Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.

18 december 2015

Waarom gebruiken boeren zoveel antibiotica?

Groeihormonen zijn in de EU sinds 2006/2007 verboden en relatief erg duur. Antibiotica blijkt hetzelfde effect te hebben tegen een veel lagere prijs. Daarom is het gebruik ervan sinds die tijd zo spectaculair gestegen.
Een boer zet zelden antibiotica in omdat zijn dieren ziek zijn. In de melkveehouderij gaat het vooral om het gebruik als droogzetter. Bij kippen en varkens vooral als groeibevorderaar. Met name bij vleeskuikens is de levensduur zo kort dan dat ziek zijn niet uitmaakt.
De verlaging van het gebruik van antibiotica gebeurt op vrijwillige basis. Zou een veehouder werkelijk vrijwillig inleveren op zijn inkomen, als hij het over de grens of via internet ongeregistreerd kan krijgen?
Zolang de kilo's geslachtgewicht blijven stijgen bij een daling van het geregistreerde gebruik van antibiotica bestaan er gerede twijfels of het legale plus het illegale gebruik daadwerkelijk daalt.

Het is terecht dat kamerlid Sjoera Dikkers (PvdA) haar uitspraken van 2 december over het antibioticagebruik in de veehouderij niet terug neemt. Er zijn ook buiten de dierenarts om te verkrijgen middelen die een vergelijkbare werking hebben.

Klik hier om meer te lezen over het gebruik van antibiotica in de veehouderij.

30 november 2015

Antwoorden voor een profielwerkstuk over de veehouderij

Wieger Nijenhuis & Korné Radema, twee leerlingen van het Isendoorn College te Warnsveld stuurden onderstaande vragen via mail aan Animal Freedom. Onder hun vragen mijn antwoorden.

Voor ons profielwerkstuk zouden wij graag de volgende dingen van jullie organisatie willen weten:

Wat zijn jullie voornaamste kritiekpunten op megastallen in Nederland en hoe kunnen deze misstanden verbeterd worden?

Een megastal is een stal waarin veel koeien het hele jaar rond binnen kunnen worden gehouden. Wanneer een boer voor deze vorm van veehouderij kiest, dan komen koeien niet meer buiten en wordt de wei een kale vlakte met verlies van biodiversiteit. Koeien krijgen allerlei kwalen die samenhangen met topproductie.
Wanneer meerdere boeren voor megastallen kiezen, vanwege de export kansen dan wordt het landschap in binnen- en buitenland nog minder aantrekkelijk. Een ontstaat een race-to-bottom, die nauwelijks meer ten goede kan worden gekeerd. Er worden enorme investeringen gemaakt die een boer nog meer in de klem gaan houden.
Voor een overzicht van de bezwaren tegen de bio-industrie, klik hier. Deze misstanden kunnen worden verbeterd door weg te bewegen van de groeidwang als gevolg van de wens op te exporteren.

Hoe denken jullie dat er binnen de samenleving tegen megastallen aan wordt gekeken?
De meeste mensen zullen ze niet mooi vinden, maar denken er niet veel van.

Zijn mensen zich wel of niet voldoende bewust van de manier waarop dieren worden behandeld en de andere nadelen van megastallen/de bio-industrie?
Dieren in een megastal worden niet per se slechter behandeld. Wat de meeste mensen zich niet realiseren is dat de hele ontwikkeling naar steeds groter helemaal niet nodig is en dat de nadelen daarvan worden afgewenteld op hen als belastingbetaler en meer. In deze dagen dat in Parijs een klimaattop wordt gehouden zou het verminderen van de vleesproductie een gemakkelijke en effectieve manier zijn om de opwarming van de aarde tegen te gaan. Schrijfster Annemarie van Gelder roept mensen op om politieke keuzes te maken omdat zij megastallen "megaslecht" vindt.

Is het realistisch scenario om megastallen in de toekomst (komende 30 jaar) over te zien gaan naar biologische en diervriendelijke manier van productie?
Niemand kan 30 jaar vooruitkijken en iedereen die het wel doet, doet aan natte vingerwerk. Men voorspelt wat men wil zien. Het is waarschijnlijk dat, nog voordat er 30 jaar voorbij is, er een einde wordt gemaakt aan het houden van dieren vanwege de nadelen die het heeft. Het zal binnenkort goedkoper, gezonder, aantrekkelijker en smakelijker zijn om voedsel te maken uit niet-dierlijke bestanddelen.

