Samenvatting van een artikel van Titus Rivas
De vraag of mensen superieur zijn aan andere dieren roept discussies op over speciësisme en antropocentrisme. Terwijl antropocentristen de mens als superieur beschouwen vanwege unieke eigenschappen zoals rechtop lopen, erkennen ze dat fysiek gezien andere dieren vaak beter presteren. Mensen onderscheiden zich vooral door hun mentale vermogens, waaronder abstract denken en symbolische talen.
Hoewel dieren psychologisch complexer zijn dan lang gedacht, hebben mensen unieke combinaties van mentale kenmerken. Dit vermogen tot abstract denken heeft concepten als mensenrechten en veganisme mogelijk gemaakt, maar betekent niet automatisch morele superioriteit. Mensen vertonen vaak immoreel gedrag, en het feit dat ze intelligent zijn, maakt het des te schrijnender.
De traditionele christelijke opvatting van de exclusieve spirituele status van de mens wordt betwist. Het idee van spirituele verhevenheid wordt in twijfel getrokken, gezien het gebrek aan mededogen en immoreel gedrag onder mensen.
Hoewel mensen op bepaalde gebieden kunnen uitblinken, benadrukt de auteur dat intrinsieke waarde niet afhankelijk is van functionele vermogens. Alle wezens met en zonder subjectieve ervaringen moeten gelijkwaardig behandeld worden. Het artikel concludeert dat het benutten van ons menselijk potentieel belangrijk is, maar niet betekent dat we intrinsiek superieur zijn aan andere dieren.