Mens en dier zijn (intrinsiek) evenwaardig in hun recht op vrijheid

Alle levende wezens zijn verschillend maar evenwaardig in het recht op vrijheid op een natuurlijk leven.
Een dier is (net als een mens) geen ding of een object.
Mensen moeten kunnen ingrijpen wanneer mensen dieren misbruiken of onrecht aandoen.
Posts tonen met het label PvdD. Alle posts tonen
Posts tonen met het label PvdD. Alle posts tonen

01 februari 2012

Waarom insecten in plaats van planten eten?

Vragen van het lid Hazekamp (Partij voor de Dieren) aan de staatssecretaris van Economische zaken, Landbouw en Innovatie over de subsidiëring van onderzoek naar het eten van insecten
  1. Kent u het bericht ‘Four legs good, six legs better? EU to spend 3 million Euros to promote eating insects 'as alternative source of protein’' ?
  2. Deelt u de mening van professor Marcel Dicke dat het eten van insecten vanaf 2020 onderdeel zal moeten zijn van een noodzakelijke eiwittransitie? Zo ja, waarom?
  3. Kunt u aangeven hoeveel geld de Nederlandse overheid in de afgelopen vijf jaar heeft besteed aan onderzoek en promotie van de consumptie van insecten? En kunt u ook aangeven hoeveel daarvoor voor het lopend jaar en het komend jaar gereserveerd is?
  4. Kunt u aangeven hoeveel in de afgelopen vijf jaar door de Nederlandse overheid is uitgegeven aan plantaardige eiwitconsumptie als alternatief voor dierlijke eiwitconsumptie? Kunt u ook aangeven hoeveel daarvoor voor het lopend jaar en het komend jaar gereserveerd is?
  5. Deelt u de mening dat binnen de noodzakelijke eiwittransitie plantaardige oplossingen de voorkeur verdienen boven dierlijke eiwitten? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze komt die opvatting binnen uw beleid tot uitdrukking?
  6. Deelt u de mening dat de acceptatie bij consumenten van plantaardige vleesvervangers bij gelijkwaardige voedingswaarde en kwaliteit hoger zal liggen dan voor producten gemaakt van insecten? Zo nee, waarom niet?
  7. Bent u bereid vanuit de Nederlandse inzet binnen de EU te pleiten voor meer middelen voor de ontwikkeling en promotie van plantaardige vleesvervangers en minder voor programma’s waarin insecten een rol spelen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn en wijze?

Provincie staat vismethode toe die levens kost

Vragen van het lid Ouwehand en het lid Hazekamp (Partij voor de Dieren) aan de staatssecretaris van Economische zaken, Landbouw en Innovatie over beroepsvissers die van provincie Flevoland toestemming krijgen om te vissen met ‘staand want’ waarbij tienduizenden beschermde watervogels per jaar de dood vinden.

Bent u op de hoogte van de toestemming die provincie Flevoland heeft verleend aan beroepsvissers om ’s winters te mogen vissen met ‘staand want’ in het Markermeer, terwijl jaarlijks een aanzienlijke hoeveelheid watervogels bij deze vorm van visserij de dood vindt? NRC Weekend zaterdag 28 januari 2012 ‘Vissen met net dat vogels doodt mag voortaan in het Markermeer’ 1). Hoe beoordeelt u dit?

Kunt u bevestigen dat uit onderzoek van de overheid is gebleken dat naar schatting 15000 beschermde watervogels de dood vonden in 2003 in het Markermeer en het IJsselmeer tezamen door het toepassen van de visserijtechniek ‘staand want’? Kunt u ook bevestigen dat dit er zelfs 50000 betroffen in 1999 in hetzelfde gebied veroorzaakt door dezelfde visserijtechniek?

Is het waar dat onder meer soorten als tafeleend, grote zaagbek en toppereend slachtoffer worden van deze visserijtechniek? Kunt u bevestigen dat deze soorten een landelijke zeer ongunstige staat van instandhouding kennen?

Deelt u de mening dat het doden van zoveel beschermde vogels niet is toegestaan en zeker niet in een Natura 2000 gebied die juist is aangewezen ter bescherming van vogelsoorten die hier de dood vinden?

Onderschrijft u dat provincie Flevoland het natuurlijk gedrag van watervogels niet goed heeft beoordeeld wanneer zij aangeeft dat vogels zich kunnen bevrijden uit netten met maaswijdte van boven 14 centimeter, aangezien de watervogels onder water jagen met uitgeslagen vleugels? Zo nee, op basis van welk wetenschappelijk onderzoek ontleent u die zekerheid?

Deelt u de mening dat het vissen met ‘staand want’ in het Natura 2000 gebied het Markermeer indruist tegen de nationale en internationale regelgeving? Zo nee, waaraan ontleent u die zekerheid?

Onderschrijft u dat u verantwoordelijk bent voor de correcte uitvoering en naleving van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn en de Flora- en Faunawet? Zo ja, wanneer en op welke wijze gaat u maatregelen treffen tegen de toestemming van de provincie Flevoland?

1) NRC Weekend zaterdag 28 januari 2012 ‘Vissen met net dat vogels doodt mag voortaan in het Markermeer’.

30 januari 2012

Laffe jagers schieten wild bij ecoducten

Vragen van Anja Hazekamp (Partij voor de Dieren) aan de staatssecretaris van Economische zaken, Landbouw en Innovatie over het schieten van dieren nabij ecoducten.

Wild heeft recht op rustgebieden waar het ook echt met rust wordt gelaten. Daarnaast moet wild kunnen trekken in tijden van voedselschaarste. Willen we een rechtvaardig faunabeleid, dan moet wild wat zich ophoudt op plaatsen waar het geen schade kan aanrichten er verzekerd van kunnen zijn dat het niet bejaagd wordt. Zo kun je dieren leren wat veilige gebieden zijn en wat een gebied is waar hun aanwezigheid niet op prijs wordt gesteld.
Ook dieren moeten op de mens kunnen vertrouwen.
Dat jagers graag een dier in het vizier willen hebben om te kunnen schieten geeft hen niet het recht om dat dier op te zoeken op plaatsen waar we het vertrouwen van dieren niet willen beschamen.

PvdD Tweede Kamerlid Anja Hazekamp stelt Kamervragen over het bejagen van dieren op deze kwetsbare plaatsen.

  1. Bent u op de hoogte van het doodschieten van dieren door jagers nabij een ecoduct?
  2. Is het waar dat in de nabijheid van ecoducten door jagers geschoten mag worden op overstekende dieren? Zo ja, om welke ecoducten gaat het dan? Zo nee, waaraan ontleent u die zekerheid?
  3. Kunt u aangeven bij welke ecoducten er een verbinding gecreëerd is tussen voedselarme gebieden (zoals de Veluwe) en voedselrijke landbouwgronden (zoals bij Hierden)? Kunt u aangeven welke maatregelen getroffen worden om te voorkomen dat dieren die op zoek zijn naar voedsel geschoten worden?
  4. Kunt u in het geval van ecoduct bij Hierden aangeven of er afspraken zijn over het aantal edelherten en zwijnen dat gedoogd zal worden in het landbouwgebied en wat de plannen zijn met dieren die niet binnen dergelijke afspraken passen?
  5. Deelt u de mening dat het ongepast is miljoenen euro’s te investeren in de aanleg van ecoducten om dieren een veilige oversteek te bieden, en die dieren vervolgens door jagers af te laten schieten? Zo nee, waarom niet?
  6. Bent u bereid een landelijk afschotverbod in te stellen in een ruime zone rond ecoducten? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn en wijze?

24 januari 2012

Dieren doden als toeristisch uitje

De Partij voor de Dieren heeft staatssecretaris Henk Bleker onderstaande vragen gesteld naar aanleiding van het bericht dat jagers via Internet toeristische uitjes aanbieden aan jagers.

Vragen van het lid Hazekamp (Partij voor de Dieren) aan de staatssecretaris van Economische zaken, Landbouw & Innovatie over het via een website tegen betaling aanbieden van jachtuitjes aan jagers.
  1. Bent u op de hoogte van het feit dat jagers via de website www.jachtinnederland.nl de mogelijkheid wordt geboden om tegen betaling dieren te doden op een locatie naar keuze?
  2. Deelt u de mening dat initiatieven als deze een onwenselijke drempelverlaging bieden voor de plezierjacht? Zo nee, waarom niet? Zo ja, ziet u mogelijkheden om op te treden tegen dergelijke vormen van jachttoerisme?
  3. Is het u bekend dat de Koninklijke Nederlandse Jagers Vereniging initiatieven als deze onacceptabel vindt en zegt : “…jagers kunnen nu een jacht kopen en gaan een paar uur naar een veld dat ze helemaal niet kennen om even wat te gaan schieten. Dat is niet de bedoeling." Zo ja, welke consequenties verbindt u hier aan?
  4. Deelt u de mening dat jachttoerisme ingeperkt moet worden en dat dit een overheidstaak is? Zo ja, welk maatregelen gaat u treffen en op welke termijn? Zo nee, waarom niet en hoe verhoudt zich dat tot uw uitspraak 'We willen niet dat vanuit Wassenaar 4wheeldrives naar Drenthe rijden om daar de hele dag te gaan knallen' ?
  5. Kunt u aangeven hoeveel jachtaktehouders Nederland telt? Deelt u de mening dat het verontrustend is dat 3500 van hen zijn aangesloten bij de genoemde website die jachttoerisme stimuleert? Zo ja, welke consequenties verbindt u hier aan? Zo nee, waarom niet?
  6. Deelt u de mening dat mensen die bereid zijn te betalen voor het mogen afschieten van een dier, daarmee aangeven dat niet vermeend beheer of schadebestrijding centraal staan in de uitoefening van hun hobby, maar het plezier om bepaalde diersoorten te mogen doden? Zo nee, waarom niet?
  7. Deelt u de mening dat in Nederland een overpopulatie aan jagers actief is, gelet op het feit dat het aantal jachtgronden in Nederland kennelijk schaars is, waardoor nieuwe jagers tegen betaling opzoek gaan naar jachtgronden in binnen- en buitenland en deze nieuwe jagers voor schadebestrijding kennelijk niet nodig zijn daar ze hiervoor niet gevraagd worden? Zo ja, bent u bereid een stop op nieuwe jachtaktes in te stellen gelet op deze overpopulatie? Zo nee, waarom niet?
  8. Kunt u aangeven of en zo ja voor welk bedrag overheidsmiddelen worden ingezet voor de opleiding van jagers? Bent u bereid deze middelen per direct te bevriezen gelet op het kennelijke overschot aan jagers?
  9. Is bekend hoeveel Nederlandse jagers dieren doden buiten hun eigen jachtveld(en)? Zo nee, bent u bereid hier een onderzoek naar in te stellen gelet op uw eerdere uitspraken omtrent jachttoerisme?
  10. Bent u bereid toeristische trips waarbij tegen betaling dieren mogen worden gedood te verbieden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn en wijze?

23 januari 2012

Partij voor de Dieren tegen ontheffing verbod op rapen van kievitseieren

Ook dit jaar verleent de provincie Friesland vermoedelijk ontheffingen om tussen 1 en 31 maart kievitseieren te rapen. Overal elders in Europa is dit verboden, maar in Friesland is het dier vanwege een zogenaamde ‘cultuurhistorische traditie’ vogelvrij. De Partij voor de Dieren Friesland is mordicus tegen deze uitzonderingsregel.

Grondwaterpeilverlaging, het gebruik van grote, niets ontziende landbouwmachines en verarming van voedselaanbod in weidegronden en vroeg in het seizoen maaien, maken het de kievit al moeilijk genoeg om te overleven. Vanaf 1996 is het aantal broedende kieviten in Friesland met 52% gedaald.

De Faunabescherming en diverse weidevogelbeschermers uit omringende provincies – en ook uit Friesland zelf - pleiten al jarenlang tegen de instandhouding van deze zoveelste aanslag op het bestaan van de kievit, maar de leden van de Bond Friese VogelWachten (BFVW) beweren dat ze de kievit ‘alleen willen beschermen als ze ook eitjes mogen rapen’.

Sinds 2006 geldt een provinciaal maximum van 6934 geraapte kievitseieren, met een maximum van 15 eieren per persoon. Moeilijk te controleren, vooral ook omdat het voor veel van deze hobbyisten van belang is ‘de eerste’ van de provincie of van de eigen gemeente te zijn. De strijd is dus hevig. Het eerste kievitsei wordt aangeboden aan de Commissaris van de Koningin. Daarnaast wordt ook in iedere gemeente in Friesland (en dat zijn er 27) het eerste gemeentelijke eitje aan de burgemeester aldaar aangeboden.

Vogelkenners menen dat kieviten zich aanpassen aan het veranderende klimaat en daarom steeds vroeger eieren leggen. De kuikens van deze eerste legsels zijn volgens hen sterker en zorgen voor sterker nageslacht. En uitsluitend deze vroeg geboren kieviten kunnen het jaar daarop al voor nageslacht zorgen. Door het rapen van eieren en het markeren van de nesten maken rapers geursporen die het roofdieren gemakkelijk maakt de nesten vervolgens verder leeg te roven en krijgen eerste legsels helemaal geen kans meer. De zogenaamde “nazorg” is daarmee een van de belangrijkste oorzaken voor het verloren gaan van de legsels van weidevogels.
De BVFW beweert dat het rapen van eerste legsels geen kwaad kan en dat kieviten gemakkelijk twee of zelfs drie nesten kunnen produceren. Rapen zou ‘goed zijn voor de soort’. Daarbij worden de eitjes als lekkernijen beschouwd.

Op dit moment verblijven er in Nederland, door het zachte en natte weer, relatief grote aantallen kieviten.
De Partij voor de Dieren vraagt de provincie Friesland met klem deze kans aan te grijpen en de kievit op alle fronten te helpen zich te herstellen.
Daar past het belang van een kleine groep hobbyisten om een achterhaalde en dieronvriendelijke hobby uit te oefenen niet bij.

