Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Bij de Stichting Animal Freedom leest u over de gedachte achter dierenrechten.
Hier leest u over ontwikkelingen in de agrosector en de gevolgen voor dieren(rechten).
Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.

16 november 2019

De toekomst van de kat

In zijn boek 'De toekomst van de kat' roept moraalfilosoof Rutger Lazou op tot nadenken over de toekomst van de kat. Het in huis halen van een halfgedomesticeerd, fervent jagend, obligaat carnivoor dier dat zich ook nog eens aan hoog tempo voortplant, brengt vraagstukken met zich mee. We moeten nadenken naar welke toekomst van de kat we willen streven, in het belang van mensen, katten én andere dieren. Het boek biedt een toegankelijke manier om over dierenrechten na te denken!

Dit is de boektrailer.
Je kunt updates over het boek volgen op Facebook en een boek winnen door de pagina te delen.

Aantal vleermuizen en aantal insecten

Op 11 november schrijft De Boerderij: Vleermuizen herstellen zich in Nederland.

Sinds 1985 is er sprake van een bestendig stijgende lijn in het aantal waargenomen soorten van vleermuizen.
Dit blijkt uit gegevens van het Compendium voor de Leefomgeving. Halverwege de vorige eeuw hadden vleermuizen het lastig en verdwenen er ook soorten. Oorzaken daarvan waren verstoring en verdwijning van verblijfplaatsen, het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de landbouw en het gebruik van houtverduurzamingsmiddelen op kerkzolders. Ook de vermindering van het aantal houtwallen en andere veranderingen in het agrarisch landschap werden als oorzaak gezien van de vermindering van het aantal soorten.

Klarissa Nienhuys van de Groningse vleermuizenwerkgroep reageert:

De kop van bovenstaand artikel dekt de lading niet. Het is ook geen eenvoudig onderwerp. Voor wie het wél interesseert:
In de periode 1945-1980 zijn in vrijwel heel West Europa de aantallen vleermuizen tot ca 1% van de vooroorlogse populaties gedaald. Oorzaken: vooral het gebruik van ddt, lindaan, dieldrin en andere “Dode Lente” gif, niet alléén in de landbouw, bestrijding van boktor in kerken leidde ook tot massaslachting van vleermuizen. Een extra factor was het verlies/aantasting van verblijfplaatsen. Vanaf 1980 is beschermingsbeleid ingezet. Toen waren 2 soorten vleermuizen in ons land al uitgestorven wegens overdadig gebruik van anti/ontwormmiddelen bij vee. Daardoor konden de vliegen, die deze vleermuizen aten, zich niet meer in de poep konden ontwikkelen.
De tellingen zijn vooral gebaseerd op tellingen tijdens de winterslaap in heel Nederland en gelden maar voor 8 van de 20 resterende vleermuissoorten. Dit zijn vleermuizen die meestal in de zomer nabij water en/of bosachtige omgeving leven, niet bepaald agrarisch gebied. De overige vleermuizen willen niet overwinteren in koude, vochtige kelders en bunkers en zijn niet te tellen in holle bomen of spouwmuren e.d..
Deze landelijke tellingen zeggen dus helemaal niets het voorkomen of verspreiding in agrarisch gebied. In grote gebieden met monoculturen zonder zelfs bomen langs de wegen, en bij super “schone” bedrijven met intensieve veeteelt bedrijven zijn vrijwel geen vleermuizen te vinden. Wel enkele soorten bij grote boerderijen met een sloot en bomen erom heen en bij “biologische” bedrijven mits er woongelegenheid voor vleermuizen in de buurt is.
In zijn algemeenheid is de vleermuizenstand na 40 jaar van 1% naar ca. 50% van de vooroorlogse aantallen opgekrabbeld. Dat is inderdaad een stijging. Als je prijs van je producten of de waarde van je aandelen nog steeds maar de helft zijn als waar je mee begon, ben je dan tevreden?
Het achteruitgaan van insecten geldt niet alle soorten insecten tegelijk. Er zijn vleermuizen die vooral op prooien uit koeienvlaaien jagen en achteruit gaan waar de koeien niet meer in de wei mogen. Er zijn vleermuizen die vooruit zijn gegaan omdat sinds 1980 de waterkwaliteit en het beheer van oevers heel erg verbeterd is en dus ook de daarmee verbonden insecten (muggen en vliegen). Als iemand een gedocumenteerd artikel over vleermuizen in agrarisch gebied wil schrijven, willen vleermuisdeskundigen daar graag informatie over verschaffen.