Hoe denken jullie dat de toekomst er uitziet wat betreft vlees- en zuivelproductie?
De melkveehouderij bevindt zich op een doodlopende weg en dat zal, net als met de afschaffing van de nertsenhouderij, veel touwtrekkerij opleveren om wie dat gaat betalen.

Tot zover de vragen van twee VWO-ers in het examenjaar. Voor jongere kinderen die meer willen lezen over de nadelen van de manier waarop we dieren behandelen, klik hier.

21 oktober 2015

Negatieve gevolgen van wildlife-toerisme

Waarom de klant niet altijd koning is: negatieve gevolgen van wildlife-toerisme

Den Haag, 21 oktober - Bijna 4 miljoen toeristen die toeristische attracties met wilde dieren bezoeken, dierentuinen niet meegerekend, dragen waarschijnlijk bij aan grootschalige misstanden op het gebied van dierenwelzijn De toeristen zijn zich meestal niet bewust van deze gevolgen. Dit zijn de conclusies van het eerste diepgravende onderzoek uitgevoerd door de universiteit van Oxford naar de effecten die het wildlife-toerisme wereldwijd heeft. Het onderzoek is op 21 oktober gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift PLOS ONE.

De onderzoekers brachten 48 soorten attracties met wilde dieren (bij duizenden afzonderlijke toeristische aanbiedingen) in kaart, variërend van slecht bezochte straatoptredens van slangenbezweerders, dansende beren en makaken tot grote, gevestigde attracties zoals dolfinaria en tijgershows, die jaarlijks duizenden bezoekers trekken. Vervolgens lichtten de onderzoekers 24 soorten toeristische attracties die bij elkaar door miljoenen toeristen per jaar bezocht worden, grondig door.

Ze kwamen tot de volgende conclusies.

- Achttien soorten attracties (waaronder tijgershows, ontmoetingen met leeuwen, dolfinaria, civetkoffieplantages en olifantenparken) hadden een negatief effect op het welzijn van 230.000 tot 550.000 individuele dieren.

- Bij veertien soorten, 120.000 tot 340.000 dieren, wordt de beschermingsstatus verlaagd werd als gevolg van de manier waarop de dieren uit het wild gehaald worden. Ter vergelijking: slechts zes soorten attracties, met 1.500 tot 13.000 dieren, hebben waarschijnlijk per saldo positieve effecten op het behoud van de diersoort en het dierenwelzijn, oordelen de onderzoekers. Het betrof hier in alle gevallen opvangplekken voor wilde dieren.

- Deze bevindingen tonen aan dat 2 tot 4 miljoen toeristen per jaar met hun bezoek financiële steun geven aan instellingen die een negatieve impact hebben op dierenwelzijn en/of het behoud van diersoorten.

Men zou verwachten dat de toerist een bittere nasmaak overhoudt aan zijn bezoek aan een van deze attracties. Tot op zekere hoogte was dat ook zo, ontdekten de onderzoekers. Het team bestudeerde de reacties die bezoekers van dierenattracties hadden achtergelaten op TripAdvisor. Het team ontdekte dat de attracties met slechtere omstandigheden voor dieren meer negatieve feedback kregen dan die met beter oog voor dierenwelzijn. Maar zelfs de attracties met de laagste score als het gaat om dierenwelzijn, kregen gemiddeld nog altijd in 80% van de gevallen een positieve reactie.

Hoofdonderzoeker Tom Moorhouse: “Mensen vertrouwen TripAdvisor. Als een attractie positieve recensies krijgt, worden meer mensen gestimuleerd daarheen te gaan. Het is dus een groot probleem dat slechtere omstandigheden voor dieren(welzijn) niet leiden tot minder toeristen; het betekent namelijk dat feedback van toeristen niet voldoende is om de dierenwelzijnstandaarden in attracties met wilde dieren te beïnvloeden.

David Macdonald, Oxford’s WildCRU Director, zegt: “Het is triest dat toeristen die gelokt worden met een ongetwijfeld goedbedoelde interesse in dieren, vaak onbedoeld dit soort attracties steunen. Daarmee houden ze niet alleen wilde dieren in die slechte omstandigheden, maar brengen ze ook het behoud van de diersoort in gevaar”. Hij voegt daar aan toe: “Die dubbele pech kan tegengegaan worden door strengere regelgeving, betere handhaving en door je aan onze vuistregel te houden: vermijd elke attractie met wilde dieren die op TripAdvisor lager dan 80% scoort”.

