Vorige week was het opnieuw raak. Obama schonk ‘gratie’ aan kalkoen die anders waarschijnlijk op het bord van een aantal obesitas-Amerikanen terecht was gekomen ter gelegenheid van Thanksgivingsday of iets ander onbenulligs. Hilariteit alom door de zwierige wijze waarop Mr. President ook hier zijn minachting voor dierlijk leven tot expressie bracht. Wederom werd het woord ‘sucker’ gebezigd richting de nietsvermoedende kalkoen. De waanzin die er toe heeft geleid dat we miljarden dieren hebben veroordeeld tot een ellendig leven en een niet minder ellendige dood wordt nog steeds alom als iets normaals en vanzelfsprekends beschouwd. Gelukkig beginnen hier en daar bewegingen op te komen van mensen die inzien dat het zo niet langer kan en dat onze houding t.o.v. onze mededieren dringend aan herziening toe is. In Nederland mogen we ons gelukkig prijzen met een Partij voor de Dieren, Wakker Dier, Varkens in Nood, Bont voor Dieren, Wilde Dieren de Tent uit etc. Ook in andere landen komen processen, zowel politiek als maatschappelijk, op gang waarin veranderende ideeën over hoe met dieren moet worden omgegaan meer en meer ingang vinden.
Hoe de situatie op dat punt in de Verenigde Staten is kan ik moeilijk inschatten. Maar dat ook aan een president best eens mag worden duidelijk gemaakt dat dieren er niet alleen zijn om op te eten, je er mee te vermaken, status te verwerven en simpelweg dood te slaan als ze even in de weg zitten, lijkt me duidelijk!
