Het gebeurt niet vaak dat er confrontaties zijn tussen mensen die op dieren schieten als jagers en stropers enerzijds en mensen die voor dieren opkomen als dierenbeschermers anderzijds. Daarvoor zijn 2 redenen. Stropers jagen vaak bij nacht en jagers bij ontij en veel mensen zijn bang door hen geïntimideerd te worden, immers bij een woordenwisseling zijn wapens nabij.
Controle en aanspreken zouden het beste gedaan kunnen worden door instanties die gemakkelijk een beroep kunnen doen op de politie. Maar de overheid geeft steeds minder thuis.
De afdeling Natuurbescherming van de AID – onderdeel van het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit (LNV) – is onder meer belast met de handhaving van ‘groene’ wetten als de Flora- en Faunawet (inclusief het CITES-verdrag over bedreigde plant- en diersoorten) en de Natuurbeschermingswet 1998. Landelijk stelt de AID dit jaar nauwelijks of geen uren beschikbaar om de naleving van de genoemde wetten te controleren. De meeste tijd wordt nu vooral besteed aan oneigenlijke taken als de controle op de Subsidie Agrarisch Natuurbeheer (SAN).
In de regio West van de AID zou het toezicht op en de handhaving van de Flora- en Faunawet sinds begin deze maand zelfs helemaal zijn vervallen. De Tweede Kamerfractie van de Partij voor de Dieren (PvdD) heeft hierover 17-07-07 vragen gesteld aan de minister van LNV. De PvdD wil weten hoeveel menskracht de AID feitelijk beschikbaar stelt in de regio West en voor de handhaving van de Flora- en Faunawet in het hele land.
De beide jagers die van Poelgeest mishandelden bestonden het zelfs om te beweren dat van Poelgeest zelf bij het achteruitlopen tijdens het filmen in de sloot zou zijn gelopen. Dergelijke brutaliteit is kenmerkend voor de mentaliteit van mensen die dieren misbruiken. Eigenlijk weten ze zelf ook wel dat ze fout zitten, maar de woede die ze eigenlijk op zichzelf zouden moeten richten, slaat over op degene die hen aanspreken. Zoiets heet in de psychologie “overdracht”.