28 december 2011

PvdD wil verbod op consumentenvuurwerk

Vuurwerk schadelijk voor mens, dier en milieu
Er moet een einde komen aan de ellende die gepaard gaat met de knallende jaarwisseling. Vuurwerk draagt bij aan een agressief klimaat, waarbij korte lontjes snel ontbranden. Als gevolg van de knallende jaarwisseling lopen jaarlijks honderden mensen ernstig letsel op, waaronder een groot aantal kinderen. Het geknal bezorgt miljoenen dieren veel angst en stress. Vuurwerk bevat bovendien zware metalen en zeer giftige stoffen, die grond, lucht en water ernstig vervuilen. De schade bedraagt jaarlijks minimaal 500 miljoen euro. Na afloop van iedere Oud & Nieuw moet er 3 miljoen kilo afval worden opgeruimd.
De Partij voor de Dieren wil daarom dat het afsteken van vuurwerk door particulieren verboden wordt. Vuurwerk kan wat haar betreft alleen worden afgestoken in professioneel georganiseerde vuurwerkshows. Zo kan iedereen genieten van mooi vuurwerk, zonder dat dit grote schade toebrengt aan mensen, dieren en milieu.

Tjeerd de Faber van het Oogziekenhuis Ziekenhuis, de Nederlandse autoriteit op het gebied van oogverwondingen, noemt het aantal slachtoffers 'absurd'. "Twee jaarwisselingen in Nederland leveren evenveel beschadigde ogen op als bij alle Amerikaanse soldaten die in Irak hebben gevochten. Waarom is het in Nederland nog steeds geoorloofd om zelf vuurwerk af te steken"? (nu.nl).

“Er moet een wettelijk verbod komen op het afsteken van vuurwerk door particulieren.
Mensen en dieren zitten weken in stress en angst.
Het is zeer vervuilend en levert miljoenen euro’s schade op.
Er is steeds meer illegaal Oost-Europees spul: zware bommen in handen van 13-14-jarigen”.

Zo begint de petitie die u kunt vinden als u klikt op de volgende link.
https://vuurwerkverbod.petities.nl/.

23 december 2011

Gaat belang boeren boven bewegingsvrijheid wild?

Op 15 december maakte Eenvandaag een beetje jolige uitzending over een hek dat was geplaatst op een ecoduct. Dit hek zou herten moeten weerhouden om het pas aangelegde ecoduct op te gaan. Volgens de provincie werd dit gedaan omdat de begroeiing op het ecoduct nog niet gereed was om aanvreten door passerend wild te overleven.
Mogelijk is dat het geval, maar in de uitzending werd ook gesuggereerd dat aanwonende boeren bang zijn voor dierziekten in hun stallen.
Eenvandaag schrijft:
Eén van de redenen voor het uitstellen van de openstelling voor groot wild zijn de boeren die bang zijn voor schade door bijvoorbeeld dierziektes. De provincie zit daardoor in een spagaat. Het wil opkomen voor twee grote belangrijke sectoren in de provincie, namelijk de natuur en haar ecologische verbindingen en de agrarische sector. Voordat het groot wild toelaat op de ecoducten wil het draagvlak vinden in de nabije omgeving van de ecoducten.

Vereniging Het Edelhert vreest dat dit draagvlak ver weg blijft en dat de door natuurorganisaties verwelkomde ecoducten voorlopig dicht blijven voor de trek van het grote wild. En niet zonder reden, want de agrarische sector voelt zich onder dit kabinet gesterkt om op te komen voor hun rechten.

Het geheel was aanleiding voor de PvdD om vragen te stellen aan staatssecretaris Henk Bleker:

Vragen van het lid Thieme aan de staatssecretaris Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over het op slot blijven van ecoducten op de Veluwe voor groot wild.
  1. Is het waar dat ecoducten op slot blijven voor groot wild?
  2. Wat vindt u ervan dat de ecoducten op de Veluwe, die bedoeld zijn om dieren de mogelijkheid te geven om vrij te kunnen trekken over de Veluwe en naar andere gebieden, op slot blijven?
  3. Deelt u de mening dat het risico op de verspreiding van dierziekten via een ecoduct erg gering is? Zo nee,op welk concreet onderzoek baseert u zich?
  4. Indien u van mening bent dat het risico op verspreiding van dierziekten via een ecoduct groot is, waarom is deze zorg niet eerder in beschouwing genomen?
  5. Wat vindt u ervan dat de provincie de belangen van lokale boeren voorop stelt en voorbij gaat aan het brede draagvlak in Nederland voor de aanleg en openstelling van deze ecoducten?
  6. Deelt u de mening dat de ecoducten zo gauw mogelijk moeten worden opengesteld, zodat zij het doel dienen waarvoor ze zijn aangelegd en dieren vrij over de Veluwe kunnen trekken. Zo ja, hoe gaat u dit doen? Zo nee, waarom niet?

09 december 2011

Vossenholen met zonnepanelen bij Schiphol

Het is zo simpel. Zet gebieden waarop ganzen grazen zonnepanelen, dan wekt je stroom op in plaats van overlast. Laat verder de vos in deze contreien met rust, dan weet je zeker dat de ganzen naar elders trekken.

De PvdD heeft de volgende oplossing:

De gras- en landbouwgronden bij de luchthaven, die veel vogels aantrekken, moeten zo snel mogelijk plaatsmaken voor zonnepanelen waardoor het gebied onaantrekkelijk wordt als broed- en foerageerplaats. Ook moet er een einde komen aan de jacht op vossen, de natuurlijke vijand van de gans. Het huidige kabinetsbeleid waarbij jagers ganzen massaal mogen doodschieten of waarbij in de toekomst ganzen vergast zullen worden is dieronvriendelijk en ineffectief. De kans op gevaarlijke situaties rond Schiphol wordt hiermee niet voorkomen, maar in veel gevallen juist vergroot. Zo veroorzaakt de jacht op ganzen onvoorspelbaar vluchtgedrag van de dieren en zorgt het afschieten of vergassen van ganzen niet voor een afname van het aantal vogels. Het enige beleid dat duurzaam kan werken, is gericht op het onaantrekkelijk maken van Schiphol voor ganzen. Alleen wanneer ganzen niets te zoeken hebben op Schiphol, is er een oplossing van de gesignaleerde problemen en daarvoor hoeft geen schot gelost te worden.

07 december 2011

Thieme geeft Bleker een veeg uit de pan

Op de verjaardag van Sinterklaas werd in de Tweede Kamer het Landbouwdebat gevoerd. Daarbij was staatssecretaris Henk Bleker van Economie, Landbouw en Immigratie nog lang niet jarig,
In de bijdrage van Marianne Thieme wordt "Krentmeester" Henk Bleker duidelijk aangesproken om zijn dubbelhartige uitspraken. Zo zou hij boeren hebben voorgehouden om creatief om te gaan met natuurregels. In haar voordracht geeft Thieme vele voorbeelden van wat "een Blekertje doen" wordt genoemd.

De voordracht van Thieme is een "must" voor zwevende kiezers, die hopelijk spoedig weer hun stem mogen uitbrengen.

Voorzitter,
Toen ik ruim een jaar geleden kennis maakte met staatssecretaris Bleker, was het eerste wat hij tegen me zei “met mij kun je zaken doen”. Omdat ik zelf niet in zaken zit en de toon uitermate bemoedigend klonk, heb ik de opmerking van de staatssecretaris opgevat als een belofte dat er mogelijk betere tijden aan zouden breken voor dieren, natuur en milieu. Dat het Krentmeesterschap dat bewindslieden van met name het CDA tot nu toe aan de dag hadden gelegd, waarin geld altijd centraal stond, waarin ecologie standaard werd geofferd op het altaar van de economie… Dat die vorm van Krentmeesterschap door deze staatssecretaris mogelijk verlaten zou worden. Dat die vervangen zou worden voor de aloude gedachte van Rentmeesterschap, waarbij de reproductiecapaciteit van de aarde en respect voor het leven centraal zouden staan.

Voorzitter, vandaag heeft mijn partij 68 minuten uitgetrokken voor onze bijdrage aan het debat over de begroting van Landbouw en Natuur, in het bijzonder dat deel dat betrekking heeft op dieren, natuur en milieu. Geen enkele andere partij in dit huis besteedt zoveel aandacht en tijd aan deze begroting als wij doen, de reden daarvan laat zich raden. Voorzitter, de Partij voor de Dieren komt niet alleen op voor de belangen van dieren, natuur en milieu, maar óók voor de belangen van boeren en hun gezinnen, voor agrarische woonkernen, voor een gezonde toekomst van het agrarisch gezinsbedrijf.

Voor mensen die naar de rand van de afgrond gemanoeuvreerd worden door een harteloos beleid. Agrarische bedrijven die door banken en overheden worden opgejaagd naar verdere schaalvergroting en waar marktmechanismen ervoor zorgen dat ze nauwelijks het hoofd boven water kunnen houden, laat staan dat ze fatsoenlijk met hun dieren en hun land om kunnen gaan.
De wijze waarop geld het wint van leven en essentiële waarden die met het leven samenhangen komt het meest schrijnend in beeld in de agrarische sector, waar schaalvergroting het leven op aarde binnen afzienbare termijn ondraaglijk of zelfs onmogelijk dreigt te maken.

Niet alleen omdat dagelijks zes agrarische bedrijven noodgedwongen moeten stoppen. Maar ook omdat we allemaal weten, dat voor ons huidige consumptiepatroon, wanneer dat overgenomen wordt door de rest van de wereldbevolking (en wie zou andere mensen dat recht willen ontzeggen?) vier aardbollen nodig zijn. En die zijn er niet, weet ook de staatssecretaris. Dat zegt ook Daan van Doorn van de gelijknamige commissie van Doorn, en de staatssecretaris lijkt dat met hem eens te zijn. Daarom mijn eerste vraag aan de staatssecretaris, welk deel van zijn beleid is er concreet op gericht de consumptie te verminderen, zowel in Nederland als in derde landen met wie Nederland betrekkingen onderhoudt, zoals Brazilië, China, Vietnam om maar een paar recente reisdoelen van handelsmissies te noemen.

Voorzitter, ik wil graag even terugkomen op de informele uitspraak van de staatssecretaris een jaar geleden, dat er met hem wel zaken te doen waren. Toen de staatssecretaris op 18 november op de jaarvergadering van de Limburgse Land- en Tuinbouwbond zei dat boeren met de natuurregels vooral creatief moesten omgaan, sloeg menigeen de schrik om het hart. Ik citeer: “Doe het. En doe het vooral in stilte. Ik wil niet weten hoe u het doet, als het maar gebeurt”.

Sinds 1972 kent Nederland een Bond van Wetsovertreders, maar dat een staatssecretaris een oproep tot wetsovertreding doet aan het begin van de 21e eeuw, in een tijdperk waarin de natuur zucht onder de dominantie van een uit zijn voegen barstende landbouw, mag zeer verontrustend heten. Eén trekkende gans maakt nog geen winter, maar ik zou de staatssecretaris toch nog eens willen vragen wat hij (met de kennis van nu) met deze oproep tot wetsovertreding beoogde en of hij meent dat aan zijn oproep in voldoende mate gehoor is gegeven. En wat het effect ervan is geweest.

Voorzitter, met deze staatssecretaris zijn zaken te doen. Zouden dat mogelijk zaken kunnen zijn die het daglicht niet kunnen verdragen? Hoe kan ik anders de aansporing zien om de regels te omzeilen en dat vooral in stilte te doen, op een (ik citeer) “pragmatische manier waar met name de Limburgers meesters in zouden zijn”. Tijdens diezelfde bijeenkomst zei de staatssecretaris dat de voltooiing van de Ecologische Hoofd Structuur door de Provincies wat hem betreft gewoon door kon gaan, ik citeer: „Als geen het extra geld kost, kan het wat mij betreft. En natuurlijk, gebieden die al klaar zijn,hoef je niet af te breken”. Een jaar later komt ook die stelling in een wonderlijk daglicht te staan, nu Staatsbosbeheer door de staatssecretaris op het matje is geroepen over haar medewerking aan het Oostvaarderswold, zonder dat het haar extra geld kost, voor een gebied dat goeddeels gerealiseerd is en gefinancierd wordt door derden.

Voorzitter, dat is voor mij aanleiding geweest me voor vandaag te verdiepen in de toezeggingen en beloftes van de staatssecretaris en zijn ambtsvoorgangers en de mate waarin die beloftes zijn waargemaakt. Je kunt best de meest veelbelovende bewindspersoon uit de Nederlandse geschiedenis zijn, maar wanneer je de ene na de andere belofte niet waarmaakt, romantiseert, verdraait, ontkent of intrekt, zou het kunnen dat daar conclusies aan verbonden dienen te worden. In een tijdperk waarin de burger steeds minder vertrouwen krijgt in de politiek, is het van het allergrootste belang dat de politiek verantwoording aflegt.

Zeker wanneer een prominent lid van de grootste regeringspartij, Ed Nijpels, zegt dat de staatssecretaris de waarheid voortdurend geweld aandoet, is er reden op zoek te gaan naar weerlegging of bewijs voor die stelling. Als partijgenoot en ambtsvoorganger Veerman de staatssecretaris beticht van ‘boerenbedrog’. Als journalist Noordhof schrijft dat in de provincie waar de staatssecretaris jarenlang gedeputeerde was, inmiddels de uitdrukking bestaat (ik citeer) “even een Blekertje doen”, wat zou staan voor het stelselmatig maken van U-bochten na eerdere met veel aplomb ingenomen stellingnames. Voorzitter, dan moet niet alleen de staatssecretaris zich zorgen maken, maar ook de mensen die gekozen zijn om het kabinet te controleren.