Tom Moorhouse legt uit dat het welzijn van wilde dieren bij toeristische attracties die op TripAdvisor lager dan 80% scoren, waarschijnlijk zeer slecht is. Over het algemeen moeten toeristen die verantwoord willen reizen goed letten op deze negatieve recensies. Neil D’Cruze, hoofd Onderzoek bij World Animal Protection, voegt daaraan toe: “Sommige attracties die de meeste reden tot zorg zijn, zoals olifantenritten, krijgen overweldigende, positieve recensies van toeristen. TripAdvisor heeft dus een geweldige kans om haar dienstverlening aan bezoekers van haar site te verbeteren door in de evaluatie een score op te nemen voor dierenwelzijn en behoud van de diersoort”.

06 oktober 2015

Global March tegen stroperij en canned hunting

De Global March is een wereldwijde demonstratie; in meer dan 140 steden over de hele wereld liepen mensen in het weekend van dierendag mee. Het doel is mensen wakker te schudden en het stropen van deze imposante dieren te stoppen.

“Iedere 15 minuten wordt een olifant vermoord om zijn ivoor. De neushoorn wordt afgeslacht voor zijn hoorn en de leeuw, de koning der wildernis, wordt ernstig bedreigd door de jacht en het verschrikkelijke ‘canned hunting‘, waarbij toeristen in een afgezet gebied leeuwen mogen afschieten. Het verdwijnen van deze grote zoogdieren uit het ecosysteem door toedoen van jacht, stroperij, illegale handel en andere menselijke activiteiten kunnen we niet verantwoorden tegenover ons geweten en toekomstige generaties.

Voor ons is er maar één doel: de massale slachting van deze majestueuze dieren moet stoppen voordat het te laat is!”.



17 september 2015

Juiste argumenten bij dierenrechten?

Op 2 januari 2015 schreef Ana van Es over het verbieden van wilde dieren in het circus. Dat verbod ging 15 september in. Circusmensen protesteren heftig tegen het verbod, omdat zij nu gedwongen zijn om uit te wijken naar het buitenland of de dieren in een permanent verblijf moeten onderbrengen. Het is maar de vraag of zij het geld willen opbrengen om dit te bekostigen.

Hoewel het geen twijfel lijdt dat het verbod terecht is, is het wel de vraag of staatssecretaris Dijksma het juiste juridische en morele argument heeft aangedragen.

Ana van Es schrijft het volgende.

Onderzoek naar circusdieren bij circus Krone in Duitsland.

'Voor sommige dieren - leeuwen, tijgers - is er geen overtuigend bewijs dat verblijf in een circus schade toebrengt', zegt Hans Hopster, onderzoeker aan de Universiteit Wageningen. 'Je kunt al die dieren niet over één kam scheren'.
Hopster onderzocht de afgelopen jaren het welzijn van circusdieren. Leeuwen en tijgers blijken zich relatief goed aan te passen, ook doordat ze nakomelingen krijgen in het circus. Ze wennen van jongs af aan en worden minder 'wild'.
Olifanten geven wel problemen. 'Bij drie Nederlandse circusolifanten die wij in 2008 onderzochten was nogal wat mis. Een olifant is een sociaal dier. Alleen al daarom is één olifant in een circus een twijfelachtige bedoening. Om ze veilig in een tent te kunnen houden, stonden ze langdurig aan ketenen. Je houdt een olifant nu eenmaal niet achter een hekje. In het wild eten ze 16 tot 20 uur per dag voedsel als boomschors. In een circus kan dat niet. Ze vertonen gedrag dat wijst op verveling: slurfzwaaien en 'weven', een soort ijsberen. Bovendien worden olifanten niet in een circus geboren.
'Als dieronderzoeker kan ik een totaal verbod op wilde dieren in het circus niet verdedigen, anders dan vanuit het gevoel van mensen dat dit niet meer in de tijdgeest past. Bij gebrek aan empirisch bewijs van lijden baseert staatssecretaris Dijksma zich bij bepaalde soorten nu volledig op de 'intrinsieke waarde' van een dier. Ik ben geen jurist, maar ik vraag me af of dat juridisch houdbaar is'.
Tot zover de Volkskrant.

