Er is geen enkele doorslaggevende (rationele of emotionele) reden te geven om vegetariër te worden, toch zal in een debat een vegetariër die goed beslagen ten ijs komt het op alle punten winnen van een vleeseter.
En daar zit ‘m nog net de crux: de vleeseter gaat niet in debat. Hij houdt zich van de domme en verdomd het om te reageren. Hij zet zijn hakken in het zand onder het uitspreken van “vlees is lekker” en wacht vervolgens zelfvergenoegd met zijn armen over elkaar hoe de vegetariër probeert het ene na het andere overtuigende argument af te vuren. De vleeseter glimlacht minzaam en verroert geen millimeter van zijn standpunt. Waar geen wil is, is geen weg en zo is het maar net.
Aan deze toestand zal weinig veranderen tot de vleeseter zover in het zelfgecreëerde drijfzand is weggezakt dat zelfs de geringste hoeveelheid smeltwater zijn lippen bereikt en we slechts gegorgel horen. Want vlees opgeven: nooit! Vlees is een voorrecht en staat voor “noodzakelijke luxe”.
Laat de welwillende vegetariër stoppen met het proberen te overtuigen van Oost-Indisch dove medeburgers. Hij kan zijn energie beter gebruiken om zijn vastgelopen tegenstrever te verleiden met lekker eten.