Voorzitter, ik zei al, we hebben ruim een uur uitgetrokken voor onze bijdrage aan deze begroting, en het liefst zou ik een uur lang de loftrompet gestoken hebben over de staatssecretaris die een jaar geleden zo beloftevol aantrad. De staatssecretaris die in no-time vaste gast werd in menig talkshow. Niet in het minst om zijn onconventionele benadering en zijn veelbelovendheid.
Voor die loftrompet is tot mijn grote spijt tot nu toe niet veel aanleiding geweest. Maar ik wil de staatssecretaris graag in de gelegenheid stellen het tij te keren. Duidelijk te maken dat wat over hem verteld wordt als het gaat om romantisering van de werkelijkheid, gebaseerd moet zijn op misverstanden, verkeerde citaten of anderszins in aanmerking komt voor rectificatie. Ik zal de eerste zijn om daar ruim podium voor te bieden in dit huis dat het hoogste gezag in ons land vertegenwoordigt, wanneer de staatssecretaris daar aanleiding voor geeft.

Voorzitter, ik wil graag aan aantal concrete zaken met de staatssecretaris doornemen en ik verzoek de staatssecretaris ook heel concreet in te gaan op mijn vragen. Voorzitter, de staatssecretaris weet dat de Nederlandse mestproductie een droevig record in Europa vormt. Nergens in Europa wordt zoveel mest geproduceerd per hoofd van de bevolking en per vierkante meter landoppervlak als in Nederland. Concreet: onze veehouderij produceert zeventig miljard kilo mest. Dat is vier duizend kilo per Nederlander, van jong tot oud.

De staatssecretaris spreekt in het kader van mestbeperking alleen over mestverwerking maar heeft alle vertrouwen in het oplossen van het gigantische mestprobleem. Geen idee wie al die miljoenen euro’s ophoest, om in zeer korte tijd de capaciteit van mestverwerking fors op te schroeven. Laat staan dat er voldoende tijd en draagvlak is voor alle noodzakelijke (milieu)vergunningen. En de oplossing lijkt vooral te moeten komen van derogatie, Europese uitzondering van de regels, waaraan we niet voldoen.

Vitens, ons grootste waterzuiveringsbedrijf, heeft in een brief aan staatssecretarissen Bleker (landbouw) en Atsma (milieu) inmiddels de noodklok geluid. Zo’n zestig procent van het kraanwater wordt uit grondwater gewonnen. Het huidige beleid leidt tot een toename van waterhardheid, verzuring en sulfaat- en zware metalengehalten, met vijftien miljoen euro aan meerkosten tot gevolg. Het nieuwe beleid maakt zuivering nóg duurder, zo schrijft Vitens.

Vitens benadrukt dat de regels op Europees, nationaal en regionaal niveau vaak met elkaar in tegenspraak zijn. Zo leidt het verschil in toepassing van de nitraatnorm binnen het mestbeleid en het grondwaterbeleid volgens het bedrijf tot willekeur. Het kabinet moet daarom maatregelen treffen om de verdere verontreiniging van grondwater te voorkomen.
Voorzitter, samenvattend, de staatssecretaris is tevreden met zijn mestbeleid en meent het budget voor mest drastisch te kunnen terugschroeven, terwijl Vitens zegt dat het beleid extra geld gaat kosten. Kan de staatssecretaris verklaren hoe zijn tevredenheid te rijmen is met de zorgen van waterzuiveraar Vitens? Graag een reactie.

Voorzitter, de staatssecretaris zegt bij meerdere gelegenheden te staan voor de belangen van het Nederlandse agrarische gezinsbedrijf. Maar welke bedrijfsomvang heeft hij daarbij in gedachten, voorzitter? Kan hij nou eens concreet maken hoeveel dieren wat hem betreft bij een agrarisch gezinsbedrijf horen? Als maximum? Of is het allemaal vooral semantiek? Kan elke megastal of gigastal – wat de staatssecretaris betreft – gedekt worden door een vlag waarop in Oudhollandse letters “agrarisch gezinsbedrijf” geborduurd is?

Voorzitter, deze staatssecretaris slaat een weg in zonder concrete doelen en uitgangspunten, zonder wettelijke grenzen, zonder instrument om de gezondheidsrisico’s te bepalen, zonder enige verantwoordelijkheid voor de centrale overheid, zonder visie en zonder eenduidige commitment vanuit de keten. De staatssecretaris schuift de verantwoordelijkheid van zich af naar gemeenten, provincies en supermarkten die geen macht hebben om de voortgaande schaalvergroting tegen te houden, en die daar vaak ook helemaal het nut niet van in zien. Dat is kenmerkend, voorzitter. Iemand anders verantwoordelijk maken, tot het moment dat de uitkomst je niet meer bevalt. De strijd tussen megastallenboeren en hun omgeving, tussen economie en volksgezondheid en tussen gezinsboeren en hun mega-concurrenten, tussen boeren en hun belangenbehartigers enerzijds en de retail anderzijds wordt alleen maar verergerd met dit beleid. En daar komt nu een nieuwe strijd tussen gemeenten en provincies bij, zoals pijnlijk duidelijk wordt in Twenterand. Of in Odiliapeel waar een varkensboerin uit Uden graag als gezinsbedrijf te boek wil staan, en tegelijk uitbreiden naar een stal van 2,5 hectare wil (want (ik citeer) “dat klinkt toch anders dan een megastal”). Schrijnend en veelzeggend, voorzitter.

De staatssecretaris beweert dat hij de motie voor een moratorium op megastallen heeft uitgevoerd. Voorzitter, dat is een ernstige romantisering van de werkelijkheid, als ik me – zo parlementair als mogelijk is – uit mag drukken: Eerder dit jaar bleek dat provincies en gemeenten (ondanks de oproep van staatssecretaris Bleker) gewoon doorgingen met het verlenen van ontheffingen voor megastallen. Zo gaf de provincie Noord-Holland toestemming tot uitbreiding van een melkveehouderijbedrijf tot 4,5 hectare waarop 753 koeien kunnen worden gehouden. De gemeente Horst aan de Maas (Limburg) ging na de oproep van Bleker akkoord met een stal voor 33.000 varkens en 1,2 miljoen kippen.

Kan de staatssecretaris klip en klaar aangeven hoe hij wil rechtpraten dat een wens van de volksvertegenwoordiging om te stoppen met nieuwe megastallen onder zijn bewind genegeerd wordt. Is het echt alleen een kwestie van “het geld dat stom is, praat recht wat krom is“? De staatssecretaris zegt zich in zijn visie vooral te richten op moderne, toekomstgerichte familiebedrijven die op een normale, geleidelijke manier moeten kunnen doorgroeien zodat er (ik citeer) “twee inkomens uit zijn te halen”.

Maar voorzitter, als uit de huidige bedrijfsvoering al nauwelijks één inkomen te halen is, kan de staatssecretaris dan eens duiden waar hij denkt dat die twee inkomens vandaan gaan komen. Is dit niet gewoon een verkapte manier om te zeggen dat mega-ondernemers mogen groeien en dat de agrarische gezinsbedrijven het loodje gaan leggen? Voorzitter de staatssecretaris heeft op de persconferentie over zijn visie op de veehouderij aangegeven dat hij wil dat (ik citeer) “veebedrijven in Nederland niet meer ongebreideld groeien”.

Maar vorige week werd bekend dat de staatssecretaris niet ingrijpt bij die megastal in Grubbenvorst met 1,2 miljoen kippen en 35.000 varkens. Als uiterste redmiddel om de komst van zo'n megastal tegen te houden, bereidt de staatssecretaris wel een wettelijke bepaling voor. Maar daarin komt geen norm of aantal dat aangeeft hoe groot een bedrijf maximaal mag worden.
Ook dat blijkt in strijd met wat de staatssecretaris buiten de Kamer vertelt, want zelfs deze staatssecretaris heeft een grens: bedrijven met 2.000 tot 3.000 koeien of 2 miljoen vleeskuikens kunnen niet. Hij vindt die hele grote veebedrijven niet bij Nederland passen. 'Ik zeg het ook tegen de boeren: als je het groter wilt, zoek het dan in Canada of Amerika. Hier past het niet'.

Hij vindt dat 300 tot 400 koeien, ongeveer 6000 vleesvarkens, 200.000 vleeskuikens of 100.000 legkippen op een bedrijf moet kunnen. Maar op andere bijeenkomsten, zoals bij de Rabobank, houdt hij weer andere cijfers aan, bijvoorbeeld 500 koeien. 'Maar die excessen, bedrijven met meer dieren, die moet je tegen kunnen houden', vindt de staatssecretaris, ook omdat ze de gezinsbedrijven in de weg zitten. Wat moeten we als hoogste controleorgaan van de regering met dergelijke mystificaties van de werkelijkheid, terwijl de ongewenste ontwikkelingen gewoon doorgang vinden in gemeenten en provincies?

Voldongen feitenpolitiek, die alleen maar kan, omdat de staatssecretaris lijkt te denken dat de meeste andere politici wel even de andere kant op kijken vanwege andere wereldproblemen.
Graag een reactie waarin de staatssecretaris zich niet verschuilt achter andere overheden. Als hij bereid en in staat is Provincies tot de orde te roepen omdat hun natuurbeleid hem niet bevalt, waarom zou dat dan niet kunnen wanneer hun megastallenbeleid hem niet bevalt? Of kan het zo zijn dat het megastallenbeleid van de Provincies hem gewoonweg wél bevalt, diep in zijn hart. Graag een helder antwoord van de staatssecretaris over het onderscheid tussen beide gegevens!

Voorzitter, de staatssecretaris vindt dat de agrarische bedrijven zelf moeten zorgen dat hun bedrijf past in de lokale omgeving. Volgens de staatssecretaris is een 'echte en consequente keuze voor duurzaam' nodig om ook op termijn te kunnen overleven. Hij meent dat deze bedrijven ook in die duurzame koers, waarin zorg voor de dieren centraal staat en de risico's voor de volksgezondheid sterk zijn teruggebracht, koplopers moeten kunnen worden.

Voorzitter, zelden heb ik zo’n misplaatst gebruik van het woord duurzaamheid gehoord. De ware koplopers in de veehouderij zitten in Grubbenvorst, waar zij hard op weg zijn naar de bouw van een megastal met 1,2 miljoen kippen en 35.000 varkens. Is dat volgens de staatssecretaris een mooi voorbeeld van een leuk en duurzaam familiebedrijf? En als het dat niet is, kan de staatssecretaris dan aangeven op welke wijze hij wil ingrijpen om te voorkomen dat dit soort bedrijven de familiebedrijven en de duurzaamheid de das omdoen op het moment dat hij alweer hoog en droog in Groningen zit?

In de uitzending van Brandpunt op 6 november jl. werd duidelijk in beeld gebracht wat voor type ondernemers onder dit bewind ‘goed boeren’: megastallen tot ver over de grens, met dure advocaten om lokale en regionale overheden af te bluffen. Omwonenden die hun ramen moeten sluiten om de stank buiten te houden en wiens rust wordt verstoord door de aanhoudende stroom van vrachtwagens voor de aanvoer van megabergen veevoer en afvoer van mest. Ik citeer wat VVD gedeputeerde Aalderink van Gelderland in 2004 in NRC zei hierover: “De Knorhof, zegt Aalderink, is bedreven in het rekken van procedures en het vinden van mazen in de wet. Daardoor, en omdat procedures bij de Raad van State in de ogen van Aalderink te traag verlopen, sleept het dossier zich voort. ,,De provincie, de burgers en De Knorhof zijn gebaat bij meer snelheid'', zegt Aalderink. Het liefst zou hij direct ingrijpen: ,,De Knorhof is een vorm van een vrijstaat waar je met de ME naar toe zou moeten om orde op zaken te stellen. Het moet afgelopen zijn.'' (einde citaat).

Hoe kan de staatssecretaris volhouden dat het een verantwoordelijkheid is van provincies en gemeenten en dat die een prima ruimtelijke ordenings-instrumentarium hebben, als duidelijk is dat die provincies en gemeenten niet geëquipeerd zijn om zich de brutaliteit van de exploitanten van megastallen van het lijf te houden? En ook als de staatssecretaris nota bene zelf eerder in het meidebat over mest zei dat de locale ruimtelijke ordeningswetgeving onvoldoende werkt om sturend op te treden bij de komst van meer intensieve veehouderij in een bepaalde regio en dat hij daarom met andere maatregelen wil komen. Graag een reactie van de staatssecretaris!

De staatssecretaris stelt: (ik citeer) Het verduurzamen van de veehouderij acht ik noodzakelijk voor nu en in de toekomst. Dat is niet alleen een voorwaarde voor de maatschappelijke inpassing van de sector maar ook nodig om als Nederland een economische koppositie te behouden. De ambtenaren van mijn ministerie hebben onder mijn voorganger reeds gecommuniceerd én gewerkt aan het verduurzamen van de veehouderij. Dat zal onder mijn bewind niet anders zijn". Een van de beloftes van de staatssecretaris op dit punt is dat hij, zo schrijft hij in de begroting, wettelijke belemmeringen om dierenwelzijn en verduurzaming te bevorderen, wil wegnemen. Kan de staatssecretaris drie voorbeelden noemen van dergelijke wettelijke belemmeringen?
Verder wil de staatssecretaris de bovenwettelijke maatschappelijke prestaties gaan belonen. Hoe valt dit, zo vraag ik de staatssecretaris, te rijmen met het kabinetsvoornemen om de bijdrage aan het Investeringsbudget Landelijk Gebied voor bufferzones, milieukwaliteit, duurzaam watergebruik en duurzaam ondernemen neerwaarts bij te stellen?

Voorzitter, hoe kan het dat aan de ene kant de staatssecretaris in de begroting stellig aangeeft dat hij, met name met betrekking tot het welzijn bij productiedieren, in zal zetten op de verbetering van de huisvesting, terwijl als ik kijk naar de middelen die ingezet worden, het vooral neerkomt op verbetering van de diergezondheid en het beperken van de fijnstof en ammoniakemissies in de vorm van subsidies op de energieslurpende luchtwassers?