Meer lezen over de twijfelachtigheid van het aandragen van ‘intrinsieke waarde’ bij het verdedigen en promoten van dierenrechten?

Het bereiken van een groot publiek voor het vergroten van bewustzijn dat dieren rechten hebben vraagt een integere benadering. Dit kost tijd, maar betaalt zich op de lange termijn veel effectiever uit voor mens en dier.

16 september 2015

Banken frustreren kansen diervriendelijke kippenhouderij

Journalist Jarl van der Ploeg meldt in de Volkskrant op 14 september het volgende.
Nederlandse banken hebben tientallen miljoenen euro's uitgeleend aan een van de grootste kippenboerderijen ter wereld, in Oekraïne. Het goedkopere vlees dat hier op de markt is een rechtstreekse concurrent van vlees van de Nederlandse boeren, die zich aan veel meer regels moeten houden.
Het Oekraïense Myronivsky Hliboproduct (MHP) is in handen van Yuriy Kosiuk, een van de rijkste mannen van Oekraïne. Op 380 duizend hectaren land ten zuidwesten van Kiev produceert MHP eigen kippenvoedsel en worden jaarlijks 332 miljoen kippen geslacht, ingevroren, verpakt en uiteindelijk geëxporteerd. Ter vergelijking: in Nederland worden jaarlijks 465 miljoen kippen geslacht.

Rabobank en ING hebben miljoenen euro's geïnvesteerd in de kippenfabriek. Rabobank maakt in de periode 2008-2018 127,1 miljoen euro over aan MHP, ING investeert 42,8 miljoen.

De banden tussen MHP en Nederland zijn stevig. Nederland is een van de belangrijkste afnemers: vorig jaar werd ruim 12 duizend ton kippenvlees geïmporteerd vanuit Oekraïne - hoofdzakelijk van MHP. Nederlandse bedrijven leverden techniek voor bijvoorbeeld de Oekraïense slachterijen.
Tot zover de Volkskrant.

Voor de goede verstaander: Nederland is vooral een doorvoerland voor kippenvlees. Agropolitici gebruiken de exportcijfers van deze verwerkingsindustrie graag om de omvang van de productie van de sector groter te doen lijken.
In eigen land worden veel meer kippen gehouden dan worden geconsumeerd. Daarbovenop importeert Nederland kippenvlees met als doel deze te exporteren na verwerking. Men noemt dat valorisatie: het toevoegen van waarde van een product ongeacht waar het vandaan komt of naar toegaat. Het gaat in de verwerkende industrie vooral om de export.
De banken die zowel investeren in binnen- als in buitenlandse kippenhouders snijden zich een beetje in eigen vlees, wanneer Nederlandse kippenhouders door de buitenlandse concurrentie failliet dreigen te gaan en zo hun schulden bij de bank niet kunnen betalen. Het is ook hypocriet en in tegenspraak met het eigen beleid.
Maar de kans dat boeren met schulden aan de bank failliet gaan, wordt weer verkleind door de EU die –met geld van de belastingbetaler- de sector met financiële hulp ondersteunt zonder daarvoor een wederdienst te vragen. Alzo worden de risico’s voor de banken gespreid door internationale investering en verkleind door de belastingbetaler. Lachende derde is de Nederlandse kippenvleesverwerkende industrie die uit binnen- en buitenland goedkope grondstoffen krijgt.
Verliezer is de kip, omdat de banken dieronvriendelijke kippenhouderij in het buitenland in het zadel helpen, kunnen Nederlandse kippenhouders die willen investeren in diervriendelijker systemen dit nauwelijks bekostigen.

Voor de goedwillende, diervriendelijke consument zijn er een aantal mogelijkheden om deze situatie helpen aan te pakken:
• Van bank te wisselen wanneer je bankiert bij de ING of RABObank.
• Een diervriendelijke(r) partij stemmen bij verkiezingen.
• Geen kippenvlees meer eten.
• Deel uw mening met anderen.

Klik hier wanneer je meer wilt weten over wat je als individu voor dieren kunt doen.

Oorzaak: hypocrisie en onverschilligheid.
Gevolg: dierenleed, milieuvervuiling.
Verband: demagogie, overproductie.