Vleermuizen hebben niets met salmonella en je kan alleen maar rabiës van 1 (één, van onze 20) soort vleermuis krijgen als je zo onverstandig bent om een “zielige” vleermuis zonder handschoenen van de grond op te pakken.

08 november 2019

Een rustige uitleg over de oorzaken van de stikstofcrisis

De oorzaken van de stikstofcrisis lijken gecompliceerd, maar dat is het alleen wanneer je niet bereid bent je erin te verdiepen en wanneer je geen rekening houdt met de voorgeschiedenis of een oplossing zoekt die iedereen tevreden stelt.

Je kunt erover lezen maar ook naar luisteren. Onderstaande twee vormen van uitleg kost een half uur luisteren en levert tevens een kijkje op in het spel van politici. Man en paard worden door deze politica duidelijk benoemd en de ander doet het met humor.
Zachte heelmeesters maken stinkende wonden.

Esther Ouwehand verstaat de kunst om rustig uit te leggen in deze video welke halve waarheden al decennia worden gedebiteerd bij het agrobeleid van pappen en nathouden. Boer noch burger heeft hier op de lange termijn profijt van en het is de belastingbetaler die de rekening betaalt.

Arjen Lubach verstaat de kunst om een omstreden onderwerp met humor te benaderen. In dit filmpje legt hij uit hoe in de veehouderij schadelijke uitstoot van ammoniak ontstaat zonder de oproep om het aantal boeren te halveren, maar wel kritisch te kijken naar de veestapel.

De varkenscyclus en de publieke opinie

Varkenscyclus is het verschijnsel in de economie dat overschotten en tekorten van een bepaald product elkaar afwisselen, doordat aanbieders massaal reageren op de hoogte van de prijzen, maar tegen de tijd dat deze reactie doorwerkt op het aanbod, is de prijs alweer omgeslagen.
Zoals in dit artikel valt te lezen over het verloop van het inkomen van een varkenshouder, kan er erg veel worden verdiend en kunnen verliezen behoorlijk oplopen.

Het houden van varkens kost niet altijd veel tijd. Veel is geautomatiseerd en sommige varkenshouders hebben er een baan bij om inkomsten te hebben in onzekere tijden. Een varkensbaron zet een Poolse arbeider aan het vuile werk en zoekt met de vrijgekomen tijd in binnen- en buitenland naar nog meer uitbreidingsmogelijkheden.
Zodra een vleesvarken is volgroeid kan deze naar de slacht en de varkenshouder moet beslissen om weer de stal te vullen of nog even te wachten. Het lijkt op gokken in het casino: zet ik nu in of laat ik de stal nog even leeg? De varkenshouder lijkt op een gokverslaafde, die zijn geweten onderdrukt.

Frank Kalshoven, directeur van de Argumentenfabriek schrijft in de Volkskrant.
Wie investeert er nu miljoenen euro’s in stallen, rechten, mestverwerking, afzuiginstallaties et cetera, om daar vervolgens zeven dagen in de week druk mee te zijn, voor een beloning die lager ligt dan een modaal salaris? Een beloning die dat ook nog eens als een malle fluctueert in de tijd, om redenen waar je als ondernemer helemaal niets aan kan doen. De varkensprijs, die het jaarresultaat bepaalt, komt tot stand op een wereldmarkt waarop je als individuele boer nul invloed hebt.

Een vergelijkbaar fenomeen als de varkenscyclus treedt op bij de publieke opinie in reactie op elke melding van dierenleed in de veehouderij, maar dan gespiegeld. De agrosector weet dat en heeft er al decennia geleden voor gezorgd dat er in de hoofden van het publiek ingehamerd wordt dat de agrosector onmisbaar is. Van tijd wordt de aandacht voor dierenleed gevangen door dierenactivisten. De sympathie voor de underdog staat in het onderbewustzijn gebeiteld en de underdog is afwisselend het leed van het dier in de veehouderij of zijn eigenaar. Helaas is er weinig oog en compassie voor het gebrek aan natuurlijke omstandigheden in de afgesloten stallen. En dat leed duurt het grootste deel van het korte leven van een dier in de veehouderij. Iedereen is tegen dierenleed en tegen de tijd dat de consument de relatie heeft gelegd tussen het leed en het eigen koopgedrag is de aandacht alweer verschoven naar de stress van alledag. De consument is verslaafd aan haar/zijn koopgewoonten en wil niet gokken of het leven er zonder vlees beter van wordt. De prijs om de moeite te doen het eigen geweten te volgen is (te) hoog.