Voorzitter, ik wil van de staatssecretaris precies weten waar de investering in huisvesting uit bestaat? We lezen dat de staatssecretaris een onderzoek gaat doen om ‘welzijnsvriendelijke vloeren’ in de kalverstal te stimuleren. Veehouders moeten in hun megastallen namelijk de stalvloeren aanpassen om de enorme ammoniakuitstoot terug te brengen. Deze aangepaste vloeren blijken echter niet geschikt voor de klauwtjes van kalveren waardoor ze vaak uitglijden op de vloeren. De pleisters op de enorme ammoniakproductie gaan ten koste van dieren. Integraal, duurzame stallen, voorzitter, kunnen er alleen komen indien we minder dieren met meer ruimte gaan houden. De staatssecretaris stelt in de begroting dat de overheid vanuit haar bewakende en faciliterende rol verantwoordelijk is voor onder meer het corrigeren van de negatieve externe effecten van de landbouw en de visserij - het zogenaamde marktfalen. Kan de staatssecretaris enkele voorbeelden van deze maatregelen noemen en afzetten tegen de directe en indirecte subsidies die de markt krijgt, zoals lagere belasting op grootverbruik van energie, afschaffing van de afvalstoffenbelasting, lagere belasting op rode diesel, inkomenssteun met verstorende werking op de landbouweconomieën in ontwikkelingslanden die deze negatieve externe effecten juist vergroten? Hoe verantwoordt de staatssecretaris deze tegenstrijdigheden in zijn beleid? Graag een reactie!

Voorzitter, Nederland is de slager en de melkboer van Europa. 70% Van de producten uit onze veehouderij wordt geëxporteerd. Hoe kan de staatssecretaris volhouden dat de consument een “doorslaggevende rol” zou hebben in de verduurzaming van de Nederlandse veehouderij, wanneer de Nederlandse consument minder dan een derde van die productie afneemt? Graag een reactie.

Kan de staatssecretaris concreet inzicht geven in de uitgaven die de Nederlandse overheid in de – laten we zeggen – afgelopen drie jaar gedaan heeft in relatie tot stal- en andere huisvestingssystemen in de veehouderij? Kan de staatssecretaris in zijn antwoord concreet ingaan op de vraag hoeveel van die overheidsuitgaven in Nederland en hoeveel in het buitenland terecht zijn gekomen, en kan hij tevens aangeven welk deel van deze uitgaven betrekking had op schaalvergroting en welk deel op schaalverkleining?

Voorzitter, veelvuldig wordt door de staatssecretaris verwezen naar het economische belang van de agrarische sector en met name de veeteelt. De bijdrage zou 11% van het Bruto Binnenlands Product zijn. In de begroting roemt de staatssecretaris de bijdrage van de landbouw aan de economie. Maar volgens de Agro-economische verkenningen wordt maar anderhalf procent wordt door boeren en tuinders aan het BBP bijgedragen. Dat is één procent van de netto bijdrage aan het Nederlandse product. De helft daarvan komt voor rekening van de groenten- en bloementelers. Van de andere helft van deze één procent is de helft voor rekening van de melkveehouders (daar zijn er 18.000 van in Nederland) En dus maar een kwart procent komt voor rekening van de varkens- en kippenhouders.

Kan de staatssecretaris bevestigen dat er nog maar 4500 varkenshouders in Nederland zijn en 470 plofkippenhouders? En dat dus voor nog geen 5000 ondernemingen met een minimum aan arbeidsplaatsen, Nederland letterlijk een mestfiguur wil slaan als het gaat om waterkwaliteit, natuur en mestoverschotten? Voorzitter, ondanks het feit dat de veehouderij in Nederland tot grote gevaren voor de volksgezondheid leidt, via MRSA, EHEC, Campylobacter, Salmonella , Q-koorts, ESBL, Vogelgriep, Varkensgriep en tal van andere plagen, weigert de staatssecretaris gehoor te geven aan de breedgedragen oproep om het bewaken van de volksgezondheid in handen te geven van het ministerie dat speciaal in het leven geroepen is om de volksgezondheid te bewaken. De Eerste Kamer deed die oproep zelfs unaniem.

Voorzitter, de staatssecretaris geeft geen antwoord op de vraag hoe hij de motie van de Eerste Kamer uit gaat voeren om het ministerie van volksgezondheid de regie te laten nemen bij zoönosenbestrijding. Hij schrijft, en ik citeer: “In de brief over de Q-koorts zijn we uitgebreid ingegaan op hoe we de positie van de VWS richting de nVWA verder willen optimaliseren”.
Voorzitter, dat is niet anders te duiden dan om de hete brei heendraaien. De staatssecretaris en minister Schippers kunnen het uitstekend met elkaar vinden dus is het dossier wel aan hun toevertrouwd. Vanuit het parlement is de wens geuit om de doorzettingsmacht bij VWS te hebben. Voorzitter, we hebben slechte ervaringen met informele lijnen. Evaluatiecommissie Van Dijk stelt vast dat de lakse houding van de overheid bij de Q-koorts bestrijding onder meer het resultaat was van de eis van het ministerie van LNV om eerst absolute zekerheid te hebben over de relatie tussen de humane besmettingen en de melkgeitenbedrijven voordat er actie ondernomen zou mogen worden.

Bij het ministerie van VWS was de relatie tussen de uitbraak bij dieren en bij mensen al langer duidelijk genoeg om maatregelen te nemen. Toch gebeurde dit pas nadat Zembla een indringende uitzending aan het onderwerp gewijd had. Het ministerie van VWS had de regie moeten hebben, constateert de commissie, zodat zij doorzettingsmacht zou hebben gehad om maatregelen te treffen. Dus voorzitter, we hebben niet alleen beloftes van goede samenwerking nodig, maar ook formele lijnen waarbij de eerste verantwoordelijkheid bij het ministerie van volksgezondheid ligt.
Wat let dit kabinet? Welk algemeen belang verzet zich tegen een regierol van VWS bij dierziektencrises?

Voorzitter, voor wat betreft het gebruik van antibiotica, de staatssecretaris zegt in zijn oktoberbrief dat het preventieve gebruik van antibiotica in de veehouderij inmiddels verboden zou zijn. Hij refereert daarbij aan een brief van 8 december 2010, waarin dit ook vermeld staat. Maar iedereen weet dat koppelbehandelingen synoniem zijn met preventief antibioticagebruik: dat betekent dat als een kip in een stal van bijvoorbeeld 200.000 dieren ziek is, de 199.999 resterende kippen gewoon preventief met antibiotica behandeld worden. Die toepassing tiert nog welig, net als de ontwikkeling van antibiotica-resistente bacteriën. Graag een heldere toelichting van de staatssecretaris op deze gevaarlijke tegenstrijdigheid. Mijn fractie wil een wettelijk verbod op het preventief gebruik van antibiotica inclusief koppelbehandelingen.

Voorzitter, de Kamer heeft in januari van dit jaar mijn motie aangenomen die de regering verzoekt, de controle op diertransporten en slachthuizen niet meer aan de sector over te laten, maar geheel in overheidshanden te nemen. Deze motie was april dit jaar voor de Tweede Kamer aanleiding voor een spoeddebat, om de voortgangsrapportage niet binnen was. Tot op de dag van vandaag laat de staatssecretaris de controle over aan de sector en blijft hij doen alsof zijn neus bloedt. Graag een concreet antwoord op de vraag wanneer de overheid overgaat de diertransportcontrole geheel weer in eigen handen neemt. Vorige week is in Bari door de Italiaanse opsporingsdiensten nog een Nederlands transport van levenden nertsen op weg naar Griekenland onderschept. Kennelijk is het Italiaanse toezicht beter geregeld dan de zelfregulering in Nederland waarop de staatssecretaris meent te kunnen vertrouwen, in afwijking van wat een meerderheid van deze Kamer wil. Graag een reactie!

De staatssecretaris zegt de controlecapaciteit van de nVWA voor diertransporten met 10% te hebben uitgebreid, maar uit het onderzoek van Vanthemsche blijkt dat de capaciteit krimpt en het aantal assistent-Toezichthoudend Dierenartsen en de senior controleurs van 88 naar 54 medewerkers wordt teruggebracht. Hoe verhoudt zich dat ten opzichte van de uitspraak over een groei van de controlecapaciteit? Graag een reactie.

Voorzitter, beweringen dat de dierenpolitie in samenwerking met de nVWA op zou kunnen treden tegen misstanden in diertransporten zijn nu al gelogenstraft: de dierenpolitie mag zich niet bemoeien met de veehouderij en diertransporten. Het telefoonnummer 144 dient slechts als doorgeefluik naar de VWA en de AID. Dit is geheel in tegenspraak met wat de staatssecretaris in april tijdens het spoeddebat over diertransporten heeft beweert. Wat is het nauw, voorzitter en kan de staatssecretaris toelichten waarom 500 miljoen dieren in de bio-industrie niet kunnen rekenen op de dierenpolitie? Graag een reactie!

Dan de grondstoffen- en voedselcrisis en de rol van Nederland. Voorzitter, vorige week was de staatssecretaris op handelsmissie in Brazilië. De vraag die dan meteen opkomt is natuurlijk, wat was de inzet van die handelsmissie? Brazilië lijkt het eens te zijn met de staatssecretaris dat je nutteloze regenwouden maar het beste productief kunt maken in onafzienbare landbouwgronden, maar als de staatssecretaris twittert (ik citeer):"ik was in Brazilië en WNF en Greenpeace spraken lovende woorden over hoe Nederland zich inzet voor ronde tafels". Even voor de duidelijkheid, de staatssecretaris heeft het dan over de overleggen over duurzame soja…. Nou, voorzitter, dan is het schrijnend om bij een eerste check bij de woordvoerder van Greenpeace ter plaatse te vernemen (ik citeer): "NOT AT ALL. Dat geeft de burger geen moed voorzitter, wanneer fantasie en werkelijkheid op een wel heel brutale wijze met elkaar vermengd worden. Graag een reactie!

Voorzitter, dan de vleesconsumptie.
Mensen die minder vlees en zuivel gaan eten, helpen volgens het Planbureau voor de Leefomgeving daarmee de uitstoot van broeikasgassen te verlagen. Als we minder vlees en zuivel eten, is er minder veevoer nodig en hoeft er dus minder natuur te worden omgezet in landbouwgrond. Een lagere vlees- en zuivelconsumptie leidt tot een vergroting van het efficiënt gebruik van hulpmiddelen en tot een verminderde uitstoot van broeikasgassen. Bovendien is een lagere consumptie van vlees en zuivel goed voor de gezondheid. Het rapport spreekt dan ook van een 'robuuste strategie'.

De directeur van het PBL maakt de opmerking dat (ik citeer): "Als je constateert in het rapport dat de vleesconsumptie in de EU twee maal zo hoog is als het gemiddelde in de wereld, is nog veel te winnen is. Zeker als je je bedenkt dat de EU geen enkel beleid heeft dat gericht is op het aanpassen van consumptiepatronen".

Kijk, als dan deze staatssecretaris zegt dat hij weinig heil ziet in het vervangen van vlees door plantaardige eiwitten (in tegenstelling tot zijn ambtsvoorganger) omdat hij dat ‘niet realistisch vindt’ en om die reden eigenmachtig breekt met het ingezette beleid op het gebied van een eiwittransitie, kunnen we ons afvragen hoezeer het hem ernst is met een verduurzaming van de voedselketen? Mag ik de staatssecretaris eens vragen of hij tijdens zijn handelsmissie in Brazilië iets heeft gedaan om de consumptie van vlees hetzij in Brazilië hetzij in Nederland te verminderen, of om de consumptie van vlees te bevorderen? Graag een heldere reactie, man en paard graag!

Voorzitter, dan wil ik het nu graag hebben over de jacht. Decennialang is er in Nederland gewerkt aan een flora- en faunawet waarin de bescherming van flora en fauna centraal stond, zoals ook bedoeld in verschillende Europese wetten die betrekking hebben op flora en fauna. Niet de mens stonden centraal in wetgeving, maar planten en dieren. Denkt de mens schade te lijden door bijvoorbeeld dieren, dan dient eerst geprobeerd te worden op een diervriendelijke wijze aan preventie te doen of de schade of overlast te bestrijden, alvorens naar het zwaarste middel gegrepen wordt, het jachtgeweer. Die systematiek, waarbij uitgegaan wordt van de beschermwaardigheid van de natuur, bevalt deze staatssecretaris in het geheel niet. Hij mag dan wel geen natuurbarbaar zijn, of zelfs het zelfbenoemde tegendeel daarvan, leuker voor de dieren gaat de staatssecretaris het niet maken, wel veel makkelijker voor de jagers.

Wie het blad De Nederlandse Jager leest, weet dat de staatssecretaris weliswaar stelt zelf niet te jagen, maar hij verkeert wel veel in jagerskringen, omdat z’n zoon en z’n schoonvader jagen, zo vertelt hij. En wat daarvan ook de reden mag zijn …. ook om zulke privézaken aan de grote klok te hangen…. de staatssecretaris is van plan om jagers vergaand tegemoet te komen. Van het wilde zwijn, een beschermde, niet bejaagbare diersoort, worden jaarlijks tot wel tachtig procent geschoten door jagers. Een meerderheid in de Tweede Kamer stelde daarom vast dat de grootschalige jacht geen effectief middel is gebleken. De Kamer riep staatssecretaris Bleker van Landbouw op om andere methoden van beheer te ontwikkelen. De meerderheid van de Tweede Kamer wil een eind aan de jaarlijkse jacht op duizenden zwijnen en heeft in een motie geëist dat er een onafhankelijk onderzoek komt naar alternatieven voor de jacht op deze (beschermde) diersoort.
Maar voorzitter, de staatssecretaris voelde daar helemaal niets voor en verwees naar de provincie Gelderland, die verantwoordelijk is voor de zwijnenstand. Een sterk staaltje afschuiftechniek naar willekeur, en daar zijn er meer van.

