Op Ziezo valt te lezen:
Nederland moet veel zuiniger omspringen met kostbare landbouwgrond. Deze dringende boodschap heeft LTO Nederland gisteren neergelegd bij de Tweede Kamer in Den Haag. Landbouwgrond wordt nu te gemakkelijk opgeofferd voor allerlei afzonderlijke doelen als natuur, verstedelijking, recreatie en woningbouw.
Als de nu al bestaande projecten volgens plan zouden worden uitgevoerd, gaat dat de komende tien jaar 70.000 ha extra landbouwgrond kosten. De gevolgen beperken zich bovendien niet tot het natuurgebied, maar beïnvloeden ook de productieomstandigheden daar omheen. De extra grondclaims komen bovenop de 150.000 ha, die eerder in het kader van de Ecologische Hoofdstructuur zijn afgesproken en waar de land- en tuinbouw niet aan wil tornen.
Provincies en gemeenten moeten volgens LTO-bestuurder Tammo Beishuizen (verantwoordelijk voor ruimtelijke ordening) veel meer terughoudend omgaan met het wijzigingen van bestemmingen. Ze doen er volgens hem beter aan om sommige functies slimmer met elkaar te verbinden waardoor voor meerdere partijen voordelen te behalen zijn. Niet alleen de burgers en boeren zijn ermee gediend, maar niet in de laatste plaats ook de overheid zelf. De uitvoering van de Ecologische Hoofdstructuur (de EHS is een netwerk van aaneengesloten natuurgebieden door het hele land) loopt meer en meer vertraging op door onder meer een gebrek aan geld.
“Dat betekent dat de investeringen in natuurcompensatie - dat is de omvorming van landbouwgrond in natuur vanwege de aanleg van bijvoorbeeld een woonwijk of infrastructuur - beter plaats kan vinden binnen de EHS. Het mes snijdt dan aan twee kanten. Je zorgt voor een versnelling van de EHS en je behoudt landbouwgrond”, zegt Beishuizen. Ook waterclaims worden vaak aan extra natuurontwikkeling gekoppeld. Volgens LTO Nederland moet dit als EHS worden meegeteld, omdat waterberging ook natuurdoelen dient.
Tot zover Ziezo.
Boeren gaan zelf slecht om met kostbare landbouwgrond. Ze overbemesten de grond zodanig dat er soms alleen nog maar maïs (voor veevoer) op kan groeien. Het bodemleven verschraalt en de gewassen van dergelijke landbouwgronden zijn lang niet zo gezond en smaakvol als vroeger.
In tegenstelling tot wat veel mensen denken heeft Nederland een overvloed (2x dan nodig voor zelfvoorziening) aan landbouwgrond. Dat hangt samen met de eeuwenoude expansie ten koste van de natuur en de zee die het landbouwareaal in ons land zo groot gemaakt heeft. Wat terug geven aan de natuur is daarom geen probleem. Het betekent natuurlijk wel dat de boeren dan wat minder land hebben om mest op uit te rijden of te bezaaien met gewassen die voor bio-energie geschikt zijn. Natuurlijk, een paar boeren kunnen dan wat minder verdienen.
Maar een groter oppervlakte van aangesloten natuur maakt ons land aanzienlijk aantrekkelijker. Het helpt de aanslag op de biodiversiteit te verminderen en de opmars van soorten die nu nog voornamelijk in het buitenland leven te vergemakkelijken.
Zoals de mens zelf fysiek reist over de wereld en mondiaal surft over de digitale snelweg, krijgt de natuur dan ook een redelijke kans om zich sneller aan te passen op klimaatsverandering als gevolg van de menselijke activiteiten in de veehouderij.
Ondertussen probeert de agrosector het grote publiek knollen voor citroenen te verkopen door natuur aan te kopen en in te zetten voor agrarisch natuurbeheer en dit beleid te laten vallen onder natuurontwikkeling. Dat is een sigaar uit eigen doos.