13 september 2015

Boeren verdienen geen steun uit Brussel meer

Boeren leggen geen buffers aan. Zij willen groeien en zo min mogelijk belasting betalen. Subsidie ontvangen daar hebben ze geen enkele moeite mee.

Marike Stellinga is econoom en schrijft in NRC Handelsblad van zaterdag 12 september over de 500 miljoen steun die Brussel gaf aan de protesterende boeren.

Een citaat.
De wereldeconomie is een ongeleid projectiel. Belangrijke sectoren, als voedsel, hebben regulering nodig,” zei de voorman van de melkveehouders in deze krant.
Maar beste meneer, dat geldt voor alle bedrijven. Dan kunnen belastingbetalers élk bedrijf gaan compenseren, wanneer de wereldeconomie even de verkeerde kant op gaat.
Op- en neergang hoort echt bij de economie en dus bij ondernemen. En dat zal je echt zelf moeten opvangen, ook als boer (hoge uitzonderingen daargelaten). Er is nog een argument tegen al die hulp: je beloont slecht gedrag en straft de verstandige ondernemer. Elke keer dat de overheid zielige boeren redt die geen buffer aanlegden voor slechte tijden, staat de ondernemer die wel een buffer aanlegde voor gek. Die kijkt de volgende keer wel uit: hij kan net zo goed meer risico nemen, want de overheid redt je toch wel. Met elke ronde hulp zal je dus minder boeren krijgen die voor zichzelf kunnen zorgen. Van mij mag de markt voor voedsel dus een stuk normaler worden, of moet ik zeggen gezonder?
Op- en neergang hoort bij de economie. Dat moet je zelf opvangen, ook als boer.
Tot zover Marike Stellinga.

Door de huidige kennis over voedseltechnologie is in principe elk land in staat om voldoende voedsel te produceren voor haar bevolking. Het oorspronkelijke probleem van voedselonzekerheid is nu overproductie geworden, waardoor landen elkaars markten kapot kunnen concurreren.

Vlees en zuivel zijn dierlijke producten. Om daarmee de kostprijs bij productie laag te houden, gaat ten koste van dierenwelzijn. Het mestoverschot leidt in landen die exorbitant overproduceren, zoals Nederland, tot milieuproblemen, waarvoor de belastingbetaler direct (om de vervuiling op te ruimen) of indirect (via subsidie uit Brussel) voor opdraait.

Drogredenen bij een drijfjacht

Nederlandse jagers liggen onder vuur vanwege de drijfjacht die zij in Zuid-Afrika houden.

Wim van Remortel is eigenaar van jachtreisbureau Best Hunting. Hij organiseert drijfjachten in Zuid-Afrika. 'Iedereen schreeuwt plots moord en brand, maar die drijfjachten bestaan al tientallen jaren en er gebeurt niks illegaals', zegt hij. Volgens Remortel wordt alles bovendien goed geregeld. 'Er worden vergunningen gevraagd en er zijn quota vastgelegd. Van elke soort kunnen ze dus maar een beperkt aantal dieren doden'.
De kritiek op de jagers vindt hij hypocriet. 'Ik denk dat een leeuw die vijf jaar in het wild leeft en dan wordt doodgeschoten een beter leven heeft gehad dan een kip die weken in een legbatterij zit en dan wordt afgemaakt'.

Dit argument van Remortel is waar, maar niet relevant. Geen enkel doden kan gerechtvaardigd worden met het argument dat het slachtoffer al een goed leven heeft gehad.

Klik hier voor meer drogredenen over plezierjacht en het tegenargument.

15 augustus 2015

Het ontbreken van toegevoegde waarde van bio-industrie

Arjan Wisman van het Landbouw Economisch Instituut (LEI) zette in opdracht van Wakker Dier de economische resultaten van vleesvarkens en vleeskuikens over 1980-2013 op een rij. De redactie van De Nieuwe Oogst vatte zijn aanbevelingen als volgt samen:
“Vleesvarkens- en pluimveehouders verdienen steeds minder per kilo vlees. Ze moeten dus meer produceren voor een voldoende inkomen. Meer productie kan door meer dieren te houden per arbeidskracht en/of een hogere productiviteit van het dier”.