Wanneer jagers gebruik willen maken van jachtmiddelen die verboden zijn in het Benelux verdrag, namelijk met lichtbakken op vossen schieten, weigert de staatssecretaris daartegen op te treden met een wel zeer simplistische redenering. Hij zegt (ik citeer): “Ik ga ervan uit dat besluiten van Gedeputeerde Staten worden genomen binnen de relevante wettelijke kaders, inclusief het Benelux verdrag”. De staatssecretaris zegt dus das hij aanneemt dat de Provincie wel zal weten wat ze doet en dat het wel zal kloppen, en dat wie denkt dat het anders is, maar bij die provincie aan moet kloppen en bezwaar moet maken of anders naar de rechter moet stappen. Dat deed de Faunabescherming en ze werd door verschillende rechters in verschillende provincies in het gelijk gesteld. Maar, voorzitter, dat veranderde niets aan de opstelling van de staatssecretaris.

Die lijkt te denken, procedeer maar tot je een ons weegt, desnoods elke keer opnieuw in 12 provincies, de staatssecretaris voelt zich niet verantwoordelijk en verschuilt zich achter dezelfde provincies die hij bij andere onderwerpen die hem beter uitkomen wel op het matje roept. Met de steeds hoger wordende griffiekosten wordt het steeds moeilijker voor maatschappelijke organisaties om hun recht te halen en zijn ze steeds sneller uitgeprocedeerd, makkelijk zat. De staatssecretaris weet dus dat provincies zich niet aan de wet houden, maar doet niets. Hij bevordert daarmee wetsovertreding, analoog aan zijn oproep aan boeren om de natuurregels in stilte te omzeilen. Kan de staatssecretaris aangeven waarom hij niet ingrijpt als het Benelux verdrag stelselmatig geschonden wordt om jagers de ruimte te geven? Graag een helder antwoord.

Voorzitter, de staatssecretaris is werkelijk onnavolgbaar. Hij stelt namelijk ook in de Nederlandse Jager dat hij ook niet zit te wachten op twaalf verschillende vormen van provinciaal jachtbeleid. Dat dat ‘een discussiepunt’ is. Wat wil hij nou, voorzitter? Lees De Nederlandse Jager en u leest de wondere gedachtewereld van deze staatssecretaris beter kennen. Ik citeer: “Anderzijds zijn er uiteraard mensen die in principe tegen het doden van dieren zijn, die vinden dat wildpopulaties uit zichzelf wel een natuurlijk evenwicht zullen vinden. Daar is geen praten tegen, maar het hoort wel bij het leven: dingen uitleggen die veraf staan van de belevingswereld van andersdenkenden.

Voorzitter, het zijn niet de mensen die in principe tegen het doden van dieren zijn, maar wetenschappers die keer op keer aangeven dat dierpopulaties een natuurlijk evenwicht zullen bereiken als er maar niet structureel wordt ingegrepen door de mens middels bijvoeren of jagen. De staatssecretaris kwalificeert dit wetenschappelijk argument echter onder een emotionele redenering van mensen die principieel tegen het doden van dieren zijn. Maar dit is geen manier met wetenschappelijke inzichten om te gaan. De staatssecretaris vind zelf, en ik citeer: ‘Ik ben vatbaar voor argumenten, maar ik ben gevoelig voor karikaturen. Ik vind zelf dat ik uitblink in nuance’. Mooi, de staatssecretaris blinkt dus uit in nuance en van mensen die een andere mening hebben, zegt hij (ik citeer): ”daar is geen praten tegen”. Helder!

Voorzitter, wanneer de Nederlandse wet zegt dat de Kauw een beschermde diersoort is, heeft de staatssecretaris daar geen enkele boodschap aan. Als je een dode kauw hebt, mag je die ophangen als vogelverschrikker, en als die opvatting je niet bevalt dan ga je maar naar de rechter. Het is het soort powerplay die we wel kennen uit de strips van Cowboy Henk, met als enige verschil dat die verhalen humor bevatten terwijl de cowboyverhalen van deze staatssecretaris een dodelijke afloop kennen voor een steeds groter aantal dieren.
Wie zich afvraagt op welke wijze de staatssecretaris in zijn beleid tegemoet komt aan de wens van een ruime meerderheid van de Nederlandse bevolking om dieren te beschermen tegen de jagers, komt van een koude kermis thuis.

Want de staatssecretaris heeft meer op met jagerslatijn dan met maatschappelijke opvattingen, voorzitter. Ik citeer: “Uiteindelijk is het er de jagers om te doen de wildpopulatie in stand te houden. Jagers willen oogsten én beheren. Hij zegt: “Zelf ben ik geen jager, maar mijn zoon is dat wel en mijn schoonvader was het. Daarom is jagen voor mij synoniem aan op een fatsoenlijke manier met de natuur omgaan. Netjes voor de natuur zorgen en erop letten dat je volgend jaar weer kunt jagen, dat typeert de serieuze jager’. ‘De kansen voor jagers om mee te denken over concrete maatregelen in het landelijk gebied – maatregelen die gunstig zijn voor de wildstand – worden alleen maar groter, daar ben ik heilig van overtuigd’.

Voorzitter, de heilige overtuiging van deze staatssecretaris is dus dat de kansen voor jagers alleen maar groter worden. De pakweg 1,5 promille van de Nederlandse bevolking die jaagt krijgt van deze staatssecretaris meer prioriteit dan de wensen van de 97% van de Nederlandse bevolking die plezierjacht afwijst. Zelden werd de arrogantie van de macht duidelijker in cijfers uitgedrukt dan in dit geval. Als het aan de staatssecretaris ligt worden meer diersoorten vrij bejaagbaar en verliezen beschermde diersoorten hun status. Over het verlies van deze beschermde status luidde half april negenenzeventig hoogleraren, onder wie de voorganger en partijgenoot van de staatssecretaris, Cees Veerman, de noodklok. Ik citeer: 'De draconische bezuinigingsmaatregelen op natuur leiden ertoe dat wat in decennia is opgebouwd op zeer korte termijn teloor dreigt te gaan.' (einde citaat).

Voorzitter, enkele dagen later zit onze staatssecretaris in de radiostudio van Dit is de Dag. Voor de microfoon legt hij uit dat de hoogleraren zich helemaal geen zorgen hoeven te maken. Ik citeer: 'Voor de grutto, de das en die andere soorten wordt het door het beleid van deze regering niet slechter. Nee, we gaan een stap vooruit.' (einde citaat). De Ecologische Hoofdstructuur wordt bij hem misschien iets compacter, maar hij zal in 2018 dankzij de staatssecretaris wel af zijn. Op de vraag van Tijs van den Brink of bedreigde diersoorten als de boomkikker, de das en de grutto tegen die tijd dan niet verdwenen zouden zijn, antwoordt de staatssecretaris: 'Nou, met de grutto gaat het gemiddeld genomen héél goed'.

Het is de staatssecretaris ten voeten uit. Lastige vragen pareert hij met bluf en bravoure, en zijn eigen versie van de waarheid. Want wat zijn de feiten? Volgens de laatste cijfers van Vogelbescherming is het aantal broedparen van de grutto tussen 1980 en nu gestaag gedaald van honderdduizend naar vijfentwintigduizend, de vogel staat al jaren op de Rode Lijst van bedreigde diersoorten.

Voorzitter, in het regeerakkoord heeft het Kabinet afgesproken dat nationale koppen op de Europese wetgeving moeten worden opgespoord en 'verwijderd'. Dit heeft vergaande gevolgen. Zo regelt de huidige Flora- en Faunawet dat er geen jacht mag plaatsvinden in natuurgebieden, maar aangezien dat geen verplichting is die door Europa is opgelegd, wil de staatssecretaris dit verbod schrappen.

Voorzitter, de Flora- en Faunawet somt limitatief op vanwege welke belangen een ontheffing tot het doden van beschermde dieren kan worden verleend: belangrijke landbouwschade of gevaar voor de openbare veiligheid. De staatssecretaris heeft de afgelopen tijd net als zijn voorganger de wet naast zich neergelegd om werkelijk alle triviale redenen aan te grijpen om de jagers hun gang te laten gaan. De staatssecretaris zegt dat de provincies zelf moeten bepalen wanneer zij vinden dat dieren gedood mogen worden. Dit gaat lijnrecht in tegen het uitgangspunt dat het een landelijke taak is om de kaders te scheppen rondom het al dan niet mogen gebruiken en doden van dieren.

Voorzitter, in een klein en vol land is het onvermijdelijk dat mensen wel eens overlast veroorzaken. De overheid is er dan om zo mogelijk de burgers te beschermen. Erg uit de verf komt dat meestal niet. Komt er iedere twee minuten een vliegtuig laag over? Dan passen we de geluidsnormen aan. Is die nieuwe megastal bij u in de buurt een bron van stank? Had u maar in de stad moeten gaan wonen. Wilt u graag dat die nieuwe snelweg er niet komt? Dan worden uw inspraakmogelijkheden beperkt. Vindt u 24 treinen per uur langs uw achtertuin wat veel van het goede en wilt u graag een tunnel? Daar is geen geld voor.

Heel anders wordt de situatie wanneer iemand overlast meldt die door in het wild levende dieren wordt veroorzaakt. Als een gans wat van uw gras eet of een damhert aan uw seringen knabbelt of een wild zwijn uw grasveldje omwoelt, dan staat de overheid pal! Gedeputeerden schuiven democratisch genomen beslissingen opzij, en dit kabinet roept dat we de dieren moeten vergassen. Deze staatssecretaris roept de landbouw op om de wet te omzeilen en hij wil niet weten hoe ze het doen als ze het maar in stilte doen. De staatssecretaris spreekt als het gaat om in het wild levende dieren over 'onhoudbare situatie', explosieve groei en enorme schade. Ook als daar geen enkele cijfermatige onderbouwing voor is.

Vandaag nog legt de Vogelbescherming in het Radio 1 journaal uit dat de kolgans enkel in Nederland overwintert en in het voorjaar naar het Noorden wegtrekt. Het gaat niet goed met hun stand, het aantal jongen loopt terug. Van het wilde zwijn is bekend dat deze geregeld door jagers wordt bijgevoerd, hoewel dit verboden is. Ook is bekend dat de tellingen door de jagers zelf worden gedaan en dat deze worden bijgehouden in niet voor iedereen openbare registers. Het wilde zwijn staat nota bene op de rode lijst van bedreigde en kwetsbare zoogdieren van Nederland.
Als de staatssecretaris zo goed weet hoe de stand van zaken is met betrekking tot de economische schade die ontstaat door in het wild levende dieren, dan moet hij dat hebben afgezet ten opzichte van de economische waarde die de fauna heeft voor de economie. Graag een klip en klaar antwoord op de vraag hoe groot de economische waarde is die niet bejaagbare en dus niet schuwe dieren voor een regio hebben in termen van opbrengsten voor het toerisme en woongenot.

De staatssecretaris zegt er voor de boeren te zijn. Maar als je kijkt naar zijn voornemens dan zie je dat dit niet waar is. Het bejaagbaar maken van ganzen bijvoorbeeld zal zeer ongunstig uitpakken voor de boeren. Nu krijgen ze, terecht of niet, jaarlijks ruim zes miljoen euro aan schadevergoedingen uitgekeerd. Dat zal met de plannen van de staatssecretaris afgelopen zijn, aangezien de overheid geen schadevergoedingen uitkeert voor bejaagbare soorten. De agrariërs zullen hun schade moeten verhalen op de jagers. Is dat de bedoeling zo vraag ik de staatssecretaris? De staatssecretaris laat zijn oren hangen naar de jagerslobby. Ik hoor hem al pleiten voor het bejaagbaar maken van het ree omdat het dier veel landbouwschade zou veroorzaken, maar voorzitter, uit de cijfers van het Faunafonds blijkt dat in het geheel niet. Beleid op geen enkel feit gestoeld, voorzitter, dat is het.

De ongehoorde brutaliteit die spreekt uit dit soort voornemens kan alleen maar bestaan bij de gratie van de veronderstelling dat veel politieke partijen op dit moment belangrijker zaken aan hun hoofd hebben dan opkomen voor dieren. Mocht dat zo zijn, dan kan ik u zeggen dat zowel de staatssecretaris als partijen die dit pro-plezierjachtbeleid denken te moeten steunen zich ernstig vergissen. Ondanks het feit dat jagers zich keer op keer ernstig misdragen met het vergiftigen van beschermde roofdieren, met het schieten van dieren die beschermd zijn, met het jagen op onwettige manieren en met het letterlijk aan flarden schieten van de natuurlijke populatiedynamiek en groepshiërarchie van intelligente dieren, neemt de staatssecretaris geen afstand van deze recreatieschutters, maar wil hij ze juist belonen met een wettelijke status. Kan de staatssecretaris dat eens uitleggen, zonder al teveel omhaal van woorden?

Toen een aantal organisaties vergaderde over de ganzenpopulatie in Nederland in het ganzen8 verband, liet de staatssecretaris ze nadenken en discussiëren over mogelijke oplossingen voor vermeende problemen, terwijl hij allang wist dat er sprake was van zinloos overleg. Immers de staatssecretaris was allang van plan om ganzen doodleuk vogelvrij te verklaren, wat de ganzen8 of later de ganzen7 daar ook van zouden vinden. Ook de jagers, die het ganzen8 overleg verlieten omdat ze vonden dat het schieten van ganzen tijdens de zomervakantie hun toch al niet te beste imago verder zou kunnen bezoedelen, wisten ze allang wat hun staatssecretaris voor ze in petto had. Uit correspondentie van de Koninklijke Nederlandse Jagers Vereniging blijkt dat de heren (nee, inderdaad voorzitter, er zijn maar weinig vrouwen die lol beleven aan het doden van dieren) bleek dat de heren uiterst content waren met de plannen van hun beschermheer.
Voorzitter, deze staatssecretaris heeft lak aan dieren, aan de natuur en aan het milieu. Hij pretendeert het tegenovergestelde van een natuurbarbaar te zijn, maar verzuimt bij elke gelegenheid daarvan het ondersteunend bewijs te leveren.

