Voor mij is dit motto het beste samengevat als “mens en dier zijn intrinsiek evenwaardig in het recht op vrijheid”. Dat gaat dieper dan een taalkwestie, omdat erkenning hiervan een ander gedrag vereist. Broederschap met dieren zouden we kunnen tonen door de samenleving en het landschap zo in te richten dat dieren vrij kunnen bewegen door het landschap (niet door de landbouwgewassen en de moestuinen natuurlijk) en dat vee naar buiten kan in de wei. De meest directe consequentie die we zouden moeten trekken om meer dieren een natuurlijk leven te geven is door een krimp in te zetten van de veestapel. Dit omdat 70-80% van de dieren worden gehouden voor de export en er dus geen enkel direct belang is om de eigen bevolking te voeden. Weliswaar kunnen wij mensen uitstekend leven zonder dierlijk voedsel, maar het argument dat mensen nu eenmaal vlees willen eten uit hardnekkige gewoonte vraagt enig geduld in de voedseltransitie.
Laten we constructief kritisch blijven
Een van de bekendste voorvechters van dierenrechten is Peter Singer. Ik ben het in grote lijnen met de opvattingen van Peter Singer eens. Wat ik merkwaardig vind is dat hij zijn boeken de titel meegeeft "Dierenbevrijding", maar dat hij dierenrechten niet baseert op het recht op vrijheid, maar op de mate waarin ze kunnen zichtbaar (kunnen) lijden. Dat werkt discriminatie tussen diersoorten in de hand.
In september 2023 kwam zijn nieuwste boek uit waarin hij zijn voornaamste opvattingen nog eens op een rijtje zet.
Animal Liberation Now
Zie ook het interview in de Volkskrant over zijn opvattingen en boek.