Citaat uit de Volkskrant:
"Vraag een doorsneeconsument in een willekeurige supermarkt waar hij of zij op let bij het kopen van varkensvlees en je krijgt antwoorden als: ‘Dat er niet te veel vet aan zit’. ‘Dat het er fris uitziet’. En belangrijk: ‘Het moet niet te duur zijn’.
Het belang van dierenwelzijn wordt pas genoemd als daar expliciet naar wordt gevraagd".

De consument kiest op de korte termijn op basis van wat hij/zij ziet. Het in de stallen op- en verborgen dierenleed kan de consument niet inschatten. Wat is dierenwelzijn? Geen pijn lijden? Of zitten er meer aspecten aan? Het zal de consument worst zijn.

Zal er dan nooit een einde komen aan de bio-industrie? Vermoedelijk wel, doordat de markt van de vleesvervangers het tij kan keren. Het is de andere kant van de onverschilligheid van de consument: wanneer het vlees niet meer van een dier afkomstig is en het smaakt bijna hetzelfde en het heeft nog veel meer voordelen, waarom niet?

Omdenken, maar dan anders.
Eigenlijk interesseert het de burger in de stad weinig wat er echt gebeurt in de veehouderij op het platteland en in de natuur. Kleurschakeringen die hij ervaart, rijdend over de snelweg langs de groene woestijn dat vroeger weide was, verwart hij met natuurbeleving. Het gebrek aan interesse zorgt ervoor dat hij/zij afgaat op zijn primaire reactie: de boer moet wel gelijk hebben, waarom zou hij anders klagen?
Vrij naar Opland

Twijfelen aan wat er gezegd wordt door de boer doet de consument niet want hij meent er toch geen verstand van te hebben en het helpt dat de meeste protesten algemeen en indirect worden geformuleerd. "We hebben 25 jaar geleden onder druk van de overheid al zo veel gedaan om de ammoniakuitstoot te verminderen". De boer is standvastig in zijn weerstand en zelfs de (drog)redenatie “ik ben het er niet mee eens en daarom kunnen deze feiten niet kloppen” wordt door de burger braaf geslikt. Stemmenkanon Annie Schreijer-Pierik van het CDA appelleert, net als boer Koekoek vroeger, aan een soort underdog-gevoel bij een deel van de Nederlandse kiezer. Het praten met een regionaal accent en dialect suggereert authenticiteit. Wie kritisch nadenkt, prikt het zo door.

In een serie van vijf verhalen onderzoekt de Volkskrant Nederland varkensland.

Citaat vanuit het perspectief van de varkenshouder.

Stiphout (49), met 365 zeugen en 3.000 vleesvarkens de gemiddelde ­Nederlandse varkenshouder, lacht om die industriële interpretatie van zijn werk. ‘Ik verzorg ze ’s ochtends en ’s avonds, geef ze te eten, speeltjes en ik heb ze in hun leven zeker twee keer in mijn handen gehad’, zegt de varkensboer, die ook bestuurslid is van de Producenten Organisatie Varkenshouderij (POV). ‘Ik zie dat niet als een industrie’.

Vleesvarkens met speelketting als enige afleiding
Vleesvarkens met speelketting als enige afleiding

Citaat vanuit het perspectief van de consument.
Bij het zien van de nauwe kooien waarin zijn zeugen hun pasgeboren biggen voeden of de raamloze hokken waar vleesvarkens iets meer dan een vierkante meter hebben, zullen veel getuigen tot een andere conclusie komen. Zij schrikken als zij zien hoe varkens in hun ogen als productie-eenheden worden behandeld. Terwijl de boer oprecht in de overtuiging leeft dat hij er naar eer en geweten alles aan doet om de voedselveiligheid op een nette manier te waarborgen. Stiphout: ‘Je doet het goed, dat mogen mensen ook best eens tegen de boer zeggen’.

Citaat uit aflevering 2:
Biologische varkensboer Overesch is sceptisch over het varkensgeluk in de gangbare veehouderij. ‘De vraag is niet of het kan, maar of we het moeten willen’, zegt hij. ‘We moeten eens af van die wedloop naar steeds meer, steeds groter, steeds efficiënter, steeds goedkoper. Nederland hoeft de wereld niet te voeden. Ik geloof in kleinschalige kringlooplandbouw, waarbij de varkens met hun mest in dienst staan van de akkerbouw, net als vijftig jaar geleden. Waarom zouden wij als klein land varkensvlees aan China moeten leveren en daarvoor ook nog eens veevoer uit Zuid-Amerika halen’?