Hij lijkt er een genoegen in te scheppen natuurwetten te tarten, sterker nog hij heeft inmiddels een zodanige overmoed ontwikkeld dat hij meent een nieuwe natuurwet te kunnen schrijven, die bestaande natuurwetten zou moeten vervangen. Daar gaan we het nog uitgebreid over hebben als de wet naar de Kamer komt. Straks zal mijn collega Ouwehand haar licht laten schijnen over de wijze waarop deze staatssecretaris indruist tegen onze natuur.

30 november 2011

De krabbenmand met elkaar degraderende vleeseters

Wie wel eens een open mand met krabben heeft gezien, zal het fenomeen kennen: de krabben die proberen uit de mand te klimmen trekken elkaar weer naar beneden. Het resultaat is dat bijna geen krab de mand verlaat en zijn vrijheid herwint.

Een Amerikaanse onderzoeker, dr Brock Bastian van de UQ's School of Psychology, heeft uitgevonden dat mensen de mentale eigenschappen van dieren ontkennen wanneer zij vlees eten. Het valt hen zwaarder om een dier te eten dat zij (bijna) als gelijkwaardig herkennen. Het is een open deur, maar toch.
In de Tweede Wereldoorlog probeerde de Nazi’s de Joden die zij wilden vergassen eerst te ontmenselijken. Dat maakte hun dodelijke gedrag gemakkelijker uit te voeren met minder gewetensnood.
Arnon Grunberg probeert PVV-ers en PvdD-ers omlaag te halen omdat zij een wet willen doorvoeren die rituele slacht verbiedt. Hij doet dit door te proberen hen belachelijk te maken met absurde vergelijkingen. In de Volkskrant van 30 november roept hij op om Afghanen op te leiden tot animal cops: “eigen lammeren eerst?”.
En zo probeert iedereen, wiens vrijheid beperkt dreigt te worden, een ander omlaag te halen die opkomt voor zijn eigen vrijheid of de vrijheid van een ander.
Het wordt een mooiere wereld wanneer deze mensen eerst zichzelf zouden beperken alvorens de aanval te openen op anderen die werken aan een grotere vrijheid voor allen.

13 november 2011

Aan Edith, van Henk

Afgelopen week verbaasde Esther Ouwehand (PvdD) vriend en vijand door in de Tweede Kamer, tijdens de begrotingsdebatten over volksgezondheid, een - gefingeerde - brief voor te lezen van Edith Schippers (Volksgezondheid) aan Henk Bleker (Landbouw). In deze brief geeft Schippers Bleker er behoorlijk van langs omdat zijn beleid volgens haar de volksgezondheid in gevaar zou brengen. De intensieve veehouderij is een bron van risico's op allerlei ziektes, brengt veel schade toe aan het milieu en is zeer dieronvriendelijk. Met name het CDA was niet blij met de 'stunt' van Esther Ouwehand en probeerde de Kamervoorzitter er toe te bewegen haar het zwijgen op te leggen. Tevergeefs overigens.
Het leek mij wel een aardig idee Henk Bleker - eveneens gefingeerd - te laten reageren op deze brandbrief.


Beste Edith,

Nou zeg, ik ben best wel even geschrokken van die brief van jou. Wat maak je me nou? Ga je een beetje die twee mutsen van de Partij voor de Dieren in de kaart spelen. Krijg ik eerst half Nederland over me heen omdat ik die jongen Mauro een oneerbaar voorstel zou hebben gedaan, kom jij nu met de aantijging dat ik door mijn beleid de volksgezondheid in gevaar zou brengen. Met zulke coalitiegenoten heb je geen oppositie meer nodig!
Wat nou, mijn beleid brengt de volksgezondheid in gevaar. Jouw beleid brengt de positie van mijn boeren in gevaar, zul je bedoelen!
Ik weet ook wel dat er mensen doodgaan door bacteriën en andere ziekmakers uit de veehouderij. Ik ben me bewust dat al die bestrijdingsmiddelen een nadelige invloed hebben op mensen die in de buurt wonen waar die troep gebruikt wordt. En ja, ik realiseer me dat door de overbemesting de grond dood is gemaakt en dat insecten en weidevogels daardoor het loodje leggen. En denk maar niet dat ik niet door heb dat er met de dieren in de vee-industrie vervelende dingen gebeuren, allemaal ter wille van een goedkoop stukje vlees. O ja? Zit er in de vis tegenwoordig zoveel DDT? Nou ja, dan kunnen we er in ieder geval insecten mee bestrijden (grapje, hoor! Maar ik ben nou eenmaal een nuchtere Groninger en die hebben zo hun eigen gevoel voor humor. Zo ist maar krekt!).
Mensen minder vlees gaan eten? Denk je nu werkelijk dat ik mijn achterban – of wat daar nog van over is – zo ver kan krijgen dat ze hun karbonaadje en kipfiletje inruilen voor een sojafröbelschijfje of iets van dien aard? Wij blijven volhouden dat vlees en zuivel volwaardige voedingsmiddelen zijn waar de bevolking niet zonder kan. Al die nieuwlichters die anders beweren verklaren we gewoon voor gek. Ik heb daar in de kamer een uitstekend mannetje voor: Ger Koopmans! Die ontkent b.v. gewoon dat ganzen last hebben van die dwangvoedering om ze foie gras te laten produceren. Of hij zegt dat de dieren bij het CDA beter af zijn dan bij de Partij voor de Dieren. Gewoon glashard ontkennen, tegen beter weten in, is voor ons een uitstekende strategie, denken wij.
Megastallen gevaarlijk voor de omwonenden? Nou dan verhuizen ze maar! En die boeren zelf zeuren niet over dat beetje fijnstof in hun longen. En hoor je wel eens een varkenshouder jammeren dat hij het zo erg vindt dat hij besmet is met ESBL-bacterie? Nee toch? Nou dan! Schaalvergroting, dat is het credo van de landbouwsector en ik ga daar vrolijk in mee want ze stemmen in ieder geval dan nog op ons! Dieren zijn er voor de mens, Edith, lees de bijbel er maar eens op na. Want dat Grote Boek is en blijft het richtsnoer voor ons handelen. Rentmeesterschap – dat woord mogen we van dat mens, die Jacobine Geel, dus niet meer gebruiken, maar ik doe het toch, koppige Groninger als ik nou eenmaal ben! – zien wij een ietsiepietsie anders dan die geitenwollensokkenmierenneukers. Excusez le mot!
Weet je wat ik denk, Edith? Dat jij stiekem de kant van die twee poezen van de PvdD hebt gekozen. Want in die brief van jou herken ik veel van meisje Ouwehand. Ouwehand, ken ik die naam niet van de haring en dat dierenpark? Nou, dan heeft dat wicht haar afkomst ook behoorlijk verloochend, zeg!. Ze moest zich schamen om zo op jou in te praten dat je – bijna? – om bent. Want, zeg nou zelf, Edith, jij als rechtgeaarde VVD-ster, jij weet toch ook wel dat al dat gezever over natuur en milieu de omzetcijfers van onze ondernemers alleen maar drukt en ze op kosten jaagt? We moeten groeien, groeien en nog veel meer groeien. Megastallen, varkensflats, we moeten en zullen doorgaan. Na ons de strontvloed! Niet dan? Ja toch? Nou dan!
Kom op Edith, we drinken er nog wat op – en dan bedoel ik natuurlijk geen melk - en jij steekt nog een lekker sigaretje op – want de tabaksindustrie ligt jou ook na aan het hart, heb ik begrepen. En dan in de tweede termijn kom jij met je verhaal voor de Kamer en vertel je eerlijk dat je je door die kol van een Ouwehand zo hebt laten beïnvloeden dat je in totale verwarring die brief aan mij hebt geschreven. Mijn partij slikt dat sowieso wel en die van jou zal ook niet moeilijk gaan doen en het afdoen als een zwak, maar te vergeven, moment van een minister die onder (te?) zware druk staat. De PVV? Ach, je weet óók wel………. En die twee heksen in de Tweede en die proleet in de Eerste Kamer, die krijgen we nog wel. In ieder geval stuur ik Ger Koopmans op ze af. Genadeloos zal hij met dat stel afrekenen, hoop ik! Ja, toch zeker wel? Denk jij ook niet? Ja, hè?
Nou, hier laat ik het maar even bij. Ik moet nodig weer aan de slag. Er is nog veel te veel natuur in dit land en daar moeten we wat aan doen! Er moeten nog ganzen vergast worden, allerlei andere beesten worden afgeschoten en ik moet er voor zorgen dat de intensieve veehouderij onbelemmerd kan doorgaan, kortom werk aan de winkel.
Zijn we weer goede vrienden? Stront erover? Ja wel, hè?

Nou, dat was’t. Een dikke smok van mij en zou zeggen: nait soez’n, moar deurbroez’n.

Henk

PS. Verdikkeme, Edith, had ik me daar toch een stomme fout gemaakt in die laatste regel. Ik schreef: ‘Stront er over?’. Moet natuurlijk zijn: ‘Zand er over?’ Freudiaanse verspreking, zullen we maar zeggen. Helaas had ik de envelop al dichtgeplakt, dus kon ik het niet meer veranderen. Daarom bij dezen!

Henk

27 september 2011

PvdD stelt kamervragen over ver(d)(f)raaien onderzoeksresultaten effecten melk

De gerenommeerde Amerikaanse voedingswetenschapper Walter Willett eist dat de Wageningen Universiteit (WUR) een persbericht over de gunstige effecten van melk publiekelijk intrekt. Volgens de Harvard-professor, die zelf aan het onderzoek meewerkte, verdraait de WUR in het persbericht de resultaten van de studie.

Vragen van het lid Thieme (Partij voor de Dieren) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de staatssecretaris van Economische zaken, Landbouw en Innovatie, Henk Bleker.

  1. Kent u het bericht “Wageningen Universiteit verdraaide onderzoek over melk” ?[1]
  2. Kent u het bericht “Wageningen past lovend persbericht over melk aan”?[2]
  3. Kent u het bericht “Wakker Dier: Melkonderzoek WU is reclame”?[3]
  4. Wat vindt u, als verantwoordelijk staatssecretaris voor Universiteit Wageningen, van het feit dat professor Willett van de Harvard University stelt dat de Universiteit Wageningen in een persbericht de onderzoeksresultaten extreem heeft verdraaid?
  5. Is het juist dat er nauwe banden bestaan tussen Wageningen Universiteit en de zuivelindustrie, zoals de woordvoerder van de universiteit aangeeft? Zo ja, kunt u aangeven waaruit deze nauwe banden bestaan en of ze de onafhankelijke meningsvorming van de universiteit in de weg zouden kunnen staan?
  6. Klopt het dat wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat veel melk drinken mogelijk een verhoogd risico veroorzaakt voor het krijgen van bepaalde vormen van kanker? Zo neen, waarop baseert u dit?
  7. Kent u het bericht dat Het Voedingscentrum heeft uitgebracht dat ze haar zuivelaanbeveling handhaaft, welk bericht werd uitgegeven nog voordat prof Willett zijn aangekondigde voordracht hield in Nederland en waarin deze gerenommeerde wetenschapper wordt beticht van het doen van “onware beweringen”?[4] Deelt u de mening van professor Willett dat voedingsadviesorganisaties voorzichtiger moeten zijn met het aanraden van grote hoeveelheden melkproducten? Zo ja, bent u bereid het Voedingscentrum hierop aan te spreken? Zo neen, waarom niet?
  8. Bent u bereid om samen met het voedingscentrum te kijken naar mogelijkheden om de consument te informeren over de risico’s van hoge zuivelconsumptie? Zo ja, op welke termijn en wijze? Zo nee, waarom niet.
  9. Is het juist dat een woordvoerder van Wageningen Universiteit de aantijgingen van Wakker Dier als “een beetje zot” heeft aangeduid? Zo ja, hoe beoordeelt u deze kwalificatie in relatie tot het feit dat Wageningen zich wel degelijk genoodzaakt heeft gevoeld haar persverklaring aan te passen?
  10. Hoe ziet u de voortschrijdende inzichten ten aanzien van mogelijke risico’s van hoge melkconsumptie in relatie tot de rol van de Nederland sector en kennisinstellingen ter bevordering van de consumptie van dierlijke eiwitten in Azië, zoals u in antwoord op vragen van het lid Thieme over de handelsmissies naar Azië en de lactose-intolerantie bij Aziaten[5] heeft aangegeven?
  11. Deelt u de mening van prof van Hooijdonk[6], hoogleraar zuivelkunde en verbonden aan Campina dat hoge consumptie van zuivel geen verhoogd risico op hart en vaatziekten geeft? Hoe verhoudt zich deze conclusie tot het rapport van de WHO[7] waaruit duidelijk werd dat hoge inname van zuivel in relatie tot het EU stimuleringsbeleid leidt tot vele duizenden extra doden per jaar als gevolg van hart- en vaatziekten? En in relatie tot de opvatting van Prof dr M. Katan[8] dat verzadigd melkvet wel degelijk ongezond is?
  12. Kent u de uitspraak van de Chinese premier Wen Jiabao “I have a dream to provide every Chinese, especially children, sufficient milk each day”? [9] Kunt u aangeven of Nederland op enigerleiwijze bij de totstandkoming van deze droom, bij de totstandkoming van het zuivelmuseum in Shanghai of bij de promotie van zuivel in China betrokken is? Kunt u specifiek zijn in uw antwoord en aangeven of Nederland zich geroepen voelt in het kader van voortschrijdend wetenschappelijk inzicht actief bij te dragen aan kennisverspreiding in China om te voorkomen dat de droom van Wen Jiabao zich ontwikkelt tot een nachtmerrie?
  13. Bent u met mij van mening dat het onwenselijk is dat een hoogleraar in dienst van Campina zuivel ‘gezond noemt’ en dat Wageningen Universiteit dat ressorteert onder het ministerie van EL&I ongefundeerd promotie maakt voor zuivelproducten op onwetenschappelijke basis? Zonee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze wilt u voorkomen dat dergelijke promotie van zuivel via een wetenschappelijke instelling opnieuw kan plaatsvinden?
  14. Bent u bereid een onderzoek in te stellen naar verweving van onderzoek, promotie en bedrijfsbelangen bij Wageningen Universiteit op basis van het uitgestuurde persbericht ‘Joris Driepinter had toch gelijk[10]”? Zo neen, waarom niet? Bent u met mij van mening dat het actief bevestigen van commerciële voorlichting vanuit het bedrijfsleven niet tot de taken van de universiteit zou moeten behoren en de geloofwaardigheid van de universiteit aantast als zij dit wel doen? Zo ja, bent u bereid de universiteit hierop aan te spreken? Zo neen, waarom niet?
  15. Wat is uw mening over het feit dat een belangrijk co-auteur van het onderzoek waarop Wageningen Universiteit zich baseerde toen zij stelde dat ‘Joris Driepinter toch gelijk zou hebben’, spreekt over ‘verdraaide feiten’ en eist dat het persbericht geheel wordt ingetrokken? Bent u bereid te bevorderen dat Wageningen een intern onderzoek instelt naar de totstandkoming van het bewuste persbericht, het persbeleid ter zake en waarborgen om de wetenschappelijke onafhankelijkheid van het kennisinstituut te garanderen? Zo neen, waarom niet? Zo ja, op welke termijn en wijze?
[1] https://www.voedingscentrum.nl/nl/nieuws/voedingscentrum-handhaaft-zuivelaanbeveling.aspx
2 https://www.volkskrant.nl/vk/nl/2672/Wetenschap-Gezondheid/article/detail/2928830/2011/09/26/Hoogleraar-Wageningen-Universiteit-verdraaide-onderzoek-over-melk.dhtml
3 httsp://www.volkskrant.nl/vk/nl/2672/Wetenschap-Gezondheid/article/detail/2922664/2011/09/21/Wageningen-Universtiteit-past-lovend-persbericht-over-melk-aan.dhtml
4 https://www.omroepgelderland.nl/web/nieuwsartikel/1115041/Wakker-Dier-melkonderzoek-WU-is-reclame.htm
5 https://www.voedingscentrum.nl/nl/nieuws/voedingscentrum-handhaaft-zuivelaanbeveling.aspx
6 2011Z10741
7 https://library.wur.nl/way/bestanden/clc/1860753.pdf
8 https://www.who.int/bulletin/volumes/86/7/08-053728/en/
9 https://www.mkatan.nl/columns-en-kranten/nrc-columns/312-hoe-melkvet-gezond-wordt.html
10 https://library.wur.nl/way/bestanden/clc/1860753.pdf
[11] https://resource.wur.nl/wetenschap/detail/joris_driepinter_had_toch_gelijk/