Een hoger productiviteit van het dier zou bij een koe betekenen “nog meer uitmelken”. Bij een varken of een kip betekent het nog minder energie steken in welzijn van het dier, automatiseren, de kostprijs verlagen of de groeisnelheid vergroten.

Het is de verantwoordelijkheid van de samenleving om de grenzen te bepalen in hoeverre dieren onderwerp van economische uitbuiting mogen zijn.
De Nederlandse bio-industrie voegt niets noemenswaardigs toe aan de Nederlandse welvaart.

Bio-industrie heeft vrijwel alleen nadelen, geen toekomst in ons land en in het buitenland kunnen ze het goedkoper.

Waarom stoppen we er dan niet mee?

29 juli 2015

Voedsel zou geen onderwerp van concurrentie moeten zijn

Boeren die produceren voor de export zijn afhankelijk van politieke ontwikkelingen. De Franse boeren die wegen blokkeren om een reactie van de overheid af te dwingen en die vrachtwagens met geïmporteerd voedsel leeghalen zijn een beetje hypocriet en voeren op een oneigenlijke manier actie. Het is geen wonder dat deze acties maar in beperkte (eigen) kring enthousiast worden ontvangen.
Het is begrijpelijk dat een melkveehouder minimaal kostendekkend wil produceren.
Door de overproductie na het afschaffen van het melkquotum, het sluiten van de Russische markt en het bij nader inzien toch niet zo'n grote Chinese behoefte aan babymelkpoeder kunnen voedselverwerkers hun producten niet meer kwijt. Dus zakken de prijzen.

Wat de een te veel produceert kan een ander niet meer verkopen. Ook een wereldmarkt is op een gegeven moment verzadigd. Boeren concurreren elkaar kapot. Niet de beste wint, maar de meest gewetenloze of minst milieu- of diervriendelijke boer. Het is een ratrace of race-to-the-bottom geworden. Argumentatie over wat er aan de hand is, is vooral een uitwisseling van halve waarheden, chauvinisme en drogredenen (zie labels).

De situatie van overproductie en veel negatieve gevolgen voor dierenwelzijn en milieu roept de vraag op of voedsel wel zo geschikt is voor de vrije markt. Natuurlijk, niemand zal pleiten voor het ter ziele gegane communistische systeem waarbij een centraal comité de productie van voedsel plande, maar een betere afstemming en verdeling van productie binnen de EU moet mogelijk zijn. Waarom binnen Europa vlees en zuivel overproduceren en boeren uit buurlanden kapot concurreren? Waarom binnen continenten überhaupt meer voedsel produceren om elkaar tussen continenten te beconcurreren?

De nadelen van de vrije markt voor voedsel zijn evident. Wie concrete voorbeelden wil lezen, zie onderaan via de labels.
Het wordt tijd om binnen de internationale politiek afspraken te maken om te stoppen met het heen en weer slepen van voedsel over de wereld en om de voedselstromen zo te reguleren dat ieder mens op de wereld voldoende te eten krijgt en nadelen als dierenleed en milieuschade worden gestopt.
Een eis van grondgebondenheid, waarbij het voer op eigen land verbouwd wordt en de mest op eigen land wordt uitgereden, helpt al een groot deel van de overproductie te stoppen.

Gewetensvraag aan mensen die dieren consumeren

Wat zou een boer doen die meer geld krijgt voor zijn melk? Zou hij investeren in verbetering van de leefomstandigheden voor zijn koeien of zou hij investeren in uitbreiding van het aantal dieren dat hij kan houden?

Wat zou een varkenshouder doen die meer geld krijgt voor zijn vlees? Zou hij investeren in verbetering van de leefomstandigheden voor zijn varkens of zou hij investeren in uitbreiding van het aantal dieren dat hij kan houden?

Wat zou een kippenhouder doen die meer geld krijgt voor zijn eieren of vleeskippen? Zou hij investeren in verbetering van de leefomstandigheden voor zijn kippen of zou hij investeren in uitbreiding van het aantal dieren dat hij kan houden?

Is schaalvergroting heilzaam voor mens, dier en milieu?

Op dit blog overwegingen bij de antwoorden die vaak worden gegeven. Zie ook de drogredenen.

Leeswijzer


Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom.
Klik hier voor de laatste bijdragen op dit blog
.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.
Kijk op ook Facebook voor onze reactie op de actualiteit.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.