De Nederlandse overheid, die vaak bij toeval (bijvoorbeeld op Schiphol) op illegale diertransporten stuit, heeft weinig mogelijkheden om de verzwakte en uitgeputte dieren een adequate opvang te geven. Opvang is er nauwelijks, zit vol, kost geld en de dieren in ons land toelaten vergroot de kans op verspreiding van allerlei ziektes die de gezondheid van andere dieren (ook in de veehouderij) kunnen bedreigen. Terugsturen en gewoon in het wild loslaten heeft soortgelijke bezwaren. De dieren komen dan (vooropgesteld dat zij de terugreis zouden overleven) in een verzwakte toestand in een vreemde biotoop en worden als indringers behandeld.
De overheid knijpt daarom liever een oogje dicht en laat de dieren verder reizen, waarmee hun lot vaak bezegeld is met een spoedige dood.
De oplossing hiervoor is het bezit van dieren ongeacht hun oorsprong te beperken tot een zeer beperkt aantal.
De meest effectieve oplossing is een wereldwijde campagne waarin het bezit van zeldzame (huis)dieren zou worden ontmoedigd. Dit vraagt een langdurige en geduldige inzet, gericht op bewustwording en mentaliteitsverandering. Dat kost geld. Een dergelijke campagne zou niet los hoeven te staan van de oproep tot zuiniger en respectvol om te gaan met andere zaken die dreigen zeldzaam te worden zoals ruimte, energie en grondstoffen.
Wat weinig zal helpen is het voorstel van GroenLinks om zorgplicht voor dieren op te nemen in de Grondwet. Van Gent en Halsema geven bij hun voorstel aan dat de financiële gevolgen nihil zijn. Hiermee bestempelen zij hun voorstel onbedoeld als symboolwetgeving.
Het controleren en handhaven van de wet, uitgebreid met het bevorderen van een globale bewustwording ten aanzien van diergebruik kan per definitie niet kosteloos zijn.