14 september 2011

Is de vergunningverlening legaal?

In een spoeddebat over megastallen heeft de Partij voor de Dieren gevraagd om een onafhankelijk onderzoek naar de wijze waarop gemeenten en provincies vergunningen verlenen voor veehouderijen. Kwesties als het omzeilen van regels, het niet handhaven en schijn van belangenverstrengeling komen steeds vaker in beeld.
Aanleiding voor het debat was een uitzending van het onderzoeksprogramma Zembla waaruit blijkt burgers vaak het nakijken hebben bij uitbreidingen van de veefabrieken en dat burgers te maken krijgen met ambtenaren die banden hebben met de vee-industrie.

Op de site van Zembla:
De spanning op het Brabantse platteland is om te snijden. De burger in het buitengebied knokt voor een gezond leefklimaat, tegen de stank en de ongezonde lucht. Maar de boeren naast hem bouwen steeds grotere varkensstallen. Het is een ongelijke strijd. En ook al is er een discussie op gang gekomen over de megastallen en zegt staatssecretaris Bleker van Landbouw de grootschalige ontwikkelingen te willen stoppen, de boeren gaan gewoon door. In gemeenten als Oirschot en Reusel-de Mierden hebben ze op strategische plekken al gronden en oude bedrijven gekocht om te kunnen uitbreiden.
ZEMBLA onderzocht waarom burgers steeds het nakijken hebben bij deze ontwikkelingen en welke politieke spelletjes er gespeeld worden.

23 juli 2011

Uierontsteking, overproductie en resistente bacteriën

Onderzoekers uit meerdere landen geven aan dat zij een relatie zien tussen de druk van boeren om hun melkvee te laten overproduceren, het ontstaan en bestrijden van uierontsteking van koeien en het overmatig gebruik van antibiotica (1).

De Partij voor de Dieren stelde daarom vragen aan staatssecretaris Henk Bleker naar hoe hij en zijn ambtenaren aankijken naar deze relatie.

Waarom moet de gezondheid van gewone burgers in gevaar gebracht worden omdat melkveehouders veel geld willen verdien aan de export van hun melk en zuivel?

Vragen van het lid Thieme (Partij voor de Dieren) aan de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het mogelijk verband tussen de gevaarlijke Klebsiella bacterie in het Maasstad Ziekenhuis en het antibioticagebruik bij de behandeling van bacteriële uierontsteking (mastitis) bij koeien.

  1. Kent u de recente berichten “new strain of superbug found in cows” (1), “Je krijgt haar niet snel klein” (2) en “de multiresistente Klebsiella bacterie” (3) en “gevaarlijke-klebsiellabacterie-nu-ook-in-revalidatiecentrum” over de methicilline-resistente Staphylococcus aureus (MRSA) en oxa-48 producerende multiresistente Klebsiella bacterie (4)?
  2. Is het waar dat bij de nieuwe MRSA bacterie, die in het Verenigd Koninkrijk bij koeien is aangetroffen, en de multiresistente oxa-048-Klebsiella bacterie sprake is van een mogelijk verband met mastitisbestrijding bij koeien?
  3. Kunt u aangeven of de Klebsiella- oxa-048 variant in melkmonsters wordt aangetroffen? En zo ja, hoe vaak? Worden ook andere Klebsiella-varianten met verschijnselen van multiresistentie in de melkmonsters aangetroffen? Zo ja, welke varianten zijn dat en hoe vaak worden zij aangetroffen?
  4. Is het waar dat mastitis nu vaker voorkomt als gevolg van de verhoogde melkafgifte bij de huidige populatie melkkoeien? Zo neen, waarop baseert u zich?
  5. Is het waar dat er een onwenselijk hoog gebruik is van antibiotica bij de preventieve en curatieve bestrijding van mastitis bij koeien? Zo neen, waarop baseert u zich?
  6. Kunt u aangeven wat de bron van antibioticaresistentie is bij de in het Maasstad Ziekenhuis aangetroffen OXA-048 Klebsiella bacterie? Zo neen, waarom niet?
  7. Kunt u aangeven of de antibioticaresistentie van de OXA-048 Klebsiella bacterie vooral gezocht moet worden in veterinair gebruik van antibiotica of humaan gebruik daarvan? Zo ja, kunt u specifiek zijn in uw antwoord? Zo neen, waarom niet?
  8. Is de uitbraak van de multiresistente Klebsiellabacterie in het Maasstad Ziekenhuis en het grote aantal humane slachtoffers dat daardoor veroorzaakt is, voor u aanleiding met nog meer kracht in te zetten op vermindering van het gebruik van antibiotica in de veehouderij? Zo ja, op welke termijn en wijze? Zo neen, waarom niet?
  9. Kunt u aangeven of uitgesloten mag worden dat koeien met mastitis melk leveren waarin multiresistente bacteriën voorkomen? Zo ja, op welke wijze sluit u uit dat dit gevolgen zou kunnen hebben voor de volksgezondheid? Zo neen, waarom niet?
  10. Wordt in het Maasstad ziekenhuis gebruik gemaakt van een protocol waarbij werknemers uit de veehouderij en hun familieleden separaat worden opgenomen en gehuisvest van andere patiënten? Zo ja, op welke wijze wordt dit protocol toegepast? Zo neen, waarom niet?
  11. Kunt u uitsluiten dat de uitbraak in het Maasstad ziekenhuis op enigerlei wijze samenhangt met of te herleiden is tot het grootschalige gebruik van antibiotica in de veehouderij? Zo ja, waarop baseert u uw oordeel? Zo neen, bent u bereid nader onderzoek in te stellen naar deze mogelijke connectie?
  12. Is er mogelijk verband tussen de problemen in het Verenigd Koninkrijk met de aangetroffen multiresistente superbacterie en de OXA-048 Klebsiella bacterie? Zo ja, bent u bereid met uw Engelse ambtsgenoot in overleg te treden over oorzaken en mogelijke bestrijding daarvan? Zo neen, waarop baseert u zich?
  13. Bent u bereid tot het instellen van een algeheel verbod op het gebruik van antibiotica in de veehouderij voor middelen die ook in de humane gezondheidszorg gebruikt worden? Zo ja, op welke termijn en wijze? Zo neen, waarom niet?

(1) https://www.bbc.co.uk/news/health-13632369
(2) https://www.depers.nl/wetenschap/583538/Je-krijgt-haar-niet-snel-klein.html
(3) https://www.gezondheidsnet.nl/medisch/artikelen/5767/de-multiresistente-klebsiellabacterie
(4) https://www.gezondheidsnet.nl/medisch/nieuws/5818/gevaarlijke-klebsiellabacterie-nu-ook-in-revalidatiecentrum

24 juni 2011

Vragen over ernstige welzijnsproblemen bij Dolfinarium in Harderwijk

Vragen van het lid Ouwehand (Partij voor de Dieren) aan de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over ernstige welzijnsproblemen bij dolfijnen in gevangenschap en het overtreden van EU-richtlijnen door o.a. het Dolfinarium in Harderwijk
  1. Bent u bekend met een nieuwe studie waaruit blijkt dat dolfinaria in 14 EU-lidstaten de vereisten uit de Europese richtlijn 1999/22 overtreden, waaronder het Dolfinarium in Harderwijk?
  2. Op welke wijze controleert u de naleving van het dolfinarium en andere dierentuinen aan de vereisten uit de richtlijn 1999/22 EG over het houden van wilde dieren? Hoe vaak heeft u de afgelopen 5 jaar overtredingen geconstateerd?
  3. Wat vindt u van de bevinding dat geen enkele dolfijn, gehouden in een Europees dolfinarium, de mogelijkheid blijkt te hebben om natuurlijk gedrag te vertonen? En wat vindt u van de waarneming dat stress en stereotiep gedrag algemene verschijnselen zijn bij in gevangenschap gehouden dolfijnen?
  4. Onderschrijft u de conclusie dat dolfijnen de mogelijkheid om normaal gedrag te vertonen ook nooit kunnen krijgen in gevangenschap, gezien zij complexe en hoog intelligente sociale dieren zijn die in het wild lange afstanden afleggen en leven in sociale groepen? Zo ja, welke beleidsconsequenties verbindt u hieraan? Zo neen, waarom niet en welke wetenschappelijke onderbouwing kunt u geven voor uw opvatting?
  5. Onderschrijft u de bevinding dat dolfinaria de natuurlijke leefomgeving van dolfijnen niet kunnen nabootsen in gevangenschap? Zo neen, op welke wetenschappelijk inzichten baseert u dit?
  6. Onderschrijft u de bevindingen van het rapport dat dolfijnenshows geen educatieve bijdrage blijken te leveren? Zo neen, waarom niet?
  7. Onderschrijft u de conclusie van recent wetenschappelijk onderzoek Marino, L., Lilienfeld, S. O., Malamud, R., Nobis, N. and Broglio, R. 2010. Do zoos and aquariums promote attitude change in visitors? A critical evaluation of the American Zoo and Aquarium study in Society and Animals, 18: 126-138 dat tot op heden er geen overtuigend of zelfs maar suggestief bewijs is voor de bewering dat dierentuinen en aquaria bijdragen aan de gedragsverandering, educatie of belangstelling voor bescherming van dieren bij de bezoekers? Zo neen, kunt u toelichten wat concreet de educatieve waarden zijn van deze parken en hoe dit is gekwantificeerd?
  8. Hoe beoordeelt u de gevonden gezondheids- en veiligheidsgevaren tussen directe interactie van bezoekers met dolfijnen? Welke conclusies verbindt u aan deze gevaren?
  9. Bent u, gelet op de opnieuw aangetoonde negatieve gevolgen voor het dierenwelzijn en het ontbreken van educatieve waarden van het tentoonstellen van dieren, bereid om te komen tot een verbod op dolfijnenshows en het houden van dolfijnen voor commerciële doeleinden? Zo ja, op welke wijze en op welke termijn? Zo neen, waarom wilt u zich niet aansluiten bij landen als Cyprus en Slovenië die hier al wel toe zijn overgegaan?
  10. Bent u bereid ook bij andere lidstaten aan te dringen op navolging van de voorlopers Cyprus en Slovenië en te pleiten voor een Europees verbod op dolfijnenshows en een uitfasering van het houden van dolfijnen in gevangenschap? Zo neen, waarom niet?
  11. Kunt u uiteenzetten welke acties uw ambtsvoorganger en uzelf hebben ondernomen op de aangenomen motie Ouwehand/Thieme Kamerstuk 2009-2010, 32123 XIV, nr. 122, Tweede Kamer voor een Europees import- en handelsverbod van in het wild gevangen dolfijnen? Wat is tot nu toe het resultaat geweest van deze inspanningen en welk vervolg gaat u geven aan de uitvoering van deze motie?
  12. Bent u met ons geschrokken van de verwachting van de onderzoekers dat wanneer het aantal dolfinaria in Europa gelijk blijft of uitbreidt, er mogelijk nieuwe vangsten van dolfijnen uit het wild zullen plaatsvinden? Deelt u de mening dat het zaak is snel werk te maken van een import- en handelsverbod van in het wild gevangen dolfijnen en het instellen van een moratorium op nieuwvestiging of uitbreiding van dolfinaria?
  13. Bent u bereid de Europese Commissie te vragen inbreukprocedures te starten tegen lidstaten die Richtlijn 1999/22 EG overtreden? Zo ja, wanneer? Zo neen, waarom niet?
  14. Deelt u de mening dat er in elk geval op korte termijn een openbare database zou moeten komen met informatie over het aantal walvisachtige soorten dat in de EU in gevangenschap wordt gehouden en op welke plaatsen? Zo ja, bent u bereid hiervoor te pleiten in Brussel? Zo neen, waarom niet en hoe verhoudt uw opvatting zich tot de uitspraak van uw adviesorgaan RDA dat er ten behoeve van het dierenwelzijn in elk geval zicht moet zijn op de dieren die in een samenleving gehouden worden?
Verwijzingen:
Marino, L., Lilienfeld, S. O., Malamud, R., Nobis, N. and Broglio, R. 2010. Do zoos and aquariums promote attitude change in visitors? A critical evaluation of the American Zoo and Aquarium study in Society and Animals, 18: 126-138