Meer lezen? Volg de Volkskrant of lees de opzettelijke spraakverwarring tussen boer, burger en ambtenaren.

Voor wie direct een oplossing zoekt voor zichzelf en een knagend geweten: Welke toekomstvaste beslissing kun je nu al nemen?

05 november 2019

Kalfjes bij de koe



Kalfje-bij-de-koe is voor Zuiver Zuivel melkveehouder Armando Kok een stap in de richting van een zo natuurlijk mogelijke melkveehouderij. Hij legt het uit.
“Bij ons lopen de kalfjes bij de melkkoeien in de kudde. De eerste twee maanden mogen ze onbeperkt bij hun eigen moeder melk drinken. Voor de moederkoe is het fijn om haar kind bij zich te houden: daarmee kan ze haar natuurlijke moederinstinct uitleven. Bovendien zorgt zij veel beter voor het kalfje dan ik dat kan. Dankzij die moederzorg groeien de kalfjes ontzettend goed en zijn ze kerngezond. Het levert mij werkplezier op waardoor ik vrolijk ben en nog beter voor de koeien kan zorgen. Naast de jonge kalfjes heb ik ook graag wat koeienwijsheid – oudere koeien – in de kudde staan. Door die verschillende leeftijden vormen onze koeien een evenwichtige kudde: ik zie sterke sociale banden en ze helpen elkaar. Op een kalf in nood reageren ze allemaal. Die zorg voor elkaar zit er al vroeg in: als ik de koeien uit het land ophaal om ze te melken, wachten de oudere kalveren op de jongere kalfjes. Vervolgens is het speelkwartier en rennen ze keihard met z’n allen het pad op en af. Dat is fantastisch om te zien, daar word ik echt vrolijk van. Als biodynamisch boer probeer ik zo dicht mogelijk bij de natuur te staan. Kalfje-bij-de-koe is voor mij een stap in de richting van een zo natuurlijk mogelijke melkveehouderij”.

De koe mag niet alleen haar kalfje bij zich houden, het mag ook haar hoorns houden.

01 november 2019

CO2 reductie makkelijk te halen, maar we willen niet

Wanneer we de rundveestapel halveren, halen we de CO2 reductie met gemak, want alle koeien stoten net zoveel CO2 uit als alle kolencentrales in Nederland.

Dit stond in het Financieele Dagblad van 20 april 2019.
"Boter, kaas en kolen.
'Met 1,3 kilo voor een kilo melk is het CO2-equivalent van zuivel vrij laag’, stelt Graham Lawton (FD, 13 april). Dat lijkt iets te kort door de bocht. De Nederlandse melkveehouderij produceerde vorig jaar 13,9 miljard kilo melk. Vermenigvuldigd met 1,3 kilo levert dat een CO2 uitstoot op van ruim 18 megaton (18 miljard kilo).
Een groot deel van de Nederlandse melk komt van de veenweide. Door verlaging van het waterpeil stoot die volgens het CBS ruim 7 megaton uit. Dat maakt samen 25 megaton, en dat is net zoveel als de uitstoot van alle kolencentrales in Nederland bij elkaar. Daar komt dan nog de uitstoot voor de verwerking van de melk bij en die is alleen al bij Friesland Campina ruim 5 megaton. Kortom, de productie van melk in Nederland is voor het klimaat slechter dan het stoken van kolen".

De krant meldde niet dat er nog veel meer voordelen zijn als we het aantal koeien halveren. Om te beginnen is in één klap het stikstofprobleem opgelost. Er kunnen weer huizen gebouwd worden en wegen aangelegd zonder dat vergunningen bij de Raad van State worden vernietigd. Omdat er dan minder koeien zijn, komt er ook heel veel weiland vrij. Dat zorgt er weer voor dat de hoge grondprijzen een flink stuk zullen dalen. Samengevat: minder koeien betekent meer en goedkopere huizen.

Ook interessant.
Melk net zo slecht als vliegen of kolen.

wat dacht je hiervan?
De landbouwmythe en haar sprookjes.

Naast de CO2 uitstoot is de landbouw de grootste bron van stikstofuitstoot en bedreigt daarmee de natuur.

Leeswijzer


Kijk op Facebook voor onze reactie op de actualiteit.
Aanbeveling: Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom. Klik hier voor de laatste bijdragen.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.