Kamerstuk 2009-2010, 32123 XIV, nr. 122, Tweede Kamer

21 juni 2011

Grunberg doet onwaardige bijdrage aan debat ritueel slachten

Arnon Grunberg schrijft dat het initiatief tegen onverdoofd ritueel slachten wordt gevoed door het verlangen de islamitische minderheid te vernederen (Voorpagina, 17 juni 2011). In een kennelijke poging de indiener van de initiatiefwet met gelijke vernederende munt terug te betalen, stelt hij voor Marianne Thieme in een kooi op het Binnenhof ten toon te stellen.

Ik vraag me af hoe grof Grunberg het moet maken voordat de Volkskrant besluit dat het de voorpagina onwaardig is.

Wie werkelijk denkt dat de motivatie van de Partij voor de Dieren ligt in het vernederen van religieuze minderheden, wijs ik erop dat de initiatiefwet het ritueel slachten niet verbiedt. Het verbod betreft het opensnijden van dieren zonder voorafgaande verdoving of bedwelming, dus alleen het aspect van de rituele slacht waarvan wetenschappelijk is aangetoond dat het de dieren extra leed aandoet.

Luuk Folkerts, Amersfoort. Voorzitter Partij voor de Dieren

Zie ook Luuk's voorganger Bernd Timmerman in dezelfde Volkskrant met "Debat over rituele slacht stinkt".

16 juni 2011

Kritiek op wetsvoorstel onverdoofd slachten gemakkelijk te weerleggen

Karen Soeters, directeur van de Nicolaas G. Pierson Foundation (NGPF), heeft gereageerd op de open brief van politiek activist Manfred Gerstenfeld aan de Tweede Kamer, zoals gepubliceerd op de site van de Volkskrant. Soeters stoort zich aan het feit dat er met halve waarheden geprobeerd wordt de Kamermeerderheid, die zich aftekent voor het verbod op het onverdoofd slachten, op andere gedachten te brengen.

Ook de pogingen kritiek op het onderzoek van Wageningen UR van een semi-officieel stempel te voorzien is volgens Soeters bedenkelijk. “Ze hadden wat mij betreft net zo goed in plaats van aan TNO een stempel kunnen vragen van de APK of de Bovag. TNO is op geen enkele wijze gekwalificeerd om peer reviewed onderzoek van de Universiteit Wageningen te becommentariëren”.

De reactie van Karen Soeters luidt als volgt:

Argumenten tegen verdoofd slachten zijn niet Koosjer.

De Joodse gemeenschap doet er alles aan het naderende verbod op het onverdoofd slachten in diskrediet te brengen. Dat is haar goed recht, maar het feit dat ze zich bedient van halve en hele onwaarheden is bedenkelijk en behoeft correctie. De 11 punten waarin Manfred Gerstenfeld het wetsvoorstel tracht te fileren, houden geen van allen stand voor wie zich ook maar even in de materie verdiept. Misschien goed om ze even door te nemen.

Stelling 1.
Er is een groot verschil tussen Koosjer en halal slachten.
Onjuist. Beide slachtmethoden zijn gebaseerd op dezelfde traditie en vertonen grote overeenkomsten. De voorzitter van de Joodse gemeenschap in Amsterdam, de heer Eisenmann heeft dat bevestigd in een uitzending van AT5 Nieuws. Het fragment is opgenomen in een film van de Nicolaas G. Pierson Foundation.

Stelling 2.
De indieners moeten maar bewijzen dat koosjere slacht slechter voor dierenwelzijn is dan slachten met bedwelming.
Onjuist. Dat bewijs is geleverd door onafhankelijke wetenschappers en wordt onderschreven door nationale en internationale organisaties van dierenartsen, zoals de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde (KNMvD).

Stelling 3
De Partij voor de Dieren baseert zich op een video van de Nicolaas G. Pierson Foundation.
Onjuist. Het wetsvoorstel is ingediend in 2008, de film van de NGPF dateert van 2010 en is een zelfstandige activiteit van het wetenschappelijk bureau.

Stelling 4
Onafhankelijk wetenschapper Prof. Joe Regenstein heeft het onderzoek van Wageningen UR en de inzichten van de KNMvD gediskwalificeerd als onwetenschappelijk.
Onjuist. De heer Regenstein is allesbehalve onafhankelijk. Hij is een fulltime pleitbezorger van het onverdoofd slachten en heeft daarin aanzienlijke belangen.
De heer Regenstein stelt zich zeer onwetenschappelijk op door in zijn contra-expertise te stellen dat de wetenschap bij de verbetering van dierenwelzijn zich slechts zou mogen bewegen binnen de kaders die de religieuze gemeenschap stelt. Dat maakt zijn wetenschappelijke status zeer verdacht. Bovendien geeft hij in zijn aanbeveling aan hoe de politiek over dit onderwerp zou moeten debatteren, hoewel hij als voedingswetenschapper geen enkele expertise heeft op dat vlak. Dat de KNMvD zich niet zou baseren op wetenschap mag een gotspe genoemd worden, het is juist Regenstein die religieuze kaders tot uitgangspunt verheft, waar de KNMvD waardenvrij kijkt naar het onderwerp.

Stelling 5
Regenstein heeft ook kritiek op andere aangehaalde rapporten wegens wetenschappelijke tekortkomingen.
Onjuist. Het is juist Regenstein die zich bedient van het onwetenschappelijke uitgangspunt dat de religieuze voorschriften het uitgangspunt van het wetenschappelijk onderzoek zouden moeten vormen. Daarbij zijn de gebruikte onderzoeken peer reviewed en dat maakt het nu juist wetenschappelijk.

Stelling 6
Twee Joodse instellingen hebben een Kortgeding aangespannen tegen Wageningen UR, de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde, alsmede de Nederlandse staat.
Op geen enkele wijze wordt duidelijk waarom het aanspannen van een Kortgeding, het recht van elke rechtspersoon, ook maar iets zou kunnen zeggen over het wel of niet kloppen van de argumenten tegen onverdoofde slacht.

Stelling 7
De Rabbinical Assembly heeft nooit gesteld dat bedwelming voorafgaand aan de slacht geoorloofd zou zijn.
Onjuist. Rabbi Mayer Rabinowitz heeft in zijn rapport ‘A Stunning Matter’ duidelijk gemaakt dat binnen de Rabbinical Assembly verdoving voorafgaand aan de slacht wordt toegestaan. In een mail d.d. 12-04-2011 aan de Partij voor de Dieren bevestigt Rabbi Mayer Rabinowitz dat met de volgende woorden: ”The paper permits pre shitah stunning as well as post shitah stunning and bolting”. Of de Rabbinical Assembly betrokken wil worden in een politieke discussie is van geheel andere orde.

Stelling 8
Zes grote Amerikaanse Joodse organisaties hebben zich tot Premier Rutte gewend om hun zorg te uiten over de inperking van religieuze vrijheid.
Op geen enkele wijze wordt duidelijk wat deze interventie te maken heeft met het al of niet kloppen van de argumenten tegen onverdoofd slachten.

Stelling 9
Het wetsvoorstel van Mevr. Thieme vertoont overeenkomst met eerdere anti-Joodse acties in Europa door de eeuwen heen.
De stelling wordt op geen enkele wijze onderbouwd. Rabbijn Evers bood eerder in NRC ruimhartig excuses aan voor het poneren van een dergelijk onfatsoenlijke stelling. Er zit in het wetsvoorstel geen enkel anti-Joods of anti-islamitisch element. Het opkomen voor de rechten van dieren houdt op geen enkele wijze verband met het vermeend benadelen van mensen.

Stelling 10
Het aantal probleemgevallen bij het reguliere 'bedwelmde' slachten is minstens vele honderden malen groter dan het totaal aantal koosjer geslachte dieren.
Het vergelijken van volledig onvergelijkbare grootheden past mogelijk in de werkwijze van de politieke activist Manfred Gerstenfeld, maar vormt geen valide argument. Leedconcurrentie is de slechtst denkbare overweging om leed te laten voortbestaan. Het vergelijken van gevallen van ‘bad practice’ in de reguliere slacht met gevallen van ‘good practice’ in de koosjere slacht is onzuiver en onwetenschappelijk. De Nederlandse wet kent de verplichting om dieren verdoofd te slachten. Het wetsvoorstel voorziet in niets anders dan deze regel algemeen verbindend te maken, zodat het voor een dier in Nederland niet meer hoeft uit te maken welk geloof zijn slachter aanhangt, zoals D66-Kamerlid Van Veldhoven terecht opmerkte. Daarbij geven wetenschappers juist aan dat de kans op problemen bij de onverdoofde rituele slacht veel groter is.

Stelling 11
Dit wetsvoorstel raakt belangrijke aspecten van de vrijheid van de uitoefening van godsdienst in de rechtsstaat.
Onjuist. Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens heeft vastgesteld dat het kernrecht van gelovigen niet het onverdoofd slachten is, maar slechts het consumeren van vlees dat op een bepaalde wijze geproduceerd is. Dat recht blijft onaangetast met dit wetsvoorstel. Zoals Nederland een eigen verantwoordelijkheid genomen heeft bij het verbieden van de productie van foie gras, maar niet de import van dit product verboden heeft.
Elke gelovige heeft het recht zijn religie te beleven alsof die een universele norm belichaamt, maar de overheid heeft de grondwettelijke mogelijkheid beperkingen te stellen aan die vrijheid waar de belangen van anderen in het geding zijn. Dat is zo bij de discriminatie van homo’s, de discriminatie van vrouwen of inbreuken op de lichamelijke integriteit van mensen. Maar ook in het geval van onnodig lijden van dieren. Daar is bij het onverdoofd slachten van dieren sprake van, volgens de Nederlandse wetgever, ook de regering heeft dat onlangs andermaal erkend.

De heer Gerstenfeld besluit zijn open brief aan leden van de Tweede Kamer met de oproep om tegen het wetsvoorstel te stemmen, indien u bovengenoemde feiten en argumenten niet kunt weerleggen.

Voor zover die weerlegging nog nodig was, hoop ik dat dit artikel daar een bijdrage aan kan leveren.

Drs Karen Soeters, directeur Nicolaas G. Pierson Foundation

Leeswijzer


Thema's of steekwoorden vindt u via de labels onderaan de pagina of op Animal Freedom.
Klik hier voor de laatste bijdragen op dit blog
.
Klik hier voor het beleid om uw privacy te beschermen.
Kijk op ook Facebook voor onze reactie op de actualiteit.

Waarom dit blog?

De Nederlandse veehouderij is vooral gericht op zoveel mogelijk voor de export te produceren onder het motto “meer, meer, meer en groot, groter, grootst”. Dit heeft negatieve gevolgen voor zowel de dierenwelzijn, biodiversiteit, het milieu, het klimaat, de portemonnee en de gezondheid van burgers en ook voor welwillende boeren.
Dit blog verzamelt kritische artikelen die de wurggreep beschrijven waarin de veehouderij zichzelf heeft vastgezet. Zo willen we niet alleen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het leven voor alle belanghebbenden, maar ook aan een schone, gezonde omgeving en een beter dierenwelzijn.

Ook de argumentatie dat dieren grondrechten hebben kan beter en meer aansluiten op hoe mensen voor zichzelf vinden dat recht moet gelden. Alle dier(soort)en kunnen in hun recht op vrijheid als (intrinsiek) evenwaardig aan mensen beschouwd worden. Dierenrechten zijn mensenrechten, die mensen de kans geeft om voor dieren op te komen.
Dieren, bijv. in de intensieve veehouderij, worden behandeld als een object in plaats van een subject met gevoelens en rechten.

De snelheid en het aantal dier(soort)en dat we voortdurend gebruiken is immens. De bijdrage aan onze welvaart en economie van de agrosector is gering. De oplossing is simpel en van niemand anders dan van ons zelf afhankelijk.

Dierenrechten in woord en beeld

Vrijheid is ook een intrinsiek grondrecht voor dieren. Dieren zijn geen dingen Dierenrechten zijn mensenrechten. Mensen moeten voor dieren kunnen opkomen wanneer hun grondrecht wordt geschonden.
logo van Animal Freedom yin en yang
Lees hier over de redenen waarom dieren recht op vrijheid hebben. Lees hier waarin mens en dier evenwaardig zijn.